|
Soerabaja, 3 augustus. Gisterenmiddag ten 12 uren, na een reis van 89 dagen, arriveerde alhier het Nederlandse schip AURORA, gezagvoerder H. Visser, aan boord hebbende een Engels marineofficier, die hij had mee gebracht van het eiland Paulus. Kapt. Visser, op zijn reis herwaarts dicht langs de eilanden Paulus en Amsterdam zeilende, ontwaarde de 16e juli jl. bij het eiland St. Paulus de omgekeerde Engelse oorlogsvlag van de 1e divisie, waaiende van de top van genoemd eiland. Daaruit afleidende dat aldaar in nood zijnde schipbreukelingen zich moesten bevinden, hield hij onmiddellijk op het eiland aan, zag kort daarna een schip op strand zitten en spoedig daarop een sloep opdagen, waarin zich bevond de luitenant ter zee van Hare Majesteits oorlogstransportschip MAGERA, sir Lewis Jones, van wie hij vernam, dat men genoodzaakt was geweest, doordat het schip zich bevond in zinkende toestand, om hetzelve ter plaatse op strand te zetten. Het vaartuig was bestemd voor Sydney, had aan boord 400 man, ter vervanging van hen, wier diensttijd was verstreken. Het was de commandant gelukt alle provisie te bergen, zodat er aan niets behoefte was, dan aan transportmiddelen naar Sydney. Dientengevolge werd ook beleefdelijk bedankt door de Engelse officier voor het gulle aanbod van de gezagvoerder van de AURORA, om zoveel manschappen aan boord te nemen als hij bergen of zoveel van zijn voorraad levensmiddelen af te staan, als hij missen kon. Het enige wat de commandant van het Engelse transportschip verlangde, was het meenemen van Sir Jones, om op de eerste landingsplaats de beste, waar een telegrafische gemeenschap bestond, de tijding van het ongeval te kunnen melden naar Hongkong, alwaar de Engelse stations-commandant de nodige maatregelen kon nemen, tot het afhalen van de schipbreukelingen en het verder vervoer naar Sydney. Die officier is heden van hier naar Batavia vertrokken tot het erlangen van verdere assistentie.
|