|
Amsterdam, 9 juni. Gedurende de maand maart zijn de volgende Nederlandsche schepen verongelukt: - Het Rotterdammer stoomschip AR SCHEFFER, kapt. B. Timmermans, zonk op de reis van Havre naar Rotterdam. - De Appingedammer galjoot GEESZIEN, kapt. B. Koburg, werd op de reis van Delfzijl naar Krageroe op zee verlaten. - De Veendammer galjoot HOOP, kapt. H.D. Douwes, van Groningen naar Southampton, werd vermist en is waarschijnlijk op de Engelse kust met de bemanning verongelukt. - De Amsterdammer bark JACOBUS ANTHONIE, kapt. G.R. Visser, trof op de reis van Riga naar Amsterdam gelijk lot en de Amsterdammer bark OBI, kapt. A.G. Rijnsaardt, van Ilo-Ilo naar Boston bestemd, werd afgekeurd. De volgende verandering van scheepsnamen etc. heeft plaats gehad: - De schoener ZEEVAART, gevoerd door kapt. D. Ritzes, werd gedoopt A.H. VAN BERGEN en kwam onder gezag van kapt. G.H. Eefting, reder F.H. Drenth te Oude Pekela. - Het schip ALICE kreeg de naam ACADIE, gezagvoerder kapt. A.K. Oldenburger, reder J.H. Henkes te Delfshaven. - Het schip ITALIA bekwam de naam AETHIOPIA en kreeg tot gezagvoerder kapt. A.B.M. van Gijzelen, reders Hendrik Muller & Co. te Rotterdam. - De kof GRIETJE, gezagvoerder kapt. K.H. Voordewind, ontving de naam LAMBERTUS HERMANUS, reder D. Ditmar te Buiksloot. - De bark BALTIC, kapt. O. Arnesen, vaart thans onder de naam VICTORIA en onder het bewind van kapt. A. Hutjes, reder L.W.F. Oudenhoven te Helder.
|