Inloggen
BONJOL - ID 7986


Kroniekberichten

Datum 02 januari 1840
Krant JC - Javasche Courant
Type bericht Berichten uit het buitenland incl havens

Batavia, 2 januari. De 29e december zijn alhier aangekomen: het Nederlandse schip OEMAR OSMAN, kapt. Said Aboe Bakar bin Mochamet Shabah, van Cheribon vertrokken de 19e december; de idem bark SUMATRA, kapt. L.M. Egnor, met drie passagiers, van Padang vertrokken de 22e december, en de dito bark CHERIBON PACKET, kapt. J.H. Laws, met zes passagiers, van de Golf van Perzië, vertrokken de 7e november. De 30e december zijn alhier aangekomen: de Nederlandse bark DOROTHEA, kapt. C.D. Dekker, van Amsterdam vertrokken de 1e september, de dito bark de DRIE MARIAS, kapt. A. Plokker, van Rotterdam vertrokken de 30e augustus, en drie Engelse barken.
De 30e december zijn van hier vertrokken: het Nederlandse schip PRINS HENDRIK, kapt. J.G. Veening, met twee passagiers naar Amsterdam; dito schip ELIZABETH EN ANTOINETTE, kapt. D. Spreeuw, naar Soerabaija, de dito bark ANTOINETTE MARIA, kapt. J.J. Day, met enige passagiers naar dito, de dito brik DOROTHEA, kapt. Ketjiel, naar Singapore en het dito schip MARZOEK, kapt. Said Mochamat bin Oesien Atas, naar Soerabaija. De 31e december is van hier vertrokken de Nederlandse bark JUSTINA, kapt. D. Crawford, naar Samarang.
Alhier ter rede liggende schepen: Zr.Ms. korvet TRITON, Zr.Ms. fregat MAAS, Zr.Ms. stoomschip PHOENIX en de Nederlandse schepen FANNY, CANTON, VROUW JOHANNA, DE WALVISCH, ADMIRAAL VAN KINSBERGEN, MARIA, HET SCHOON VERBOND, OLIVIER VAN NOORD, BATO, AMBOINA, NAUWAN EL JOESOOR, IDA WILHELMINA, KONING DER NEDERLANDEN, KENAU HASSELAAR, OEY SINJO, OEMAR OSMAN, ERFPRINSES SOPHIA, CORNELIS HOUTMAN, DOGGERSBANK, NOGO LAUT, DOROTHEA, de DRIE MARIAS, de dito barken REVENANT, BATAVIA, PRESIDENT RAM, SUSANNA DOROTHEA, SUMATRA, BONJOL, INDIAAN, de JONGE JAN, HENG OEAN, MASTOOR, CHERIBON PACKET, de brikken BANKA, DANKBAARHEID, TONGSENG, de schoeners HAPSOEN, ALCESTA, en OEDJONG PANDANG, en elf buitenlandse schepen.
(opm: met “schip” wordt bedoeld een volschip, hebbende drie vierkant getuigde masten; dit geldt voor alle zeetijdingen in de JC van 1841)

Afbeelding
Datum 29 juli 1845
Krant DC - Dordtsche Courant
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Dordrecht, 28 juli. Door de Nederlandsche Handel-Maatschappij zijn op heden bevracht de navolgende schepen, als:
Voor Amsterdam: BAREND WILLEM, kapt. J. Riekels; PRINS MAURITZ, kapt. J.J. Bart; WILHELMINA CATHARINA, kapt. C. Ehrensperger; JAVA’S WELVAREN, kapt. T. Gollards; MATHILDA, kapt. Hk. de Jong; SARA ALIDA MARIA, kapt. H. Tekelenburg; ORION, kapt. J. van der Linden en JACOB CATS, kapt. N.N., de beiden laatste van Dordrecht.
Voor Rotterdam: GRAAF VAN HOGENDORP, kapt. D. den Haas; ZUID-HOLLAND, kapt. O. Lindeman; BONJOL, kapt. D. Voogd Anspach; VAN OLDENBARNEVELD, kapt. O. Kievijt; BOERHAVE, kapt. K.U. Visser en MARY EN HILLEGONDA, kapt. J. Martens.
Voor Middelburg: PAULINE, kapt. N.N.

Afbeelding
Datum 03 december 1845
Krant JC - Javasche Courant
Type bericht Berichten uit het buitenland incl havens

Batavia, 1 december. De 28e november zijn hier aangekomen de Nederlandse bark BATAVIER, kapt. D. Grim, vertrokken van Amsterdam de 23e juli, en de dito bark BOERHAVE, kapt. H.U. Visser, vertrokken van Rotterdam de 5e augustus.
De 29e november zijn hier aangekomen de Nederlandse bark JAVA’S WELVAREN, kapt. T. Gollards, met een passagier, vertrokken van Amsterdam de 19e augustus, het hierboven reeds vermelde dito schip DEN ELSHOUT, en het dito schip GRAAF VAN HOGENDORP, kapt. F. van Hees, vertrokken van Rotterdam de 28e augustus.
De 30e november zijn hier aangekomen het Nederlands schip PRINS MAURITS, kapt. J.J. Bart, vertrokken van Amsterdam de 28e augustus, en het dito schip ELISABETH EN JOHANNA, kapt. H.H. de Boer, vertrokken van Rotterdam de 3e augustus.
Heden zijn hier aangekomen de Nederlandse schepen CHINA, kapt. B.J. Doornik, vertrokken van Amsterdam de 5e augustus, ORION, kapt. J. van der Linden, vertrokken van Dordrecht de 28e augustus, en BONJOL, kapt. D. Voogd Enspach, vertrokken van Rotterdam de 19e augustus.

Afbeelding
Datum 08 juni 1847
Krant AH - Algemeen Handelsblad

Door de Nederlandsche Handel Maatschappij zijn bevracht geworden de navolgende 25 schepen, als:
Voor Amsterdam: CHRISTINA, kapt. W.C. Ran; HOLLAND, kapt. R. Dekker; URANIA, kapt. C. Abrahams Jr.; ADOLF VAN NASSAU, kapt. J.D. Borchers; HEPENS, kapt. H. de Boer; JAN PIETERSZ KOEN, kapt. B. van der Plas; CLAUDIUS CIVILIS, kapt. J. Ingerman; HELENA, kapt. W. Blom; PRINSES SOPHIA, kapt. P.S. Matzen; VÉRONICA, kapt. G. Groenewoud; CORNELIS HOUTMAN, kapt. J.H. Rolman; CORNELIA EN HENRIETTE, kapt. T. Gollards; JUPITER, kapt. J.K. de Jong; KONING WILLEM II, kapt. A. Roquette; JAVAAN, kapt. G. Eylers.
Voor Rotterdam: DRIE MARIA’S, kapt. L.G. Verbeek; ERASMUS, kapt. C.M. van Dijcke; EENDRAGT, kapt. M. van Velthoven; HELENA CHRISTINA, kapt. L. Visser; GERTRUDE, kapt. A. Schaap; VAN OLDEBARNEVELD, kapt. O. Kievijt; DILIGENTIA, kapt. H.F. Horneman; BONJOL, kapt. E.A. Mulder; STAD ’S GRAVENHAGE, kapt. N.N.
Voor Middelburg: STAD ZIERIKZEE, kapt. D. Ochtman.

Afbeelding
Datum 13 oktober 1847
Krant JC - Javasche Courant
Type bericht Berichten uit het buitenland incl havens

Batavia, 9 oktober. Gisteren is hier aangekomen de Nederlandse bark CHRISTINA, kapt. W.C. Ran, de 18e juni vertrokken van Amsterdam.
Heden zijn hier aangekomen het Nederlandse schip ADMIRAAL ZOUTMAN, kapt. H.G. Henrichs, de 28e juni vertrokken van Rotterdam, en de dito bark BONJOL, kapt. T.A. Mulder, de 30e juni vertrokken van Rotterdam.

Afbeelding
Datum 24 mei 1848
Krant AH - Algemeen Handelsblad
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Rotterdam, 23 mei. Onder de rederijen, betrekkingen en familie der equipage van het schip de BONJOL, kapt. Mulder, voor ongeveer zes maanden van Batavia herwaarts vertrokken, heerst de grootste ongerustheid. Men vreest, dat dit schip zou kunnen vergaan zijn.

Afbeelding
Datum 16 augustus 1848
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Amsterdam, 15 augustus. Aangaande de schepen BONJOL, kapt. Mulder (opm: mogelijk E.A. Muller), de 21e november van Batavia naar Rotterdam vertrokken en sedert de 21e januari op 18º Z.B. en 03º W.L. gepraaid, en WILHELMINA CATHARINA, kapt. Smit, de 9e januari van Banjoewangie herwaarts vertrokken, heeft men sedert niets vernomen.

Afbeelding
Datum 21 juli 1857
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant

Pro Deo. Heden, de 17e van de maand juli 1857, ten verzoeke van Alberdina Hansina Alfing, huisvrouw van Hendrik van Ruijl Onnen (opm: zie ook NRC 051257), winkelierster, wonende te Rotterdam, domicilie kiezende aldaar, ten kantore van de procureur mr. D.J. F. Bogaers, die te dezer zake voor haar zal occuperen. Krachtens vonnissen van de Arrondissements-Rechtbank te Rotterdam, van de 24enovember 1857 en 27 mei 1857 deugdelijk geregistreerd, heb ik, Johannes Brakkee, deurwaarder bij de Arrondissements-Rechtbank te Rotterdam, wonende aldaar, aan de Delfschevaart, wijk 6, no.347, voor de tweede maal gedagvaard Hendrik van Ruijl Onnen, die sedert den jare 1847 van zijn woonplaats Rotterdam, afwezig is, om te verschijnen op een termijn van drie maanden en alzo op woensdag de 28e oktober aanstaande, des morgens ten tien ure, ter terechtzitting van de Arrondissements-Rechtbank te Rotterdam, ten einde:
- Aangezien de gedaagde de 14e juni 1847 ter koopvaardij is aangemonsterd, als eerste stuurman op het Nederlandse barkschip BONJOL, kapt. E.A. Muller, bestemd naar Batavia.
- Aangezien de gedaagde volgens ontvangen berichten met gemeld schip de 16e oktober 1847 te Batavia is aangekomen en de 21e november van dat jaar van daar is vertrokken, waarna men niets meer van hem noch van het schip, noch van de bemanning heeft gehoord.
- Aangezien er alzo meer dan drie jaren zijn verlopen sedert de laatste tijding van het schip, tot welks bemanning de gedaagde behoorde.
- Aangezien de eiseresse, ingevolge art. 549 en volgende van het burgerlijk Wetboek, in verband met art. 1 der wet van 9 juli 1855 (Staatsblad 67) de vergunning wenst te verkrijgen tot het aangaan van een ander huwelijk;
mitsdien in persoon of door iemand van zijnentwegen van zijn aanwezen te doen blijken.

Afbeelding
Datum 05 december 1857
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant

Advertentie. Pro Deo. Heden de 3e december 1857, ten verzoeke van Alberdina Hansina Alfing, huisvrouw van Hendrik van Ruijl Onnen (opm: zie ook NRC 210757), winkelierster wonende te Rotterdam, krachtens vonnis van de arrondissementsrechtbank te Rotterdam, van de 2e november laatstleden, deugdelijk geregistreerd:
Heb ik Johan Coenraad Lach, deurwaarder bij de arrondissementsrechtbank te Rotterdam, gedagvaard:
Hendrik van Ruijl Onnen, die sedert den jare 1847 van zijn woonplaats Rotterdam afwezig is, om te verschijnen op een termijn van drie maanden en alzo op maandag de 15e maart 1858 ter terechtzitting van meergemelde rechtbank ten einde:
- Aangezien de gedaagde de 14e juni 1847 ter koopvaardij is aangemonsterd als eerste stuurman op het Nederlandse barkschip BONJOL, kapt. E.A. Mulder, bestemd naar Batavia;
- Aangezien de gedaagde volgens ontvangen berichten met gemeld schip de 16e oktober 1847 te Batavia is aangekomen en de 21e november van dat jaar weder van daar is vertrokken, waarna men niets meer van hem, noch van het schip, noch van de bemanning heeft gehoord;
- Aangezien er alzo meer dan drie jaren zijn verlopen sedert de laatste tijding van het schip tot welks bemanning de gedaagde behoorde;
- Aangezien de eiseresse ingevolge art. 549 en volgende van het burgerlijk wetboek de vergunning wenst te verkrijgen tot het aangaan van een ander huwelijk;
Mitsdien in persoon of door iemand van zijnentwege van zijn aanwezen te doen blijken, bij gebreke waarvan door de eiseresse zal worden geconcludeerd dat haar daarvan zal worden verleend acte en tevens vergunning tot het aangaan van een ander huwelijk.
En heb ik deurwaarder sprekende als boven, afschrift gelaten van dit exploot, benevens een afschrift van hetzelve aangeplakt aan de voorname deur der vergaderplaats van de arrondissementsrechtbank en aan het huis der gemeente te Rotterdam, terwijl hetzelve in de Nederlandsche Staatscourant en in de Nieuwe Rotterdamsche Courant, daartoe door voormelde rechtbank aangewezen, geplaatst zal worden. De kosten zijn in debet vijf gulden vijf en zeventig cents.

Afbeelding