Inloggen
PRINSES MARIE - ID 8322


Kroniekberichten

Datum 16 mei 1877
Krant AH - Algemeen Handelsblad

Advertentie. Stoomvaart-Maatschappij Zeeland. Voor de beide aan de Clyde in aanbouw zijnde stoomschepen PRINSES MARIE en PRINSES ELISABETH worden verlangd twee hoofdmachinisten, om tegenwoordig te zijn bij de bouw en de opstelling der machines te Glasgow en later bij het in de vaart komen der machine der schepen als hoofdmachinisten dienst te doen.
Geen personen zullen in aanmerking komen dan die uitmuntende getuigschriften overleggen omtrent bekwaamheid en gedrag.
Gegadigden vervoegen zich aan de Koninklijke Nederlandsche Stoomboot Maatschappij, directeur der Stoomvaart-Maatschappij Zeeland, te Amsterdam.

Afbeelding
Datum 26 augustus 1877
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Middelburg, 24 augustus. Naar wij vernemen, zullen vermoedelijk tegen het einde dezes jaars twee nieuwe stoomschepen der Maatschappij Zeeland op de lijn Vlissingen - Queensborough in dienst gesteld worden, die thans aan de Clyde te Glasgow in aanbouw zijn. Ze zullen de namen dragen van PRINSES MARIE en PRINSES ELIZABETH naar de dochters van de groothertog van Saksen-Weimar-Eisenach, wiens gemalin de zuster is van Z.K.H. prins Hendrik.
De beide stoomschepen, welke ieder 100 meter lang zijn, zullen in ruimte en doelmatige inrichting voor passagiers de STAD MIDDELBURG en de STAD VLISSINGEN nog overtreffen. De salons zullen met weelde en smaak ingericht worden, terwijl schilders van naam, als de heren Mesdag, Heemskerk van Beest en Kellner, hun medewerking hebben toegezegd om de panelen der beschotten met hun werken op te luisteren.
Men deelt ons verdere mede, dat het voornemen zou bestaan, bij de indienststelling dezer schepen, de kleinere STAD BREDA niet meer voor de dagelijkse vaart te gebruiken. Ook zou dan de dienst, zowel van Queensborough als van Vlissingen, niet alleen op alle dagen der week, maar ook des zondags aangevangen worden.

Afbeelding
Datum 09 januari 1878
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Vlissingen, 8 januari. De stoomboot PRINSES MARIE heeft op de reis van Queenstown herwaarts schade aan een der wielen bekomen, door in zee op een onbekend voorwerp te slaan.

Afbeelding
Datum 13 januari 1878
Krant AH - Algemeen Handelsblad

Men schrijft ons uit Vlissingen:
Het prachtige stoomschip PRINSES MARIE, bestemd als mailboot bij de maatschappij Zeeland dienst te doen, ligt sinds enige dagen in onze haven. De inrichting van dit zeekasteel, welks bouw reeds vroeger herhaaldelijk beschreven werd, kan wat gemak, goede smaak en weelde betreft, niet te hoog geroemd worden. Het zal echter nog wel enige tijd duren voor het in dienst gesteld wordt. Alvorens het schip door de maatschappij kan aangenomen worden, moet het een kleine wijziging aan de machines ondergaan, waartoe Schotse werklieden van de fabriek der heren John Elder & Co. te Glasgow naar hier zullen overkomen, en vervolgens moet het stoomschip nog een proefvaart maken. Er kan dus nog enige tijd verlopen vóór het in de vaart zal worden gebracht. De buitengewoon prachtige inrichting der nieuwe boten, die elk ongeveer 7 tonnen gouds zullen kosten, zal het steeds toenemend aantal passagiers der nieuwe lijn zeker nog doen vermeerderen.

Afbeelding
Datum 26 januari 1878
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Vlissingen, 25 januari. Het Nederlandse schip ZUID-HOLLAND, kapt. Volkersz, alhier in het dok liggende, geraakte heden middag in een zware bui of drift en liep tegen het stoomschip PRINSES MARIE, welk schip, evenals de kade, belangrijke schade leed.

Afbeelding
Datum 29 januari 1878
Krant AH - Algemeen Handelsblad

Bij de hevige storm van vrijdag geraakte het schip ZUID-HOLLAND in het buitendok te Vlissingen gelegen, driftig en dreef tegen de nieuwe mailboot PRINSES MARIE, die vrij belangrijke averij aan de spiegel bekwam.

Afbeelding
Datum 16 maart 1878
Krant AH - Algemeen Handelsblad

Wij lezen in de Glasgow Newspaper de beschrijving van de proeftocht der nieuwe boot van de Maatschappij Zeeland, de PRINSES ELISABETH. Deze prachtige raderboot, die door de Schotse dagbladen beschreven wordt als de snelste zeestomer, die op het ogenblik bestaat, (the fastest seagoing ship afloat), bereikte met volle lading een snelheid van 18 knopen. De Engelse mijl werd in 3 minuten 20 seconden afgelegd. Evenals de andere nieuwe boot dier maatschappij, de PRINSES MARIE, is deze boot 300 voet lang, 35 voet breed en 23 voet hoog. De beroemde firma John Elder & Co. bouwde deze boot, welke in Engeland geprezen wordt, als uitmuntende door bouw, inrichting en machinerie.

Afbeelding
Datum 21 maart 1878
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant

Het nieuwgebouwde stoomschip PRINSES ELIZABETH deed onlangs in Wemyss baai een proeftocht op de gemeten mijl. Aan boord bevonden zich de heer Van Woelderen, directeur der Maatschappij Zeeland, de heer De Hoog, inspecteur der Nederlandsche Vereeniging van Assuradeuren, benevens de leden der firma John Elder & Co., de bouwmeesters der boot en machine. Bovengemelde boot en de PRINSES MARIE zijn gebouwd voor rekening der Maatschappij Zeeland en bestemd voor de vaart tussen Vlissingen en Queensboro. De boot was zwaarder beladen dan men verwacht dat zulks gewoonlijk het geval zijn zal, en liep een vaart van 18 knopen als maximum, terwijl de gemiddelde spoed verkregen 17,225 knopen per uur was, waardoor deze boot voor de snelstvarende die er bestaat kan gehouden worden.
De afmetingen der PRINSES ELIZABETH en der PRINSES MARIE zijn als volgt: lengte 300, breedte 35 en 23 voet hol, waardoor op deze boten, die door de grote diepte der havens waarop zij varen, een grotere diepgang kunnen hebben dan de gewone kanaal-passagiersboten en daardoor veel vaster op het water liggen, de kansen van zeeziek te worden zeer verminderd zijn. De inrichtingen voor passagiers zijn op de weelderigste voet. Al de passagiers der eerste klasse hebben een vrije hut, de salons, die zo dicht bij het midden van het schip geplaatst zijn als doenlijk was, zijn goed verlicht en geventileerd. Dames-salons, rookkamers, baden, wasplaats enz. zijn alle ingericht met het oog op gemak, en bestaat er geen twijfel dat deze boten een belangrijke aanwinst zijn voor de lijn tussen Vlissingen en Queensboro.

Afbeelding
Datum 21 maart 1878
Krant DC - Dordtsche Courant

Naar de Middelburgsche Courant verneemt, is besloten tot een verwijding van de toegang tot het droge dok te Middelburg, ten einde die opening wijd genoeg te maken voor de nieuwe stoomschepen der Stoomvaart-Maatschappij Zeeland, de PRINSES MARIE en de PRINSES ELISABETH.

Afbeelding
Datum 22 maart 1878
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Helder, 21 maart. Heden ochtend doet de PRINSES MARIE, stoomschip der Maatschappij Zeeland, zijn proeftocht ter rede van Texel.

Afbeelding
Datum 23 maart 1878
Krant AH - Algemeen Handelsblad

Men schrijft ons uit Den Helder: Gisteren deed het stoomschip PRINSES MARIE van de Maatschappij Zeeland een proefreis ter rede van Texel.
Stomende langs de gemeten mijl, bleek dit prachtige schip een van de snelst varende stomers in Europa te zijn. Met 32 à 33 omwentelingen oefende de machine een kracht uit van ruim 3.500 paarden, terwijl het schip met een gemiddelde vaart van 16½ mijl door het water liep.
Zo ergens, dan gaat aan boord van de PRINSES MARIE snelheid van beweging, gepaard met doelmatige en prachtige inrichting. Rijk en toch zeer huiselijk ingerichte salons, ruime en goed geventileerde hutten, zo voor families als voor enkele personen. Afzonderlijke rookkamer voor heren en boudoirs voor dames, goede badkamers, net servies, uitstekende bediening zijn op dat stoomschip de factoren, die het korte verblijf aan boord zeer aangenaam zullen maken.
Door het in de vaart brengen van dergelijke schepen heeft de Maatschappij Zeeland getoond op welke uitmuntende wijze zij haar belangen met die der reizigers weet te verbinden, terwijl de scheepsbouwmeesters John Elder and Co. te Glasgow, zowel wat schip als machine aangaat, een waar kunstwerk hebben geleverd.

Afbeelding
Datum 18 mei 1878
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Vlissingen, 17 mei. De dienst tussen deze stad en Queensbro wordt voorlopig gedaan door de stoomboten PRINSES MARIE en PRINSES ELISABETH, zijnde van de STAD BREDA de ketels te zwak. De STAD VLISSINGEN ligt in reparatie, en de STAD MIDDELBURG geeft niet genoeg zekerheid voor de verlangde snelle overtocht.

Afbeelding
Datum 20 mei 1878
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant

Het stoomschip PRINSES MARIE heeft vrijdag ochtend bij aankomst in de buitenhaven te Vlissingen belangrijke schade toegebracht door aanvaring aan de ponton. De voorsteven drong, met doorsnijding van de ijzeren platen, in de zuidelijke drijfkist; een der zware kettingen, waarmede de ponton aan de wal verbonden was, en een der uithouders braken onder de grote spanning, die daardoor ontstond, tengevolge waarvan de toegangsbrug zo schrankte, dat ook een harer hoofdliggers doorbrak.
Naar wij vernemen, wordt de schade aan de ponton of NLG 100.000 begroot, doch heeft de stoomboot geen noemenswaardige schade geleden.

Afbeelding
Datum 22 september 1878
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant

Naar men ons meldt, is de Stoomvaart-Maatschappij Zeeland ontheven van de betaling der herstellingskosten van de schade, indertijd begroot op NLG 100.000,-, door haar stoomschip PRINSES MARIE in mei ll. toegebracht aan de ponton in de buitenhaven te Vlissingen.

Afbeelding
Datum 27 september 1878
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant

Zoals men weet, is de Stoomvaart-Maatschappij Zeeland ontheven van de herstellingskosten der schade (niet NLG 100.000,- maar ongeveer NLG 25.000,-) door haar stoomschip PRINSES MARIE in de maand mei jl. aan de ponton in de buitenhaven te Vlissingen toegebracht. Als toelichting meldt men ons, dat die vrijstelling gegrond is op de omstandigheid, dat men later een zogenaamde rug of bankje heeft gevonden, dat men verzuimd had hij het baggeren weg te nemen en dat de oorzaak zou geweest zijn, dat het schip een verkeerde richting nam.

Afbeelding
Datum 23 oktober 1878
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Vlissingen, 22 oktober. Volgens bericht van Queensboro is het stoomschip STAD VLISSINGEN aldaar met averij teruggekeerd, gesleept door de PRINSES MARIE.

Afbeelding
Datum 24 oktober 1878
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Vlissingen, 23 oktober. Volgens telegrafisch bericht is het stoomschip STAD VLISSINGEN in aanvaring geweest bij Noord-Voorland met een barge, waardoor deze zonk, De equipage werd gered. De STAD VLISSINGEN leed schade aan het schip en scheprad en werd door de PRINSES MARIE naar Queensboro teruggesleept. Door het breken van de sleeptros werd een der passagiers van de STAD VLISSINGEN doodgeslagen.

Afbeelding
Datum 24 oktober 1878
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Strandingen, verongelukking en vermissing

Omtrent het gisteren vermelde ongeluk, het stoomschip STAD VLISSINGEN overkomen, seint men ons uit Vlissingen de volgende nadere bijzonderheden. Het stoomschip werd des nachts ten 2 ure in volle zee, op de hoogte van Noord-Voorland, door een Engelse barge aangevaren. De barge werd wrak; haar bemanning is door de STAD VLISSINGEN gered. Wat het stoomschip zelf betreft, het werd geheel ontredderd, het wiel werd gebroken en een gat in het schip geslagen. In die toestand was het genoodzaakt te ankeren.
De PRINSES MARIE, die passeerde, werd de noodseinen gewaar en nam de STAD VLISSINGEN op sleeptouw naar Queensboro. Onderweg brak de sleeptros en sloeg een der passagiers op de STAD VLISSINGEN dood. Des namiddags ten 1 ure kwam het stoomschip te Queensboro.

Afbeelding
Datum 25 oktober 1878
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Berichten uit het buitenland incl havens

Londen, 23 oktober. In de nacht van maandag is de schoener CHAMPION bij Noord-Voorland aangevaren door het stoomschip STAD VLISSINGEN, van Queensbro naar Vlissingen bestemd. Door het omvallen der mast van de schoener werden enige der equipage van het zinkende schip gekwetst en allen aan boord van de stoomboot STAD VLISSINGEN opgenomen, welke laatste zo zwaar beschadigd was, dat zij de reis niet kon voortzetten en noodseinen deed, die door het stoomschip PRINSES MARIE, van Vlissingen naar Queensbro bestemd opgemerkt werden en die de STAD VLISSINGEN op sleeptouw nam. Door het breken der sleeptros werd een der passagiers, een Duitser Baum genaamd, gedood en een ander zo zwaar gewond, dat men aan zijn herstel wanhoopt.

Afbeelding
Datum 29 oktober 1878
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant

Omtrent de aanvaring door de STAD VLISSINGEN wordt aan de Arnhemsche Courant nog uit Vlissingen gemeld, dat er van de bemanning van de schoener slechts één persoon gewond werd en dat die herstellende is. Het scheen de enige op het dek aanwezige matroos te zijn en van de schoener werd geen enkel licht, ondanks de buitengewoon donkere nacht, vertoond. De STAD VLISSINGEN heeft verder geen ogenblik in nood gezeten en kon ten anker liggende veilig de komst der PRINSES MARIE afwachten. De Duitser die door het springen van een sleeptros gedood is, was herhaaldelijk gewaarschuwd en verzocht zich te verwijderen uit de nabijheid der gespannen staande trossen. De jury heeft dan ook kapitein en equipage der mailboot van alle schuld vrijgesproken.

Afbeelding
Datum 05 april 1879
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Vlissingen, 4 april. Op het stoomschip STAD MIDDELBURG, gisteren avond van hier naar Queensbro’ vertrokken, is op de hoogte van Oostende een der cilinders gesprongen en werd het heden ochtend hier binnengesleept door het van Queensbro’ komende stoomschip PRINSES MARIE, dat des namiddags weder vertrok met de mail en passagiers van de STAD MIDDELBURG.

Afbeelding
Datum 22 juni 1879
Krant AH - Algemeen Handelsblad
Type bericht Verslagen van rederijen etc..

Het jaarverslag der Stoomvaart-Maatschappij Zeeland over 1878 luidt niet onbevredigend. Het passagiers- en goederenvervoer nam zeer toe: er werden 34.669 reizigers vervoerd, 25 procent meer dan in 1877, vooral 1e klasse, en 13.000 ton meer aan goederen, vooral ijlgoederen. De opbrengst was NLG 467.000,- meer dan het voorafgaand jaar, slechts NLG 90.000,- minder dan in de drie jaren 1875-1877 tezamen. Er is echter nog een tekort van NLG 78.000,-. De uitgaven waren NLG 146.000,- minder dan in 1877, ofschoon 36 reizen meer werden afgelegd, het scheepspersoneel werd uitgebreid, de assurantie vermeerderd enz. De nieuwe schepen PRINSES MARIE en PRINSES ELIZABETH zijn namelijk veel goedkoper in de exploitatie, dan de boten die naar Middelburg en Vlissingen genoemd zijn, en men had minder averij dan in 1877. De ontvangsten stegen tot NLG 1.968,- per reis, het verlies daalde tot 11½ procent. De directie gelooft daarom, dat de verliesjaren voorbij zijn. Over 1879 wordt voor brievenvervoer NLG 54.000,- meer ontvangen en het personenvervoer is van 1 januari tot 30 april jl. reeds met 70-80 procent vermeerderd.
Ter vergadering van eergisteren werd de balans goedgekeurd en eveneens een overeenkomst met de Maatschappij tot Exploitatie van Staatsspoorwegen over het in de vaart brengen van een derde stoomboot. Omtrent de regeling der door prins Hendrik gewaarborgde schuld kon de directie nog geen nadere mededelingen doen.

Afbeelding
Datum 13 augustus 1879
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Vlissingen, 11 augustus. Heden ochtend, bij het lossen van de PRINSES MARIE van de Stoomvaart-Maatschappij Zeeland, werd opgemerkt, dat er ongeveer twee voet water in het schip was, waardoor een grote menigte vrachtgoederen beschadigd is. Alleen van het expeditie kantoor Brasch en Rothenstein werd voor een waarde van acht en dertig duizend mark geweigerd in ontvangst te nemen. Na het uitpompen van het water heeft men nergens een lek kunnen ontdekken, zodat men op dit ogenblik nog in het onzekere verkeert hoe dit water in het schip is gekomen.

Afbeelding
Datum 27 september 1879
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Verkoop schepen

Rotterdam, 26 september. Bij de firma John Elder te Glasgow is een derde stoomschip besteld voor de Stoomvaart-Maatschappij Zeeland. Het zal de naam voeren KONINGIN EMMA en volkomen gelijk zijn aan de zusterschepen PRINSES MARIE en PRINSES ELISABETH. Het zal reeds het volgend voorjaar gereed moeten zijn, om in de lijn te komen, zodra het reisseizoen weer begint. Behalve de PRINSES MARIE en PRINSES ELISABETH, heeft de Maatschappij Zeeland nog de STAD MIDDELBURG en STAD VLISSINGEN., benevens de kleinere STAD BREDA, alle drie oudere schepen, die alleen de maildiensten kunnen vervullen als het getij gunstig is. Een der grotere, met de STAD BREDA, zullen worden verkocht zodra de KONINGIN EMMA gereed is. De maatschappij houdt dan over voor de dienst de PRINSES MARIE, PRINSES ELISABETH en KONINGIN EMMA en de STAD MIDDELBURG of STAD VLISSINGEN als reserve, waarmede zij volkomen in staat is onder alle omstandigheden aan de postovereenkomst te voldoen.
Zoals men weet, zal de Maatschappij tot Exploitatie van Staatsspoorwegen het benodigde kapitaal voor het nieuwe stoomschip voorschieten. Deze regeling, enige dagen geleden door de aandeelhouders bekrachtigd, verzekert de toekomst van de Maatschappij Zeeland en doet de spoorwegmaatschappij het drukker verkeer op hare lijnen behouden, dat tevens een gevolg is van de goede naam, die de nieuwe boten van de Maatschappij Zeeland in geheel Europa reeds hebben. (opm: bovengenoemde KONINGIN EMMA kwam in de vaart als PRINS HENDRIK)

Afbeelding
Datum 15 december 1879
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Strandingen, verongelukking en vermissing

Het stoomschip STAD VLISSINGEN van de Maatschappij Zeeland, gisteren avond van Vlissingen vertrokken, is, door de op eens ingevallen zware mist misleid, aan de overzijde van Vlissingen op een berm bij Nieuwesluis gevaren. De passagiers, met een door genoemde maatschappij gezonden sleepboot naar Vlissingen teruggebracht, hebben met betrekkelijk gering oponthoud met de extra boot PRINSES MARIE hun reis vervolgd. Het schip is doorgebroken en zal vermoedelijk wrak worden.

Afbeelding
Datum 20 januari 1881
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Vlissingen, 19 januari. De mailboot PRINS HENDRIK is nog niet binnen. Het stoomschip PRINSES MARIE, die gisteravond half tien moest uitgaan, vertrok ten gevolge van de late aankomst van de trein eerst vannacht 2 uur.

Afbeelding
Datum 21 januari 1881
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Binnenlandse berichten gearriveerde, vertrokken schepen

Vlissingen, 20 januari. Gisteravond om 10 uur arriveerde van Queensbro het stoomschip PRINSES MARIE, in plaats van het stoomschip PRINS HENDRIK, die te Queensbro gebleven is, daar de lading niet ontscheept kon worden.

Afbeelding
Datum 02 februari 1881
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Vlissingen, 1 februari. De mailboot PRINSES MARIE is nog niet aangekomen. Het heeft door mist niet op tijd Queensboro kunnen verlaten.

Afbeelding
Datum 20 juni 1881
Krant AH - Algemeen Handelsblad
Type bericht Strandingen, verongelukking en vermissing

Londen, 18 juni. Het Nederlandse stoomschip PRINSES MARIE, van Queensbro naar Vlissingen, is bij Sheerness gestrand, doch met geringe schade weder vlot geworden en heeft na gedane reparatie de reis voortgezet.

Afbeelding
Datum 03 juli 1881
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Verslagen van rederijen etc..

Aan het op de algemene vergadering te Vlissingen uitgebracht verslag omtrent het zesde boekjaar van de Stoomvaart Maatschappij Zeeland is het volgende ontleend:
Het materieel verkeert in goede staat; de vloot wordt als voldoende voor de goede uitvoering van de dienst beschouwd.
Het stoomschip PRINS HENDRIK, gebouwd voor rekening van de Maatschappij tot Exploitatie van Staatsspoorwegen, werd de 1e juli 1880 in dienst genomen en voldoet even goed als de PRINSES MARIE en de PRINSES ELISABETH. De STAD MIDDELBURG, thans AURORA genaamd, is door vernieuwingen en verbeteringen tot een zeer goed vervoerschip ingericht, waarvan het kolenverbruik aanmerkelijk minder dan vroeger en de vaart verbeterd is.
De pogingen, sinds een paar jaar aangewend tot het tot stand komen van een directe verbinding van Berlijn naar Londen over deze route, ten einde het personenvervoer van Noord-Duitsland over Vlissingen te leiden, zijn met goede uitslag bekroond. De nieuwe dienst is thans in werking. Een postpakketdienst, ingericht tussen Duitsland en de verschillende plaatsen in Engeland over deze route, begint zich vrij goed te ontwikkelen.
Er werden vervoerd: Van Vlissingen naar Queenborough 29.868, van Queenborough naar Vlissingen 29.558, tezamen 59.426 reizigers, dus meer dan in 1879: 7.817.
In het volgend jaar zal een verhoging van de personenvrachten voor Duitsland worden ingevoerd. De vrachten voor de goederen zijn nog steeds laag en verbetering is nog niet in het vooruitzicht met het oog op de opheffing van de transit-tarieven door de Duitse banen.
De basiswaarde van het materieel bedroeg op 31 december jl. NLG 2.184.730,311/2.
Voor het gebruik van het stoomschip PRINS HENDRIK is aan de Maatschappij tot Exploitatie van Staatsspoorwegen een rente verschuldigd ad. 5 procent per jaar over de kostende prijs van NLG 625.848,45, in dier voege, dat gedurende de twee eerste jaren 31/2 % per jaar en de volgende jaren 4 % per jaar is uit te keren; terwijl de resterende 11/2 %, resp. 1 %, bij het eindigen van het contract en de overneming van het stoomschip zal worden verrekend.
De nieuwe stoomschepen zijn, voornamelijk wat het verbruik van steenkolen betreft, aanzienlijk voordeliger dan de STAD MIDDELBURG en STAD VLISSINGEN, welk voordeel tegen de genoemde uitkering opweegt. De 73 reizen, door de PRINS HENDRIK van 1 juni tot 31 december afgelegd, kostten per reis aan steenkolen NLG 397, dat is voor 73 reizen NLG 28.981; eenzelfde aantal reizen per STAD VLISSINGEN zou kosten NLG 660 per reis, of NLG 48.180. Verschil NLG 19.199.
Ter verdere uitvoering van de voorwaarden, waarop de PRINS HENDRIK is aangekocht en in gebruik gegeven, werden een ketelfonds en een aflossingsfonds gevormd; beide fondsen te beheren door de Expl. Maatschappij. De aanwezige waarde in het ketelfonds, dat dienstbaar is voor alle bij de Maatschappij in gebruik zijnde stoomschepen, bedroeg op 31 december 1880 NLG 21.232.
In het aflossingsfonds werd gestort:
1º. De betaalde assurantie voor het stoomschip STAD VLISSINGEN ad. NLG 372.662;
2º. Maandelijkse bijdragen, gerekend tegen 2 % per jaar van de prijs van het stoomschip PRINS HENDRIK, NLG 7.301.
3º. Gekweekte rente NLG 10.964. Totaal NLG 390.928.
Met inbegrip van een extra reis van het stoomschip PRINSES ELISABETH ten behoeve van de Prins van Wales, zijn in het geheel 367 reizen afgelegd, tegen 364 in 1879 en 348 in 1878. De bruto opbrengsten klommen tot NLG 981.030 of NLG 2.673 per reis, tegen NLG 877.043 of NLG 2.409 per reis in 1879 en NLG 684.922 of NLG 1.968 per reis in 1878.
In onderdelen werd in 1880 ontvangen voor:
Reizigers en bagage . . . . NLG 534.999
Koopmansgoederen . . . . NLG 272.311
Brievenmalen . . . . NLG 151.000
Pacht van de buffetten . . . NLG 11.308
Diversen . . . . NLG 11.412
Totaal . . . NLG 981.030
De gemiddelde opbrengst, vergeleken met beide voorgaande jaren, is als volgt:
Reizigers.
Aantal. Kilo's bagage. Opbrengst. Gemiddeld per
reiziger.
1880 59.426 1.456.532 NLG 534.999 NLG 9,00
1879 51.609 1.285.198 NLG 469.318 NLG 9,09
1878 34.669 864.000 NLG 322.432 NLG 9,30
Koopmansgoederen.
Aantal tonnen à 1000 kg. Opbrengst. Gemiddeld per ton
1880 35.425 NLG 272.311 NLG 7,681/2
1879 29.724 NLG 240.571 NLG 8,091/2
1878 27.782 NLG 249.399 NLG 8,97
De uitbreiding van het goederenvervoer gaf niet die verbetering in de ontvangsten, die daarvan kon worden verwacht. In het afgelopen jaar is dit hoofdzakelijk toe te schrijven aan de opheffing van de Duitse transittarieven, o.a. naar Vlissingen. De daarvoor in de plaats, door de Duitse spoorwegen, geheven hogere lokaalvrachten deden het aandeel van de Maatschappij aanzienlijk dalen.
De exploitatiekosten over 1880 bedragen NLG 719.768 of NLG 1.961 per reis, tegen NLG 717.930 of NLG 1.972 per reis in 1879 en NLG 763.116 of NLG 2.192 per reis in 1878.
Het afgelopen jaar vorderde geen uitgaven van enig belang wegens averijen; de haven- en bakengelden te Queenborough verschuldigd, werden door het Engelse Gouvernement voor de Maatschappij opnieuw verminderd en het minder verbruik van steenkolen, door het in de vaart komen van de PRINS HENDRIK, spaarde een aanzienlijke som. Tegenover deze besparing in de uitgaven staan buitengewone kosten wegens het aanbrengen van een stel nieuwe superheaters in de PRINSES MARIE en de PRINSES ELISABETH en de nieuwe uitrusting van de STAD MIDDELBURG. Het totaal bleef daardoor ongeveer gelijk aan dat over 1879.
De verhouding van exploitatiekosten tot de ontvangsten is als volgt:
Percentage
Tijdvak. Ontvangsten. Exploitatie kosten. Verschil. v.d. expl.kst. tot de
ontvangsten
26 juli - 14 nov. 75. NLG 45.515 NLG 320.770 NLG 275.255 704
15 mei - 31 dec. 76 NLG 143.668 NLG 473.765 NLG 330.097 329
1 jan. - 31 dec. 77 NLG 363.574 NLG 909.224 NLG 545.649 250
1 jan. - 31 dec. 78 NLG 684.922 NLG 763.116 NLG 78.193 111
1 jan. - 31 dec. 79 NLG 877.043 NLG 717.930 NLG 159.113 81
1 jan. - 31 dec. 80 NLG 981.030 NLG 719.768 NLG 261.262 73
Het vorenstaande samenvattende, blijkt dat het jaar 1880 het volgende resultaat geeft:
Bruto opbrengsten NLG 981.030, exploitatiekosten NLG 719.768, dus voordelig saldo NLG 261.262. Hiervan moeten worden afgetrokken:
1º. Het nadelig saldo van de interestrekening ad. NLG 165.287;
2º. Vijf % van de uitgelote, in circulatie zijnde obligaties op de balans voorkomende à 95 % ad. NLG 1.000;
3º. Tweede gedeelte van de aannemingssom voor de ten behoeve van de STAD MIDDELBURG geleverde nieuwe ketels enz. ad. NLG 30.549;
4º. Bijdrage ten behoeve van het ketelfonds ad. NLG 21.000; tezamen NLG 217.336; zodat er een zuivere winst overblijft van NLG 43.425, volgens de bestaande overeenkomsten aldus aan te wenden: 80 % af te schrijven van de ten laste van de rekening "erven van wijlen Z.K.H. Prins Hendrik" overgeschreven nadelige saldo's van de jaren 1876 tot en met 1879, tezamen NLG 1.606.272, NLG 34.740 en 20% af te schrijven op het nadelig saldo over het jaar 1875 ad. NLG 333.233, NLG 8.685.

Afbeelding
Datum 22 januari 1882
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Berichten uit het buitenland incl havens

Queenborough, 20 januari. Het stoomschip PRINSES MARIE, van Vlissingen naar Queenborough, heeft 20 januari om 6 uur ´s ochtends op de Sheerness Middlesand aan de grond gezeten, doch kwam om 8 uur voormiddag zonder enige schade geleden te hebben weer vlot.

Afbeelding
Datum 25 maart 1882
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant

Uit Vlissingen meldt men ons: Het stoomschip PRINSES MARIE van de Stoomvaart Maatschappij Zeeland is in de afgelopen nacht op haar reis van Queenborough naar Vlissingen op de Thames in aanvaring gekomen met de Engelse schoener WOODLAND. De PRINSES MARIE kwam echter hier op tijd aan en heeft weinig schade.

Afbeelding
Datum 25 maart 1882
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Vlissingen, 24 maart. De Engelse schoener WOODLAND, kapt. Pengyll, van Londonderry naar London, is op de Thames door de mailboot PRINSES MARIE, van Queenborough naar Vlissingen bestemd, in de grond gelopen, de equipage, die zich met eigen boot redde, werd door de PRINSES MARIE, hier aangebracht.

Afbeelding
Datum 26 maart 1882
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant

Omtrent de aanvaring van de mailboot PRINSES MARIE wordt ons nader het volgende gemeld: De schoener WOODLAND is letterlijk in de grond gelopen. De bemanning heeft zich met een boot gered en is door de PRINSES MARIE te Vlissingen aan land gebracht. De schoener was geladen met haver.

Afbeelding
Datum 27 juni 1882
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Verslagen van rederijen etc..

Aan het jaarverslag der Stoomvaart-Maatschappij Zeeland is nog ontleend:
De dienst werd in het afgelopen jaar bijna uitsluitend verricht door de stoomschepen PRINSES ELISABETH, PRINSES MARIE en PRINS HENDRIK. Niet alleen wat snelheid, doch ook wat deugdelijkheid betreft, bleven de schepen aan de hoogste verwachtingen beantwoorden. Het stoomschip AURORA, dat in januari 1881 geheel gereed kwam, werd de 1e februari in de vaart gebracht, ten einde de drie bovengenoemde schepen successievelijk te kunnen doen dokken en nazien.
De mindere tijdruimte voor onze dienst gelaten voor de reis van Vlissingen naar Queenborough, na de invoering van de verbinding met Berlijn, noodzaakte ons, ten einde ook bij ongunstig getij en slecht weder zekerheid van aansluiting met de corresponderende treinen te hebben, in de regel de nieuwe schepen te gebruiken.
Wij zijn ten volle overtuigd dat een langere rust dan één maand per jaar voor de nieuwe schepen zeker zeer gewenst, en uit een economisch oogpunt zelfs gebiedend noodzakelijk is. Wij stelden reeds pogingen in het werk om tot de gewenste toestand te komen en vleien ons, binnen een niet te ver verwijderd tijdstip, u voorstellen te kunnen doen, ten einde er toe te geraken een vierde schip van het Prinsessen-type aan onze vloot toe te voegen, waardoor aan de thans in de vaart zijnde schepen het behoorlijk verhaal kan gegund worden.
Het vervoer, zowel van personen als van koopmansgoederen, was ook weder in het afgelopen jaar toenemende. In de maand november was de toevoer van goederen zelfs zó groot, dat buitengewone maatregelen moesten genomen worden. Het charteren voor korte tijd van een vrachtgoederenboot was de aangewezen weg, doch door de hoge eisen van reders, moesten wij er van afzien dat middel te gebruiken en besloten wij daarom ons reserve-stoomschip in de vaart te brengen om, naast de gewone dienst, uitsluitend tot vervoer van de goederen te dienen. Met twee extra reizen op 15 en 21 november, waren de goederen zover opgeruimd, dat met een weinig inspanning door de gewone dienst weder in dat vervoer kon worden voorzien.
De bruto opbrengsten zijn ook weder in het afgelopen jaar gestegen, zij beliepen in totaal NLG 1.074.810 tegen NLG 981.030 in 1880, NLG 877.043 in 1879 en NLG 684.922 in 1878. In onderdelen werd ontvangen in 1881 wegens het vervoer van reizigers en bagage NLG 587.420,78; koopmansgoederen NLG 312.774,48; brievenmalen NLG 151.000; pacht der buffetten op de stoomschepen NLG 12.375,60; diversen NLG 11.239,37 ½. De totale ontvangst per reis was NLG 2.928,64 in 1881; NLG 2.673,11 en 1880; NLG 2.409,46 in 1879; NLG 1.968,17 in 1878; of per honderd (het jaar 1878 berekend 100 procent) 157 procent, 143 procent, 128 procent, 100 procent.
Uit het bovenstaande blijkt dat de ontvangsten wegens het vervoer van reizigers en bagage in 1879 NLG 146.885, in 1880 nog NLG 65.681, in 1881 wederom NLG 52.421 verbeterden. Mogen wij niet verwachten dat deze vooruitgang in dezelfde verhouding zal voortduren, wij hebben in de directe verbinding met Noord-Duitsland toch weder een nieuwe bron, waardoor het personenvervoer vooral in de wintermaanden nog kan toenemen.
In 1881 werden vervoer: in verkeer met Duitsland via Boxtel-Wesel 6.569 reizigers, met Duitsland via Venlo 32.560, met België 8.604 en met Nederland 16.220, totaal 63.953 reizigers.
De ontvangsten wegens het vervoer van goederen werden sterk aangedaan door de opheffing van sommige Duitse transittarieven, waarvan wij ook reeds over de twee laatste maanden van het jaar 1880 de nadelen moesten ondervinden. Het groter kwantum dat wij vervoerden en de vooruitgang in het vervoer van pakjes en ijlgoederen weegt echter ruimschoots op tegen gezegd nadeel en kunnen wij per slot nog op een meerdere ontvangst wijzen van NLG 40.463.
Het vervoer van brievenmalen verkreeg door de nieuwe verbindingen, die de 15e mei 1881 tot stand kwamen, grote uitbreiding. Naar het sedert die datum vervoerde gewicht berekend, zou onze Maatschappij van de Staat der Nederlanden te vorderen hebben een som van ongeveer NLG 120.000 per jaar, of ruim het dubbele van het bedrag der eerste jaren. Voor dit vervoer ontvangt de Maatschappij van de Staat een vergoeding van minstens NLG 151.000 per jaar, met bepaling van restitutie van het meer ontvangen bedrag, ingeval naar het vervoerde gewicht de som van NLG 151.000 zal worden overschreden. De toename van dit vervoer, hoewel voor onze Maatschappij dus geen geldelijk voordeel aanbrengende, is niettemin voor haar een zeer welkome gebeurtenis.
Van het vasteland naar Engeland vervoerden wij de Russische, Oostenrijkse, Hongaarse, Poolse, Noord- en Zuid Duitse, Nederlandse en somwijlen de Turkse brievenmalen. Van Engeland naar het vasteland gaan alleen de Nederlandse brievenmalen over onze lijn en zal hoogstwaarschijnlijk eerst dan het vervoer naar Rusland, Oostenrijk enz. voor onze route gewonnen worden, indien evenals te Queenborough, ook aan deze zijde een dubbel spoor het mogelijk maakt, bij eventuele vertraging in de aankomst der boten zonder oponthoud de reis te kunnen vervolgen.
De exploitatiekosten bedragen in 1881 in totaal NLG 728.624 of NLG 1.985,35 per reis, tegen NLG 719.768 of NLG 1.961,22 per reis in 1880, NLG 717.930 of NLG 1.972,33½ per reis in 1879 en NLG 763.116 of NLG 2.192,87 per reis in 1878.
Hierbij valt op te merken, dat in het afgelopen jaar de exploitatierekening is bezwaard met een bedrag van NLG 11.411,05 wegens aandeel in de schade, de 30e januari 1881 belopen door de aanvaring van het stoomschip PRINSES ELIZABETH met het Engelse stoomschip MOORSLEY.
Zoals uit het voorafgaande blijkt, beliepen in 1881 de bruto opbrengsten NLG 1.074.810,23½, en de exploitatiekosten NLG 728.624,23, gevende een voordelig saldo van NLG 346.186,00½. Hiervan moeten worden afgetrokken:
1. Het nadelig saldo der interestrekening NLG 166.546,62,
2. 5 % van de in december 1881 uitgelote, in circulatie zijnde obligaties, op de balans voorkomende à 95 % NLG 950,
3. Bijdrage ten behoeve van het ketelfonds NLG 36.000,
4. Afschrijving op het buiten dienst gestelde stoomschip STAD BREDA NLG 50.000; samen NLG 253.495,62; latende een overschot van NLG 92.689,38½, hetwelk volgens de bestaande overeenkomst is aan te wenden als volgt: 4/5 gedeelte af te schrijven van de ten laste der rekening Hoge Erven van wijlen Zijne Koninklijke Hoogheid Prins Hendrik der Nederlanden HD. voorwaardelijke vordering, overgeschreven nadelige saldo’s der jaren 1876 tot en met 1879 (na de afschrijving over het voorgaande jaar per rest NLG 1.571.531,86) NLG 74.151,51; 1/5 gedeelte af te schrijven op het nadelig saldo over het jaar 1875 (na de afschrijving over het voorgaande jaar per rest NLG 324.547,93) NLG 18.537,87½.

Afbeelding
Datum 09 september 1882
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant

De Ned. Fin. (opm: een krant, waarvan de naam ons niet duidelijk is, mogelijk de Nederlandsche Financier) deelt de nota mede, aan de aandeelhouders van de Maatschappij Zeeland verzonden ter toelichting van de met de Hoge Erven van Prins Hendrik ontworpen overeenkomst, waarvan de hoofdinhoud is vermeld. De overeenkomst bestaat uit 9 artikelen. Art. 1 bepaalt de aflossing van de obligatielening van NLG 2.913.000 binnen vier weken na de goedkeuring van de te wijzigen statuten, door middel van contanten, door de Erven bovengenoemd te verstrekken en de terhandstelling tegen die som aan de Erven van 2.913 aandelen van NLG 500, benevens 1.600 bewijzen van deelgerechtigheid.
Art. 2 beveelt de vernietiging van de 2.913 aandelen tweede serie, die bij de Nederlandse Bank berusten.
Art. 3 beveelt de kapitaalvermindering tot op de helft en de bestemming van de dus beschikbaar geworden NLG 2.041.000 tot afschrijving van de in de jaren 1875 tot en met 1879 geleden verliezen en tot gedeeltelijke afschrijving van de waarde van de stoomschepen.
Art. 4 stelt de preferentie vast van de aan de Erven bovenbedoeld te verstrekken nieuwe aandelen op een winst van 5 % na de volgens de statuten te verrichten afschrijvingen en verder het recht van de bewijzen van deelgerechtigheid op 40 % van de overwinst, nadat op alle aandelen 5 % zal zijn uitgekeerd, waarna eindelijk alle aandelen gelijkelijk gerechtigd worden verklaard tot het aandeel in de overwinst, dat aan de gezamenlijke aandeelhouders bij de statuten zal worden toegewezen.
Art. 5 verordent de door deze bepalingen nodig geworden wijziging van de statuten, binnen 4 weken na ondertekening van de overeenkomst door de aandeelhouders goed te keuren.
Art. 6 bepaalt, dat de maatschappij het saldo van het haar verstrekte renteloos voorschot ad. NLG 110.815,111/2 terugbetaalt.
Art. 7 beveelt de uitvoering van de overeenkomst binnen 4 weken na bekomen Koninklijke bewilliging.
Art. 8 vernietigt de vroegere overeenkomst van 26 november 1876.
Art. 9 handhaaft het recht van de houders van niet uitgelote obligaties op renten ad. 41/2 % 's jaars van 1 juni 1882 tot de dag van de aflosbaarstelling, terwijl de door de maatschappij van 1 januari af voorgeschoten rente verrekend wordt met de bovenbedoelde som van NLG 110.815,111/2.
Ter toelichting was hierbij gevoegd de balans, zoals zij op 31 december was en zoals zij zich vertoont na de volgens deze overeenkomst aangebrachte wijzigingen. Aan de debetzijde verdwijnen de NLG 2.926.000 voor aandelen bij de bank gedeponeerd en de NLG 2.913.000 Hoge Erven van Prins Hendrik als waarborg voor de lening van 1876; aan de creditzijde verdwijnen de 2.913 obligaties van NLG 1.000, wordt de vordering van de meergemelde Erven ad. NLG 1.539.434,761/2 tot NLG 110.815,111/2 en het kapitaal van NLG 4.082.000 op NLG 2.041.000 gebracht.
Het gevolg is, dat de winst- en verliesrekening niet langer met NLG 306.010,051/2 aan de debetzijde voorkomt, maar er NLG 237.609,591/2 aan de creditzijde over is voor afschrijvingen op stoomschepen. Deze som zou dus verdeeld worden: STAD BREDA NLG 109.190,571/2, AURORA NLG 17.823,41, PRINSES MARIE NLG 55.297,801/2, PRINSES ELISABETH NLG 55.297,801/2. De rentelast van de maatschappij zal, gelijk verder wordt aangetekend, verminderen met plm. NLG 132.000 (voor de lening van 1876), terwijl als prelevement op de winst voortaan NLG 72.825 zal zijn uit te keren, een voordelig verschil van NLG 60.000. Hier tegenover staat het bezwaar, dat de eventuele verliezen, uit onvoorziene rampen of andere omstandigheden, niet meer ten laste van de Hoge Erven kunnen gebracht worden, maar door de maatschappij alleen moeten worden gedragen. Voor de beoordeling van de te verwachten uitkomsten van de eerstvolgende jaren moet voorts niet worden vergeten, dat de aanschaffing van een nieuw stoomschip, waartoe de directie gemachtigd is, meerdere uitgaven zal medebrengen, terwijl van nu aan een behoorlijke jaarlijkse afschrijving op het materieel zal moeten plaats hebben. Een en ander, wordt hierbij gevoegd, zal slechts strekken tot verzekering van het duurzaam en gezond voortbestaan van de maatschappij, dat door de goedkeuring van de overeenkomst, naar het inzien van de directie, mede zal worden bevorderd.

Afbeelding
Datum 27 oktober 1882
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Berichten uit het buitenland incl havens

Queenborough, 24 oktober. Het Nederlandse stoomschip PRINSES MARIE werd heden alhier aangevaren door de kustwachtkotter TIGER. De schade is nog onbekend.

Afbeelding
Datum 03 december 1882
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Vlissingen, 2 december. Door zware mist opgehouden zijn de mailboten PRINS HENDRIK en PRINSES MARIE, eerst hedenochtend om 9 uur te Oueensboro aangekomen, de laatste wordt alzo hedenavond hier terugverwacht.

Afbeelding
Datum 13 december 1882
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Vlissingen, 12 december. Het stoomschip PRINSES MARIE, is alhier van Queenborough niet aangekomen. Het stoomschip PRINSES ELISABETH is hedenochtend om 10 uur van Queenborough vertrokken en wordt hedenavond om 8 uur alhier verwacht.

Afbeelding
Datum 11 februari 1883
Krant AH - Algemeen Handelsblad

Queensbro’, 9 februari. Het stoomschip PRINSES MARIE, van Vlissingen naar Queensboro’, is bij het binnenkomen van laatstgemelde haven aan de grond geraakt, maar zonder ogenschijnlijke schade vlot gekomen.

Afbeelding
Datum 09 mei 1883
Krant PGC - Provinciale Groninger Courant

Queensbro, 5 mei. Het Nederlandse stoomschip PRINSES MARIE heeft bij het binnenlopen van Vlissingen de schoener LITTLE KATE, van Londen naar Caen, in de grond gevaren; het volk is gered.

Afbeelding
Datum 31 mei 1883
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Berichten uit het buitenland incl havens

Londen, 29 mei. De schoener LITTLE KATE, welke enige tijd geleden door het van Vlissingen komende Nederlandse stoomschip PRINSES MARIE werd in de grond gelopen, is gisteren gelicht. Bij onderzoek is bevonden dat het belangrijke schade heeft geleden. Men heeft tegen de Maatschappij Zeeland een eis tot schadevergoeding ingesteld, groot GBP 600.

Afbeelding
Datum 02 juni 1883
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Vlissingen, 1 juni. Aan boord van het stoomschip PRINSES MARIE der Stoomvaart-Maatschappij Zeeland werd gisteren avond de gehele thans voltooide electrische verlichting ontstoken, welke vervaardigd is door de firma W. Smit & Co. te Slikkerveer. Behalve de twee grote booglampen, die het gehele schip boven dek, alsmede de ponton verlichtten, werden een 80-stuks Swan-gloeilampen ontstoken, verdeeld over de salons, kajuiten en hutten, benevens de machinekamer. Het geheel maakte een prachtig effect en blijkens zoeven ontvangen telegram uit Queensboro heeft er gedurende de gehele zeereis geen enkele stoornis plaats gehad. Als een bijzonderheid kan worden vermeld, dat een en dezelfde dynamomachine de verlichting zowel voor de boog- als voor de gloelampen gelijktijdig ontwikkelt.

Afbeelding
Datum 09 augustus 1883
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Vlissingen, 8 augustus. Het stoomschip PRINSES MARIE van de Maatschappij Zeeland, vertrok hedenochtend buitenom naar Rotterdam, teneinde te Fijenoord herstellingen te ondergaan.

Afbeelding
Datum 21 november 1883
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Vlissingen, 20 november. Het stoomschip PRINSES MARIE, der Maatschappij Zeeland, sedert enige maanden te Fijenoord in reparatie, zal, nadat deze volbracht is, aanstaande zaterdag in het droogdok te Rotterdam worden geplaatst, en, na schoongemaakt en geschilderd te zijn, naar Vlissingen vertrekken om onmiddellijk te worden in dienst gesteld.
De PRINSES ELISABETH, een zusterschip van de PRINSES MARIE, moet gelijke herstellingen als deze ondergaan, en zal daartoe, zodra de PRINSES MARIE terug is, worden buiten dienst gesteld en verhalen naar de werf der Maatschappij De Schelde, aan welke het verrichten der herstellingen is opgedragen.

Afbeelding
Datum 29 november 1883
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Vlissingen, 28 november. Het mailstoomschip PRINSES MARIE, dat sedert ruim vier maanden aan het etablissement te Fijenoord lag tot het ondergaan van belangrijke herstellingen, zowel aan schip als machines, is heden avond te zes ure alhier teruggekeerd.
De inrichting der PRINSES MARIE is nu geheel gelijk aan die der WILLEM PRINS VAN ORANJE, de nieuwe boot der Maatschappij Zeeland.
Zij zal nog deze week weder in dienst worden gesteld, waarna de PRINSES ELISABETH tijdelijk uit de vaart komt, om een gelijke reparatie te ondergaan.

Afbeelding
Datum 02 januari 1884
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant

Uit Vlissingen wordt ons gemeld: De directie van de Maatschappij Zeeland heeft besloten op nog twee van haar schepen elektrische verlichting in te voeren. Naar men weet wordt de mailboot PRINSES MARIE reeds sedert het voorjaar elektrisch verlicht. Thans zal die wijze van verlichting ook worden ingevoerd aan boord van de boten PRINSES ELISABETH en PRINS HENDRIK. De levering en aanleg der machines en geleidingen is opgedragen aan de firma Willem Smit en Co. te Slikkerveer.

Afbeelding
Datum 15 januari 1884
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Vlissingen, 13 januari. De mailboot PRINSES MARIE, van Queenborough heden hier aangekomen, heeft op de uitreis enige averij aan het stuurboordwiel en de raderkast belopen, veroorzaakt door het breken van één der zware stalen wielplanken. Ongeveer 2/3e gedeelte van de laatste kwam met zoveel kracht tegen een tweede plank dat ook verbrijzeld werd en sloeg daarna nog boven door de raderkast, waarop het liggen bleef. De boot ondervond hierdoor geen noemenswaardig oponthoud en kwam op de gewone tijd aan.

Afbeelding
Datum 22 mei 1884
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Vlissingen, 21 mei. De Maatschappij Zeeland, die in het vorige jaar het stelsel van elektrische verlichting in praktijk bracht op haar stoomschip PRINSES MARIE, heeft thans dezelfde methode toegepast op nog twee van haar mailboten. Het elektrisch licht werd op het stoomschip WILLEM, PRINS VAN ORANJE gisteren avond met gunstig resultaat beproefd, terwijl het aan boord der PRINSES ELISABETH mede binnen enkele dagen zal ontstoken worden. Evenals destijds voor de PRINSES MARIE, werd de levering en aanleg der benodigde dynamo’s, toestellen en geleidingen ook thans weer gedaan door de firma Willem Smit & Co. te Slikkerveer.

Afbeelding
Datum 29 mei 1884
Krant VCO - Vlissingsche Courant
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Vlissingen, 28 mei. Op dinsdag 27 mei deed de mailboot PRINSES ELISABETH van de Stoomvaart-Maatschappij Zeeland haar proeftocht, na belangrijke reparaties aan schip, stoommachine en ketels te hebben ondergaan, welke tot het meeste genoegen van de directie door de Koninklijke Maatschappij De Schelde zijn uitgevoerd.
Gedurende de tijd dat de boot voor de reparatie aan de werf van de Maatschappij De Schelde lag, heeft de firma W. Smit & Co. te Slikkerveer de elektrische verlichting aangebracht, op dezelfde wijze als zulks op de PRINSES MARIE en de WILLEM PRINS VAN ORANJE is geschied.
De proefvaart liep gunstig af en werd de boot dadelijk in dienst gesteld, om dezelfde avond haar reis onder kapt. Brouwer naar Queenborough op te volgen.

Afbeelding
Datum 22 juni 1884
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant

De ontvangsten van de Maatschappij Zeeland zijn in het afgelopen jaar met plm. NLG 90.000 vermeerderd en bedroegen NLG 1.160.852,67½. De uitgaven zijn door de grote reparaties, o.a. aan het stoomschip PRINSES MARIE, NLG 32.000 hoger dan in het vorige jaar en beliepen alzo NLG 759.419,60½, zodat er een winst is van NLG 401.433,07. Na betaling van de rente op de obligatielening enz., plm. NLG 222.000, kan aan de aandeelhouders 6 pct. dividend worden uitgekeerd.

Afbeelding
Datum 31 juli 1884
Krant VCO - Vlissingsche Courant
Type bericht Verslagen van rederijen etc..

Vlissingen, 30 juli. Verslag van de Kamer van Koophandel over 1883 (verkort weergegeven).
De buitenlandse scheepvaartbeweging ging ook nu weer enigszins vooruit. De gewone opgaven omtrent in- en uitklaring konden ditmaal niet worden gegeven, zodat een juiste vergelijking met het vorige jaar niet mogelijk is.
Voor rekening van hier gevestigde rederijen waren nog in de vaart:
JOHNY gezagvoerder De Breed, bark 326 ton.
LUCIE " Olsen, bark 455 ton.
LOUISE " Bruin, 3-mastschoener 309 ton.
MARGARETHA " De Jong, 3-mastschoener 124 ton.
De Stoomvaartmaatschappij Zeeland bracht een nieuwe boot in de vaart, de WILLEM PRINS VAN ORANJE, waardoor zij in het bezit is van vijf stoomschepen. Vier daarvan, de PRINSES ELISABETH, PRINSES MARIE, PRINS HENDRIK en de vorengenoemde nieuwe boot zijn van de nieuwste constructie en geheel van dezelfde capaciteit. De AURORA wordt als reserveboot gebezigd.
De dienst werd gedurende het gehele jaar door al deze schepen uitmuntend uitgevoerd. Gemiddeld werden de reizen binnen de vastgestelde tijd van 8 uren afgelegd. Slechts hoogst zeldzaam werd de aansluiting met corresponderende treinen, door zware mist, verhinderd. Zelfs bij vliegend stormweer, o.a. op 2 december, toen de dienst Oostende-Dover moest worden gestaakt, werd de reis van hier naar Queenborough met betrekkelijk weinig vertraging afgelegd. Het personenvervoer bleef steeds toenemen. Ook het goederenvervoer was iets meer dan in 1882.

Afbeelding
Datum 22 november 1884
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Vlissingen, 20 november. De mailboot PRINSES MARIE van de Maatschappij Zeeland, die gedurende ruim twee maanden buiten de vaart was, is heden, na van een nieuwe donkey-ketel voorzien te zijn geworden, en na in het droogdok te Middelburg te zijn schoongemaakt, hier aangekomen, ten einde deze week weer in geregelde dienst te worden gebracht.
De mailboot WILLEM, PRINS VAN ORANJE, van dezelfde maatschappij, wordt nu tijdelijk uit de vaart genomen en zal eveneens te Middelburg dokken.

Afbeelding
Datum 22 januari 1885
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Binnenlandse berichten gearriveerde, vertrokken schepen

Vlissingen, 21 januari. Het stoomschip PRINSES MARIE, van Queensbrough, arriveerde hedenochtend om 08.00 uur ter rede, en bleef daar ten anker tot 11.00 uur, waarna het in de haven kwam. Er heerst zware mist.

Afbeelding
Datum 24 december 1885
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Vlissingen, 22 december. Het Nederlandse stoomschip PRINSES MARIE, dat dezer dagen met gebarsten as alhier aankwam, is tot herstel buiten dienst gesteld.

Afbeelding
Datum 25 december 1885
Krant PGC - Provinciale Groninger Courant
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Vlissingen, 22 december. Het stoomschip PRINSES ELISABETH, van de Maatschappij Zeeland, na onder eigen beheer de gewone jaarlijkse herstellingen en voorzieningen aan het schip en de machine te hebben ondergaan, deed heden op de rede te Vlissingen en in het zeegat een met goede uitslag bekroonde proeftocht en zal hedenavond de dienst op Queenborough hervatten. De PRINSES MARIE, die enige dagen geleden met gebarsten as binnenkwam, is tot herstel buiten dienst gesteld.

Afbeelding
Datum 01 juni 1886
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Vlissingen, 31 mei. Heden avond zal het stoomschip PRINSES MARIE van de Maatschappij Zeeland, dat gedurende enige tijd in reserve had gelegen, weder naar Queensboro vertrekken, terwijl de WILLEM PRINS VAN ORANJE enige tijd buiten de vaart geraakt om te Vlissingen onder eigen beheer der maatschappij enige herstellingen en voorzienigen aan het schip en de machine te ondergaan.

Afbeelding
Datum 20 september 1886
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant

De mailboot PRINSES MARIE van de Maatschappij Zeeland ligt sedert eergisteren te Middelburg in het droogdok om schoongemaakt en geverfd te worden, zodat op dit ogenblik de dagelijkse maildienst door de twee boten PRINSES ELISABETH en PRINS HENDRIK waargenomen wordt. De WILLEM PRINS VAN ORANJE, die reparaties aan schip en machine onderging, maakte gisteren morgen een proeftocht naar zee, die in alle opzichten voldeed. Dit schip is thans van dubbele schoorstenen voorzien, waardoor het oxideren der buitenhuid vermindert, en deze ook niet zoveel geverfd behoeft te worden, daar de hitte zich nu slechts op de binnenschoorsteen concentreert. Verder is er op dek boven de machinekamer een inrichting aangebracht, om meer lucht in deze te brengen, waardoor niet alleen de lucht ten gerieve van het machinepersoneel afgekoeld wordt, maar ook de vuren beter branden. Dezelfde inrichting werd enige tijd geleden met gunstige uitslag op de PRINSES MARIE aangebracht. Binnen weinige dagen zal de WILLEM PRINS VAN ORANJE in de vaart gesteld worden, om dan met de PRINSES MARIE en PRINSES ELISABETH dienst te doen, terwijl de PRINS HENDRIK opleggen zal om goed nagezien te worden.

Afbeelding
Datum 28 maart 1887
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Middelburg, 26 maart. Met de mailboot PRINSES MARIE zal zondagavond (opm: 27 maart) via Londen naar Glasgow vertrekken de bemanning voor de nieuwe mailboot ENGELAND, bestaande uit 30 personen onder het commando van de eerste officier Brommelo. Kapt. Stasse, die de ENGELAND naar Vlissingen brengen zal, en de eerste machinist, zijn reeds in Glasgow. De proeftocht zal op de 29e dezer plaats hebben.
De mailboot PRINSES ELISABETH is uit het droogdok te Middelburg in de 1e Binnenhaven te Vlissingen gelegd. Zij zal maandag a.s. in de vaart gesteld worden om de WILLEM PRINS VAN ORANJE te vervangen.

Afbeelding
Datum 22 mei 1887
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Verslagen van rederijen etc..

De opening van de dagdienst van de Stoomvaart-Maatschappij Zeeland. Vlissingen, 21 mei. De directie van de maatschappij Zeeland heeft de besturen van de spoorwegmaatschappijen, welke bij de nieuwe inrichting van haar dienst het meest rechtstreeks betrokken zijn, in de gelegenheid willen stellen haar materieel en haar andere hulpmiddelen door persoonlijke aanschouwing te leren kennen. Daarbij werden enkele voorname dagbladen uitgenodigd zich te doen vertegenwoordigen. Met veel ingenomenheid zijn deze uitnodigingen ontvangen en beantwoord en evenals in de volgende week, bij een tocht naar Queensborough, de Britse spoorwegbesturen en dagbladredacties met de nieuwe stoomschepen kennis zullen maken, zo waren heden Duitse en Nederlandse genodigden tot dat einde naar Vlissingen getogen. Iets meer dan beschrijven en verslaggeven is, geloven wij, bij deze gelegenheid onze taak. De Stoomvaart-Maatschappij Zeeland heeft aanspraak op de bijzondere belangstelling en genegenheid van iedere Nederlander. Stichting van Prins Hendrik, wiens naam met eerbied en liefde onder ons steeds genoemd wordt, heeft de maatschappij, door schranderheid en volharding, een loopbaan afgelegd, welke de Nederlandse naam tot eer strekt. Moeilijkheden is zij te boven gekomen, zoals niet alleen elke nieuwe onderneming te overwinnen heeft, maar ook tegenspoeden, die meer dan eenmaal haar bestaan schenen te bedreigen, gevolgen deels van eigen onervarenheid, deels van onwil, onverschilligheid en tegenwerking van anderen. Taai vasthoudende aan het eenmaal voor ogen gestelde doel, lerende van iedere teleurstelling, moet puttende uit elk teken van vooruitgang, heeft de Zeeland zich opgewerkt tot haar tegenwoordige hoogte, - en ook deze is voor haar weer geen rustpunt, maar punt van uitgang tot uitgebreider werkkring. Zij is, met dit verleden, geen uitzondering te midden van onze industriële ondernemingen; maar de veelzijdige, ook internationale, betekenis van een stoomvaartonderneming, welke een plaats inneemt onder de grote schakels van het wereldverkeer, geeft aanleiding haar meer dan gewone sympathie te schenken. Laat ons, om die te rechtvaardigen, een blik slaan in de geschiedenis van de maatschappij Zeeland, geboekstaafd in haar officiële jaarverslagen. De 26e juli 1875 geopend, had de dagelijkse stoombootdienst tussen Vlissingen en Londen onder ongunstige omstandigheden een aanvang genomen. Men had, gedreven door de wens om zonder verwijl te beginnen, Sheerness tot aanlegplaats in Engeland gekozen; Sheerness, met een hoofd dat dikwijls niet te naderen en te zwak was om spoorwegwagons of andere inrichtingen te dragen. Een aanlegplaats te Queensborough lag in het verschiet, - maar of zij ooit gereed zou komen, was bij het nog ongewis bestaan van de stoomboot-onderneming, onzeker. Luisterrijk ingewijd en door invloedrijke beschermers aanbevolen, trok de lijn in de aanvang redelijk veel reizigers. Maar de gebrekkige aanlegplaats in Engeland, gepaard aan stoomschepen van onvoldoend vermogen om een overtocht te verzekeren binnen de tijd, vereist voor rechtstreekse aansluiting aan de spoorwegen op het vasteland, deed de toeloop spoedig zó verflauwen, dat de 15e november van het openingsjaar de vaart gestaakt moest worden. De exploitatiekosten gingen de ontvangsten zo ver te boven dat men voortgaande, de maatschappij in de grond zou hebben geboord. Intussen voltooide de Londen-Chatham-Dover-Spoorwegmaatschappij haar aanlegplaats te Queensborough. Zodra was deze niet gereed, of de Zeeland toog, de 15e mei 1876, weer aan het werk. Ook nu was de stroom van reizigers, de omstandigheden in aanmerking genomen, vrij levendig. Maar de boten, de in Engeland gekochte STAD MIDDELBURG en STAD VLISSINGEN, met de kleinere STAD BREDA als reserve, verslonden zoveel kolen en kostten zoveel aan onderhoud, dat de verliespost op de exploitatie voortdurend onrustbarender verhouding aannam. Toen de winterdienst van ’76 geopend zou worden, overwoog men daarom of het niet raadzaam zou zijn, de dagelijkse dienst tot een anderdaagse in te krimpen. In dat geval echter, weigerde de Maatschappij tot exploitatie der Staatspoorwegen verder de lijn te ondersteunen en prins Hendrik, - altijd door tegenspoed het meest tot volhouden geprikkeld, - gaf de raad: liever nog enige opofferingen zich getroost, dan die onmisbare steun verspeeld. Hij, met enkele andere schrandere mannen, had van de aanvang af doorzien, wat lange tijd verborgen bleef voor hen wier taak het was, de Nederlandse “spoorwegpolitiek” te leiden, dat een dagelijkse gemeenschap met Engeland, op ruime leest geschoeid, een onmisbare schakel in het Nederlandse spoorwegnet was. ’s Prinsen persoonlijke bemoeiing was voor een niet gering deel oorzaak dat in het najaar van 1877 een overeenkomst met de staat der Nederlanden tot stand kwam, waarbij aan de maatschappij Zeeland het overbrengen van de post naar en van Engeland werd opgedragen, tegen een jaarlijkse toelage van NLG 152.000, op voorwaarde dat twee nieuwe stoomschepen van buitengewoon vermogen in dienst gesteld, en aan de dagelijkse vaart nog een op de zondagen toegevoegd zou worden. Geld om dit nieuwe materieel aan te schaffen, had de Zeeland echter niet en haar verleden was er niet naar, om haar krediet te doen hebben. De prins sprong bij en waarborgde de rente van een lening van NLG 3.200.000, zo om de twee boten te kopen als om schone rekening te maken. Zo kon men bij John Elder te Glasgow het beste bestellen, dat op de stoomboten-markt te krijgen was. Toen de vaartuigen gereed waren, in het voorjaar van 1878, was de vorstelijke vriend van de maatschappij er niet meer om ze te zien aankomen. Alvorens het werkzaam hoofd voorgoed ter rust te leggen, had hij echter het bestuur van de maatschappij in handen gezien, aan welke hij het met volkomen gerustheid kon toevertrouwen. De eerste zelfstandige directeur van de Zeeland, de luitenant ter zee 1e klasse C.L. van Woelderen, was sedert mei 1877 opgetreden. Zijn werk is het vooral wat de gasten van de maatschappij heden te zien krijgen. Sneller varende, of doelmatiger, met meer gemak en weelde ingerichte stoomboten dan de PRINSES MARIE en de PRINSES ELISABETH, die in april ’78 in de vaart kwamen, voeren tot die tijd tussen het vasteland en Engeland niet. Ook bleken zij oneindig goedkoper in het gebruik dan de oude. Het eerst jaar deed het oude materieel nog afwisselen met de nieuwe dienst; maar zo in het oog vallend was het onderscheid, dat in ’79 de Maatschappij tot Exploitatie van Staatsspoorwegen, thans beginnende te beseffen dat het belang van de Maatschappij Zeeland haar belang was, aanbood voor haar rekening een derde boot, gelijk aan de twee andere, te doen bouwen, die aan de Zeeland verhuurd en gaandeweg door amortisatie, het eigendom van deze zou worden. De oude boten zouden verkocht worden, doch een daarvan, de STAD VLISSINGEN, raakte op een mistige decembermorgen in 1879, bij de Nieuwe Sluis tegenover Vlissingen, aan de grond en ging verloren. Deze zeeramp, waarbij geen mensenlevens opgeofferd werden, is de enige van blijvende betekenis, welke de stoombootonderneming, op een traject dat zeker onder de gevaarlijkste ter wereld genoemd moet worden, te betreuren heeft gehad. In 1880 werd de rechtstreekse verbinding tussen Berlijn en Londen, over Vlissingen, tot stand gebracht, en daarmee de reizigersstroom uit noordelijk Duitsland beslist in deze richting geleid. Een postpakketdienst tussen Duitsland en Engeland werd tevens geopend, die spoedig in betekenis toenam. De 15e mei 1881 werden weer nieuwe verbindingen gelegd, waarvan aanzienlijke toeneming van de brievenmalen het gevolg was. Het was alsof men de kwade tijd voorbij en van de toekomst verzekerd was. Daar stond op eenmaal, de 19e mei 1882, het hoofd te Queensborough, met alle daarop gebouwde bergplaatsen, kantoren en andere inrichtingen, in lichterlaaie en brandde binnen weinige uren tot op de waterlijn af. Met moeite werd de aan het hoofd gemeerde PRINS HENDRIK in veiligheid gebracht. De betekenis van dit onheil heeft in de aanvang niemand kunnen vermoeden. Het was wel duidelijk dat de vaart, om niet gestremd te worden, voor het ogenblik verlengd moest worden naar Dover, waarheen zij, onder onbeschrijfelijke bezwaren, een maand lang volgehouden werd. Ook begreep men wel, dat toen de vaart op Queensborough hervat werd, de inrichting aldaar aanvankelijk hoogst gebrekkig zijn en dit een tijdlang blijven zou. Het verkeer moest van dat alles een zeer nadelige invloed ondervinden. Maar dat het zo lang duren en met zoveel moeilijkheden gepaard gaan zou, als het geval geweest is, alvorens te Queensborough alles geheel zou zijn zoals het behoorde, dat kon in 1882 niemand denken. Intussen gingen de zaken haar gang. Met de hoge erven van Prins Hendrik werd een regeling getroffen, waarbij zij ophielden de rente van de lening van 1876 te waarborgen, doch een kapitaal tot aflossing van het restant van die lening beschikbaar stelden, in ruil waarvoor zij een zeker bedrag in aandelen en bewijzen van deelgerechtigheid ontvingen. Tegelijk werd van het gehele aandelenkapitaal de helft afgeschreven en door deze maatregel de maatschappij gevestigd op een financiële grondslag, die voor het vervolg een geregelde en bevredigende winstuitkering toegelaten heeft. In 1883 was de PRINS HENDRIK, door onafgebroken amortisatie, eigendom geworden van de Zeeland. De vloot werd nu, weer door de Exploitatiemaatschappij, aangevuld met een vierde schip, de WILLEM PRINS VAN ORANJE, altijd naar hetzelfde, aan alle vereisten beantwoordende model van de “Prinsessen”, alleen in onderdelen verbeterd naar hetgeen de ervaring bleef leren. Nog was de pier te Queensborough niet herbouwd. De met de Londen-Chatham-Dover-Spoorwegmaatschappij gerezen geschillen werden eindelijk uit de weg geruimd door een voor achttien jaren gesloten overeenkomst, welke alle partijen tevreden stelde. Nu werd aan het vernieuwen van de inrichtingen in de Engels aanlegplaats met kracht de hand geslagen en zo was men in 1885 behoorlijk uitgerust voor het nieuwe, met de staat der Nederlanden gesloten post-contract, dat aan de maatschappij Zeeland de verplichting oplegde, haar tot dusver tot een nachtelijke overvaart per etmaal, van Vlissingen en van Queensborough, bepaalde dienst, te vermeerderen met een dagelijkse dagreis in beide richtingen. Drie nieuwe stoomschepen moesten daarvoor gebouwd worden. Thans was de Zeeland niet meer een onbekende, wie een ongunstig verleden en een ongewisse toekomst de toegang tot de beurs ontzegden. Haar 5% lening van twee miljoen, tegen de koers van 98%, werd de 1e oktober 1885 ongeveer zesmaal voltekend. De Fairfield Shipbuilding and Engineering Company, vroeger de firma John Elder en Co. te Glasgow, heeft weer de drie stoomschepen NEDERLAND, ENGELAND en DUITSCHLAND gebouwd, met welke de aanstaande eerste juni de dagdienst aangevangen zal worden. De bestuurder van de maatschappij zal dan een stoomvloot van zeven grote schepen, van ongeveer gelijke afmetingen en vermogen, doch ingericht in overeenstemming met de vaart bij dag of bij nacht, voor welke zij bestemd zijn, onder zijn bevelen hebben. De gezagvoerders van de boten zijn, met nog slechts één uitzondering uit het voorafgegane tijdvak, onder zijn bestuur tot hun tegenwoordige rang opgeklommen. Nog één boot van het oude materieel, de AURORA, vroeger STAD MIDDELBURG, dient tot reserve. Cijfers zijn, in een geschiedenis als die ons bezig houdt, wel sprekender dan woorden. Daarom volgt hier een opgave van de vervoerde passagiers over de lijn van de maatschappij Zeeland, gedurende de elf jaren van haar geregeld bestaan. De cijfers zijn: in 1877 26.065, in 1878 34.669, in 1879 51.609 in 1880 59.426, in 1881 63.953, in 1882 66.046, in 1883 70.597, in 1884 72.416, in 1885 68.308. De daling in het laatste jaar stemt overeen met het geringere verkeer, dat onder de invloed van de ongunstige tijdsomstandigheden, in alle takken van nijverheid en vervoer gedurende dat tijdvak is waargenomen. Met het cijfer van de reizigers heeft dat van het goederenvervoer slechts in zoverre gelijke tred kunnen houden als de meestentijd gebrekkige inrichting van de ontscheepplaats in Engeland heeft toegelaten. Belangrijke toeneming is echter ook daarin niet te loochenen en bij uitbreiding van de vaart ongetwijfeld te wachten. Het vervoer van de brievenmalen werd in 1880 vertegenwoordigd door een gewicht van 43.487 kg, in 1881 van 71.970, in 1882 van 115.500, in 1883 van 154.216, in 1884 van 157.672 kg. Vergeleken met de eerste jaren van de onderneming, vertonen de exploitatiekosten een gestadig afnemende reeks. Tot een zeker cijfer gedaald, met splinternieuw materieel, konden zij niet anders dan in vervolg van tijd weer hoger worden. De stijging is echter, met het laagste bedrag vergeleken, van weinig betekenis. De kosten bedroegen, voor iedere gedane reis, in 1875 NLG 3240, 1876 NLG 2380,1877 NLG 2914, 1878 NLG 2192, 1879 NLG1972, 1880 NLG 1961, 1881 NLG 1985, 1882 NLG 1993, 1883 NLG 2086, 1884 NLG 2078, 1885 NLG 1994. Uit al deze dorre getallen en uit het historisch overzicht dat wij gaven, ontwikkelt zich, voor het oog van de belangstellende lezer, een tafereel van nooit rustende werkzaamheid, waakzaamheid en zorg van onderhandelingen, die maanden en jaren geduurd hebben met afwisselende kansen van slagen of mislukken, is hier in een paar woorden de einduitslag meegedeeld. De man, op wiens schouders het meeste van deze arbeid gedrukt heeft, de heer Van Woelderen, brachten wij onze hulde reeds. Wij mogen deze schets niet eindigen zonder aan zijn naam te verbinden die van Mr. J.P.R. Tak van Poortvliet, met Prins Hendrik een van de stichters van de onderneming, sedert haar oprichting, - met uitzondering van de tijd toen hij minister was, - een van haar commissarissen als zodanig altijd bereid haar met raad, bemoeiing en medewerking te dienen, haar warmste en ijverigste vriend. Van de Duitse genodigden tot het zeetochtje hadden de meesten zich door het stormweer van gisteren laten afschrikken. Daarentegen was het bestuur van de London-Chatham-Dover-spoorweg-maatschappij niet in gebreke gebleven zich te doen vertegenwoordigen, waren de Nederlandse spoorwegen meest alle op het appel en was ook de pers niet achterwege gebleven. Directeuren en commissarissen van de Zeeland waren aanwezig om de honneurs waar te nemen. Onder de vreemdelingen merkten wij op de heer Cook, de bekende Engelse ondernemer van toeristenexpedities, sedert jaren ook agent van de maatschappij Zeeland, die een paar dagen geleden uit Egypte was teruggekeerd, waar hij een dienst van stoomboten op de Nijl heeft ingericht. Des voormiddags te half elf werden de trossen van de DUITSCHLAND losgegooid en stoomde het trotse stoomschip de Vlissingse buitenhaven uit, de steven gewend naar de Noordzee. Van het schip is in dit blad reeds vroeger een beschrijving in bijzonderheden gegeven; cijfers en afmetingen kunnen wij dus ditmaal laten rusten. Dat het in gemak en weelde niet onderdoet voor zijn voorgangers, de oudere boten van de Zeeland, die reeds in dit opzicht wedijveren met het beste dat de zee bevaart, behoeft niet herhaald te worden. Ook hier bijzondere salons voor vorstelijke of andere voorname gasten, pronk-kabinetjes van smaak en behagelijkheid. Ook hier rooksalon, damessalon, eetzaal, afdeling voor passagiers van de 2e klasse, die doen vergeten dat men zich hier op een drijvende “hulk” bevindt en zouden doen denken dat de deuren van een hotel van de eerste rang zich voor de reizigers ontsloten hebben. Ook hier toestellen tot verwarming en elektrische verlichting, welke laatste echter op de dagdienst, die de boot te verrichten zal hebben, niet geregeld dienst zal behoeven te doen. Wat meer in het bijzonder indruk op ons gemaakt heeft, is de werking van de machines, zo geweldig in haar vermogen, zo rustig en gelijkmatig in haar bewegingen. De boten van de Zeeland zijn alle raderstoomschepen. De machine van de DUITSCHLAND is oscillerend, dat wil zeggen dat de beide cilinders, de reusachtigste welke de firma Elder ooit heeft afgeleverd, in voortdurende slingering verkerende, de stoomzuigers op en neer doen gaan, waarvan de stangen de geweldige krukassen doen omwentelen. Deze ontzaglijke metaalmassa’s in beweging te zien, dicht opeengepakt in de betrekkelijk kleine ruimte van een schip, te weten dat in elke minuut van 32 tot 37 omwentelingen volbracht worden, die de raderen doen draaien en de geweldige romp met een snelheid van 17 tot 19 Engelse mijlen in het uur door het water doen stuiven, - is werkelijk een indrukwekkend schouwspel. Zelfs ogen, voor welke het sedert lang niet nieuw meer is, zien er telkens weer een verbazingwekkend getuigenis is? in? van het menselijk vernuft, van de heerschappij van onze geest over de materie. Even bewonderenswaardig zijn de honderderlei toepassingen van de beweegkracht, in de stoomketel voortgebracht, op allerlei toestellen in het schip. Het roer van dit ontzaglijke vaartuig wordt naar alle richtingen bewogen door stoom en die bewegingen regelt een stuurrad, zo licht en handig als het drijfwieltje van een naaimachine. Een kinderhand verricht het werk, waartoe op schepen van de oude tijde de armen van vier of zes stoere roergangers, in stormweer, dikwijls niet toereikend waren. Wij kunnen echter niet voortgaan met beschrijven. De reis ging het zeegat uit, de Belgische kust langs, Heyst en Blankenberghe voorbij, tot bij het eenzame vuurschip DE WANDELAAR, - wonderlijke naam van een drijvend baken!- in het zicht van Oostende, de steven weer gewend werd. Toen ging het Vlissingen voorbij, langs de oever van Zeeuws Vlaanderen, voorbij Neuzen en tot Hoedekenskerke, van waar de terugtocht voor goed aanvaard werd. De toon onder het gezelschap was aangenaam en vriendschappelijk; de gastheren waren wat men zich van gastheren slechts wensen kan en de gasten toonden zich zo dankbaar als het gasten past te zijn. Dat men met de nieuwe verbinding zich ten hoogste ingenomen toonde, spreekt vanzelf; hoe kon het anders? Robertus Nurks zelfs zou, onder deze omstandigheden, zijn nurksheid tijdelijk afgezworen hebben. Van meer betekenis kwam het ons voor, dat de heer Cook, die wij reeds noemden, ons te kennen gaf dat hij de nieuwe dienst als een geschikte gelegenheid beschouwde om de duizenden Londenaars, die naar een holydaytrip snakken, daarmee te gerieven. Des zaterdags van huis, de dag doorgebracht op een boot, welke al de comfort aanbiedt van een hotel van de eerste range en de eeuwige heerlijkheid van de zee op de koop toe. Des zondags op een landtocht door het vruchtbare en liefelijke Walcheren, waar te Vlissingen in het nieuwe badhotel en te Middelburg in de verschillende logementen behoorlijk logies te vinden is. Zondag met de nachtboot naar huis, of voor wie in de gelegenheid is er nog een dag aan vast te knopen, een tweede zeetocht. De heer Cook scheen dit ernstig te menen. Eenentwintig jaren geleden heeft hij Nederlands bereisd en zijn betrekking tot de maatschappij Zeeland heeft zijn oude bekendhied met ons land weer levendig gemaakt. Hij toonde zich overtuigd dat er ten onzent voor vreemdelingen veel belangwekkends, op een tochtje van weinige dagen, te zien is. Heeft een man van zijn ervaring de overtuiging, dat pleziertochten als waarvan hij sprak, werkelijk in de smaak van de bewoners van Londen zullen vallen, dan kunnen daarvan goede vruchten voor de maatschappij Zeeland en voor de plaats waarvan zij gevestigd is, verwacht worden. Na afloop van de zeetocht worden door enige van de vreemde bezoekers de werkpplaatsen van de Koninklijke Maatschappij “De Schelde” bezichtigd. Aan het diner in de ruime Kurzaal van het nieuwe badhuis werd door 32 gasten deelgenomen. Een gezellige vriendschappelijke toon beheerste de gesprekken en alle onderscheid van nationaliteit scheen uitgewist. Door de directeur Van Woelderen werd de officiële dronk ingesteld op de koningin van Engeland en de keizer van Duitsland, waarop de heer Forbes, continental manager van de Londen Chatham Dover Railway antwoordde door (op) de gezondheid van de koning der Nederlanden te drinken. Regierungsrath Nettelbeck, vertegenwoordiger van de Rechts Rheinische Eisenbahn, bedankte de directeuren van de maatschappij Zeeland, de heren Van Woelderen en Bakker, voor het genoten onthaal. Dezelfde spreker dronk vervolgens op de vrede en de eendracht van alle naties. De heer Sprenger, commissaris van de maatschappij Zeeland, wijdde een woord van dankbare herinnering aan de nagedachtenis van prins Hendrik der Nederlanden. Op de pers werd gedronken door de heer Van Woelderen, hetgeen geestig en gevat beantwoord werd door de heer Van Hogendorp, hoofdredacteur van het Haagsche Dagblad, welke spreken later, in welsprekend Frans, onder algemene toejuiching, op de zuidelijke grenslanden, België en Frankrijk, dronk. Naar aanleiding van een dronk van de heer Van de Pauwert, hield de heer Cook een opmerkelijke rede over de betekenis van Vlissingen en de verbindingslijnen op die haven in het Europees verkeer nu en in de toekomst, een betekenis die de Nederlandse prins Hendrik en de Duitser Mulvany voor 15 jaren reeds destijds, onder bijna algemene ongelovigheid, ingezien hebben en om welke te verwezenlijken de heer Cook verklaarde alles te willen doen wat in zijn vermogen ligt. De kapitein ter zee Spanjaard, inspecteur van het loodswezen, dronk op de heer Van Woelderen, de ziel van de maatschappij Zeeland en de toegesprokene bracht die hulde over op de officieren en ambtenaren van de maatschappij en op zijn vrienden, de bestuurders van de spoorwegen in alle landen. Deze gedachte werd verder uitgewerkt door de tweede directeur, de heer Bakker en de heren Engeringh, chef van mouvement bij de staatsspoorwegen en Nierstrasz, ingenieur van de Hollandsche IJzeren Spoorweg-Maatschappij, dronken, eerstgenoemde op de heer Harris, van de Londen Chatham Dover spoorweg en de tweede op Engeland in het algemeen, op de band die het roemrijke eiland met het vasteland verbindt, die over Nederland loopt en door ondernemingen als de Maatschappij Zeeland steeds vaster en inniger gelegd zal worden. Wat verder nog gesproken werd, was van minder algemene betekenis. Tegen tien uur braken de meeste Engelse gasten op, ten einde met de nachtboot de terugreis te aanvaarden, doch het overige gezelschap zette tot veel later in de avond de vriendschappelijke bijeenkomst voort.

Afbeelding
Datum 24 april 1888
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Vlissingen, 23 april. De aanvaring van het binnenkomende mailstoomschip PRINSES MARIE en het Noorse barkschip PRESIDENT HARBITZ, uitgaande van Antwerpen naar Amerika, had gisteren plaats terwijl het zeer mistig was. Daar de mailboot terstond achteruitsloeg, is de aanvaring nogal gelukkig afgelopen en bepaalde de schade van de mailboot zich tot een gebroken davit, terwijl de bark schade aan boegspriet en voortuig bekwam.

Afbeelding
Datum 29 januari 1889
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Rotterdam, 29 januari. De Stoomvaart-Maatschappij Zeeland te Vlissingen heeft aan het etablissement op Fijenoord van de Nederlandsche Stoomboot-Maatschappij opgedragen het vervaardigen en plaatsen van een stel stoomketels met toebehoren, ten behoeve van haar stoomschip PRINS HENDRIK. Deze opdracht is geschied nadat de ondervinding bewezen had, dat een dergelijk werk, in het vorig jaar ten behoeve van de PRINSES MARIE verricht, in alle opzichten aan de verwachting heeft beantwoord.

Afbeelding
Datum 12 februari 1889
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Binnenlandse berichten gearriveerde, vertrokken schepen

Vlissingen, 10 februari. De mailboot PRINSES MARIE arriveerde hedenochtend van Queensborough met de dekhutten door zware zeeën stukgeslagen.

Afbeelding
Datum 29 juni 1890
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Verslagen van rederijen etc..

In ons blad van gisteren is een bericht opgenomen over de te Vlissingen gehouden algemene vergadering van aandeelhouders van de Stoomvaart-Maatschappij Zeeland, waarin enkele mededelingen voorkomen ontleend aan het door de directie uitgebrachte verslag over het boekjaar 1889. In ons tweede blad van de 20e jl. zijn reeds de geldelijke uitkomsten van de exploitatie medegedeeld.
Wij laten thans, onder verwijzing naar bovenbedoelde mededelingen, nog de volgende bijzonderheden uit het jaarverslag volgen.
De directie, aan welke het gelukt is, door grote krachtsinspanning op de stoomschepen, het vertrek uit Londen in aansluiting op de dagboten van 7uur 50 te brengen op 8 uur, blijft nog steeds de hoop koesteren, dat de treinenloop op het vasteland nog zodanig gewijzigd kan worden, dat op den duur het vertrek van Londen nog later kan gesteld worden. “Meerdere verbindingen tussen Vlissingen en Engeland”zegt zij, “zouden ongetwijfeld van zeer gunstige invloed zijn op het goederenvervoer langs onze lijn. Het zal ons streven moeten zijn om iedere poging in die richting zo krachtdadig mogelijk te ondersteunen”.
Van de drie procent obligatie-lening van 1886 is nog in omloop voor een bedrag van NLG 3.504.000. Het ketelfonds is van NLG 238.329,71 op ultimo december 1888 gedaald tot NLG 199.357,63 op dezelfde datum van 1889. Deze vermindering is veroorzaakt door de uitgaaf van NLG 117.532,33 wegens vernieuwing van de stoomketels van het stoomschip PRINS HENDRIK, waartegenover stond een storting in genoemd fonds van NLG 70.000 als maandelijkse bijdrage en van NLG 8560,25 aan gekweekte rente. Van genoemd saldo ad NLG 199.357,63 is belegd in gemeente en spoorweg-obligaties en pandbrieven van hypotheekbanken, voor een nominaal bedrag van NLG 205.000, waarvan op 31 december 1889 de boekwaarde NLG 197.970 en de beurswaarde NLG 204.672,50 bedroeg. Het reservefonds, met de in 1889 genoten rente van de aan dat fonds behorende effecten vermeerderd, beloopt thans NLG 16.860,77½ en is belegd in nominaal NLG 16.500 pandbrieven van hypotheekbanken en gemeente-obligaties, waarvan op 31 december 1889 de boekwaarde NLG 16.464,37½ en de beurswaarde NLG 16.701,25 bedroeg. Van de kasmiddelen was op 31 december 1889 een bedrag van NLG 47.775 in rentegevende binnenlandse effecten belegd.
In 1889 hebben de 7 stoomschepen van de maatschappij tezamen 730 reizen afgelegd, of evenveel als in 1888, tegen 579 in 1887. Het grootste aantal reizen maakte de PRINSES MARIE, namelijk 123; dan volgen de ENGELAND en de NEDERLAND, ieder met 122, de DUITSLAND met 121; de WILLEM, PRINS VAN ORANJE met 105; de PRINSES ELISABETH met 80 en de PRINS HENDRIK met 58.
Het vervoer van reizigers en bagage heeft in 1889 NLG 716.511,86½ opgebracht ( tegen NLG 631.382,87½ in 1888 en NLG 683.372,79 in 1887); dat van koopmansgoederen en pakketten NLG 377.750,05½ ( tegen NLG 307.191,83 en NLG 275.652,38½ in de twee vorige jaren); dat van de brievenmailen NLG 298.460,36 ( tegen NLG 271.677,73½ en NLG 202.541,40 ); de huur van hutten op stoomschepen NLG 21.828,20 ( tegen nihil); de buitengewone ontvangsten NLG 11.384,72½ ( tegen NLG 23.375,16½ en NLG 27.002,71½ ) en de pacht van de buffetten op de stoomschepen nihil ( tegen NLG 11.084,10 en NLG 11.772 in de beide vorige jaren). Totaal bruto ontvangsten NLG 1.425.935,20½ ( tegen NLG 1.294.711,70½ in 1888 en NLG 1.200.341,29 in 1887) of per reis NLG 1953,33½ ( tegen respectievelijk NLG 1773,57½ en NLG 2073,13). Van het vervoer van reizigers en bagage is de gemiddelde opbrengst per reiziger geweest NLG 9,65/67 ( tegen NLG 9,68/03 en NLG 9,75/46 in de twee vorige jaren) en per reis NLG 981,52½ ( tegen NLG 933,40 en NLG 1180,26½ ). Van het vervoer van goederen is de gemiddelde opbrengst per ton van 1000 kilo geweest NLG 8,28/01 ( tegen NLG 8,00/08 en NLG 8,27/79) en per reis NLG 517,46½ (tegen NLG 420,81 en NLG 476,08½ ) Dat de pacht van de buffetten niet meer voorkomt onder de bruto-ontvangsten, is het gevolg van een, in het verslag niet nader omschreven nieuwe regeling, die 1e januari 1890 in werking getreden is. De exploitatie-kosten (NLG 1.095.669,56½ ) hebben gemiddeld per reis NLG 1500,91½ belopen, tegen NLG 1515,25½ in 1888. De percentsgewijze verhouding van deze kosten tot de bruto-ontvangsten is geweest 76./839 tegen 85./435 en 79./156 in de twee vorige jaren.

Afbeelding
Datum 22 november 1892
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Vlissingen, 21 november. De zaterdagmiddag naar Queensbro vertrokken dagmailboot DUITSCHLAND was des avonds 10 uur bij het vertrek van de PRINS HENDRIK nog niet aldaar binnengekomen. De PRINS HENDRIK is toen zondag, na binnenkomst des morgens op de gewone tijd, tegen de middag 12 uur weer naar Queensbro vertrokken. Zondagavond 8 uur 30 min. is de DUITSCHLAND na in zee met gebroken krukas te zijn aangetroffen, gesleept door de PRINSES MARIE ter rede gebracht en ankerde daar terwijl het dik van mist was. Hedenmorgen 8 uur 30 min. kwam het stoomschip alhier op de haven.

Afbeelding
Datum 30 januari 1893
Krant PGC - Provinciale Groninger Courant
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Vlissingen, 27 januari. Het Nederlandse stoomschip PRINSES MARIE, van Queenborough, heeft de op de rede liggende Engelse schoener ISLAND MAID, van Teignmouth naar Antwerpen bestemd, aangevaren, die daardoor het voortuig verloor.

Afbeelding
Datum 13 oktober 1893
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Vlissingen, 12 oktober. De mailboot PRINSES MARIE is hedenochtend 4 uur aangevaren door een onbekend gebleven zeilschip op de London rivier, waardoor één der raderen stuk sloeg. In plaats van de PRINSES MARIE, komt morgenochtend de PRINSES ELISABETH hier binnen.

Afbeelding
Datum 17 oktober 1893
Krant PGC - Provinciale Groninger Courant
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Vlissingen, 14 oktober. Het stoomschip PRINSES MARIE is in aanvaring geweest met de Engelse driemast schoener STAR OF THE OCEAN, van Shields met kolen naar Ramsgate, die na de aanvaring, welke tijdens dikke mist plaats had, zonk.

Afbeelding
Datum 24 oktober 1893
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Berichten uit het buitenland incl havens

Londen, 21 oktober. De rechtbank te Gravesend heeft uitgemaakt dat de dood van een matroos van de STAR OF OCEAN, welke door de PRINSES MARIE van de Maatschappij Zeeland werd aangevaren, aan een ongeluk te wijten is. (zie NRC 151093 en 221193).

Afbeelding
Datum 22 november 1893
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Berichten uit het buitenland incl havens

Londen, 21 november. Door de High Court of Justice is uitspraak gedaan inzake de aanvaring van het Nederlandse schip PRINSES MARIE der Stoomvaart-Maatschappij Zeeland en de Engelse brik STAR OF THE OCEAN, en werden beiden schuldig verklaard (opm: zie NRC 241093).

Afbeelding
Datum 29 augustus 1895
Krant ZZN - Zierikzeesch Nieuwsblad
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Vlissingen, 27 augustus. Het eerste der drie nieuwe mailsteamers van de Maatschappij Zeeland, het stoomschip KONINGIN WILHELMINA, is alhier aangekomen. De boten, welke, als alle drie de nieuwe steamers gereed zijn, uit de dienst zullen worden genomen, zijn de stoomschepen PRINSES MARIE, PRINSES ELISABETH en PRINS HENDRIK. Het stoomschip WILLEM PRINS VAN ORANJE, dat van nieuwe stoomketels zal worden voorzien en een daarbij behorende reparatie zal ondergaan, blijft dienst doen als nachtboot.
Op 9 september zal met het nieuwe materiaal een feesttocht naar Engeland plaats hebben. Door de Maatschappij Zeeland zijn daarvoor uitgenodigd post-autoriteiten, vertegenwoordigers van spoorwegmaatschappijen, hoofd-redacteurs van binnen- en buitenlandse bladen, enz.

Afbeelding
Datum 06 januari 1897
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Berichten uit het buitenland incl havens

Londen, 4 januari. Het stoomschip PRINSES MARIE, zaterdag te Queensboro van Vlissingen aangekomen, kwam na het landen der passagiers ten anker om rond te zwaaien, ten einde weder gereed te liggen om na de mail ingenomen te hebben, te kunnen vertrekken. Zodra het echter op de plaats langszij het hoofd was gekomen, werd bemerkt, dat het voorste deel van het stoomschip vol water begon te lopen. De pompen werden onmiddellijk aangezet en met behulp van de scheepswerf van Sheerness werd het stoomschip ledig gepompt. Het had een groot gat in één der platen gekregen, vermoedelijk doordat het bij laag water bij het rondzwaaien tegen de hand (opm: vloei) van het anker heeft gestoten. De voor de PRINSES MARIE bestemde passagiers en mail zijn vervoerd met het stoomschip KONINGIN WILHELMINA.

Afbeelding
Datum 06 januari 1897
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Vlissingen, 5 januari. Het stoomschip PRINSES MARIE is naar Middelburg vertrokken om te dokken.

Afbeelding
Datum 07 januari 1897
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Berichten uit het buitenland incl havens

Londen, 5 januari. Het stoomschip PRINSES MARIE van de Stoomvaart Maatschappij Zeeland werd gisteren te Queensboro (opm: Queenborough) tijdelijk gerepareerd; het gat, veroorzaakt door het anker, is dichtgemaakt. Met het hoogwater kwam het van de modderbank af, waarop het heeft gezeten tijdens de reparatie.

Afbeelding
Datum 07 januari 1897
Krant PGC - Provinciale Groninger Courant
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Vlissingen, 3 januari. Het stoomschip PRINSES MARIE van de Maatschappij Zeeland, gistermiddag van hier naar Queenborough vertrokken, ligt met een gat in de boeg te Queenborough. In de dienst werd door andere boten voorzien.

Afbeelding
Datum 07 januari 1897
Krant PGC - Provinciale Groninger Courant
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Vlissingen, 4 januari. Het stoomschip PRINSES MARIE vertrekt dinsdag naar Charlois (opm: Rotterdam) om te dokken ter herstelling van de bekomen schade.

Afbeelding
Datum 15 december 1898
Krant RN - Rotterdamsch Nieuwsblad
Type bericht Verkoop schepen

Vlissingen, 14 december. Naar wij vernemen is het stoomschip PRINSES ELISABETH van de Mij Zeeland naar Zweden verkocht. Dezelfde rederij verkocht haar stoomschip PRINSES MARIE naar Duitsland. Nadere bijzonderheden ontbreken.

Afbeelding
Datum 22 februari 1899
Krant PGC - Provinciale Groninger Courant
Type bericht Berichten uit het buitenland incl havens

Stettin, 19 februari. In een gisteren gehouden algemene vergadering van de Stoomvaart Maatschappij F.F. Braunlich werd besloten het stoomschip PRINSES MARIE van de Maatschappij Zeeland over te nemen voor de som van 135000 mark.

Afbeelding
Datum 22 februari 1899
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Berichten uit het buitenland incl havens

Stettin, 19 februari. In een gisteren gehouden algemene vergadering van de stoomvaart-maatschappij F.F. Braunlich werd besloten het stoomschip PRINSES MARIE van de Maatschappij Zeeland over te nemen voor de som van 135.000 mark. (opm: in 1899 was 100 Reichsmark ongeveer NLG 59)

Afbeelding
Datum 29 juni 1900
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Verslagen van rederijen etc..

De ZEELAND in 1899. Aan het verslag over 1899, uitgebracht in de heden te Vlissingen gehouden algemene vergadering van aandeelhouders van de Stoomvaart Maatschappij Zeeland ontlenen wij het volgende. Het verkeer tussen Vlissingen en Queenborough heeft zich opnieuw uitgebreid: in 1899 werden voor de eerste maal meer dan 100.000 reizigers vervoerd. De financiële reorganisatie, (waaraan, zoals men zich herinnert, de buitengewone algemene vergadering van de 11e december haar goedkeuring heeft gehecht en door welke het aandelenkapitaal tot de helft terug werd gebracht), heeft de verliespost van de balans doen verdwijnen, maar wegens de steeds klimmende eisen van het verkeer blijft de directie verhoging van de inkomsten uit het bedrijf dringend noodzakelijk achten. De som van NLG 1.020.500, door de kapitaal-reductie verkregen, is gebruikt tot dekking van het nadelig saldo van de winst- en verliesrekening per 31 december 1898 (NLG 971.243,42) en tot buitengewone afschrijving op het stoomschip WILLEM, PRINS VAN ORANJE (NLG 49.256,98). De vloot van de maatschappij bestond op 31 december 1899, uit acht schepen, welke voor NLG 5.129.470,26 op de balans voorkomen. Van de 3% lening van 1886 is thans nog NLG 2.924.000 in omloop. Het ketelfonds bleef op een bedrag van NLG 500.138,26 waarvan voor een nominaal bedrag van NLG 418.000 (de beurswaarde was NLG 399.785,62½) is belegd. Het ketelfonds, dat onder beheer van de Maatschappij tot Exploitatie van Stoomschepen staat, is gedurende 1899 vermeerderd met NLG 28.844,39, waartegenover echter een uitgave van NLG 11.350,39 voor vernieuwing van de stoomketels van de KONINGIN WILHELMINA staat, en bedroeg op 31 december NLG 100.652,44. Het reservefonds was op 31 december NLG 23.566,52½ waarvan NLG 20.500 nominaal (NLG 19.722,50 beurswaarde) is belegd. Het fonds tot aflossing van de hypothecaire geldlening onder beheer van de Exploitatie Maatschappij steeg van NLG 281.022,15½ tot NLG 411.537,82½ door de driemaandelijkse bijdragen ad NLG 42.163,50 het saldo van de verkoopprijs van de stoomschepen PRINSES ELISABETH en PRINSES MARIE ad NLG 76.160,45 en gekweekte rente ad NLG 12.191,72. De abattoirs komen nu voor NLG 86.846,93 de terreinen, gebouwen en meubelen voor NLG 94.561,21½ op de balans voor. Gedurende 1899 zijn 731 reizen afgelegd, (dit is één reis meer dan in 1898). De bruto-opbrengsten waren: wegens vervoer van reizigers en bagage NLG 810.303,28 (tegen NLG 740.719,50 in 1898) van koopmansgoederen en pakketten NLG 529.923,70 (tegen NLG 477.691,82), van brievenmalen enzovoort. NLG 339.259,00½ (tegen NLG 341.023,60), wegens huur van hutten op stoomschepen NLG 55.242,23 (tegen NLG 43.686,01) en aan buitengewone ontvangsten NLG 32.699,95½ (tegen NLG 24.588,65½ ), derhalve in het geheel NLG 1.767.428,17 (tegen NLG 1.627.709,58½ in het vorig jaar). De gemiddelde opbrengst per reis was NLG 2.417,82 tegen NLG 2.229,74 in 1898 en NLG 2.283,50½ in 1897. Het aantal reizigers was 101.431, tegen 92.478 in het vorige jaar, terwijl het goederenvervoer 65.481.000 kilo beliep, tegen 59.461.000. Uit het postvervoer werd NLG 339.259,00½ verkregen, waarvan boven de door de staat gewaarborgde som van 3 ton, NLG 27.139,84½ voor buitenlandse brievenmalen, NLG 6.673,92 voor buitenlandse en NLG 5.445,24 voor binnenlandse postpakketten. Het blijkt dat, naar het gewicht, de in 1899 door de Maatschappij vervoerde brievenmalen voor de Nederlandse van 313.048 kilo in 1898 terug zijn gegaan tot 297.688 kilo doch voor de buitenlandse toegenomen tot 1.705.117 kilo (van 1.604.856). De exploitatiekosten hebben NLG 1.415.249,63½ of gemiddeld NLG 1.936,05 per reis, tegen NLG 1.317.957,55½ en NLG 1.805,42 in het vorige jaar bedragen. Het stijgen van deze kosten was het gevolg van buitengewone reparaties aan de nieuwe nachtboten en van de hogere steenkolenprijzen. De exploitatiekosten vormden 80,073 % van de bruto-ontvangsten. In 1898 was deze verhouding 80,970 in 1897: 84,053. Het batig saldo beloopt NLG 352.178,53½ . Hiervan gaat af het nadelig saldo van de interestrekening ad NLG 159.519,17 de bijdrage ten behoeve van het ketelfonds voor de nieuwe stoomschepen ad NLG 25.200 en een verlies op uitgelote obligaties van de lening van 1886 (NLG 11.000), zodat de winst, welke volgens artikel 17 van de statuten voor afschrijving moet worden bestemd, NLG 156.459,36½ bedraagt.

Afbeelding
Datum 15 november 1902
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Verkoop schepen

Stettin, 12 november. Het stoomschip GERMANIA van de Stettiner Dampfschiff Gesellschaft J.F. Bräunlid is voor de sloop naar Dordrecht verkocht. Het stoomschip werd te Glasgow gebouwd en voer vroeger onder de Nederlandse vlag als PRINSES MARIE. (opm: van de S.M. Zeeland)

Afbeelding