1955-07-08: |
De Tijd 12-08-1955: Israël protesteert bij Veiligheidsraad. I.v.m. aanhouding van Nederlands vrachtschip.Israël heeft in een schrijven aan de voorzitter van de Veiligheidsraad geprotesteerd tegen de aanhouding en opbrenging op 8 Juli door de Egyptische autoriteiten te Port Said van het Nederlandse vrachtschip “Fedala", dat op weg was van Massawa (Eritrea) naar Haifa ln Israël. In het schrijven wordt gezegd, dat, alvorens de Egyptische autoriteiten op 10 Juli het schip vrijgaven, zij een auto aan boord van de „Fedala" die aan een ingezetene van Israël toebehoorde in beslag namen. (AFP)
Nieuw Israelietisch weekblad 19-08-1955: Egypte hield Nederlands schip aan. Egypte heeft een Nederlands schip dat met een voor Israël bestemde lading op weg was naar Haifa, aangehouden en een deel van de vracht in beslag genomen. Dit is bekend geworden nadat de Israëlische delegatie bij de Verenigde Naties hierover bij de Veiligheidsraad een klacht had ingediend. De plaatsvervangende permanente vertegenwoordiger van Israël bij de Verenigde Naties, Mordechai Kidron, heeft de huidige voorzitter van de Veiligheidsraad, de Braziliaan Cyro de Freitas Valle, op 11 Augustus formeel meegedeeld dat de Egyptische autoriteiten op 8 Juli j.l. de Nederlandse vrachtvaarder Fedala in Port Said hebben aangehouden. De Fedala vervoerde namelijk een auto, die eigendom was van een inwoner van Israël. De auto werd door de Egyptische autoriteiten in beslag genomen; twee dagen later mocht het schip zijn koers vervolgen. In de Israëlische klacht wordt deze daad een schending genoemd van de resolutie die de Veiligheidsraad in 1951 aannam en waarin Egypte werd bevolen het Suezkanaal open te houden voor alle schepen, met inbegrip van die welke van en naar Israël voeren. Israël heeft naar aanleiding van deze kwestie niet om een bijeenkomst van de Veiligheidsraad verzocht, doch wel dat de brief waarin de klacht vervat is, aan alle leden van de raad zal worden toegezonden. In de klacht wordt er bovendien op gewezen dat de Bat-Galim die enige maanden geleden door Egypte in beslag werd genomen, nog steeds niet is vrijgegeven.
Het Parool 08-08-1956: Nederlands schip (in charter voor Israël) door Suez-kanaal.
Port Said, woensdag (UP). — Een Nederlands en een Grieks vrachtschip, door Israël gecharterd om vlees en cement van Israël naar Oost-Afrika te brengen, zijn de vorige vrijdag veilig door het Suez- kanaal gekomen, niettegenstaande de Egyptische blokkade van schepen, die op Israël varen. De douane-autoriteiten in Port-Saïd hebben gezegd, dat die schepen — het Griekse schip „Stefanus" en het Nederlandse schip “Fedala" — „al lange tijd" tussen Haïfa en Djiboeti hebben gevaren en zij voegden er aan toe, dat er geen bezwaar tegen was, dat zij van het kanaal gebruik zouden maken, zo lang zij geen strategische goederen, als wapenen of olie vervoerden.
Limburgsch dagblad 24-08-1956: „Fedala passeerde Suezkanaal. Op de scheepvaart tentoonstelling „Kompas", die — zoals bekend is — zondagavond definitief zal worden gesloten, is ook een model te zien van het vrachtschip „Fedala" van de Rotterdamse rederij Dammers en Van der Heide's Scheepvaart- en handelsbedrijf, welk schip in verband met het conflict rond het Suez |kanaal nog pas in het wereldnieuws is gekomen Het Nederlandse motor- schip “Fedala" kon enkele dagen geleden ongehinderd het Suezkanaal passeren ofschoon het met een lading vlees onderweg was naar Israël, ondanks het feit dat reeds geruime tijd het gebruik van die waterweg verboden is aan schepen, die lading voor Israël vervoeren. De „Fedala" is speciaal ingericht op het vervoer van ladingen, die zeer aan bederf onderhevig zijn, zoals vlees en fruit. Het is voorzien van grote koelruimten, die tot in onderdelen van graden precies op temperatuur gehouden kunnen worden. Het schip kan bijvoorbeeld vers geplukte en nog met dauw bedekte perzikken van Spanje naar Londen vervoeren, waar het fruit na zorgvuldig ontdooid te zijn met dezelfde dauw en even geurig als weleer op de markt komt. Zouden deze perzikken in de ruimen van het schip ook maar een klein beetje te snel en teveel gekoeld worden, dan zou het in de vruchten aanwezige sap door bevriezing uitzetten en de kwetsbare huid doen barsten, terwijl ook de geur verloren zou gaan. Vaak ook hangen de ruimen van de “Fedala" vol met honderden halve runderen, die uit Amerika overgebracht worden naar Turkije, Israël en andere verre landen.
Algemeen Handelsblad 31-10-1956: Nederlands vrachtschip in Suez leeggehaald. Lading was bestemd voor Israël. (Van onze correspondent) Rotterdam, 31 oktober In de haven van Suez is op het Nederlandse vrachtschip Fedala, van de rederij Van Dammers en v. d. Heide uit Rotterdam, beslag gelegd. De Fedala had ongeveer vijfhonderd ton bevroren vlees aan boord dat bestemd is voor Israël; het was onderweg van Massawa naar Haifa en liep van de Rode Zee uit Suez binnen. Het beslag is van tijdelijke aard: hedenochtend vernamen wij, dat de lading aan wal gezet wordt, waarna het schip zou worden vrijgegeven. Het schip werd op last van Egyptische autoriteiten gelost. De Fedala meet ongeveer 500 b.r.t.; het was geheel volgeladen.
Het Vrije Volk 31-10-1956: ,Fedala' in Suezkanaal aangehouden. De Rotterdamse kustvaarder „Fedala" is in het Suezkanaal door Egyptische autoriteiten aangehouden en een deel van de lading werd in beslag genomen. De rederij, het scheepvaartbedrijf Dammers en Van der Heide verwachtte vanmorgen, dat het schip, nadat de voor Israël bestemde lading gelost zou zijn, de reis zou kunnen vervolgen. De „Fedala" (494 ton) was met een lading bevroren vlees op weg van Massawa naar de Israëlische haven Haifa. Schepen van de Rotterdamse rederij hebben de laatste maanden reeds vele malen soortgelijke transporten verzorgd en toen nooit last ondervonden. Het is duidelijk, dat de ontwikkeling van de laatste dagen de Egyptenaren tot grotere waakzaamheid heeft geprikkeld. Ze deelden de gezagvoerder, kapitein J. Kramer uit Rotterdam, mee, dat hij zijn lading moest lossen. Kapitein Kramer kreeg de indruk, dat hij daarna zijn reis zou kunnen vervolgen. „We maken ons vooralsnog geen zorgen," deelde de directie van de rederij mee.
Leeuwarder courant 07-03-1957: Egypte neemt lading van Nederlands schip „Fedala" in beslag. De Egyptische commissie voor oorlogsbuit heeft beslist, dat de lading van het 494 ton metende Nederlandse vrachtschip „Fedala", bestemd voor Israël, is geconfiskeerd. Op 28 oktober werd de lading, bestaande uit bevroren vlees, huiden en kleding, in Suez gelost, omdat de „Fedala" op weg was naar Haifa. De gezagvoerder van het schip kreeg na de lossing toestemming de reis voort te zetten. De geconfiskeerde lading zal in het openbaar worden verkocht.
Trouw 18-11-1967: Coaster ,Fedala' mag Beiroet niet binnen. Van een onzer verslaggevers Beiroet-Rotterdam. Het Nederlandse vrachtschip „Fedala" heeft donderdag geen toestemming gekregen de haven van Beiroet binnen te varen, omdat het schip voorkomt op de zwarte lijst van de Arabische landen voor schepen, die handel drijven met Israël. Het schip deed twaalf jaar geleden voor het laatst de Israëlische haven Tel Aviv aan. De Libanese autoriteiten hebben de gezagvoerder van de „Fedala" opdracht gegeven onmiddellijk de Libanese territoriale wateren te verlaten. De 494 ton metende „Fedala" is eigendom van de NV zeerederij Holland - Zeeland te Rotterdam. Het schip, dat is bevracht door de firma Dammers en Van der Heide te Rotterdam, vervoert een lading boter en kaas bestemd voor Libanon. De lading zal nu op Cyprus of in een Turkse haven worden gelost. „Wij zijn zeer verbaasd over deze boycot", verklaarde een woordvoerder van de firma Dammers en Van der Heide. De “Fedala" heeft twaalf jaar geleden voor het laatst op Israël gevaren, maar sindsdien hebben wij ondanks die zwarte lijst verschillende malen zonder moeilijkheden de Arabische havens bezocht. Het is mogelijk, dat de controle op de boycot na de Arabisch - Israëlische oorlog is verscherpt. In ieder geval hebben wij in Damascus stappen ondernomen om de boycot ongedaan te maken. Wij hopen dat de autoriteiten na twaalf jaar bocot een verzoenend gebaar zullen maken. Blijft men bij de weigering het schip toe te laten, dan zal de „Fedala" op Cyprus of in een Turkse haven worden gelost. Wij zullen in ieder geval tot maandag op een antwoord wachten", aldus onze zegsman. Tevens deelde men mede, dat de firma voor de toekomst geen moeilijkheden verwacht, omdat de schepen bijna uitsluitend op het Caraïbische gebied varen. De reis van de „Fedala" was incidenteel.
Het Vrije Volk 07-12-1967: Arabische eis: Rotterdamse coaster niet meer naar Israël. (Van een onzer verslaggevers) De Rotterdamse kustvaarder Fedala mag na 12 jaar weer lading naar Arabische havens brengen. Dit betekent echter wel dat het schip zich nooit meer in een Israëlische haven mag laten zien Deze voorwaarde hebben scheepvaartvertegenwoordigers van het Arabische blok gesteld, nadat de eigenaar van de Fedala, de rederij Dammers en v. d. Heide, pogingen heeft aangewend de coaster van de Arabische „zwarte lijst" af te krijgen. Het schip kwam daar in 1955 op toen het lading voor Israël had vervoerd. Zo'n „besmetting" blijkt een nadelige zaak voor de eigenaar. Dammers en v. d. Heide moest eind vorige maand ervaren hoe schadelijk. Toen weigerden havenarbeiders in Beiroet de lading vlees en zuiverwaren van de Fedala te lossen. Pas in het afgelopen weekeinde, toen de reder zich bij de Arabische eis had neergelegd, kon de kustvaarder gelost worden. |