|
Tonningen, 31 december. Alhier liggen de volgende Nederlandse schepen die deels tevergeefs getracht hebben de zee te bereiken, deels wegens storm uit zee teruggekomen zijn: VIER GEBROEDERS, kapt. Emmelkamp, van Stettin naar Bremen; GESINA, kapt. Krook, van St. Petersburg naar Leeuwarden; SOPHIA , kapt. Vonk, van Nykjöbing naar Amsterdam, TITIA JACOBINA, kapt. Klein, van Nestved naar Rotterdam; VOORWAARTS, kapt. De Vries, van Engelholm naar Colchester; GEERTRUIDA, kapt. Mandema, van Koningsbergen naar Harlingen; VIER GEZUSTERS, kapt. Post, van Eckernförde naar Amsterdam; VROUW ELISABETH, kapt. Top, van Nystved naar Schiedam; IMMANUEL, kapt. De Jonge, van St. Petersburg naar Groningen; CATHARINA ALIDA, kapt. Pronk, van Memel naar Bremen; JOHANNA, kapt. Brouwer, van Eckensund (opm: waarschijnlijk Eger[n]sund) naar Varel; DIEVERDINA, kapt. De Jonge, van Stralsund naar Firth of Forth; EENDRAGT, kapt De Boer, van Kiel naar Antwerpen; MARTHA, kapt. Topzant, van Koningsbergen naar Bremen en ANNA ELISABETH, kapt. Muntendam Dik, van Koningsbergen naar Hamburg. De gezagvoerders hopen, zodra wind en weer zulks veroorloven hun reis voort te zetten.
|