Familiegegevens
Cornelis Lambertus werd geboren op 27.08.1880 te Alkmaar als z.v. Nicolaas Julsing en Anna Barbara Bouman.
Cornelis Lambertus (26) (stuurman) trouwde op 15.02.1907 te Alkmaar met Petronella Hermina de Haan (21) – geb. 04.09.1885 te Alkmaar – d.v. Pieter Johannes de Haan (winkelier) en Johanna Josina van Zijderveldt.
Cornelis Lambertus overleed op 12.12.1957 te Bussum (77).
Kinderen
- Johanna Josina Wilhelmina – geb. 17.06. 1909 te Alkmaar
- Nicolaas – geb. 03.03.1915 te Voorburg
- Cornelis Lambertus – geb. 28.09.1917 te Voorburg (1935 – Kweekschool v.d. Zeevaart)
- Nelly Hermina Elisabeth Cornelie – geb. 28.05.1920 te Voorburg
Opleiding
Cornelis Lambertus werd op 06.08.1894 ingeschreven bij de Kweekschool voor de Zeevaart te Amsterdam.
Na het volgen van de 3-jarige cursus werd hij op 30.08.1897 geplaatst als stuurmansleerling a/b van het s.s. PRINSES SOPHIE, kapt. F.W. Soomer, naar Java. Maakte twee reizen met dit schip. Werd op 21.04.1898 geplaatst als stuurmansleerling a/b van het s.s. LOMBOK, kapt. Schol, naar Java. Kwam op 02.01.1899 terug van de reis met zeer goed attest. https://www.wiewaswie.nl/nl/detail/103410965
Behaalde het diploma 3e stuurman Grote Stoomvaart op 24.03.1899 te Rotterdam
Behaalde het diploma 2e stuurman Grote Stoomvaart in mei 1902 te Rotterdam
Behaalde het diploma 1e stuurman Grote Stoomvaart op 11.10.1905 te Rotterdam
De schepen van de kapitein
* 1913 – 19.. van het s.s. CERAM
* 1914 – 19.. van het s.s. BOETON
* 1915 – 19.. van het s.s. KARIMATA
* 1920 – 1920 van het s.s. LOMBOK – geb.
* 1922 – 19.. van het s.s. SALAWATI
* 1923 – 19.. van het s.s. RADJA
* 1925 – 19.. van het s.s. SEMBILAN
* 1925 – 19.. van het s.s. RONDO
* 1925 – 19.. van het pass.schip VONDEL – geb. in 19
* 19.. van het pass.schip GROTIUS
* 1927 van het pass.schip KONINGIN DER NEDERLANDEN
* 1929 van het pass.schip PRINS DER NEDERLANDEN
* 1931 - 1934 van het pass.schip JOHAN VAN OLDEBARNEVELT
Overige bijzonderheden
Gezagvoerder bij de S.M.N.
Zie Verslag van de RvdS 1921 – Nr. 44 – Aan de grond lopen van s.s. LOMBOK op 03.05.1921.
Zie Verslag van de RvdS 1926 – Nr. 5 – Stranding van pass.schip VONDEL op 16.09.1925.
VCO 130434
Meteorologische journalen.
Als bewijs van waardering voor het bijhouden en inzenden van meteorologische journalen ten dienste van het Koninklijk Nederlandsch Instituut zijn bij Kon. Besluit van 9 maart de volgende onderscheidingen toegekend: De gouden medaille aan de gezagvoerder C.L. Julsing, van de Stoomvaart Mij. Nederland
Bataviaasch Nieuwsblad 05-09-1934
Commodore C.L. Julsing vertrok heden voor de laatste maal van Batavia.
Commodore Julsing, misschien wel de populairste kapitein van de Nederland-vloot, heeft vandaag, staande op de commandobrug van de JOHAN VAN OIDENBARNEVELT, afscheid van Indië genomen.
Dit is de laatste reis, die hij als de oudste gezagvoerder en commodore van de maatschappij, maakt.
En daarna gaat hij, zoals hij het zelf zei, eens lekker in Bussum waar hij zijn tampat opslaat, uitluieren.
Wij hadden een gesprek met de commodore, waarvan wij morgen een verslag zullen plaatsen.
Bataviaasch Nieuwsblad 06-09-1934
Commodore Julsing Een onderhoud met den kapitein van de „Johan”.
Even voor de grote drukte, welke het vertrek van een mailboot gewoonlijk met zich meebrengt, hebben wij commodore Julsing in zijn hut opgezocht. Kort na ons gesprek vertrok hij, op zijn laatste reis als gezagvoerder, met de JOHAN VAN OLDENBARNEVELT onder zijn hoede het zeegat uit! Een joviale zeeman, met gulle lach, waarmee hij ieder voor zich inneemt, inviteerde ons om plaats te nemen bij de andere gasten, die zich in de kapiteinshut verzameld hadden. Het onderhoud met kapitein Julsing, dien wij van vroegere reizen kenden, was weer even amusant als altijd. ,,Hoe lang ik nu al gevaren heb ?" Gisteren, toen de heren van de Nederland mij uitfuifden, was het precies 37 jaren geleden, dat ik als stuurmansleerling op de PRINSES SOPHIE bij de Maatschappij in dienst trad en mijn eerste reis naar Jan Oost maakte". ~En steeds bij de Nederland gebleven?" „Geen dag overgeslagen mijnheer en altijd met het grootste plezier mijn werk gedaan. Voor mij is dit zeemansleven werkelijk een ideaal gebleven.
Ik heb geloof ik op alle boten van de Nederland gevaren.
Als 4e op de PRINS ALEXANDER, als 3e op de SOEMBAWA en als je die schuiten eens vergelijkt met de prachtschepen, die de Maatschappij nu in de vaart brengt, wat een verschil!
Mijn eerste schip d.w.z. als kapitein, was de CERAM in 1913. Mijn eerste passagiersschip was de VONDEL in het jaar 1925, als ik het wel heb, de ‘good old’ VONDEL, een prachttijd, die ik daarop doorgebracht heb.
Daarna heb ik de GROTIUS, de KONINGIN DER NEDERLANDEN en nu eindelijk van 1931 af de JOHAN VAN OLDEBARNEVELT gecommandeerd. Nee, schipbreuk of grote ongelukken heb ik nooit gehad.
Over oorlogsschepen gesproken, U vroeg mij zoeven, waaraan ik het Legioen van Eer te danken had.
Dat was in 1922 met de SALAWATI, toen ik in de Rode Zee een Franse kruiser, de COLMAR, langszij kwam die een of ander malheurtje aan de ketels had en ronddreef. Ik heb het schip toen naar Djibouti gesleept en daarvoor heeft de Franse regering mij het ridderkruis en de medaille de sauvetage verleend.
Hij moest de „Johan van Oldenbarnevelt" nog even voor de laatste maal afduwen. Met deze ronde, joviale commodore, altijd bereid tot een grapje, verliest de Nederland een van haar kundigste gezagvoerders, een man die zich zowel bij zijn officieren en bemanning als bij de passagiers dadelijk bemind wist te maken.