NRC 060121
SCHEEPSBOUW. Lobith, 5 januari. Heden zijn van de scheepswerf, genaamd N.V. Lobitsche Scheepsbouwmaatschappij, twee grote zeeschepen te water gelaten. Het eerste schip, dat aan het water van de Rijn werd «toevertrouwd, was de ASTREA, groot 2.250 ton dwt., bestemd voor de Koninklijke Nederlandsche Stoomboot-Maatschappij te Amsterdam. Het schip, dat door het ingetreden laag water ruim 7 weken voor de stapelloop gereed had gestaan, ging, trots dit lang op het vet staan, met zeer gunstig gevolg te water. En nog een bijzonderheid is, dat de ASTREA eerst een weg van 35 meter over de wal moest maken voordat het water werd bereikt. Maar alles ging, zoals gezegd, wel. De ASTREA, gebouwd volgens hoogste klasse Veritas, Scheepvaart-Inspectie, Schepelingenwet en voorzien van een certificaat, bestemd voor de algemene vrachtvaart, heeft de volgende hoofdafmetingen: lang over alles 279, lang tussen de loodlijnen 260, breed 39, hol tot het opperdek 18 en hol tot het shelterdek 24 voet 6 duim en heeft in beladen toestand een diepgang van 16 voet 6 duim. De snelheid zal 10 wijl bedragen. De ASTREA krijgt 2 masten, 3 grote versterkte laadhoofden en daarbij een 6-tal lieren voor het vlugge bedienen van de lading. Het schip dat geheel volgens de eisen van de tijd zal worden ingericht, ontvangt zijn triple expansie machines met verdere hulpmachines van de Machinefabriek Kinderdijk. Deze machines hebben cilinders van 20 x 31 x 50 en een slag van 30 Eng. duim en bij 75 om wentelingen moet er ongeveer 1.000 ipk kunnen worden ontwikkeld. De stoom wordt geleverd door twee ketels, ieder met 2 vuren. Deze ketels, werkende onder een druk van 180 lbs. met geforceerde trek, zijn groot 11.10 x 11.6. De gezagvoerder en officieren hebben hun verblijven onder het brugdek en ook worden aldaar enige passagiershutten gebouwd. De machinisten en verder civiel personeel hebben hun appartementen boven en langs de machinekamer en de bemanning wordt in het uitgebouwde achterschip gehuisvest. Direct na de te water lating van de ASTREA gaf de directeur, de heer Bodewes, zijn bijzondere dank te kennen voor de prachtige medewerking, welke hij tijdens de bouw heelt gehad en bracht hulde aan zijn vader voor de gegeven adviezen en dronk op het welzijn van de ASTREA.