Familiegegevens en opleiding
Geen
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
Jan Alberts Kuiper werd per maart 1879 ingeschreven als lid tweede klasse van het Harlinger zeemanscollege "Zeemansvoorzorg". Hij was toen stuurman van de bark "Maria Agnieta". De contributie werd betaald door zijn vrouw Metje K.de Groot. In 1880 werd hij overgeschreven naar de eerste klasse029-fol.56.
J.A.Kuiper werd per maart 1880 met vlagnummer 87 ingeschreven als lid van het Harlinger zeemanscollege "Zeemansvoorzorg". Hij werd overgeschreven uit de 2de klasse. Zijn schip was de "Oostzee Packet II", boekhouders Fontein Tjallingii. De contributie werd voldaan door zijn vrouw Metje K.de Groot028-fol.163.
Hij was met vlagnummer H87 lid van het College in de periode 1880-1921034.
Opmerkingen in verband met Zeemanscollege(s)
In de notulen van de Bestuursvergadering van het Amsterdamse zeemanscollege “Zeemanshoop” wordt vermeld dat aan de oud-gezagvoerde J.Kuiper een gratificatie van f 180,- is toegekend uit te keren in maandelijkse termijnen van f 15,-. In de notulen dd 06 mei 1918 staat het bericht dat de firma Fontein en Tjalingii uit Harlingen een bedrag van f 100,- overmaakt, in termijnen uit te keren aan kapitein J.Kuiper. Op 03 maart 1919 vraagt kapitein J.Kuiper om continuerring en hij krijgt voor de periode 1919/1920 weer f 180,- wederrom in termijnen. De firma Fontein en Tjalingii zal ook om een bijdrage worden gevraagd, maar deze laat op 07 april 1919 weten geen termen voor een continuering te vinden. Op 01 maart 1920 krijgt hij weer een toelage van f 120,- uit te keren in 12 termijnen voor de periode 01 mei 1920-30 april 1921.042.
In de notulen van de Bestuursvergadering van 07 juni 1920 biedt K.Kuiper het Bestuur een sextant aan met het verzoek “deze te willen ter hand stellen aan een jongmensch, die, naar het oordeel van het Bestuur, dit instrument waardig is. Kap. Kuiper kan er niet toe overgaan het instrument te gelde te verkopen omdat hij er zoo aan gehecht is.” Door de schenking meent hij bij te dragen aan een doelstelling van het College nl het stimuleren van het zeemansvak. Het Bestuur heeft de schening in dank aanvaard en zal naar de wens van de schenker handelen.042
In een Bijlage van een Bestuursvergadering staat een bericht dd 22 augustus 1921 van J.Kuiper waarin hij meldt te zijn aangenomen in de Otterstichting (een hofje?) op de Kloveniersburgwal 01 te Amsterdam. (Stadsarchief Amsterdam, 491-46, stuk 7701)042.
In de Bestuursvergadering dd 04 april 1921 wordt hem wederom een uitkering van f 120,- uitgekeerd voor de periode 1921/1922.
De schepen van de kapitein
Lid van het college Zeemansvoorzorg te Harlingen036
vlagnummer periode type naam van het schip boekhouder/reder
H87 1879-1887 2/m sch. Oostzee Packet IIa (ex A.M.B.) Fontein & Tjallingii, Harlingen
1889-1903 bark Oostzee Packet IIb (ex Johan Brödersen) Fontein & Tjallingii, Harlingen
J.A.Kuiper was van 1890-1902 kapitein van de houten bark “Oostzee Packet”, gebouwd in 1862 door P.Sayer te Vegesack (Weser) als “Johan Brödersen”, 320 ton, varend voor rederij Fontijn & Tjallingii te Harlingen052
Bouma025 vermeldt J.A.Kuiper als gezagvoerder gedurende:
* 1881 t/m 1888 van de 2/msch “Oostzee Packet” ex A.M.B., gebouwd in 1867 te Arichat, N.S., 228 ton o.m., varend voor Fontein & Tjallingii te Harlingen;
* 1890 t/m 1902 van de bak “Oostzee Packet” ex Johan Brödersen, gebouwd in 1864 te Vegesack, 320 ton o.m., varend voor Fontein & Tjallingii te Harlingen. Het schip werd in 1904 gesloopt (maar de gezagvoerder wordt niet vermeld).
Overige bijzonderheden