Familiegegevens en opleiding
Pieter Josephus Bakema werd geboren op 05 oktober 1806 te Groningen.
Hij huwde op 27 januari 1831 te Harlingen met Antje Alberts Sluik, geboren/gedoopt op 19/27 maart 1808 te West-Terschelling als dochter van Albert Hendriks Sluijk, koopvaardijkapitein (zie aldaar) en Albertje Jans Swart. Zij overleed op 29 januari 1879 te Harlingen, oud 70 jaar en gehuwd.
Pieter J.Bakema overleed op 15 juni 1887 te Harlingen, oud 80 jaar en weduwnaar
Gegevens verkregen per e-mail dd 04 december 2003 van de heer Fred Reenders te Enschede (fred@reenders.com) die zich bezighoudt met de genealogie van o.a. het geslacht Sluik/Sluijk. Tevens gegevens via Tresoar.
Zie ook bij zoon Albert Bakema.
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
P.J.Bakema, met adres “Daniel Abman”, werd met nr. 375 effectief lid van Zeemanshoop op 23 mei 1837 op voordracht van B.J.Smeengh. Zijn schip ten tijde van de inschrijving was “de Maas”002.
In de Algemene Vergaderingen van 16/23 mei 1837 van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop werd als effectief lid voorgedragen/benoemd Pieter Josephus Bakema, oud 30 jaar, voerend de kof “De Maas”, wonende te Harlingen, met als adres Jan Daniëls & Zonen & Arbman te Amsterdam, op voordracht van kapitein B.J.Smeengh023.
P.J.Bakema was effectief lid van Zeemanshoop in de periode 1837 t/m 1864 met de vlagnummers 375 (1837 t/m 1854) en 128 (1854 t/m 1864).
Hij was lid van het Dordtse zeemanscollege ”Tot Nut van Handel en Zeevaart” met vlagnummer 62 in de periode 30 september 1842 t/m 1858. Ten tijde van zijn inschrijving was zijn schip de bark “Clara Anna Maria”111 en 64a.
Opmerkingen in verband met Zeemanscollege(s)
In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 28 april 1864 krijgt kapitein P.J.Bakem toestemming zijn effectief lidmaatschap om te zetten in een honorair lidmaatschap.042
In de notulen van de Algemene Vergadering van Zeemanshoop van 10 mei 1864 krijgt kapitein P.J.Bakem toestemming zijn effectief lidmaatschap om te zetten in een honorair lidmaatschap.023
In het kasboek van het Dordtse zeemanscollege “Tot Nut van Handel en Zeevaart” dd oktober 1842 staat de inboeking van f 15,- als entreegeld van kapitein Bakema.064b
De schepen van de kapitein
In Ledenlijsten de Dortse zeemansalmanak (Stadsarchief Dordrecht, inv. 93, nrs 16-33) staat P.J.Bakemaals gezagvoerder:
1843 t/m 1846, 1850, 1852 bark “Clara Anna Maria” boekhouders H. van der Sande Hz.
1853 t/m 1858 geen schip vermeld
1859 geen vermelding van kapitein
Vertmelding in de Amsterdamsche Almanak voor Koophandel en Zeevaart001:
vlagnummer jaren type scheepsnaam naam reder/boekhouder
375 1837-1841 kof de Maas Visser & Muller te Dordt
1842 geen opgave van schip en boekhouder
1843-1852 bark Clara Anna Maria H.v.d.Sande Hz te Dordt
128 1853 kof Waakzaamheid geen opgave
1854 geen opgave van schip en boekhouder
1855 stoomboten Amstel en Gouverneur geen opgave
van Ewyck
1856 stoomb. Ondine geen opgave
1857-1862 stoomb . Bérénice Kon.Ned.Stoomb.-Maatsch.,
te Amsterdam
1863 geen opgave van schip en boekhouder
Vertrek en terugkomst van schepen in Amsterdam093:
P.Bakema Berenice 01 maart 1860 01 december 1860
Berenice 12 februari 1861
Berenice 01 maart 1863
Bouma025 vermeldt P.J.Bakema als gezagvoerder gedurende:
* 1836 t/m 1842 van de kof “Maas”, gebouwd in 1829, geen bouwplaats vermeld, 55 ton o.m., varend voor Visser & Muller te Dordrecht;
* 1844 t/m 1852 van de bark “Clara Anna Maria”, gebouwd in 1842 te Dordrecht, 310 ton o.m., varend voor H.v/d Sande te Dordrecht;
* 1854 van de kof “Waakzaamheid”, geen vermelding van bouwplaats en -jaar, tonnage en reder;
* 1856 van het houten schroefstoomschip “Amstel”, gebouwd in 1855 te Frankrijk, 194 ton o.m., varend voor Paul van Vlissingen, Amsterd. Stoombootreederij, opgericht in 1825 te Amsterdam
* 1856 van de stoomschoener ”Gouverneur van Ewijck”, gebouwd in 1845 in Amsterdam, 321 ton o.m., varend voor de Nederl. Stoomschoenermaatschappij Paul van Vlissingen te Amsterdam;
* 1857 van het schr.stoomschip “Ondine”, gebouwd in 1856 te Dumbarton, 287 ton o.m., varend voor de KNSM te Amsterdam;
* 1858 t/m 1863 van het schroefstoomschip “Berenice”, gebouwd in 1857 te Dumbarton, 440 ton o.m., varend voor de KNSM te Amsterdam.
In het Archief van de Waterschout van Amsterdam 011a zijn monsterrollen van de “Maas”onder kapitein Pieter Josephus Bakema dd 16 september 1836 en 09 mei 1837.
Overige bijzonderheden
In 1849 maakte de bark “Clara Anna Maria” onder kapitein P.J.Bakema van 17 maart 1849-16 augustus 1851 een reis rond Kaap Hoorn.
“Het schip deed de ronding in één maand (juni) bezuiden Staten-eiland en de Diego Ramirez-eilanden om. In Valparaiso werden vooral planken en “kelders” jenever gelost, doch ook wat gevarieerde koopmansgoederen en enkele rijtuigen. Geladen werd wijn, spek en “ovenstenen” (grote bakstenen) voor Tahiti. Op Papeete werd leeggelost, waarbij alle zware uitrusting, zoals het geschut in het onderruim werd afgevierd om de stabiliteit te bewaren.
Vervolgens werd een flinke bodem ballaststenen ingenomen en afgetopt met een lading tripang (een soort zeekomkommer. Chinese lekkernij) voor Macao en Whampoa. Daar kon na veel ambtelijk oponthoud worden uitgelost, terwijl inheemse timmerlieden een nieuwe sloep bouwden en een nieuw galjoen aanzetten omdat het oude bij Kaap Hoorn was weggeslagen.
Geladen werd vervolgens gember, anijs, castor-olie, e.d., alsmede de bagage van 52 Chinese dekpassagiers voor Batavia, met welke bestemming de “Clara Anna Maria” weer terug was op voor haar vertrouwd gebied.”007.
Zie ook refrentie 121.
Van Blokland-Visser064 vermeldt o.a. de volgende gegevens:
MRD = Monsterrol in het Gemeentearchief van Dordrecht
In 1837/41 is hij kapitein op het kofschip “DE MAAS” (61 last) varend voor reder Visser en Muller te Dordrecht.
Op 13 februari 1843 (MRD nr 1147) is hij de eerste kapitein voor een gage van f 100,- per maand op de nieuwe bark “Clara Anna Maria” en vertrekt met 16 man naar Batavia / Calcutta / China. Hij keert weer terug in Holland op 18 juli 1844.
Vervolgens maakte hij met dit schip nog 4 reizen en wel:
vertrek op 2 november 1844 naar China/Batavia/ Rotterdam en terug op 7 mei 1846;
vertrek op 28 juli 1846 naar China en terug op 10 juli 1847;
vertrek op 28 september 1847 naar Batavia en terug op 24 november 1848;
vertrek op 17 maart 1849 naar Lima en terug op 16 augustus 1851. Bij dezee reis is hij ruim 2 jaar weggeweest
In 1856 is hij kapitein op het ss “Amstel” en in de periode 1858 / 1863 het ss “Bernice”.
Familiegegevens
Minne werd geboren op 15.07.1807 te Leeuwarden als z.v. Rinse Douwes Lovius en Hiltje Minnes.
Minne (23) trouwde op 04.11.1830 te Harlingen met Anna Willems Nauta – geb. 08.08.1808 te Harlingen – d.v. Willem Pieters Nauta en Ymkje Jacobs Zijlstra.
Anna Nauta overleed op 28.07.1889 te Purmerend (83).
Minne overleed op 10.03.1883 te Purmerend (75).
Kinderen
- Hiltje – geb. 03.08.1835 te Harlingen
- Rinse – geb. 12.09.1845 te Harlingen
Overige bijzonderheden
Bij het trouwen van zijn dochter Hiltje in nov. 1868 werd als beroep van Minne Lovius vermeld: commissionair.
ONDERSTAANDE GEGEVENS ZIJN VAN DE HEER S. PARMA:
Familiegegevens en opleiding
Een Minne Lovius huwde op 04 november 1830 te Harlingen met Anna Willems Nauta.
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
M.Lovius, adres J.A.de Jongh, werd met vlagnummer 520 effectief lid van "Zeemanshoop" per 03 maart 1840 op voorspraak van J.van der Veer. Ten tijde van de inschrijving was zijn schip de "Nooitgedacht". Toegevoegd is "bedankt"002. Ten tijde van de inschrijving waren Lovius en zijn vrouw 32 resp. 34 jaar. Ingeschreven staat 1 zoon uit 1835002a.
In de Algemene Vergaderingen van 25 februari/03 maart 1840 van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop werd als effectief lid voorgedragen/benoemd Minne Lovius, oud 33 jaar, voerend de kof “Nooit Gedacht”, met adres J.A.de Jong te Amsterdam, op voordracht van kapitein J.C.van der Veer.023
M.Lovius werd per 01 juli 1851 met vlagnummer H29 ingeschreven als lid van het Harlinger zeemanscollege "Zeemansvoorzorg". Zijn schip was de "Trekvogel", boekhouder K.Pereboom Oosthuizen. Zijn contributie werd betaald door zijn vrouw Anna Nauta, geboren 08 augustus 1805. Het echtpaar had bij de inschrijving 1 kind: Hiltje (04 augustus 1835)028-fol.029.
Hij was met vlagnummer 29 lid van het College in de periode 1851-1857034.
Menno.Lovius was met vlagnummer 45 in de periode 11 november 1836 t/m 1850 lid van het Dordtse Zeemanscollege “Tot Nut van Handel en Zeevaart”.
In de notulen dd 15 februari 1850 staat dat hij is geroyeerd wegens een tweejarige betalingsachterstand.111 en 64a.
Opmerkingen in verband met Zeemanscollege(s)
In het kasboek van het Dordtse zeemanscollege “Tot Nut van Handel en Zeevaart” dd november 1836 staat een storting van f 15,- als entreegeld van kapitein M.Lovius.064b
De schepen van de kapitein
In Ledenlijsten de Dortse zeemansalmanak (Stadsarchief Dordrecht, inv. 93, nrs 16-33) staat M.Lovius als gezagvoerder064a:
* 1837; 1842 t/m 1845 kof “Nooit Gedacht” boekhouder J. de Bondt te Zwijndrecht
* 1846 kof “Nooit Gedacht” boekhouder Vissedr & v.d. Sande te Dordrecht
lidmaatschap van College Zeemanshoop te Amsterdam001
vlagnummer jaren type scheepsnaam naam reder/boekhouder
520 1840 kof Nooit Gedacht geen opgave
1841-1845 kof Nooit Gedacht J.de Bondt te Zwijndrecht
1846-1853 sch.kof De Trekvogel De Wolff & Peereboom te Oosthuizen
214 1854-1856 sch.kof De Trekvogel idem
1857-1859 stoomb. Ondine Kon.Nederl.Stoomboot Maatschappij
lidmaatschap zeemanscollege Zeemansvoorzorg te Harlingen036
vlagnummer periode type naam van het schip boekhouder/reder
H29 1847-1857 sch.kof Trekvogel de Wolf & Peereboom, Oosthuizen
Vertrek en terugkomst van schepen in Amsterdam093:
kapitein naam schip vertrek terugkomst
M.Lovius Ondine 01 maart 1860 niet vermeld
Bouma025 vermeldt M.Lovius als gezagvoerder gedurende:
* 1838 t/m 1845 van de kof “Nooit Gedacht”, gebouwd in 1826 te Harlingen, 105 ton o.m., varend voor J. de Bondt te Zwijndrecht;
* 1847 t/m 1856 van de schkof “Trekvogel”, gebouwd in 1845 te Veendam, 96 ton o.m., varend voor de Wolff & Peereboom te Oosthuizen;
* 1858 t/m 1865 van het schroefstoomschip “Ondine, gebouwd in 1856 te Dumbarton, 287 ton o.m., varend voor C.A.van Hemert, M.H.Insinger, e.a. Het schip kwam in 1866 in handen van de KNSM en herdoopt in “Nina”;
* 1866 t/m 1867 van het ijzeren schroefstoomschip “Ondine” ex Pegasus, gebouwd in 1860 te Amsterdam (als brik), 350 ton o.m., varend voor de KNSM te Amsterdam.
M.Lovius was in 1835 t/m 1836 gezagvoerder van de kof “Jonge Simon”, gebouwd in 1826, bouwlocatie niet vermeld, 105 ton o.m., varend voor S.Boon te Harlingen.
In het Archief van de Waterschout op het Stadsarchief van Amsterdam bevinden zich monsterrollen op naam van kapitein Menne Lovius als gezagvoerder van de:
“Jonge Simon”, dd 22 november 1834; 12 december 1835;
“Nooitgedagt”dd 05 oktober 1837; 03 september 1838.
Overige bijzonderheden
"Maart 1972
Aan de Buitengewone Leden van het Collegie Zeemans Voorzorg. Aan de Buitengewone Leden G.H.Smit Amsterdam O.S.Parma Midlum Jan Steeksma Hull H.Maas Nieuwediep Ph.Hannema Stadskanaal D.Lovius Amsterdam M.Lovius Purmerend J.D.Visser F.J.van Oppen
De Directie van het Collegie Zeemans-Voorzorg heeft de eer aan de Buitengewone leden dezer inrichting kennis te geven, dat in eene Algemeene Vergadering, gehouden op den 10 Febr. j.l., is besloten art.10 van het thans vigerende reglement te doen vervallen, en daarvoor in de plaats te stellen het navolgende:
Een gewoon lid, deze stad als woonplaats verlatende, zal daarvan schriftelijk kennis geven aan den Secretaris. - Wanneer hij gedurende vijf jaren lid is geweest, behoudt hij alle aanspraak op de fondsen van het collegie, en zijne weduwe of kinderen, regt op de bij het reglement bepaalde uitkeering, overschillig of hij al dan niet zeeman is gebleven, mits hij betalende de contributie, te rekenen vanaf den tijd dat hij opgehouden heeft die te voldoen.
Dit artikel is van toepassing op zoodanige leden, die sedert oprichting van het Collegie deze stad als woonplaats hebben verlaten.
Zij verzoekt daarvan nota te willen nemen. De Directie voornoemd (Get.) D.Fontein Pz, prisid. C.Teves H.Harmens Cz J.Foekens, Secr."033.
Het Maritiem Museum in Rotterdam bezit een aquarel uit 1856 door J.Spin van het ss “Ondine”. Het schip is in 1856 gebouwd door L.Hill te Glasgow als “Nina”. Het schip ging in 1856 over naar de KNSM en werd herdoopt in “Ondine”. In 1864 werd de nam weer teruggebracht tot “Nina”. Het schip is op 19 maart 1874 op weg van Den Helder naar Jutland vermoedelijk ten westen van Jutland vergaan. Gegevens ontleend aan toelichting op dit schip door het Museum. Stemmen niet overeen met de gegevens van Bouma025.
Familiegegevens en opleiding
Jacob Aldert Takes werd geboren in Amsterdam op 07 juli 1819.
Hij was getrouwd met Petronella Susanna Velsink, geboren te Almelo op 17 februari 1817.003
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
J.A.Takes werd met vlagnummer 594 per 30 augustus 1842 effectief lid van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop op voordracht van kapitein J.H.Savert. Als zijn schip wordt genoemd de “Burgemeester Huidekoper”. Toegevoegd is “bedankt” 002.
In de notulen van de Algemene Vergaderingen van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop dd 29 augustus/05 september 1854 staan vermeld dat tot effectief lid zijn voorgedragen/benoemd Jacob Aldert Takes, geen leeftijd opgegeven, voerend het stoomschip “Burgemeester Huidekoper”, op voordracht van kapitein J.H.Savert.023.
Hij werd deelnemer in het Weldadig Zeemans Fonds van Zeemanshoop per 19 december 1854. Bedankt April 1861003.
Opmerkingen in verband met Zeemanscollege(s)
Geen
De schepen van de kapitein
lidmaatschap van College Zeemanshoop te Amsterdam001
vlagnummer jaren type scheepsnaam naam reder/boekhouder
594 1854-1857 stoomsch. Burgemeester Huidekoper geen opgave
1858-1859 stoomsch. Burgemeester Huidekoper Stoom Schroefsch.-Reederij
1860 stoomsch. Cycloop Koninkl.Nederl.Stoomb.Maatsch.
Vertrek en terugkomst in Amsterdam093
Kapitein Naam van het schip Aankomst Vertrek
J.A.Takes Cycloop 01 maart 1860 01 december 1860
Cycloop 22 maart 1861 niet vermeld
Bouma025 vermeldt J.A.Takes als gezagvoerder gedurende:
* 1855 t/m 1860 van het schroefstoomschip “Burgemeester Huydekoper”, gebouwd in 1848 te Amsterdam, 321 ton o.m., varend voor de Stoomschoenerrederij Paul van Vlissingen;
* 1861 t/m 1862 van de schroefstoomschip “Cycloop” ex Charles J.Mare, gebouwd in 1855 te Londen, 235 ton o.m., varend voor de KNSM C.A.von Hemert & M.H.Insinger te Amsterdam. Het schip zonk in mei 1862;
* 1864 t/m 1865 van het ijzeren schroefstoomschip “Medea” ex Königin Marie, gebouwd in 1856 te Rostock, 245 ton o.m., varend voor de KNSM (C.A.van Hemert & M.H.Insinger) te Amsterdam;
* 1866 van het schroefstoomschip “Nina” ex Ondine, gebouwd in 1854 te Dumbarton, 245 ton o.m., varend voor de KNSM te Amsterdam;
* 1867 van het ijzeren schroefstoomschip “Rembrandt”, gebouwd in 1857 aan de Clyde, 290 ton o.m., varend voor de KNSM te Amsterdam;
* 1868 t/m 1872 van het ijzeren schroefstoomschip “Ondine” ex Pegasus, gebouwd in 1860 te Amsterdam, 350 ton o.m., varend voor de KNSM te Amsterdam.
Overige bijzonderheden
Op weg van Amsterdam naar St.Petersburg raakte het ss “Cycloop” in de Finse Golf ter hoogte van Sommer bekneld in kruiend ijs en zonk op 15 mei 1862. De bemanning werd gered door het Franse ss “La France”.
De “Cycloop” werd gebouwd in 1855 te Londen, mat 245 Brt. en voer voor de KNSM te Amsterdam072.
Familiegegevens en opleiding
Geen
De schepen van de kapitein
Bouma025 vermeldt gedurende:
* 1867 t/m 1871 van het schroefstoomschip “Nina” ex Ondine, gebouwd in 1854 te Dumbarton, 245 ton o.m., varend voor C.A. von Hemert te Amsterdam;
* 1872 t/m 1877 van het schroefstoomschip “Hecla”, gebouwd in 1871 te Greenock, 800 ton o.m., varend voor de KNSM te Amsterdam;
* 1875 van het schroefstoomschip “Juno” ex Abercorn, gebouwd in 1873 te Paisley, 1100 ton o.m., varend voor de KNSM te Amsterdam;
* 1878 van het schroefstoomschip “Irene”, gebouwd in 1863 te Dumbarton, 1323 ton o.m., varend voor de KNSM C.A.von Hemert & M.H.Insinger te Amsterdam;
* 1879 t/m 1880 van het schroefstoomschip “Hecla”, gebouwd in 1871 te Greenock, 800 ton o.m., varend voor de KNSM te Amsterdam;
* 1881 van het ijzeren schroefstoomschip “Venus”, ex Orion, gebouwd in 1867 te Stockton, 800 ton o.m., varend voor de KNSM te Amsterdam.
Overige bijzonderheden
De Harlinger Courant dd 22 december 1874 bevat in de rubriek Scheepstijdingen het volgende bericht.096:
Binnengekomen
“Bij Kopenhagen 18 Dec. Hecla (s) Rot.n.Stett.”
Familiegegevens en opleiding
Geen
De schepen van de kapitein
Bouma025 vermeldt J.Visser als gezagvoerde gedurende:
* 1872 t/m 1874 van het schroefstoomschip “Nina” ex Ondine, gebouwd in 1854 te Dumbarton, 245 ton o.m., varend voor de KNSM (C.A.von Hemert & M.H.Insinger) te Amsterdam. Het schip is in 1874 vergaan op de kust van Jutland.
Overige bijzonderheden
Op 19 maart 1874 vertrok van Amsterdam via Den Helder naar Gothenburg en Kopenhagen het ss “Nina”.Na vertrek uit Den Helder is niets meer van het schip vernomen. Vermoedelijk is de Nina vergaan ten westen van Jutland. Op 10 april 1874 spoelde te Furisby een lijk aan met een reddingsboei van de Nina.
Uit dit bericht zou men kunnen concluderen dat J.Visser in 1874 is overleden
Het ss. Nina werd in 1856 gebouwd bij L.Hill te Glasgow, mat 286 Brt en voer voor de KNSM te Amsterdam072.
In een interview door de”Enquetecommissie omtrent den Toestand van de Nederlandsche Koopvaardijvloot 1874-1875” op 24 oktober 1874 verklaarde de expert van Lloyds te Amsterdam de heer D.D.Borchers dat er “in het voorjaar sprake (is) geweest van overlading van de Nina, eene boot behoorende aan de Koninklijke Stoombootmaatschappij.
|