Familiegegevens en opleiding
Geen
De schepen van de kapitein
In het Archief van de Waterschout op het Stadsarchief van Amsterdam bevinden zich monsterrollen op naam van kapitein Joachim Tabbert en Johan F.Tabbert op de:
“”Johanna Catharina”, dd 28 juli 1815
“Vrouwe Elisabeth”, dd 31 mei 1817; 04 december 1817; 30 november 1818; 26 mei 1820; 11 december 1820, 04 augustus 1821 en 12 april 1822.
“Argo”, dd 01 december 1820
Overige bijzonderheden
Rotterdamsche Courant 02 november 1819114
Amsterdam, 31 oktober. Te Cuxhaven is, met vijf voet water in het ruim, binnengelopen het schip de VROUW ELISABETH, kapt. J. Tabbert, van Bremen naar Amsterdam.
Rotterdamsche Courant 06 deccember 1821114
Amsterdam, 4 december. Het schip de VROUW ELISABETH, kapt. J. Tabbert, van Mogador in Texel binnen, is in de storm van den 1 december, na ankers en touwen verloren te hebben, op de Zuidwal van Texel geraakt, en van daar op Breehorn gedreven; hetzelve is zwaar lek, en heeft een loodsschuit tot assistentie.
Rotterdamsche Courant 20 deccember 1821114
Amsterdam, 18 december. Kapt. J. Tabbert, voerende het schip de VROUW ELISABETH, van Mogador in Texel binnen en nog op de Wieringer wal zittende, heeft den 17 november, op 42º57’ N.B. 15º13’ lengte, gepraaid een brik met vlag no. 58, zijnde die van kapt. R. Smit, voerende het schip ALMELO, van Amsterdam naar Curaçao.
Rotterdamsche Courant 25 deccember 1821114
Amsterdam, 23 december. Kapt. J. Tabbert, van Mogador in Texel binnen, is in de nacht van den 20 op den 21 dezer van de Wieringer wal, waarop hij was vast geraakt, in vlot water gekomen.
Rotterdamsche Courant 28 november 1822`114
Advertentie. T. van Olivier, J. Corver, J. Boelen en J. Swart, makelaars, zullen op maandag den 2 december 1822, des avonds te zes uren, te Amsterdam, in het voormalig Nieuwezijds Heeren-Logement, op de Haarlemmerdijk, verkopen: een extraordinair welbezeild Pinkschip, genaamd ARGO, gevoerd door kapitein J.F. Tabbert, lang 32 ellen 30 duimen, wijd 8 ellen, hol 3 ellen 56 duimen, het verdek hoog aan boord 1 el 85 duimen (opm: 32,30 x 8,00 x 3,56 / 1,85 m.), alles Nederlandse maat; zijnde Amsterdamse maat, lang 114 voeten, wijd 28 en 1 vierde voeten, hol 12 en 1 half voeten, het verdek 6 en 1 half voeten. Breder bij de inventaris en berigt bij de bovengenoemde makelaars,
Rotterdamsche Courant 10 december 1822114
Amsterdam, 8 december. Het schip de VROUW ELIZABET (opm: brik VROUW ELISABETH), kapt. J. Tabbert, is, volgens brief van de Nederlandse agent te Mogador, in dato den 29 oktober, als van de aldaar liggende schepen de minste lading in hebbende, door de keizer van Marokko geprest tot het doen ener reize naar Gibraltar en terug, waartegen door het Nederlandse consulaat remonstrantiën zijn ingeleverd. Het gemelde schip is, volgens brief van Gibraltar van den 11 november, aldaar aangekomen.
Familiegegevens en opleiding
Geen
De schepen van de kapitein
Het Archief van de Amsterdamse Waterschout11a bevat monsterrollen op naam van kapitein Antoon Voortman op de:
“Johanna Catarina”, dd 06 januari 1817.
Overige bijzonderheden
Rotterdamsche Courant 09 december 1817114
Amsterdam, 6 december. Te Surinamen zijn gearriveerd G. Schröder van Amsterdam en A. Voortman van Eustatius; eerstgemelde zou ultimo november de terugreis aannemen, en laatstgemelde heeft onderscheiden Insurgenten-Kapers (opm: opstandeling-kapers) aan boord gehad en zou primo februari de reis naar Amsterdam aannemen.
Rotterdamsche Courant 28 mei 1818114
Amsterdam, 26 mei. Kaptein A. Voortman, voerende het schip JOHANNA CATHARINA, van Surinamen naar Amsterdam gedestineerd, meldt van St. Thomas (opm: Maagden Eilanden), van den 21 maart, dat hij aldaar met een lek schip binnengelopen was, en een gedeelte der lading lossen moest om te repareren, waarmede hij echter dacht in veertien dagen gereed te zullen zijn.
Rotterdamsche Courant 30 mei 1818114
Amsterdam, 28 mei. Het schip JOHANNA CATHARINA, kaptein Anthonij Voortman, van Surinamen naar Amsterdam gedestineerd, te St. Thomas lek binnengelopen, was, volgens een brief van de kaptein, in dato 5 april, van deszelfs geleden schade hersteld en zou den 10 dito de reis vervolgen.
Rotterdamsche Courant 06 april 1820114
Amsterdam, 4 april. Het brikschip JOHANNA CATHARINA, kapt. A. Fortman, met passagiers van Amsterdam den 13 januari te New Orleans gearriveerd, is op deszelfs reis derwaarts, den 21 december, des namiddags te vijf uren, op 21º40’ N.B. 84º50’ W.L, bij Kaap St. Antoine, 3 mijlen onder land zeilende, ontmoet door een schooner, naar gissing groot 25 lasten, bemand met 25 à 30 negers en voerende witte vlag met rode rand en een doodshoofd; na de brik gepraaid te hebben, loste de schooner een schot met scherp; kapitein Fortman hierop de zeilen opbrassende en het voor de wind latende lopen, werd spoedig door de schooner achterhaald en gelast over te komen; hij weigerde zulks en ontving dadelijk wel 25 schoten, hetgeen door zijn volk en passagiers, die hij alle gewapend had, met enige schoten uit de kajuit en van het dek beantwoord werd, waarop de schooner dreigde te enteren en niemand het leven te sparen, bij aldien de brik zich niet overgaf; kapitein Fortman, dit weder weigerende, werd te 7 uren andermaal door de rover met draaibassen (opm: klein stuk scheepsgeschut, op een spil gemonteerd, zodat het in alle richtingen draaien kan) en donderbussen (opm: ouderwets en primitief klein bronzen kanon) aangevallen en ontving 40 à 50 schoten, zo in de masten en zeilen als door de verschansingen op het dek, waardoor een matroos en een passagier ligt gekwetst werden; de moedige tegenstand van de kapitein, volk en passagiers deden de rover van zijn voornemen afzien, die, na het schip tot des nachts te drie uren gevolgd te hebben, uit het gezigt geraakte