Familiegegevens en opleiding
Jeppe Pieters Carst werd geboren te Schiermonnikoog op 07 juli 1802 als zoon van Pieter Jeppes Carst en Martje Jacobs Meyer..
Hij huwde te Schiermonnikoog als kapitein op 02 oktober 1828 met Christina Christiaans Jaski, geboren te Schiermonnikoog op 21 september 1805 als dochter van Christiaan Jans Jaski en Geertruida Remts Coerkamp. Zij overleed de Haarlem op 29 oktober 1877.
Jeppe overleed op 10 januari 1861 te Batavia.060
Javabode 19 januari 1861
Op den 10den Januarij ll, is alhier na eene kortstondige doch hevige ziekte overleden, de Heer J.P.Carst, in leven gezagvoerder van het Nederl. Schip Argonaut.
R.JASKI CARST
Eenige en Algemeene kennisgeving
Jeppe Pieters Carst werd geboren te Schiermonnikoog op 07 juli 1802 als zoon van Pieter Jeppes Carst en Martje Jacobs Meyer. Hij huwde te Schiermonnikoog op 02 oktober 1828 met Christina Jaski, geb./ged. te Schiermonnikoog op 21-09/06-10 1805 als dochter van Christiaan Jansz Jaski (zie aldaar) en Geertruida Remts Courcamp. Jeppe was, net als zijn schoonvader koopvaardijkapitein, en overleed te Batavia op 10 januari 1861. Zijn vrouw Christina overleed te Haarlem op 29 oktober 1877046.
Op pagina 163 van: Louise Mellema - "Schiermonnikoog Lytje pole". Uitgave Fryske Akademy nr.438. 1973. 280pp. staat een portret van Jeppe Pieters Carst
“Die Kapt. J.P.Carst was de eeste kapitein van de “Argonaut” en stierf in Hongkong nadat het schip daar was aangevaren”. (schriftelijke mededeling T.F.J.Pronker - Vlieland, dd 18 juli 2002).
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
J.P.Carst werd met nr.373 effectief lid van Zeemanshoop per 14 januari 1834 op voorspraak van P.J.Carst. Zijn schip was de "Thetis"002.
In de Algemene Vergaderingen van 07/14 januari 1834 van het College Zeemanshoop werd voorgedragen/benoemd tot effectief lid Jeppe Pieters Carst, oud 31 jaar, wonende in de Groote Bikkerstraat te Amsterdam, voerende de schoenerkof Koophandel, op voordracht van kapitein Pieter J.Carst. Zijn vlagnummer werd 373023.
Jeppe Pieters Carst werd lid van het Weldadig Zeemanfonds per 09 maart 1841003.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 06 juni 1861 doet de wed. J.P.Carts-Jaski een verzoek om een uitkering welke haar in de vergadering van 25 juli 1861 is toegestaan met ingang van 01 februari 1861.042.
In de notulen van de Algemene Vergadering dd 06 augustus 1861 staat vermeldt dat per 01 februari 1861 een uitkering in de 1e klasse is toegekend aand de wed. J.P.Carst geb. Jaski voor haar en 1 kind “mits overleggende doodacte van haren man en moge blijken dat het kind geregtigd was.023.
De schepen van de kapitein
lidmaatschap van College Zeemanshoop te Amsterdam001
vlagnummer jaren type scheepsnaam naam reder/boekhouder
373 1834 sch.kof de Koophandel Salm,Heemskerk en Co
1835 pink Nederland idem
260 1836 pink Nederland idem
1837-1839 sch.brik Thetis B.Kooij Jz
1840-1853 fregat Wilhelmina Lucia G.C.Bosch Reitz
75 1854-1858 fregat Wilhelmina Lucia idem
1859-1860 bark Argonaut de Coning en Co
Vertrek en terugkomst van schepen in Amsterdam093:
J.P.Carst Argonaut 29 maart 1858 01 mei 1861
Bouma025 vermeldt J.P.Carst als gezagvoerder gedurende:
* 1833 van de sch.kof “Jonge Reintje”, gebouwd in 1826 te Veendam, 104 ton o.m., varend voor de Vries & Co te Amsterdam;
* 1834 t/m 1836 van de schkof “Koophandel”, gebouwd in 1833, bouwlocatie niet vermeld, 200 ton o.m., varend voor Salm, Heemskerk & Co te Amsterdam;
* 1836 t/m 1837 van de pink “Nederland”, gebouwd in 1807, bouwgegevens niet vermeld, 363 ton o.m., varend voor de Groenland en Straat Davis Visserij te Harlingen;
* 1838 t/m 1840 van de schbrik “Thetis”, gebouwd in 1837 te Amsterdam, 130 ton o.m., varend voor B.Kooy Jz te Amsterdam;
* 1841 t/m 1852 van het 3/mschip “Wilhelmina Lucia”, gebouwd in 1838 te Middelburg, 755 ton o.m., varend voor G.C.Bosch Reitz te Amsterdam;
* 1853 t/m 1859 van hetzelfde schip maar nu getuigd als bark;
* 1860 van de bark “Argonaut”, gebouwd in 1858 op de weerf van F.F.Groen te Amsterdam 387 ton o.m., varend voor Brantjes & v/d Drift te Purmerend.
Overige bijzonderheden
Pieter Derk Hendrik Bernardus de Haan werd vanuit de Kweekschool voor de Zeevaart te Amsterdam als ligtmatroos geplaatst op de Wilhelmina Lucia onder kapitein Karst(sic) voor een reis van Amsterdam naar Batavia. Hij keerde terug op 28 februari 1846004(533/1962).
Op 13 april 1859 vertrok van de rede van Texel het nieuwe clipperschip ("op de eerste reis") "Argonaut" van Brandjes en van der Drift te Purmerend onder kapitein J.P.Carst025 en arriveerde te Batavia op 19 juli na een reis van 96 dagen026(38/049).
In een e-mail dd 02 juni 2005 van de heer R.R. van Staveren staat de mededeling, dat hij in de nalatenschap van J.Teensma (die de korte kapiteinsstukjes schreef in de Schiermonnikoger Dorpsbode061) een foto vond van de “Wilhelmina Lucia”, 1840, kapitein Carst “komende ter Rheede van Batavia.” Het schip draagt de nummervlag 373 van “Zeemanshoop”.
In een boekwerkje “Nederlandse Zeilschepen 1813 – 1880”, van L.Smit en H. Hacquebord, staat op blz. 43 o.m. het volgende:
“De “Argonaut” was in 1858 gebouwd op de werf van F.F. Groen te Amsterdam, voor rekening van rederij Brandjes en Van der Drift te Alkmaar. De tonnemaat was 387, de lengte 39,30 m, de breedte 5,60 m en de holte 3,94 m. De verhouding van lengte tot breedte duidt op de klippervorm en de illustratie (een foto van de Argonaut is eveneens afgebeeld in genoemd boekwerkje) laat ook voldoende zien hoe fijn de belijning van de bark was. Intussen was de dood van kapitein J.P. Karst onnodig gebleken, daar de “Argonaut” werd gelicht en naar Amsterdam teruggezeild (In 1860 werd het gloednieuwe schip in de haven van Hongkong aangevaren door het stoomschip “Manilla”, waardoor ze tot aan het dek zonk. Kapitein Karst was door dit ongeval zo geraakt, dat hij spoedig er na is overleden). In 1861 zeilt de bark in 78 dagen van Texel naar Batavia. In 1868 voer ze de haven van Yokohama uit om spoorloos te verdwijnen.”
In "Het Nederlandsche Zeewezen" 4e jaargang, 1925, p.181-184 staat een artikel onder de titel “Hoe kapitein Carst naar Japan ging en wat hij daar mee maakte” Het artikel geeft geen auteur. In dat artikel staan een reeks gegevens over andere kapiteins, o.a de vader van Jan de gezagvoerder Jeppe Pieters Carst, en die gegevens heb ik bij die persoon opgenomen.
“Een van de meest bekende en waarschijnlijk wel de meest populaire Nederlander in Yokohama is Kapitein Jan Carst. Door een onzer lezers hiertoe in staat gesteld, geven wij gaarne eenige bijzonderheden weer uit het leven van dezen zeeman en uit dat van zijn vader, beiden mannen, die niet weinig bijdroegen om in het Verre Oosten respect te verwekken voor het Nederlandsche gezag. ….
De vader van kapitein Carst had in 1859 met de Heeren de Coning en Lels de firma Carst, Coning en Lels opgericht. Hij was een van die ondernemende Hollanders, die niet voor een kleintje vervaard zijn. Om zich in die tijd blijvend in Japan te vestigen, was namelijk niet iets waartoe ieder gaarne over ging, omdat de toestand voor vreemdelingen er nog weinig behaaglijk was, hetgeen moge blijken uit het hieronder volgende stuke historie:
31 Maart 1854 sloot commodore Perry een tractaat van vrede en vriendschap tussen Amerika en Japan, en in 1858 sloot Lord Elgin, opperbevelhebber der Britsche zeemacht, een tractaat te Jedo (later Tokio genaamd) en daarna volgden de tractaten met Frankrijk, Rusland en Nederland. Gevolg hiervan was, dat in 1859 de haven van Kanaguwa voor de vreemdelingen geopend werd.
De openstelling van Japan voor de vreemdelingen was niet naar den zin van een groot deel der Japanners, vooral de Daimio’s landheeren zagen hun macht bedreigd, zij werden vreemdelingenhaters en zetten hun onderhoorigen op tegen de vreemdelingen. Door hen en ook door de Ronins, onslagen officieren van de landheeren , werden verscheidene moorden op vreemdelingen bedreven.
Beschrijving van een verscherping van de situatie en een verzoek van de Nederlandse consul om wapens te mogen dragen. Beschrijving van de moord op de Hollandse kapiteins Wessel de Vos en Jasper Nanning Dekker. Zie aldaar.
“Kapitein Jeppe Pieters Carst, gezagvoerder van de Argonaut sedert 5 Sept. 1854 te Yokohama, ontsnapte door een toeval, daar hij juist een paar minuten na het vertrek der heeren de Vos en Dekker, bij den scheepshandelaar kwam, om hem te halen. Even daarna kwam er een Japanner, die vertelde, dat er twee Russische matrozen vermoord waren. IJlings liep kapitein Carst, gevolgd door de heeren Gerlach en Schnell, naar de plaats van het ongeval en bij het licht der maan zagen zij tot hun groote ontsteltenis de lijken van de Vos en Dekker. De slachtoffers waren afgemaakt door sabelhouwen, de heer de Vos was het eerst aangevallen in den rug, had verder sabelhouwen in den nek, boven de dij, boven de knie en eenige houwen op het hoofd. De heer Dekker had de meeste houwen in het gezicht en hoofd en was zijn rechterhand afgeslagen. …”
Verdere beschrijving van de handelingen van de consulen de begrafenis van de twee Nederlandse kapiteins.
“Later werd de Heer J.P.Carst in de door hem opgerichte firma vervangen door een zoon, waarna genoemde firma mede door het uittreden van den Heer de Coning, Carts, Lels en Co werd herdoopt.
In 1864 kreeg Carst, Lels en Co. opdracht om voor Japansche rekening een schip te koopen. De opdracht werd doorgegeven naar Amsterdam, waar een 400 ton metende brik werd aangekocht, die onder de naam Nippon naar Yokohama moest worden gebracht.
Het bevel over dit schip werd aangeboden aan den jeugdigen kapitein Jan Carst, dien we op 27 October 1864 op het schip zien uitvaren. … ” (zie verder bij Jan Jeppeszoon Carst)
NRC 28 mei 1861114
Advertentie. J.J. van der Meulen en W. Bakker Bz, makelaars, presenteren op maandag de 10e juni 1861, des avonds ten 6 ure precies, in de Nieuwe Stads Herberg aan het IJ te Amsterdam, ten overstaan van de deurwaarder J. Dupont Noordbeek, te verkopen: een buitengewoon snelzeilend, gekoperd en kopervast, in het jaar 1858 nieuw gebouwd barkschip, varende onder Nederlandse vlag, genaamd ARGONAUT, laatst gevoerd door wijlen kapt. J.P. Carst; volgens Nederlandse meetbrief lang 39 ellen 50 duimen, wijd 5 ellen 60 duimen,hol 3 ellen 94 duimen en alzo gemeten op 387 tonnen of 205 lasten. En dat verder met al deszelfs rondhouten, opstaand en lopend want, ankers, touwen, zeilen, enz. als breder bij inventaris vermeld. Het schip ligt te Amsterdam in het Oosterdok aan de dijk.
Nader bericht bij bovengemelde makelaars of bij de cargadoors de Coningh & Co te Amsterdam.
Familiegegevens en opleiding
Gerrit Teensma werd geboren te Schiermonnikoog op 26 oktober 1810 als zoon van Jan Gerrits Teensma en Ytje Douwes Wouter.
Hij trouwde op 17 maart 1841 te Schiermonnikoog met Neeltje Haykes Zeilinga, geboren te Schiermonnikoog op 26 april 1819 als dochter van Hayke Abrahams Zeilinga en Martha Alida Coerkamp. Zij overleed te Schiermonnikoog op 23 mei 1877.
Gerrit overleed op 05 februari 1862 op zee.
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
G.J.Teensma (adres E.H.Masdorp) werd met vlagnummer 532 per 26 mei 1840 ingeschreven als effectief lid van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop op voordracht van kapitein P.Kraay. Als zijn schip werd genoemd de “Thetis”. Toegevoegd is “Vermist” 002. Ten tijde van de inschrijving waren Teensma en zijn vrouw 29 resp. 21 jaar. Ingeschreven zijn 1 zoon uit 1841 en 3 dochters uit 1843, 1845 en 1848002a.
In de Algemene Vergaderingen van 19/26 mei 1840 van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop werd als effectief lid voorgedragen/benoemd Gerrit Jans Teensma, oud 29 jaar, voerende de schoener “Thetis”, wonende te Schiermonnikoog, en met als adres E.H.Masdorp te Amsterdam, op voordracht van kapitein P.Kraay en met vlagnummer 532023.
G.J.Teensma was effectief lid van Zeemanshoop in de periode 1840 t/m 1862 met de vlagnummers 532 (1840 t/m 1854) en 221 (1854 t/m 1862).
Hij werd lid van het Weldadig Zeemans Fonds per 09 november 1841. Vermeld is: “Vermist”003
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
“Op 17 augustus 1825 besloot het bestuur, dat de vlag met het nummer 1, vrijgekomen doordat kapitein J.Theunisse in 1823 bedankt had, zou gevoerd worden door de kapitein van het toen op de werf van H.Booy en Zoon in aanbouw zijnde fregatschip Zeemanshoop van de heren M.Udink en Comp. Kapitein was eerst P.Kraay, die zelf nummer 53 had Later voer het fregat Zeemanshoop onder kapitein J.A.Witsen, nummer 318, na 1836 onder de kapiteins C.P.Kuyper, nummer 381, G.J.Teensma, nummer 532.…019.
In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 02 april 1862 wordt aan de wed. G.J.Teensma geb Zeilinga met ingang van 01 mei 1862 een uitkering toegekend voor haar en haar 4 kinderen.042.
In de notulen van de Algemene Vergadering dd 22 april 1862 staat vermeld dat per 01 mei 1862 aan de weduwe G.J.Teensma geb. Zeilinga een uitkering in de 1e klasse is toegekend voor haar en 4 kinderen “onder gehoudenheid van teruggave indien later mogt blijken dat haar echtgenoot niet overleden was.”023.
De schepen van de kapitein
Vermelding in de Amsterdamsche Almanak voor Koophandel en Scheepvaart001:
vlagnummer jaren type scheepsnaam naam reder/boekhouder
532 1840 schoner Thetis B.Kooy Jz
1841 geen vermelding van schip en boekhouder
1842-1848 fregat Zeemanshoop B.Kooy Jz
1849-1850 fregat Vijf Gebroeders idem
1851-1853 fregat Javaan idem
221 1854-1855 fregat Javaan idem
1856-1859 fregat Vijf Gebroeders J.Kooy & J.Kooy Jr
1860 geen vermelding van schip en boekhouder
1862 galjoot Burgemeester Zeilinga J.A.Hoites te Hoogezand
Bouma025 vermeldt G.J.Teensma als gezagvoerder gedurende:
* 1841 van de schbrik “Thetis”, gebouwd in 1837 te Amsterdam, 130 ton o.m., varend voor B.Kooy Jz te Amsterdam;
* 1843 t/m 1850 van het 3/m schip “Zeemanshoop”, gebouwd in 1826 te Amsterdam, 438 ton o.m., varend voor B.Kooy Jz te Amsterdam;
* 1850 t/m 1851 van het 3/mschip “Vijf Gebroeders” ex Josephine en Catharine, gebouwd in 1839 te Amsterdam, 882 ton o.m., varend voor B.Kooy Jz te Amsterdam;
* 1852 t/m 1856 van het 3/mschip “de Javaan”, gebouwd in 1826 te Rembang, 740 ton, (het schip was tot 1833 een oorlogsfregat), varend voor B.Kooy Jz te Amsterdam;
* 1857 t/m 1859 van het 3/mschip “Vijf Gebroeders” ex Josephine en Catharine, gebouwd in 1839 te Amsterdam, 882 ton o.m., varend voor J.Kooy & J.Kooy Jr te Amsterdam. Het schip werd in 1859 verkocht op Java;
* 1861 t/m 1862 van de galjoot “Burgemeester Zeylinga”, gebouwd in 1861 te Hoogezand, 160 ton o.m., varend voor J.A.Hooites te Hoogezand. Het schip werd in februari 1862 vermist.
Overige bijzonderheden
Handelsblad 30 november 1855: “Het schip NOORD HOLLAND Kapt. Fijn, P. van A’dam naar Saramacca is 23 nov. in het Gr.N.Hollandsch kanaal, nabij Boekel, aangevaren door het schip JAVAAN Kapt. G.J.Teensma, van Batavia n. A’dam en heeft daardoor belangrijke schade bekomen.”037.
Vertrek en terugkomst in Amsterdam093
Kapitein Naam van het schip Aankomst Vertrek
G.J.Teensma Burgemeester Zeilinga 31 maart 1861 06 augustus 1861
Burgemeester Zeilinga 03 september 1861 vermist
Een schilderij (schilder niet door mij geïdentificeerd) van de “Zeemanshoop Amsterdam Kapt.G.J.Teensma 1843” hangt in de achterzaal van het hotel van der Werf te Schiermonnikoog.
Citaten uit documenten van de Hollandse Hervormde Kerk te Sint-Petersburg, waarin het woord “Schiermonnikoog” voorkomt.
Kerkenraadsprotocol, Sint-Petersburg vrijdag 20 maart 1862
CGIA SPb, 40.1.41, p. 92
Verkregen via e-mail 29 augustus 2005 van Dr. Th.van Staalduine, Theologische Universiteit Kampen
“Aanwezig alle leden.
-
Ingekomen van den Weleerwaarden heer H.W. Hundlingius, predikant te Schiermonnikoog, het bericht behelzende omtrent het vergaan van het Nederlandsche schip ‘Burgemeester Zeilinga’ in november ll. en van den treurigen toestand waarin daardoor de weduwen van den daarbij verdronken schipper Teensma en stuurman Lootsman geraakt zijn. Besloten aan genoemde predikant voor iedere der beide weduwen ƒ 100 toe te zenden.”
In een brief van zeilmaker Pieter Spaarman103 staat vermeld dat hij op 06 maart 1852 naar NOI voer op de “Javaan” onder kapitein Feensma (foutief, moet zijn Teensma). Op 31 januari 1853 was het schip terug in Nieuwediep.
Familiegegevens en opleiding
Geen
De schepen van de kapitein
Bouma025 vermeldt P. de Boer als gezagvoerder gedurende:
- 1842 van de schbrik “Thetis”, gebouwd in 1837 te Amsterdam, 130 ton o.m., varend voor B.Kooy Jz te Amsterdam. Het schip werd in 1842 geveild, voer in 1844 voor van Rossem & van Oordt te Rotterdam en was herdoopt in “Ceres”.
Overige bijzonderheden
Geen
Datum vanaf: |
1842 |
Kapitein: |
Boer, P. de |
Overige informatie: |
0 |
Familiegegevens en opleiding
Geen
De schepen van de kapitein
Bouma025 vermeldt J.B.de Boer als gezagvoerder gedurende:
- 1844 t/m 1847 van de 2/msch “Ceres” ex Thetis, gebouwd in 1837 te Amsterdam, 114 ton o.m., varend voor van Rossem & van Oordt te Rotterdam;
- 1877 van de 3/msch “Catharina” ex Weldaad, ex Anna Magdalena, gebouwd in 1868 te Hoogezand, 212 ton o.m., varend voor J.A.Hooites te Hoogezand. Het schip is in 1877 bij Tonola gestrand.
Overige bijzonderheden
Geen
Familiegegevens en opleiding
Geen
Dd.20 juni 2006 gebeld met een H. van der Haak uit Epe, die schreef over de Friese tak van der Haak. (zie Genealogie, 12,(2), 2006, p.68).Hij deed onderzoek naar zijn Friese van der Haak voorouders die i.h.a. beurtschippers waren van Lemmer op Amsterdam en van oorsprong in NO.Friesland thuishoorden. Hij vermoedt dat deze P. van der Haak geparenteerd is aan een Zuidhollandse tak, die met zijn tak geen verwantschap heeft
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
- van der Haak was met vlagnummer R198 in de periode 1844 t/m 1851 lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart058.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
In het Jaarverslag 1851 van het College (Maritiem Museum, Rotterdam) staat vermeld dat hij in 1851 wordt vermist058.
In het Jaarveslag 1851 van de Maatschappij staat bij de rekening van Ontvangst en Uitgaaf dat de weduwe P. van der Haak een uitkering krijgt van f 178,- voor onderstand en schoolgeld van haar en haar 5 kinderen. In 1855 was de uitkering f 221,60 voor haar en nog 4 kinderen, incl. schoolgeld. In 1858 nog f 220,40 voor haar en 4 kinderen incl. schoolgeld. In 1859 f 214,57 voor haar en drie kinderen incl. schoolgeld058.
De schepen van de kapitein
In het Jaarverslag 1849 van het College (Maritiem Museum, Rotterdam) staat hij in de ledenlijst vermeld als kapitein op de schoener “Ceres”, 67 last, varend voor de Gebr. van Rossem te Rotterdam058.
Bouma025 vermeldt P. van der Haak als gezagvoerder gedurende:
* 1845 t/m 1846 van de kof(?) “Adriana”, gebouwd in 1844, bouwlocatie niet vermeld, 112 ton o.m., varend voor A.van Rossem te Rotterdam;
* 1848 van de hoeker Fortuna”, gebouwd in 1838 te Rotterdam, 121 ton o.m., varend voor van Rossem & van Oordt te Rotterdam
* 1848 t/m 1851 op de 2/m sch. “Ceres” ex Thetis, gebouwd in 1837 te Amsterdam, 114 ton o.m., varend voor van Rossum & van Oord te Rotterdam.
Overige bijzonderheden
Geen
Familiegegevens en opleiding
Wilke Jans Zelling werd geboren ca 1801 te Nieuweschans als zoon van de kleermaker Jan Jans Zelling en Geeske Eilders
Hij trouwde te Nieuweschans op 07 april 1829 als scheepskapitein met Pieterke Derks Muller, geboren ca 1804 te Nieuw Beerta, gem. Beerta als dochter van de logementshouder Derk Jans Muller en Engel Jurjens Poppens. Zij overleed te Midwolda op 06 mei 1856, 52 jaar. In de overlijdensakte is als geboorteplaats opgegeven Kroonpolder.
Wilke Jans overleed op 04 december 1862 te Winschoten, 61 jaar
Wilke Jans Zelling was de schoonvader van kapitein Poppe Andreas Rentema
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
W.J.Zelling (adres Kranenborg & Zn te Amsterrdam) werd met vlagnummer 459 per 02 april 1839 ingeschreven als effectief lid van het Amsterdamse zeemanscollege “Zeemanshoop” op voordraccht van kapitein J.J.Zelling. Als zijn schip is genoemd de “Helena Jacoba”002. Ten tijde van de inschrijving waren kapitein Zelling en zijn vrouw 38 resp. 35 jaar. Ingeschreven staan twee zonen geboren in 1830 en 1836 en drie dochters geboren in 1832, 1834 en 1839.002a
In de Algemene Vergaderingen van “Zeemanshoop”van 26 maart/02 april 1839 werd als effectief lid voorgedragen/benoemd Wilke Jans Zelling, oud 38 jaar, voerende de kof “Helena Jacoba”, wonende te Nieuweschans, adres bij Kranenborrg & Zn te Amsterdam, op voordracht van kapitein J.J.Zelling. Hij kreeg vlagnummer 459.023.
Opmerkingen in verband met Zeemanscollege(s)
Geen
De schepen van de kapitein
lidmaatschap zeemanscollege “Zeemanshoop uit Amsterdam001
vlag jaren type scheepsnaam reder/boekhouder
459 1839-1846 kof Helena Jacoba Kranenborg & Zn
1848-1852 kof Jan Jacob geen opgave
1853 geen vermelding van schip en boekhouder
179 1854-1872 geen vermelding van schip en boekhouder
Bouma025 vermeldt W.J.Zelling als gezagvoerder gedurende:
* 1830 t/m 1844 van de kof “Helena Jacoba”, gebouwd in 1829 te Pekela, 131 o.m., varend voor Kranenborg & Zn te (vermoedelijk) Oostwold;
* 1845 t/m 1848 van hetzelfde schip maar nu varend voor H.Smedes te Nieuweschans;
* 1849 t/m 1851 van de schoenerkof “Jan Jacob”, gebouwd in 1840 te Pekela, 117 ton o.m., varend voor E.Zelling te Amsterdam;
* 1852 van hetzelfde schip maar nu varend vanuit Eexta. Het schip zou in 1852 als “Ceres” zijn gezonken.
Overige bijzonderheden
Geen
|