|
Raad voor de Scheepvaart De Raad heeft gisteren een onderzoek ingesteld inzake het vergaan op 20 augustus bij de lichttoren Öland van het tjalkschip HERMINA (opm: HARMINA), schipper en eigenaar G. Bakker te Wildervank. Deze verklaarde dat hij, behalve zijn vrouw en kinderen, 4 man aan boord had, van wie te Holtenau één gedeserteerd is. De reis ging met een lading sojabonen van Harburg naar Kalmar. Bij Sannhammer is geen vierstreeks peiling genomen, omdat het goed weer was; de kapitein kon het trouwens niet. Daarna heeft hij oost-half-oost kompas gekoerst, wind noord. Het schip stootte op een naar het gevoel te oordelen vast voorwerp midscheeps. De kapitein was toen alleen aan dek. Voor en achter waren geen lekken, doch het schip maakte water, getuige weet niet waardoor. Het ruim is eerst 1 uur na het stoten onderzocht. De pompen konden het water niet bijhouden; de noodvlag werd gehesen, doch er kwam geen hulp, zodat het schip verlaten werd met achterlating van de papieren. Een noodhaven kon niet bezeild worden, ten gevolge van windstilte. Op een vraag van de inspecteur, de heer Schaap, verklaarde de kapitein, dat zijn schip verzekerd was voor NLG 8.000. Dit heeft hij ook bij het voorlopig onderzoek verklaard. De inspecteur zei daarna dat hem bij onderzoek gebleken is dat het schip voor NLG 8.700 verzekerd is, waarop de kapitein zei dat hij gesproken over groot NLG 8.000. De Raad zal nader uitspraak doen.
|