|
Groningen, 3 oktober. Kapt. H.M., voerende de INDUSTRIE, liggend in de Noorderhaven, zag, gistermorgen aan boord komende, verwonderd op, dat op zijn schip, hetwelk hij aan zijn stuurman L.K. had toevertrouwd, wie het vergund was zijn vrouw enige tijd aan boord te hebben, deze stuurman, door zijn wederhelft vergezeld, spoorloos met de Noorderzon was verdwenen, pak en zak medenemende, terwijl hij reeds een ruim voorschot op zijn loon had verkregen. Daar de politie in deze zaak niet tussenbeide kan komen, is de kapitein door deze onverwachte vlucht zeer in het ongerede geraakt. (opm: wellicht kapt. H. Meijering, voerende de tjalk INDUSTRIE)
|