Familiegegevens en opleiding
Albert werd geboren te Diepenveen ca. 1823 te Diepenveen als zoon van Harmen Wittenberg en Janna Nagel.
Albert trouwde op 15 november 1855 te Dordrecht met Geertje Fondse, geboren te Noordwelle als dochter van Cornelis Fondse en Jannetje de Ruijter
De Annoncecollectie van het Centraal Bureau voor Genealogie bevat een overlijdensadvertentie te Bordeau van kapitein Albert Wittenberg, gezagvoerder van het stoomschip “Bordeau” op 12 september 1862 “na eene genoegelijke Echtvereeniging van bijn 6 jaren”, gedateerd 19 september 1862 en ondertekend door de wed. A. Wittenberg-Fondse.
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
A.Wittenberg was met vlagnummer R186 in de periode 1857 t/m 1862 effectief lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart058
058 A. S.Parma Het Rotterdams zeemanscollege “Maatschappij tot Nut der Zeevaart”. Gealfabetiseerde lijst van vlagdragende leden met de perioden van hun lidmaatschap. Lijst van vlagnummers met de bijbehorende gezagvoerders. Lijst van Bestuursleden.
Typoscript. 6 pp met 3 bijlagen. Hilversum, april 2002.
Aanwezig op de bibliotheken van de scheepvaartmusea te Amsterdam en Rotterdam en op het Centraal Bureau voor Genealogie
Opmerkingen in verband met Zeemanscollege(s)
In het Jaarverslag 1862 van het de Maatschappij tot Nut der Zeevaart (Maritiem Museum, Rotterdam) staat vermeld dat hij in dat jaar is overleden058.
In het Jaarverslag 1863 van de Maatschappij staat vermeld dat zijn weduwe in 1863 is hertrouwd (en dus niet langer een ondersteuning uit het College zal ontvangen)058.
De schepen van de kapitein
In de Jaarverslagen van het College staat kapitein A.Wittenberg met vlagnummer R186 als gezagvoerder in de ledenlijsten van058:
* 1858, 1859 van de ss. “Seine” 144 last varend voor J.P. van Hoey Smith te Rotterdam
Bouma025 vermeldt kapitein Wittenberg (zal A.Wittenberg zijn) als gezagvoerder gedurende:
* 1856 van de brik “Jacoba” ex Wupper. gebouwd in 1842 te Hull, 202 ton o.m., geen vermelding van thuishaven en reeder, maar waarschijnlijk J.P.van Hoeij Smith te Rotterdam.
* 1861 van het ijzeren schroefstoomschip “Seine” ex Cesare, gebouwd in 1850, bouwplaats niet vermeld, 273 ton o.m., varend voor J.P. van Hoeij Smith te Rotterdam.
* 1862 van het ijzeren schroefstoomschip “Bordeaux”, gebouwd in 1851 te Glasgow, 516 ton o.m., varend voor J.P. van Hoeij Smith te Rotterdam.
Overige bijzonderheden
NRC 16 september 1861114
Harlingen, 13 september. Het stoomschip SEINE, kapt. A. Wittenberg, stootte heden middag bij het binnenkomen in onze haven zo zeer tegen het havenhoofd, dat een daar aanwezige borstwering zeer beschadigd werd.
Familiegegevens en opleiding
Geen
De schepen van de kapitein
Bouma025 vermeldt C.Schultz als gezagvoerder gedurende:
- * 1858 t/m 1861 van de brik “Jacoba” ex Wupper. gebouwd in 1842 te Hull, 202 ton o.m., varend voor J.P.van Hoeij Smith te Rotterdam;
- * 1862 t/m 1865 van het ijzeren schroefstoomschip “Seine” ex Cesare, gebouwd in 1850, bouwplaats niet vermeld, 273 ton o.m., varend voor J.P. van Hoeij Smith te Rotterdam;
- * 1866 t/m 1872 van het ijzeren schroefstoomschip “Bordeaux”, gebouwd in 1851 te Glasgow, 516 ton o.m., varend voor J.P.van Hoeij Smith te Rotterdam;
- * 1872 t/m 1875 op hetzelfde schip maar nu varend voor Smith & Co te Rotterdam. Op Isle de Dieu gestrand en wrak.
Overige bijzonderheden
Op 27 december 1875 tijdens dikke mist strandde op het Isle de Dieu het ss “Bordeaux”. Het sloeg wrak, de bemanning werd gered. Het schip was onderweg van Rotterdam naar Bordeaux
Het ss. “Bordeaux” werd gebouwd op 1851 bij Reid & Co te Glasgow en mat 516 Brt. Het voer voor James Smith & Zoonen te Rotterdam 072.
In 1868 deed de Raad van Tucht de eerste uitspraak met betrekking tot een stoomschip en wel de “Bordeaux”, varend onder directie van I.P.van Hoeij Smith te Rotterdam.
“Kapitein Carl Schutz had bootsman F.Grümberg voor zes reizen aangemonsterd. Toen de ‘Bordeaux’ ten anker lag op de rede van St.Nazaire en stuurman H.Neubauwer met de bootsman op het voorschip stonden met de bedoeling het anker te hieuwen, ontstond daar een verschil van mening. Dit ontaardde in een woest gevecht tussen de beide mannen, waarbij de bootsman rake klappen opliep. De kapitein bevorderde de twist door manschappen die de bootsman uit eigener beweging wilden ontzetten, dit te verbieden … “ In het vervolg van de twist geraakte de bootsman in razernij en viel de kapitein aan. De volgende dag werd hij op verzoek van de kapitein door de politie ter plaatse van boord gehaald. Hem werd echter geweigerd zich behoorlijk te kleden. “Op klompen, zonder geld en met ‘achterlating zijner plunje’ verdween de bootsman lopende tussen de beide agenten in de donkere nacht. In de vroege morgen werd alsnog het anker gelicht en vertrok de ‘Bordeaux’ naar de thuishaven Rotterdam.”
De Tuchtraad oordeelde negatief over het gedrag van de kapitein. Hij was verplicht te waken voor willekeurige mishandelingen. Voorts had de bootsman zich wel schuldig gemaakt aan dienstweigering en verregaande brutaliteit, maar de inmenging van de Franse politie was wellicht niet nodig geweest als de kapitein andere passende maatregelen had getroffen.
Hem werd voor vier maandende bevoegdheid ontnomen om als kapitein dienst te doen op een Nederlands schip. Later bleek dat hij zich van deze uitspraak niets had aangetrokken. Een kapitein die de uitspraak van de Tuchtraad negeerde kon met een geldboete en zelfs gevangenisstraf worden bestraft. “De gezagvoerder van het stoomschip “Bordeaux” die zich niets had aangetrokken van de door hem door de Raad opgelegde schorsing van vier maanden wegens verzuim van de hem door de Raad opgelegde verplichting om voor een goede orde aan boord van zijn bodem te waken, werd door de strafrechter tot een boete van driehonderd gulden veroordeeld. … Ongeveer het jaarsalaris van een matroos.” 104
Familiegegevens en opleiding
Edward P.J. werd op 06.11.1842 geboren te Rotterdam als z.v. Pierre Jean van Emmerik en Marianne (Mary Ann ?) Nelson.
Edward P.J. (27) trouwde op 27.01.1870 te Rotterdam met Isabell Pearson (22) – geb. te Rotterdam – d.v. Samuel Pearson en Isabella Simpson.
Isabell(a) overleed op 22.06.1917 te Rotterdam (69).
Edward P.J. overleed op 26.04.1917 te Rotterdam (74).
(In sommige officiële stukken wordt de voornaam ook vermeld als EDUARD)
Kinderen
- Edward Fredrick Pierre Jean – geb. 29.11.1870 te R’dam.
- Pierre Jean – geb. 13.06.1872 te R’dam.
- Samuel James – geb. 20.01.1874 te R’dam.
- Isabell – geb. 11.12.1876 te R’dam.
- Matthijs – geb. 12.07.1878 te R’dam.
- Marij Anne – geb. 05.12.1880 te R’dam.
- Anne Martha – geb. 11.10.1883 te R’dam.
- Adriana Elizabeth - geb. 11.10.1883 te R’dam.
- Adolphine Jeannette – geb. 14.10.1888 te R’dam.
De schepen van de kapitein
* 1870 – 1876 van het s.s. SEINE – geb. in 1850
* 1876 – 1877 van het pass.schip STAD BREDA ex Snaefell, gebouwd in 1863 te Greenock
* 1877 – 1885 van het s.s. GIRONDE – geb. in 1852
* 1885 – 1897 van het s.s. HOLLANDER – geb. in 1884
Overige bijzonderheden
Nwe Goessche Ct 16-01-1877
De heer J. Kromwijk, gewezen gezagvoerder van het stoomschip FIJENOORD, van Rotterdam, is door de Koninklijke maatschappij Zeeland benoemd tot gezagvoerder van het stoomschip STAD BREDA. De heer van Emmerik heeft als zodanig bedankt.
De Heer S. Parma geeft:
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
E.P.J. van Emmerik was met vlagnummer R48 in de periode 1871 t/m 1880 effectief lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart058
Hij was met vlagnummer R31 in de periode 1880 t/m 1883 en met vlagnummer R110 van 1883 t/m 1817 effectief lid van de Maatschappij tot Nut der Zeevaart. De vermelding van ledenlijsten in de Amsterdamsche Almanak voor Koophandel en Zeevaart stopt in jaargang 1918 en het is waarschijnlijk dat kapitein van Emmerik to nà 1918 lid is geweest058.
E.P.J.van Emmerik was vice president en 2e penningmeester van de Maatschappij in 1903 en permanent commissaris van 1899-1902 en 1905-1917058.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
Geen
De schepen van de kapitein
In de Jaarverslagen van de Maatschappij (Maritiem Museum, Rotterdam) staat kapitein E.P.J. van Emmerik met vlagnummer R48 als gezagvoerder in de ledenlijsten van058:
* 1874 van het ss. “Seine” 144 last voor J.P.van Hoey Smith te Rotterdam
* 1877 van het ss. “Gironde” 530 ton o.m. voor Smith & Co te Rotterdam
* 1878 van het ss. “Gironde” 576 ton n.m. voor Smith & Co te Rotterdam
Hij wordt met vlagnummer R31 vermeld in de ledenlijsten van:
* 1880 t/m 1882 van het ss. “Gironde” 576 ton n.m. voor Smith & Co te Rotterdam
En met vlagnummer R110 in de ledenlijsten van:
* 1883 van het ss. Gironde” 607 ton voor Smith & Co te Rotterdam
* 1885 t/m 1888, 1890 t/m 1896:
van het ss. “Hollander” 804 ton bruto voor Smith & Co te Rotterdam
* 1897 t/m 1902 geen vermelding van schip en boekhouder
Bouma025 vermeldt E.P.J. van Emmerik als gezagvoerder gedurende:
* 1871 van het ijzeren schroefstoomschip “Seine” ex Cesare, gebouwd in 1850, bouwplaats niet vermeld, 273 ton o.m., varend voor J.P. van Hoeij Smith te Rotterdam;
* 1872 t/m 1877 van hetzelfde schip maar nu varend voor Smith & Co te Rotterdam. Het schip werd in 1877 gesloopt;
* 1877 van de raderstoomboot “Stad Breda” ex Snaefell, gebouwd in 1863 te Greenock, 342 ton o.m., varend voor de Stoomvaart Maatschappij “Zeeland” (KNSM) te Amsterdam.(het lijkt erop of deze gezagvoerder voor een reisje is “uitgeleend” aan de KNSM te Amsterdam. De kapiteins van Emmerik zijn verder strikt gebonden aan Rotterdam)
* 1877 t/m 1884 van het schroefstoomschip “Gironde”, gebouwd in 1852 te Pt.Glasgow, 530 ton o.m., varend voor J.P.van Hoeij Smith te Rotterdam;
* 1885 t/m 1896 van het schroefstoomschip “Hollander”, gebouwd in 1884 te Rotterdam, 804 ton n.m., varend voor Smith & Co te Rotterdam.
Overige bijzonderheden
Geen