|
Amsterdam, 12 februari. Omtrent de aanvaring van het stoomschip ORION, kapt. Miedema, op de reis van Amsterdam naar de Middellandse Zee, behelst de Shipping and Mercantile Gazette van 21 januari het volgende, dat wij wegens de betoonde moed en vastberadenheid van de kapitein, er bij het bestaan van zovele voorbeelden dat schepen in minder hopeloze toestand verlaten zijn geworden, niet ondienstig achten bekend te maken. De aanvaring had plaats in den ochtend op 21 december op de hoogte van Dungeness, door een tot nu toe onbekend gebleven schip. De ORION werd aan stuurboordzijde, omstreeks drie voet voor de machinekamer getroffen, waardoor een gat ontstond van drie voet wijdte, eene diepte van 15 voet, zijnde 7 voet beneden de waterlijn, en tot 5 voet boven den kiel, en het benedendek op dat punt geheel weggenomen werd. In dezen gevaarvolle toestand, bij harde zuiden wind en hoge zee,terwijl de ORION bijna zinkende was, besloot de kapitein onmiddellijk koers te stellen naar Ramsgate toen op 60 mijlen afstand verwijderd, welke plaats hij gelukkig bereikte, en waar de ORION aan de grond gezet, en het beschadigde gedeelte met planken voorzien werd, ten einde naar Londen te kunnen opvaren, om gerepareerd te worden. Zo als bekend is, verliet de ORION sedert de Theems en arriveerde reeds in Gibraltar. (opm: zie Kroniek 1869, NRC 23 en 24 december)
|