1917-07-24: |
Final Fate: Het vrachtschip ss. 'MAAS' (1914) van de Maatschappij Houtvaart, op weg van Tunis naar Rotterdam met een lading fosfaat, loopt 2 mijl ten oosten van het lichtschip 'Noordhinder' op een door de Duitse onderzeeboot 'UC I' gelegde mijn. Het schip zinkt binnen twee minuten, waarbij 10 bemanningsleden om het leven komen. De elf overlevenden kunnen aan boord van Hr.Ms. 'Zeehond' worden genomen.
Op reis met een lading van ongeveer 1.800 ton superfosfaat van Tunis naar Rotterdam is de MAAS op 24 juli 1916 om 7.50 uur des morgens op de Noordzee, 2 mijl ten oosten van het lichtschip, noord hinder op een op maart 1916 door de Duitse torpedoboot B111 gelegde mijn gelopen. De ontploffing had plaats in de midscheeps, achter de brug, en richtte zo een verwoesting aan, dat de MAAS reeds ongeveer twee minuten na de ontploffing zonk en verloren was. Er was geen tijd om de sloepen buiten boord te brengen en allen raakten te water. Het was tijdens de ramp bewolkt met kalme zee en noord oosten wind. Spoedig te hulp geschoten reddingsboten van de Noord-Hinder en van HR.MS. Zeehond namen elf man veilig aan boord, maar een van hen, een jongen, bleek reeds te zijn overleden, zodat van de 21 opvarenden van de MAAS negen personen waren vermist. In totaal hadden dus 10 opvarenden bij de ramp het leven verloren (opm.: 12 man opgepikt uit de golven, waarvan dus een reeds overleden). De mijn was op maart 1916 door de B111 gelegd. |