|
Batavia, 8 januari. Vrachten. Het begin van 1879 met het einde vergelijkende, dan komt men tot de conclusie, dat in het afgelopen jaar de koersen zich gradueel verbeterd hebben, en in de laatste maanden menige verwachting overtroffen. Toch liet zich die enorme verbetering niet verwachten, want hoewel de onbevrachte vloot, evenals in de naburige havens en Brits Indië zeer gering was in verhouding tot de behoefte, verhinderde het buitengewone voortdurend regenweer het binnenkomen van het product, terwijl de toestand der Europese markten niet van die aard was om exporteurs tot flink afschepen aan te moedigen. De verbetering welke eigenlijk in juli, bij het binnenkomen van de nieuwe oogst, had moeten komen, kwam dientengevolge eerst in oktober, toen er gunstiger berichten omtrent suiker werden ontvangen. Gedurende de eerste maanden was voor lading naar Het Kanaal voor orders niet hoger te bedingen dan de cijfers, in het laatste gedeelte van 1878 besteed, zegge GBP 1.10/- voor stroop en GBP 1.5/- voor droge suiker. In mei werd echter GBP 2 aangelegd, in augustus en oktober GBP 2.2/6. tot GBP 2.10/-, terwijl in de eerste 2 weken van november van GBP 2.10/- tot GBP 3.5/- werd betaald; in het laatst van deze maand bedong men het hoogste cijfer GBP 3.7/6, waarna een kleine teruggang is op te merken. De exporteurs schijnen voldoende voorzien te zijn, en houden zich geretireerd, en zijn slechts tot beneden GBP 3 in de markt. Daar er echter nog veel product te verschepen is, en de aanwezige en verwacht wordende schepen niet buitengewoon talrijk zijn, hoeft men een grote daling in de eerste 2 maanden niet als waarschijnlijk aan te nemen, vooral wanneer men de toestand in de naburige havens en Brits Indië in aanmerking neemt. Naar Nederland bestond over het algemeen grote schaarste aan particulier product ter bijlading bij de Gouvernements-koffie, en dat was de reden dat de onbevrachte vloot onder Nederlandse vlag zeer vermeerderde, vooral met de grote schepen, welke in het einde van 1878 zout- en andere kustreizen hadden aangenomen, en nu in mei disponibel kwamen. Deze hoeveelheid tonneruimte (opm: tonnage) (en de meeste schepen van groot charter), gepaard aan het langzame binnenkomen van Gouvernements-koffie tengevolge van de regen, en aan de schaarste aan bijlading maakten de vooruitzichten niet schitterend. De koersen van de Factorij koffie waren in de eerste maanden van NLG 17,50 à 22,50 successievelijk tot NLG 30 gekomen, en kon met tot dat cijfer 15.000 picols verkrijgen, welke hoeveelheid, wegens gebrek aan bijlading alleen door kleine bodems kon worden geaccepteerd. In de eerste helft van september echter, werd er stijging van de suikerprijzen in Nederland bericht, waardoor de vraag voor ruimte naar die bestemming zeer toenam. Hiervan profiteerden de grote schepen nu met 15.000 picols Factorij koffie volle ladingen konden bekomen en tot NLG 30 afsloten. De concurrentie was van die zijde zo sterk, dat de pogingen der kleine schepen, om door samenwerking hogere cijfers te bedingen , vruchteloos waren. Intussen verminderde de onbevrachte vloot in een paar weken aanmerkelijk en waren de overblijvenden in staat om, toen de Gouvernements-koffie ook in de Oosthoek met kracht begon binnen te komen, zich geretireerd en op hogere koersen te houden. Het gevolg was dat de Factorij te vergeefs NLG 37,50 biedende en zelfs tot hoger geen ruimte kon verkrijgen, besloot 23 oktober een inschrijving te houden. Het resultaat was dat van de 11 inschrijvers, wiens cijfers voor volle ladingen koffie van NLG 64,47 à NLG 75 uiteenliepen , met uitzondering van de OCEAAN, die NLG 52,50 en ERASMUS die NLG 50 vroeg, alleen de OCEAAN tot NLG 52,50 werd opgenomen. Daarop kwam de Factorij in de markt tot NLG 55, waartoe zij één schip opnam, om zich daarna tot NLG 65 à 62,50 voldoende van ruimte te kunnen voorzien. Hogere cijfers, en het juiste ogenblik om vergoeding te kunnen verkrijgen voor de lagere cijfers van de laatste jaren was gekomen, werden verijdeld door gebrek aan samenwerking tussen de gezagvoerders onderling, waarbij wel iedere vrees van niet meer te zullen worden opgenomen sterk heeft meegespeeld. Toen de Factorij enigszins voorzien was, begon zij zich terug te trekken, en gaf slechts 8.000 picols tot NLG 60, en 15.000 picols tot NLG 55, welke cijfers in de laatste weken geaccepteerd werden. De aanwezige vloot is volstrekt niet groot, vooral wanneer men in aanmerking neemt, dat vele schepen onlangs gearriveerd zijn, en het slechte jaargetijde niet zeer tot een vlugge lossing zal meewerken, terwijl er niet veel schepen verwacht worden; de Gouvernements-koffie mag op dit ogenblik schaars zijn, maar er wordt toch nog veel uit de binnenlanden verwacht, en deze twee feiten doen een sterke daling der vrachten voor koffie niet waarschijnlijk voorkomen. Particuliere lading is echter niet in de markt, en er is vrees dat in de laatste dagen gedeeltelijk bevrachte schepen zeer veel moeite zullen hebben met opvullen, en mochten zij lading verkrijgen, dan zal het ten koste der goede cijfers zijn, hetgeen natuurlijk een nadelige invloed zal hebben op de koersen voor Gouvernements- koffie. Welke cijfers men heeft te verwachten wanneer de Factorij de enige houdster van product voor Nederland is, leert de geschiedenis van de laatste jaren. Licht goed was evenals het andere product zeer schaars, huiden bedongen NLG 40 à NLG 50, tabak in het begin van het jaar NLG 17,50 à 12,50. Naar Amerika werd dit jaar veel koffie verscheept, zowel van Padang als van Java, waaronder een groot gedeelte van Passaroean; koersen liepen van GBP 1.10/- tot GBP 3. Suiker werd in de laatste maanden tot GBP 1.10 à GBP 1.12/6 en GBP 2.15 afgescheept. Voor scheepsruimte naar Australië bestond het gehele jaar vraag en werd naar Melbourne van GBP 1 à GBP 1.7.6 besteed. Voor één schip (de TWEE VRIENDEN) bedong men GBP 2.5. Naar Sydney werden charters afgesloten van 18/6 tot GBP 1.5 à 1.10. Voor beide plaatsen bestaat thans vraag. Naar China werd voor het eerst suiker afgescheept tot GBP 1.2.6. Voor Californië werd niets opgenomen. Voor de Perzische Golf werden enige schepen opgenomen tot ongeveer NLG 1,50 à 1,75 per picol. Kustvrachten bleven kalm. In het begin van het jaar werd zout tot NLG 9 à 10 aangenomen. In de laatste maand werd NLG 0,75 en 0,60 per picol betaald, voor rijst van Saigon naar Java. Stoomschepen hadden over het algemeen ten gevolge van de drukkere vaart der Maatschappij Nederland gebrek aan lading, maar toch niet zo groot als men van een bezoek van 40 boten in het jaar had kunnen veronderstellen. De afscheep naar Amerika van een groot gedeelte der alhier in veiling gebrachte koffie ontnam natuurlijk een zeer gewenste lading aan de boten. De koersen gingen niet veel lager en koffie bedong geregeld NLG 60 à 65, om zelfs in de laatste maanden tot NLG 80 en 90 te stijgen. Tabak bedong NLG 50 à 70, rijst NLG 57 ½ en NLG 75, thee NLG 65 en NLG 80; voor suiker naar Marseille werd 75 à 90 francs bedongen. De laatste afdoeningen van Nederlandse schepen zijn: SALATIGA naar Rotterdam en SLAMAT naar Amsterdam, NLG 55, 15.000 picols Factorij koffie; A.H. VAN TIENHOVEN Sr. NLG 55, 20.000 picols Factorij koffie, rijst en suiker van Batavia, Indramayoe, Dadop en Pekalongan naar Amsterdam; stoomschip VOORWAARTS, NLG 90, koffie, NLG 80 thee en NLG 40 tin naar Amsterdam; ADMIRAAL DE RUYTER GBP 3.500 stroopsuiker uit de Oosthoek naar het Kanaal voor order. Lossende en onbevrachte Nederlandse schepen: ELISABETH, AUGUSTE, JUPITER, NOACH VI, MAASNYMPH, LUCTOR ET EMERGO en NIEUWE WATERWEG I.
|