|
Amsterdam, 21 december. Volgens brief van kapitein J.C. Drenth, gevoerd hebbende het galjootschip FENNA SCHELTENS, is hij, na in zee vreselijke stormen te hebben doorstaan, de 16e dezer in de Weser gearriveerd. 's Morgens van de 17e onder zeil gegaan zijnde, om zijne reis naar Geestemünde te bevorderen, werd hij door een orkaan overvallen, ten gevolge waarvan het schip binnen de tonnen dreef en hevig stootte. Onmiddellijk daarop was het schip vol water en trachtte men, door de boot uit te zetten, het leven te redden. De boot verbrijzelde bij de eerste poging en men was genoodzaakt in het want te vluchten. 24 Uren heeft de equipage zich in het want opgehouden. ieder ogenblik vrezende dat de mast zou neerstorten. Eindelijk werd hun door een Bremer loodskotter hulp toegezonden, en gelukkig, na veel worstelens, allen gered. De equipage is door de felle koude en ontberingen uitgeput en wordt te Bremerhaven verpleegd. Van schip en inventaris is niets geborgen kunnen worden, evenmin van de have der opvarenden. NRC 221269 Vlissingen, 21 december. De Noordduitse schoener ELISE BOYE, van Antwerpen in ballast naar Newcastle, is op de rede in aanzeiling geweest met de Belgische vissloep O 137. Beide bekwamen enige schade en zijn in de haven gekomen.
|