Het fregat HÉROS is volgens Lloyd’s Register van 1819 gebouwd in New Brunswick, destijds behorende tot Groot Brittannië, thans Canada. LR meldt dat het schip toen onder de naam MAIMAX voer; kapitein was G. Poppen en de reder Thornton; geen plaatsnaam vermeld. NGVB 120617 noemt het schip een Rus, dat lijkt het meest waarschijnlijk.
De scheepsnaam МАЙМАКСА (uitspraak Maymaksais en in de kranten voornamelijk Engels-fonetisch geschreven als MIMAXA) stamt af van een wijk in of bij Archangel.
Wanneer het fregat is gebouwd kon niet worden vastgesteld. LR 1819 zegt dat het schip vijf jaren eerder was geïnspecteerd, hetgeen bouwjaar 1814 of eerder zou betekenen. Onze Belgische medewerker André Delporte geeft 1800 als bouwjaar aan. Bouma meent dat het schip in 1815 is gebouwd. 1814-1815 Komt Marhisdata als aannemelijker voor, de lange staat van dienst van het schip in aanmerking nemende.
De Franse scheepsnaam HÉROS werd in de Noordelijke Nederlanden met enige regelmaat – onjuist – geschreven als HERO, HÉRO of HERO d’ANVERS.
1817
OHC 130317
Amsterdam, 10 maart. Aan de Kaap de Goede Hoop is met verlies van fokkemast en boegspriet binnengelopen het schip MIMAXA (opm: Russisch fregat, werd in 1818 de Zuid-Nederlandse HÉROS), kapt. Hansen, van Batavia naar Texel en Petersburg.
NGVB 120617
Antwerpen, 4 juni. Binnengekomen het Russisch schip MAYMAKA (opm: fregat, ook wel MIMAXA of MAIMAX), kapt. John Hansen, van Batavia, geladen met 295 canasters suiker, 188 zakken caffé, 114 flessen arak, 33 zakken sago, 16 kisten cigaren, 1 ton en ½ Indisch hout, een deel riete kaenen, 82 kisten arak in flessen.
1818
Op 22.08.1818 vroeg N.L.J. de Wael, Antwerpen, voor de HERO onder kapt. Johan Hansen een Nederlandse zeebrief aan. De scheepsnaam werd in Den Haag foutief geschreven en moest HÉROS zijn. Deze zeebrief werd reeds op 1.10.1818 ingetrokken toen kapt. Hansen werd vervangen door kapt. Poppen.
Op 1.10.1818 vroeg Norbert Louis J. de Wael, Antwerpen, voor de HÉROS onder kapt. Gerrit Poppen een nieuwe Nederlandse zeebrief aan, evenals een Turkse Pas.
1819
RC 051019
Bataviasche Berigten, van den 1 mei tot den 5 juni.
Den 9 mei is van Batavia vertrokken het schip JOHANNA MARIA, Jonker, naar Middelburg; den 14 dito HERO, Poppin (opm: fregat HÉROS, thuishaven Antwerpen, kapt. Gerrit Poppen), naar Antwerpen; den 24 dito FLORA (opm: fregat), Tieman, naar Amsterdam; den 28 dito WILHELMINA (opm: fregat), Palm, naar Rotterdam
NGVB 281019
Antwerpen, 23 oktober. Binnengekomen het Belgisch schip HERO (opm: fregat HÉROS, kapitein Gerrit Poppen, van Batavia, geladen met 5400 balen rijst, 155 canasters suiker, 80 balen rijst.
Op 5.11.1819 werd door De Wael de HÉROS voor 6.500 gulden verkocht aan handelaar William Ogle West, eveneens uit Antwerpen.
Op 29.11.1819 vroeg William Ogle West, Antwerpen, voor de HÉRO onder kapt. Hendrik Poppen een nieuwe Nederlandse zeebrief aan, evenals een Turkse Pas. De scheepsnaam werd in Den Haag opnieuw foutief geschreven en moest HÉROS zijn.
1820
RC 301120
Batavia, 5 augustus. Te Batavia is den 22 juli gearriveerd het schip HERO (opm: fregat HÉROS, thuishaven Antwerpen), H. Poppen;
Ter rede van Batavia liggen Zijner Majesteits schip TROMP, kanonneerboot No. 11, roei-kanonneerboten No. 1, 6 en 7, gearmeerde (opm: bewapende) laadschouwen No. 1, 2, 4 en 5, de schepen (opm: 3-masters) de GENERAAL DE KOCK, VROUW MARIA, JOHANNA, WILHELMINA, MERRIJ, HERO (opm: HÉROS), VREDE EN RUST, MERCURIJ, DELPHINA, EVERTZEN,
RC 231220
Batavia, 18 augustus. Ter rede van Batavia liggen Zijner Majesteits schip TROMP, kanonneerboot No. 11, schepen BARONESSE VAN DER CAPELLEN, VROUW MARIA, JOHANNA, WILHELMINA, DELPHINA, JACOBA, BETZEIJ AND CAROLINA, HERO (opm: HÉROS), RACE HORSE, MERCURIJ, MARIA LOUIZA, brikken ADSISTENTIE, JACOBA AMBROSINA,
1821
RC 230121
Rotterdam, 22 januari. Den 15 dezer zijn te Vlissingen, voor Antwerpen bestemd, aldaar ter rede gekomen TWEE DAMES, kapt. M. Jansen, van Malaga, en de HERO (opm: fregat HÉROS, thuishaven Antwerpen), H. Poppen, van Batavia
RC 260521
Rotterdam, 25 mei. Van Vlissingen wordt van den 22 gemeld:
Van den 17 tot heden van de Schelde afgekomen en naar zee gezeild LORD NELSON, T. Smithren, naar Hull; la BELLE ALLIANCE, O.A. Wilman, naar Memel (opm: Klaipeda); l’ADÈLE, A. Ferber, naar Boulogne; MARIA, J. Sicker, de JONGE JOSEPHA, P. Sparboom, en le CHARLES (opm: brik uit Antwerpen), J.C. Rasmussen, naar Liverpool; de TWEE GEBROEDERS, S. Bakker, naar Oleron; de JUFVROUW AKKE, M. Jeltes, naar Liverpool; de VROUW GEZINA, H. Ebes, en de VROUW ELLINA, H. Oortjes, naar Hamburg; FREDERICH WILHELM, D. Reinders, naar de Oostzee; NEERLANDSCH KROONPRINS (opm: pink NEERLANDS KROONPRINS), A. van der Meijde, naar Lissabon; LOUISE WILHELMINE (opm: brik LOUISA WILHELMINA, thuishaven Gent), J.G. Lovgreen, naar Liverpool; ZELIMA, C.J. Neurenberg, naar Batavia; MERCUUR (opm: brik, thuishaven Antwerpen), J.F.P. Smit, naar Marseille; MARIA, J. Lovgreen, la PRÉVOYANTE, J. Langhetee (opm: driemaster, thuishaven Antwerpen, kapt. Jacob Langethée), naar Liverpool; MARGARETH, I. Hall, en JAMES CORLTAR (opm: slecht leesbaar), W.F. Hill, naar Philadelphia; GEZINA CHARLOTTE, G. van Veen, naar Noirmoutier; de HERO, H. Poppen, naar Londen (opm: fregat HÉROS, thuishaven Antwerpen, kapt. Hendrik Poppen, bestemming Batavia); NEPHTUNES, J. Jurgenson, naar Marseille; CATHARINA, J. Endicot, naar Batavia, la DAME HARRIETTE (opm: kof DAME HENRIETTE, thuishaven Oostende),
RC 271221
Amsterdam, 25 december. Het Nederlandse schip HERO (opm: fregat HÉROS), kapt. H.J. Poppen, van Antwerpen naar Batavia, laatst uit Engeland, den 27 september aan de Kaap de Goede Hoop binnengelopen, heeft schade en moet repareren; gemelde kapitein heeft den 1 dito in zeer goede staat gepraaid het schip de VROUW MARIA, kapt. F. van den Berg, van Rotterdam naar Batavia.
1822
RC 200822
Rotterdam, 19 augustus. Uittreksel uit de Lloyd’s Lijst van den 16 augustus:
Het schip HERO (opm: fregat HÉROS, thuishaven Antwerpen, kapt. Hendrik Poppen), van Batavia naar Antwerpen, is den 6 juni gepraaid op 15º18’ breedte 34º59’ lengte; zeilende naar de Kaap, om deszelfs roer te repareren.
RC 290822
Batavia, 23 maart. Den 17 februari is van Batavia, over de Molukken, naar Nederland vertrokken het schip IDA ALEIJDA (opm: fregat VROUW IDA ALEYDA), kapt. J.K. Sipkes; den 24 dito het schip HERO (opm: fregat HÉROS), H. Poppen, naar Amsterdam (opm: de bestemming werd Rotterdam).
RC 261022
Rotterdam, 25 oktober. Van Vlissingen meldt men den 22 oktober: sedert onze vorige is alhier ter rede gekomen de HERO (opm: fregat HÉROS), H. Poppen, van Batavia.
RC 291022
Rotterdam, 28 oktober. Het schip dat den 27 te Helvoetsluis in het gezigt was is genaamd HERO (opm: fregat HÉROS, thuishaven Antwerpen), H. Poppen, van Batavia, laatst van Vlissingen.
RC 161122
Advertentie. Nicolaus Montauban van Swijndregt, Hubertus Montauban van Swijndrecht en Fredrik van Dam, makelaars te Rotterdam, als lasthebbenden van hun meester, zijn van mening, na gedane aangifte, ingevolge de wet, op dinsdag den 3 december 1822, des namiddags te vijf uren, in het Logement genaamd het Badhuis, in de Boompjes, in het openbaar te veilen en verkopen: het extra snelzeilend gekoperd en met koperen bouten voorzien Nederlands Fregatschip, genaamd DE HERO (opm: HÉROS, thuishaven Antwerpen), laatst gevoerd geweest door kapt. H. Poppen, volgens meetbrief lang 26 ellen 25 honderdsten, wijd 4 ellen 95 honderdsten, diep 4 ellen 36 honderdsten (opm: 26,25 x 4,95 x 4,36 m.), en alzo groot 378 Tonnen, met al deszelfs rondhout, staande en lopend want, ankers, touwen, zeilen en verdere scheeps-gereedschappen, zo als hetzelve zal zijn liggende in de Haringvliet, en aldaar daags vóór en op de dag der veiling door een ieder zal kunnen worden bezigtigd. Nadere onderrigting bij gemelde makelaars.
(opm: het schip werd niet verkocht)
RC 311222
Rotterdam, 30 december. Van Vlissingen meldt men den 24 dezer:
Eergisteren zijn alhier ter rede gekomen de schepen de HERO (opm: fregat HÉROS, thuishaven Antwerpen), H. Poppen, van Rotterdam naar deze stad
1823 – 1824
Als gevolg van gebrek aan product uit Oost-Indië heeft de HÉROS na lossing in Antwerpen enige tijd opgelegd gelegen, waarin het schip zeker niet de enige was. Lloyd’s Register rapporteert ‘in 1824 nearly rebuilt’. Van deze gelegenheid moet gebruik gemaakt zijn om naast reparaties het fregat te vertuigen tot brik door o.a. een mast te verwijderen.
Op 19.1.1824e werd door William Ogle West voor de HÉROS D’ANVERS (opm: bedoeld is HÉROS uit Antwerpen) een zeebrief aangevraagd onder kapt. Hendrik Poppen.
Het vertrek naar Batavia is niet gevonden.
1825
DC 290325
Vlissingen, 22 maart. Den 20 en 21 dezer zijn voor Antwerpen bestemd, op onze rede aangekomen VENILLIA VAN ROTTERDAM (opm: brik VENILLIA, thuishaven Rotterdam), kapt. W. van der Kolff, van Jersey, en le HÉROS, kapt. H. Poppen, van Batavia, beide met koffie; PACKET VAN AMSTERDAM, kapt. L. Lauwers, van Amsterdam met ballast; DE JONGE ALIDA, kapt. H. Brinkman, van Rouen met koffie en suiker.
MCO 260425
Vlissingen, 23 april. Van Antwerpen zijn de Schelde afgekomen en van den 21 dezer tot heden naar zee gezeild de HERO (opm: brik HÉROS), kapt. H. Poppen en de VROUW PETINA, kapt. H.D. Mulder, beide naar Londen, met boomschors.
1826
Op 1 mei 1826 werd voor de HÉROS D’ANVERS een nieuwe zeebrief afgegeven met H. Poppen als kapitein; dit zou op de HÉROS zijn laatste rondreis naar de Oost worden.
BC 121025
Batavia, 8 oktober. Binnengekomen Le HÉROS D’ANVERS (opm: brik HÉROS) , kapt. H. Poppen, van Antwerpen den 6de juni.
1827
Op 25.08.1827 werd door William Ogle West voor de HÉROS een nieuwe zeebrief aangevraagd onder kapt. J. Sietzes.
RC 041027
Rotterdam, 3 oktober. Van Antwerpen zijn de Schelde afgekomen en naar zee gezeild de HERO (opm: brik HÉROS), kapt. J. Sietzes, naar Batavia.
1828
Op 5.11.1828 werd door William Ogle West voor de HÉROS een Turkse Pas aangevraagd onder kapt. J. Sietzes.
1829
JC 090529
Den 7 mei zijn te Batavia gearriveerd de brik le HÉROS, kapt. J. Sietzes, met een passagier en Zr.Ms. troepen, den 5 januari van Antwerpen vertrokken.
1830
Op 11 maart werd via de Gouverneur van Antwerpen de zeebrief van kapt. Sietzes naar Den Haag gezonden, waar deze op 19 maart werd geroyeerd.
Op 22 maart werd voor de HÉROS een nieuwe zeebrief aangevraagde door W. Ogle West, Antwerpen, nu voor kapt. B.C. ten Ham.
Spoedig daarna vertrok de HÉROS van Antwerpen naar Batavia om in Antwerpen niet terug te keren.
Gedurende 25-27 augustus 1830 waren er in Brussel onlusten geweest welke de opmaat vormden tot de revolutie die resulteerde in de afscheiding van België. Op 4 oktober 1830 werd eenzijdig de onafhankelijkheid van België geproclameerd. In reactie hierop decreteerde koning Willem I bij Koninklijk Besluit van 28 oktober 1830 (Staatsblad No. 73) dat van de schepen welke in de Zuidelijke Provinciën van het Rijk tehuis behoorden de Nederlandse zeebrieven moesten worden ingetrokken. Dit betrof 196 schepen, waaronder de HÉROS.
Op 20 december werd de scheiding der Nederlanden door de grote mogendheden (Groot Brittannië, Frankrijk, Pruisen, Oostenrijk en Rusland) erkend en was de afscheiding een voldongen feit.
De HÉROS was tijdig vertrokken om voorlopig geen last te hebben van de revolutie in de thuishaven en de oekaze van de koning. Het zou ook lang en breed uit Oost-Indië zijn vertrokken voordat diens orders daar zouden zijn aangekomen.
Op langere termijn zou er wel een probleem kunnen ontstaan. De rederij was voor het emplooi van dit schip vrijwel volledig afhankelijk van de Nederlandsche Handel-Mij, die voor een belangrijk deel de lading vanuit Oost-Indië controleerde en de zeevrachten subsidieerde. In de (zeer slechte) vrije markt was het schip niet rendabel te maken. Datzelfde gold voor alle fregatten, barken en brikken voor zover ze op Oost-Indië hadden gevaren.
Sommige rederijen besloten na terugkeer van het schip de verdere ontwikkelingen af te wachten, en besloten soms later alsnog naar Nederland terug te gaan.
Ogle West nam echter meteen de beslissing en vestigde een kantoor in Rotterdam. De kapitein kreeg opdracht niet naar een Belgische haven maar naar Rotterdam te zeilen.
1831
Op 16 mei 1831 vroeg het opgerichte Rotterdamse kantoor van Ogle West een Nederlandse zeebrief aan voor de brik met de vernederlandste scheepsnaam HELD een kapiteinsnaam werd niet vermeld.
De autoriteiten namen hiermee geen genoegen en verlangden van de rederij papieren in te zenden op grond waarvan vrijdom rechten wordt verleend. Nadat hieraan was voldaan werd op 31 mei op naam van de HELD een nieuwe zeebrief afgegeven aan Rotterdam voor kapt. B.C. ten Ham.
De HELD kon onder kapt. Ten Ham afvaren naar Oost-Indië en belandde in Sourabaya.
1832
JC 030132
Te Soerabaija 25 december ter rede liggende schepen:
Zr.Ms. korvet ZWALUW, Zr.Ms. schoeners WINDHOND, DAPHNE, KROKODIL en KAMELION en Zr.Ms. Transportboot No. 4,
de koopvaardijschepen FAIT ALLAM, CAROLINA EN JACOBA, MEDINA, IMMAGONDA SARA CLASINA, HELENA, MAAS, ONDERNEMING, JOHANNA FREDERIKA, NEERLANDS KONING, FATAL BARIE, en CHARLOTTA, de stoomboot VAN DER CAPELLEN,
de brikken de HELD, TEKSING, MARGARETTA en ONDERNEMER,
de schoeners IRIS, MAINA, GOANHIEN, TRAJOE MAAS, DOLPHIJN, ALCESTA, IRIS, ZEEMEEUW, en ZEPHYR, en
de barken MARGARETA en THEODORA, en twee buitenlandse schepen.
RC 240732
Advertentie. Te Rotterdam ligt in lading naar Batavia, het Nederlands gekoperd brikschip de HELD, kapt. B.C. ten Ham, mede voor passagiers, om den 13 augustus te vertrekken.
Adres ten kantoren van Kuijper, Van Dam & Smeer en Hudig & Blokhuijzen.
(opm: op 23 augustus werd nog steeds geadverteerd met de HELD; een nieuwe vertrekdatum werd niet genoemd)
RC 060932
Rotterdam, 5 september. Den 4 dezer, des morgens, zeilden de STAD ROTTERDAM, kapt. C. Poort, de MAAS, kapt. J.C. Tevez en de HELD, kapt. B.C. ten Ham, naar Batavia (opm: de HELD via Londen).
1833
RC 250633
Rotterdam, 24 juni. Kapt. S. van Delden, bovengemeld, rapporteert, dat de 11e mei in goede staat van St. Helena gezeild is het schip de HELD, kapt. B.C. ten Ham; de 10e juni in goede staat gepraaid te hebben, op de hoogte van de Sorlings, Zr.Ms. korvet PANTHER, kapt. Edeling en de 22e juni, mede in goede staat, in de Hoofden gepasseerd te zijn een driemastschip, tonende de Amsterdamse nommervlag, waarschijnlijk 206.
RC 180733
Rotterdam, 17 juli. Het schip de HELD, kapt. B.C. ten Ham, de 25e februari van Soerabaya naar Rotterdam vertrokken, is de 10 dezer te Cowes binnengelopen.
RC 200733
Rotterdam, 19 juli. De 17e dezer, des namiddags, arriveerden te Helvoetsluis DE HELD, kapt. B.C. te Ham, van Batavia, laatst van Cowes.
Op 26 oktober werd de HELD door William Ogle West verkocht aan Thomas Thornton, reder en koopman te Rotterdam. De nieuwe scheepsnaam werd ERASMUS.
Op 5 november 1833 werd de zeebrief van de HELD (kapt. B.C. ten Ham) geretourneerd wegens verkoop van het schip.
Op 6 november werd aan T. Thornton in Rotterdam t.n.v. de ERASMUS een nieuwe zeebrief afgegeven op naam van kapt. P.F. Mark
RC 121133
Advertentie. Naar Batavia liggen in lading te Rotterdam, om in december te vertrekken:
Het nieuw gebouwde gekoperde fregatschip RHOON EN PENDRECHT, gevoerd door kapt. Aamrik Schaap, hebbende een grote kajuit en zeer ruime hutten tot verblijf van passagiers.
Te Rotterdam liggen in lading naar Batavia:
Het snelzeilend gekoperd Nederlands fregatschip SUSANNA, kapt. G. Feykes, mede voor passagiers, waarvoor hetzelve zeer goede inrichtingen heeft; ligt gereed.
Voor goederen en passagiers, waarvoor hetzelve goede inrichtingen heeft, het Nederlands gekoperd brikschip ERASMUS, kapt. P.F. Marks, om in het laatst van deze maand te vertrekken.
1834
DC 060234
Hellevoetsluis, 3 februari. De kapiteins A. Schaap, J.J. Kortrijk, F.J. Rand, D.J. Mik, welke gisteren mede naar zee gezeild, maar bij de Goereesche haven ten anker gekomen waren, zijn heden morgen opnieuw naar zee gezeild, maar daarvan zijn wederom A. Schaap, evenals kapt. P.F. Marks, voerende de ERASMUS, alle naar Batavia bestemd, nog niet in zee kunnen komen.
DC 080234
Hellevoetsluis, 5 februari. Heden morgen zeilden naar zee: ERASMUS, kapt. P.J. Marks, naar Batavia.
DC 110234
Hellevoetsluis, 7 februari. Gisteren namiddag zeilde in zee: ERASMUS, kapt. P.J. Marks, naar Batavia.
DC 120434
Dordrecht, 11 april. Van de 46 Belgische koopvaardijschepen, die, vanaf de uitbarsting der Belgische revolutie (opm: eind 1830) tot op heden, de stad Antwerpen voorgoed hebben verlaten, en thans de Nederlandse vlag voeren, varen deze 14 naar Amsterdam:
de FELICITAS, de DILIGENCE, de ROSALIE, de SURINAME, de EUGENIE, de MATHILDE, de AUGUSTIN, de JOSEPH, de PRESIDENT SCHIMMELPENNINCK, de DIANA, de GRAAF BAILLET, de NATALIE, de JONGE PIETER, de STAD BRUGGE.
En de navolgende 32 naar Rotterdam: de INDIAAN, de JAVA, de PRINS VAN ORANJE, de DE COCK, de ELISA, de VASCO DA GAMA, de EMANUEL, de BATAVIER, de ERASMUS, de MARIA, de MARGARETHA, de MALEYR, de BATAVIER, de PRINS FREDERIK, de MARIA THERESIA, de ANNA HELENA, de STAD ’s-GRAVENHAGE, de GENERAAL CHASSÉ, de SUMATRA, de BELLONA, de ANJER, de RIBBLE, de KOOPHANDEL, de SCHELDE, de APOLLO, de AVENTURE, de JULIANA, de VIJF GEBROEDERS, de PHENOMENE, de MACASSAR, de VAN DER WERVE, de ORTELIUS.
JC 140634
Batavia, 12 juni. Heden zijn alhier aangekomen de bark MARIE THERÈSE, kapt. F. Joffroij, vertrokken van Rotterdam de 3e februari, en de brik ERASMUS, kapt. P.J. Marks, eveneens van Rotterdam, vertrokken de 6e februari.
JC 300734
Aan- en Uitvoer te Batavia, van en naar Nederlandse en vreemde havens, van den 26 tot 29ste juni.
Uitvoer. Naar Nederland, met de Nederlandse brik ERASMUS, kapt. P.F. Mark.
210 picols koffij, 303 do. peper, te Soerabaija geladen 100 picols. sapanhout, 4.000 do. suiker, Thornton, West en Co.
AH 131234
St. Helena, 10 oktober. Binnengekomen de ERASMUS, kapt. P.J. Mark, van Batavia; dezelve heeft den volgende dag de reis naar Rotterdam voortgezet.
1835
OHC 030135
Amsterdam, 2 januari. Te Gravesend is gearriveerd het schip ERASMUS, kapt. Marks van Batavia. (opm: de lading was afkomstig van particuliere verschepers, niet van de N.H.M., die aan ruim beschikbare jongere schepen de voorkeur gaf)
JC 101035
Batavia, 8 oktober. De 5e oktober zijn alhier aangekomen het Nederlandse schip BATAVIA, kapt. H. Bruhn, met een passagier, de 30e juni vertrokken van Rotterdam, en de dito schoener JOHANNES EN ARNOLDUS, kapt. P.J. Kerkhoven, de 14e mei vertrokken van Amsterdam, en heden de Nederlandse brik ERASMUS, kapt. P.F. Marks, de 16e juni vertrokken van Londen.
1836
RC 260136
Rotterdam, 25 januari. Kapt. F.H. Trip heeft de 4e oktober in Straat Sunda, bij Poela Babie (opm: Pulau Babi; Varkenseiland), ten anker zien liggen het schip JOANNES ARNOLDUS, kapt. P.J. Kerkhoven, van Amsterdam, als ook diezelfde dag, mede in Straat Sunda, het schip BATAVIA, kapt. H. Bruhn, van Rotterdam, beide naar Batavia en de 5e dito, op de hoogte van Anjer, het Nederlandse schip ERASMUS, kapt. P.J. Marcks (opm: brik, kapt. P.F. Mark), van Londen naar Batavia.
DC 070436
Hellevoetsluis, 4 april. Gisteren namiddag arriveerden uit zee: WILLEM, kapt. J.F. Klomp, ANTHONIJ, kapt. B. van der Tak, ERASMUS, kapt. J.F. Marks, en JOHANNA CORNELIA, kapt. L. Heijkoop, beiden van Batavia;
DC 020636
Advertentie. H. Montauban van Swijndregt, F. van Dam en F.N. Montauban van Swijndregt, beëdigde makelaars, residerende te Rotterdam, zullen op dinsdag 7 juni 1836, des namiddags ten 5 ure, in het Lokaal der Openbare Verkopingen, op de Scheepmakershaven A no. 458, veilen en verkopen het Nederlands gekoperd brikschip, genaamd ERASMUS, gevoerd bij kapt. P.F. Mark, lang 26 ellen 30 duimen, wijd 4 ellen 70 duimen, hol 4 ellen 73 duimen, en alzo groot 260 tonnen, aangeslagen in de Eerste Klasse, 137 lasten, met al deszelfs rondhout, staande en lopend want, ankers, touwen, zeilen en verdere inventaris, zo als hetzelve is liggende in de Boompjes. Informatiën bij de makelaars.
(opm: de brik werd eerst in 1839 verkocht)
Op 9 juni werd aan T. Thornton in Rotterdam t.n.v. de ERASMUS een nieuwe zeebrief afgegeven op naam van kapt. P.F. Mark
1837
JC 130937
Batavia, 10 september. Heden is hier aangekomen de Nederlandse brik ERASMUS, kapt. P.F. Mark, de 15e mei vertrokken van Londen.
RC 161237
Rotterdam, 15 december. De Javasche couranten tot den 20 september behelzen:
Te Batavia lagen ter rede Zr.Ms. brikken ORESTES en SNELHEID, fregatten BELLONA en CASTOR, schoener KROKODIL, civiele schoener VLIEGENDE VISCH; Nederlandse schepen (opm: 3-masters) JOHANNA SUSANNA, MARZOEK, BATO, OEMAR OSMAN, DE VROUW MARIA en ANNA; brikken TWEE GEBROEDERS, ERASMUS, TEKSIN en PATRIOT.
1838
ZP 010338
Het schip ERASMUS, kapt. Macks (opm: brik, kapt. P.F. Mark), ligt sedert 5 november (1837) te Batavia met bestemming naar Cowes.
(opm: Uit de [voorlopige] bestemming Cowes en latere berichten mag worden geconcludeerd dat de ERASMUS geen lading van de N.H.M. kreeg maar van particuliere afladers, zie ook OHC 030135; de bestemming werd waarschijnlijk Londen. De reden lag ongetwijfeld in de ouderdom van de brik terwijl er een overschot was aan jonge Nederlandse schepen.)
ZP 080338
Straat Sunda passeerden: den 7 november 1837 het schip (opm: brik) ERASMUS, kapt. P.F. Mark, van Batavia naar Rotterdam, en den 12 november de schepen ROTTESTROOM (opm: brik), kapt. B.H. Kuiper, van Batavia naar Rotterdam, ABEL TASMAN (opm: fregat), kapt. H. Zeylstra, van Batavia naar Amsterdam, en VROUW JOHANNA ELISABETH (opm: bark), kapt. Bonn, van Batavia naar Rotterdam.
ZP 240338
Kapt. P.F. Mark, voerende het brikschip ERASMUS, van Batavia naar Rotterdam, rapporteert in een brief uit Cowes van den 7 dezer, dat hij op den 23 februari laatstleden ter hoogte van de Wester-Eilanden (opm: Azoren) door een zware storm is belopen geworden, waardoor met een hoge verbolgen zee het schip zo geweldig werkte en slingerde, dat hij voor het behoud daarvan vreesde, waarop het schip een zware stortzee overkreeg, die de verschansingen geheel wegsloeg, de rustingen (opm: bevestigingspunten van het staande want) aan bakboord braken en de kap van het volkslogies insloeg, waardoor het voorschip veel water inkreeg en 1 el 25 duim (opm: 1,25 m.) bij de pompen stond. Men pompte onophoudelijk en bevond, dat de suiker beschadigd was, daar men veel molasses pompte. Ook bevond men, dat het halve galjoen (opm: licht, ondersteunend deel van de boeg, waarop de boegspriet rust) was weggeslagen, de voorsteven ontzet, en drie der roerhaken gebroken waren. Tot den 28 dier maand bleef hij met zware stormen en hooglopende zeeën worstelen, gestadig pompende. Den 29 bedaarde het weder en toen vervolgde hij de reis tot Cowes, alwaar hij gelukkig arriveerde.
1839
OHC 230239
Amsterdam, 21 februari. Het schip (opm: brik) ERASMUS, kapt. P.F. Marks, van Batavia, is 15 februari ter rede van Deal binnengelopen, om order voor Londen of Rotterdam af te wachten. (opm: dat werd Londen)
Op 5 maart 1839 werd een nieuwe zeebrief aangevraagd voor de ERASMUS, door T. Thornton, Rotterdam, voor P.F. Mark als kapitein. Deze werd ‘in advies’ gehouden. Eerst moest het bewijs van eigendom worden overgelegd.
RC 260339
Advertentie. Uit de hand te koop het Nederlands brikschip ERASMUS, met deszelfs volkomen inventaris, thans liggende te Londen, lang over steven 26 el 30 duim, wijd 4 el 70 duim, hol 4 el 73 duim Nederlandse maat, geijkt op tweehonderd zestig tonnen, aangeslagen in de eerste klasse op 137 lasten. Informatie te bekomen bij de makelaars H. en F.N. Montauban van Swijndrecht en F. van Dam, residerende te Rotterdam.
(opm: koper werd W.M. Hop, Rotterdam; kapitein bleef P.F. Mark)
Op 26 april werd de ERASMUS door Thomas Thornton, inmiddels woonachtig in Londen, in Rotterdam officieel overgedragen aan Willem Matthijs Hop, commissjonair te Rotterdam. Thornton werd in Rotterdam vertegenwoordigd door de Britse consul Alexander Ferrier. De brik lag in Londen en de feitelijke verkoop had reeds op 4 april plaatsgevonden.
Op 17 april vroeg Den Haag aan Thornton om bewijs dat voor dit schip reeds eerder een zeebrief was verstrekt. De verkoop had dan wel op 4 april plaatsgevonden, maar de officiële overdracht nog steeds niet. Twijfel was dus terecht, temeer daar eigenaar Thornton een buitenlander, Engelsman was en inmiddels in Londen woonde.
Op 8 mei 1839 was aan alle Haagse voorwaarden voldaan en werd door W.M. Hop te Rotterdam een nieuwe zeebrief aangevraagd voor de ERASMUS onder kapt. P.F. Mark. Het schip vertrok van Londen met een lading stukgoed voor Batavia
JC 2311039
Aan- en uitvoer te Batavia, van den 13de tot en met den 19de oktober 1839.
Van Londen, met het Nederlandse schip ERASMUS, kapt. P.F. Mark, 6146 staven ijzer, 12 kn. koper, 2 vn. koperen spijkers, 10 bn. vilt, 24 oxh. bier, 1 kt. naalden, 2 kn. ouwels, 3 dito lak, 16 vn. hagel, 2 kn. zadelwerk, 25 dito zuren, 76 vn. aardewerk, 77 kn. katoenen en wollen goederen, Thornton & West.
25 vn. bier, 2 kn. en 3 vn. lampen, 14 kn. en 4 vn. parfumerieën en zuren, 5 oxh. wijn, 20/4 dito dito, Maclains, Watson & Co.
7 vn. 6 kn. koralen, W. Anderson, Sen & Co.
5 kn. zadelwerk, 1 kt. koralen, 1 dito gouddraad, Order.
Enige regalen en restant provisien.
1840
Op 4 juli 1840 kwam via de Gouverneur van Zuid-Holland in (opm: brik) Den Haag het verzoek tot hermeting van de ERASMUS. Daarop werd op 9 juli door Den Haag aan W.M. Hop gevraagd om het bewijs te leveren wanneer de kopie meetbrief was verzonden.
Kennelijk was er grote twijfel of de voorgenomen reis naar Oost-Indië wel moest doorgaan, want de volgende dag werd de ERASMUS te koop aangeboden.
AH 100740
Advertentie. Uit de hand te koop het onder Nederlandse vlag varend gekoperde brikschip genaamd ERASMUS, groot volgens meetbrief 137 lasten, met complete inventaris. Nadere informatie bij de makelaars Montauban van Swijndregt te Rotterdam.
AH 180740
Advertentie. H. Montauban van Swijndregt, F. van Dam en F.N. Montauban van Swijndregt, beëdigde makelaars, residerende te Rotterdam, zullen in hunne kwaliteit als last en order hebbende van hunne meester, op dinsdag de 28e juli 1840, des namiddags ten 4 ure, in een zaal op de Scheepmakershaven, letter A. nummer 458, in het openbaar veilen het snelzeilend, onder Nederlandse vlag varende gekoperd brikschip genaamd ERASMUS, laatst gevoerd bij de gezaghebber P.F. Mark, volgens meetbrief lang 26 el 40 duim, wijd 4 el 86 duim, hol 4 el 68 duim, en alzo groot 267 ton, met al deszelfs rondhout, staande en lopend want, ankers, touwen, zeilen, kettingkabels, geschut en verdere gereedschappen, zo als hetzelve thans is liggende in de Leuvehaven oostzijde, nabij de Scheepmakershaven, in deze stad. Nadere informatiën bij de makelaars.
(opm: waarschijnlijk werd kapt. A. Hazekamp koper dan wel mede-eigenaar, terwijl W.M. Hop als boekhouder bleef fungeren)
Op 30 juli werd door W.M. Hop een nieuwe zeebrief aangevraagd voor de ERASMUS, nu onder bevel van kapt. A. Hazekamp. De brik verliet Rotterdam op 17 augustus.
1841
AH 050341
De Nederlandse brik ERASMUS, kapt. Hazekamp, van Rotterdam en Londen naar Batavia, is 26 december ten gevolge van opstand der equipage aan Kaap de Goede Hoop binnengelopen.
JC 140441
Batavia, 11 april. Gisteren is hier aangekomen de Nederlandse brik ERASMUS, kapt. A. Hazekamp, van Rotterdam vertrokken de 17e augustus. (opm: zie AH 050341 en JC 110841)
JC 170441
Advertentie. De ondergetekenden verklaren mits deze, dat zij zich niet verantwoordelijk stellen voor de schulden van A. Hazekamp, gewezen gezagvoerder van de Nederlandse brik ERASMUS.
Batavia, 14 april 1841, Thornton & West
Kapt. Adam Hazekamp overleed op 23 mei 1841, 37 jaar oud, in het militair hospitaal te Weltevreden, Batavia.
Mogelijk heeft Thornton & West als scheepsagent die de ERASMUS al vaker had behandeld in opdracht van de zieke kapt. Hazekamp de regie in handen genomen en de brik onder kapt. Rehling naar Sourabaija gestuurd, zie JC 280441.
JC 280441
Batavia. Vertrokken. 25 april de Nederlandse brik ERASMUS, kapt. A. Rehling, naar Soerabaija, passagier de heer R.G. Culbert.
JC 110841
Op de 30e juli is van Soerabaya vertrokken over Sumanap naar Padang de Nederlandse brik ERASMUS, kapt. Said Abdulla Habsy (opm: Said Abdulla Habassij)
(opm: bouwjaar waarschijnlijk circa 1815, nu verkocht aan Said Hassan Alhabassy, een Arabier uit Sourabaija; vergelijk JC 140441 en 170441)
1842
Besluit GG 21 augustus 1842 no. 1. Eerste zeebrief voor de brik ERASMUS, ex-Nederlands ERASMUS, eigenaar pangeran (opm: een titel) said (dat is meneer) Hassan Alhabassy te Soerabaija. Het schip is buiten het koninkrijk gebouwd en in Nederland was de jongste zeebrief afgegeven op 30 juli 1840. Het eigendomsbewijs was op 31 mei 1842 te Soerabaija afgegeven.
1845
In 1845 blijkt de brik te zijn vertuigd tot bark en is daarom van naam veranderd in SHAT EL FRAT (ook wel SHAT EL VRAT). Door deze derde mast te herplaatsen heeft het schip voor een deel zijn oorspronkelijke tuigage als fregat herkregen. Het eigendom is niet gewijzigd.
JC 011045
Soerabaija, 20 september. Heden is van hier vertrokken naar Batavia, de Nederlandse bark (opm: circa 1844 vertuigd van brik, zie ook JC 110841) ERASMUS, thans hernaamd SHAT EL FRAT, kapt. Sech Salim Baset.
JC 101245
Soerabaija, 28 november. Vertrokken de Nederlandse bark SHAT EL VRAT, kapt. Sech Salim Baset, over Samarang naar Batavia, met Zr.Ms. troepen.
1847
JC 081247
Soerabaija, 26 november. Aangekomen de Nederlandse bark SHAT EL VRAT (opm: ook SHAT EL FRAT), kapt. Said Abdullah Habassij, van Samarang den 21ste november, met Zr.Ms. troepen en bannelingen.
(opm: de SHAT EL FRAT, ex-ERASMUS [1833] ex-HELD [1831] ex-HÉROS 1818, gebouwd New Brunswick circa 1815, is als CELEBES 1854 nabij Japara vergaan, zie SAB 280454)
1854
SAB 140454
Samarang, 9 maart. Aangekomen de Nederlands-Indische bark SHAT EL FRAT, hernaamd CELEBES, kapt. Said Hamat Alhabassij, van Sumanap.
SAB 280454
Samarang. Op den 19den dezer is van hier vertrokken het Nederlands-Indische barkschip CELEBES, gezagvoerder Said Achmat Alhabassij, bestemd naar Sumanap (opm: op Madura) over Japara (opm: 6º35’ ZB 110º39’ OL), op welke laatste plaats het nog een gedeelte vracht moest innemen. Is des nachts van de ankers afgeslagen, op een klip gestoten en geheel verbrijzeld. De lading is geheel verloren gegaan. Gelukkigerwijze heeft niemand daarbij het leven verloren. (opm: de bark, ex-brik, ex-fregat is circa 1815 in New Brunswick, nu Canada, gebouwd, zie ook JB 280654).
De Regent van Samarang, kleinzoon van wijlen de Sultan van Sumanap, die zich om familie-aangelegenheden naar Sumanap met dit schip begaf, had in de avond van die nacht een bezoek bij den Regent van Japara afgelegd en is heden per praauw TJEMPLON terug gekeerd.
OP 210654
Van Sanarang en Japara per de Nederlands-Indische bark ABDUL HASSIN, gezagvoerder Said Aoei Alkadrie, agent, Gezagvoerder.
4 2/100 pic. oud koper, Gezagvoerder; 4 ktn. kat. goederen, Rujl Cramer & Co.; 1 kt. petit pois, Van Raalten & Kocken; 2 ktn. ruwe zijde, 21 ktn. Damar, Order, en enige scheepsinventaris, afkomstig van het verongelukte schip SHAT ELFRAT, thans hernaamd CELEBES.
JB 280654
Aan- en uitvoer te Soerabaya van den 17 tot en met den 20 juni 1854.
Enige scheepsinventaris goederen afkomstig van het verongelukte schip SHAT EL FRAT, thans hernaamd CELEBES. (opm: bekort, zie SAB 280454)