Familiegegevens en opleiding

Geen

 

De schepen van de kapitein

Bouma⁰²⁵ vermeldt B.H.Nijman als gezagvoerder gedurende:

*    1833 t/m 1838 van de smak “Catharina”, gebouwd in 1831, bouwlocatie niet vermeld, 80 ton o.m., varend als kapitein/eigenaar vanuit Hoogezand;

*    1837 t/m 1851 van de sch.kof “Handelaars”, gebouwd in 1837 te Hoogezand, 115 ton o.m., varend als kapitein/eigenaar vanuit Sappemeer. Het schip voer in 1852 voor W.H.Meursing te Nieuwendam en was herdoopt in “Johanna”;

*    1850 van de 2/msch “Juliana”, gebouwd in 1850 te Nieuwendam, 224 ton o.m., varend voor A.& F.Haerten te Amsterdam;

*    1851 t/m 1854 van de sch.brik “Johanna Juliana”, gebouwd in 1850 te Nieuwendam, 224 ton o.m., varend voor A.& F.Haerten te Amsterdam. Het schip is in 1854 vergaan in een storm in de Dardanellen op weg naar Odessa. Het werd verkocht naar Constantinopel en herdoopt in “Helena”; hoe kan een schip vergaan en dan toch weer in de vaart komen?

*    1855 t/m 1859 van de 2/msch “Margaretha Harmanna”, gebouwd in 1854 te Hoogezand, 140 ton o.m., varend als kapitein/eigenaar vanuit Sappemeer.

 

Gemeentearchief van Sappemeer

Monsterrol 1838 nr. 2 dd 01 maart 1838 meldt het schip “Handelaars”, kapt. Berend Harms Nyman, woonplaats en leeftijd niet vermeld. Tevens op de monsterrol stuurman Pieter Zeegers, leeftijd en woonplaats niet vermeld, kok, matroos en scheepsjongen.

 

Overige bijzonderheden

Geen

 

 

Familiegegevens en opleiding

Berend van der Baan werd geboren te Sappemeer op 19 juni 1824 als zoon van de boekverkoper Steven van der Baan en Gepke Berends Deddes. Hij was de broer van kapitein Harm van der Baan.

Hij trouwde op 02 februari 1853 te Nieuwe Pekela als schipper met Annechien Lestestuiver, geboren te Nieuwe Pekela op 22 maart 1833 als dochter van schipper Pieter Geerts Lestestuiver en Marchien Harms Piebes.

Hij hertrouwde op 26 februari 1859 te Usquert als koopvaardijkapitein met Grietje de Vries, geboren 22 september 1826 te Noordbroek als dochter van Abraham Jacob de Vries en Gepke Harms Mulder. Grietje overleed op 17 mei 1904 te Sappemeer, 77 jaar

Berend overleed op 01 augustus 1871 te Sappemeer, 47 jaar.

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

1869. van der Baan was effectief lid van het zeemanscollege “De Vooruitgang” te Sappemeer met vlagnummer 59 in de periode 1856 t/m 1869. Hij verschijnt in de ledenlijsten van 1871 weer voor één jaar met vlagnummer 83.

 

Opmerkingen in verband met Zeemanscollege(s)

Geen

 

De schepen van de kapitein

Bouma⁰²⁵ vermeldt B. v/d Baan als gezagvoerder gedurende:

*      1852 t/m 1855 van de schoenerkof “Johanna” ex Handelaars, gebouwd in 1837 te Hoogezand, 115 ton o.m., varend voor W.H.Meursing te Nieuwendam;

*      1855 t/m 1862 van de 2-masstschoener “Johanna”, gebouwd in 1855 te Hoogezand, 165 ton o.m., varend voor W.W.Pott te Pekela.

 

Overige bijzonderheden

Geen

 

 

Familiegegevens en opleiding

Geen

 

De schepen van de kapitein

Bouma⁰²⁵ vermeldt P.Regtdoorzee als gezagvoerder gedurende:

*   1858 t/m 1859 van de schbrik “Vertrouwen”, gebouwd in 1857 te Nieuwendam, 209 ton o.m., varend voor J.Rechtdoorzee te Amsterdam.

 

Overige bijzonderheden

Geen

 

 

Familiegegevens en opleiding

Frederik Borst werd geboren te Delfzijl op 08 januari 1827 als zoon van Jacob Jans Borst en Annechien Freerks Bruins.

Hij trouwde te Delfzijl op 16 januari 1857 met Sijnke Wiersema, geboren te Heveskesklooster/Delfzijl 30 mei 1837 als dochter van de landbouwer Ente Jans Wiersema en Ida Geerts Wildeman. Zij overleed op 27 januari 1887 te Groningen, 49 jaar.

Frederik overleed op 08 oktober 1898 te Groningen, 70 jaar. ^{allegroningers}

In een huwelijksakte van dochter Ida in 1880 te Groningen staat Frederik Borst vermeld als kastelein. In een huwelijksakte van zoon Ento Jacob uit 1887 te Den Boer staat Frederik vermeld als logementhouder

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

F.J.Borst was effectief lid van het zeemanscollege “De Vereeniging” te Delfzijl met vlagnummer 15 in de periode 1858 t/m 1864.

Opmerkingen in verband met Zeemanscollege(s)

Geen

De schepen van de kapitein

Bouma⁰²⁵ vermeldt F.J.Borst als gezagvoerder gedurende:

• 1856 van de galjoot “Tekelina Hendrika” ex Margaretha, ex Eclipse, gebouwd in 1844 te Pr. Edw. Isl, 100 ton o.m., varend voor J.H.Rottinghuis te Delfzijl. Het schip is in 1856 bij Bastia gezonken, op weg van Newcastle naar Livorno;
• 1858 t/m 1862 van de kof “Sienke Wiersema”, ex Dina Elisabeth, gebouwd in 1837 te Hoogezand, 112 ton o.m., varend als kapitein/eigenaar vanuit Delfzijl.

Het schip is kennelijk vernoemd naar de echtgenote van Frederik Borst.

Monsterrollen uit het Gemeentearchief van Delfzijl

Monsterrol 1850-39, 27 juni 1850, schoener “Clasina Aidina”, kapitein Jan Wirtjes, leeftijd en woonplaats niet vermeld. Voorts een lichtmatroos en 3 volmatrozen waaronder Frederik Jacobs Borst, 23 jaar uit Delfzijl;

Monsterrol 1851-38, 27 mei 1851, galjoot “Jacobus”, kapitein Adriaan Jacobs Borst, 31 jaar woonplaats niet vermeld. Voorts stuurman Gerhardus Verkade, 46 jaar uit Appingedam, koksmaat, lichtmatroos, kajuitwachter en 2 matrozen waaronder Frederik Borst, 24 jaar uit Delfzijl;

Monsterrol 1852-49, 19 oktober 1852, galjoot “Ynske Wildervank”, kapitein Jacob Potjes, 35 jaar woonplaats niet vermeld. Voorts stuurman Frederik Jacobs Borst, 25 jaar uit Delfzijl, kok en 3 matrozen;

Monsterrol 1856-A26, 10 maart 1856, kof “Teelkelina Hinderika”, kapitein Frederik Borst, leeftijd niet vermeld, uit Delfzijl. Voorts stuurman Jacobus Olfers, 21 jaar, woonplaats niet vermeld, kok, matroos en scheepsjongen;

Monsterrol 1856-A52, 27 mei 1856, kof “Teelkelina Hinderika”, kapitein F.Borst, geboortedatum en woonplaats niet vermeld. Voorts lichtmatroos, scheepsjongen en 2 niet met rang genoemde bemanningsleden;

Monsterrol 1857-6, 13 februari 1857, kof “Sienke Wiersema”, kapitein Frederik Borst, 30 jaar uit Delfzijl. Voorts stuurman Johannes Smit, 28 jaar uit Delfzijl,  een matroos en drie lichtmatrozen;

Monsterrol 1858-15, 20 maart 1858, schoenerkof “Synke Wiersema”, kapitein Frederik J.Borst, 31 jaar uit Delfzijl. Voorts stuurman W.H.Buykes, 28 jaar uit Delfzijl, matroos, lichtmatroos en een scheepsjongen;

Monsterrol 1859-3, 15 februari 1859, kof “Sienke Wiersema”, kapitein Frederik J.Borst, 32 jaar uit Delfzijl. Voorts stuurman Johannes Smit, 30 jaar uit Delfzijl, matroos en lichtmatroos.

Monsterrol 1860-1, 01 februari 1860, kof “Sienke Wiersema”, kapitein F.J.Borst, leeftijd, 33 jaar uit Delfzijl. Voorts stuurman W.Jurrema, 24 jaar uit Delfzijl, kok, 2 matrozen en een kajuitwachter;

Monsterrol 1860-134, 12 september 1860, kof “Sienke Wiersema”, kapitein F.J.Borst, leeftijd niet vermeld, uit Delfzijl. Voorts lichtmatroos, 2 matrozen en een niet met rang genoemd bemanningslid;

Monsterrol 1861-4, 19 februari 1861, kof “Sienke Wiersema”, kapitein Frederik J.Borst, 34 jaar uit Delfzijl. Voorts stuurman J.de Boer, 31 jaar uit Delfzijl, kok, matroos, lichtmatroos en een kajuitwachter;

Monsterrrol 1861-97, 18 september 1861, kof “Sienke Wiersema”, kapitein Frederik J.Borst, 34 jaar uit Delfzijl. Voorts stuurman B.J.Toxopeus, 29 jaar uit Delfzijl, kok, matroos en 2 lichtmatrozen;

Samenvatting van de monsterrollen

1. Op de monsterrollen is Frederik ook vermeld als Frederik Jacobs, Frederik J. en met de initialen F. en F.J.
2. Er zijn in totaal 12 monsterrollen met de naam van Frederik Borst op de website van het Noordelijk Scheepvaartmuseum, alle afkomstig van het Gemeentearchief van Delfzijl.
3. De monsterrollen zijn gedateerd van 1850 t/m 1861 met als leeftijden 23 t/m 34 jaar. De zeemanscarriére van Frederik heeft derhalve minstens 11 jaar geduurd.
4. Als woonplaats is Delfzijl vermeld.
5. Het overzicht van de monsterrollen luidt:

• 1850 matroos op de schoener “Clasina Aidina”, kapt. Jan Wirtjes          23 jaar
• 1851 matroos op de galjoot “Jacobus”, kapt Adriaan J.Borst          24 jaar
• 1852 stuurman op de galjoot “Ynske Wildervank”, kapt. Jacob Potjes          25 jaar
• 1856 kapitein op de kof “Teelkelina Hinderika”                            29 jaar
• 1857-1861 kapitein op de kof “Sienke Wiersema”               30-34 jaar

 

Overige bijzonderheden

NRC 31 december 1856¹¹⁴

Livorno, 18 december. Het schip (opm: schoener) TEELKELINA HENDRIKA, kapt. T.J. Borst, van Newcastle naar Livorno, is de 16^e november op de hoogte van Bastia gezonken.

 

NRC 17 november 1859¹¹⁴

Amsterdam, 16 november. Het schip SIENKE WIERSEMA, kapt. Borst, van Grangemouth naar Brake, is de 14^e dezer zwaar lek ter rede van Delfzijl gekomen. Hetzelve zou in de haven moeten komen om te lossen.

 

 

Familiegegevens en opleiding

Frederik Borst werd geboren te Delfzijl op 08 januari 1827 als zoon van Jacob Jans Borst en Annechien Freerks Bruins.

Hij trouwde te Delfzijl op 16 januari 1857 met Sijnke Wiersema, geboren te Heveskesklooster/Delfzijl 30 mei 1837 als dochter van de landbouwer Ente Jans Wiersema en Ida Geerts Wildeman. Zij overleed op 27 januari 1887 te Groningen, 49 jaar.

Frederik overleed op 08 oktober 1898 te Groningen, 70 jaar. ^{allegroningers}

In een huwelijksakte van dochter Ida in 1880 te Groningen staat Frederik Borst vermeld als kastelein. In een huwelijksakte van zoon Ento Jacob uit 1887 te Den Boer staat Frederik vermeld als logementhouder

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

F.J.Borst was effectief lid van het zeemanscollege “De Vereeniging” te Delfzijl met vlagnummer 15 in de periode 1858 t/m 1864.

Opmerkingen in verband met Zeemanscollege(s)

Geen

De schepen van de kapitein

Bouma⁰²⁵ vermeldt F.J.Borst als gezagvoerder gedurende:

• 1856 van de galjoot “Tekelina Hendrika” ex Margaretha, ex Eclipse, gebouwd in 1844 te Pr. Edw. Isl, 100 ton o.m., varend voor J.H.Rottinghuis te Delfzijl. Het schip is in 1856 bij Bastia gezonken, op weg van Newcastle naar Livorno;
• 1858 t/m 1862 van de kof “Sienke Wiersema”, ex Dina Elisabeth, gebouwd in 1837 te Hoogezand, 112 ton o.m., varend als kapitein/eigenaar vanuit Delfzijl.

Het schip is kennelijk vernoemd naar de echtgenote van Frederik Borst.

Monsterrollen uit het Gemeentearchief van Delfzijl

Monsterrol 1850-39, 27 juni 1850, schoener “Clasina Aidina”, kapitein Jan Wirtjes, leeftijd en woonplaats niet vermeld. Voorts een lichtmatroos en 3 volmatrozen waaronder Frederik Jacobs Borst, 23 jaar uit Delfzijl;

Monsterrol 1851-38, 27 mei 1851, galjoot “Jacobus”, kapitein Adriaan Jacobs Borst, 31 jaar woonplaats niet vermeld. Voorts stuurman Gerhardus Verkade, 46 jaar uit Appingedam, koksmaat, lichtmatroos, kajuitwachter en 2 matrozen waaronder Frederik Borst, 24 jaar uit Delfzijl;

Monsterrol 1852-49, 19 oktober 1852, galjoot “Ynske Wildervank”, kapitein Jacob Potjes, 35 jaar woonplaats niet vermeld. Voorts stuurman Frederik Jacobs Borst, 25 jaar uit Delfzijl, kok en 3 matrozen;

Monsterrol 1856-A26, 10 maart 1856, kof “Teelkelina Hinderika”, kapitein Frederik Borst, leeftijd niet vermeld, uit Delfzijl. Voorts stuurman Jacobus Olfers, 21 jaar, woonplaats niet vermeld, kok, matroos en scheepsjongen;

Monsterrol 1856-A52, 27 mei 1856, kof “Teelkelina Hinderika”, kapitein F.Borst, geboortedatum en woonplaats niet vermeld. Voorts lichtmatroos, scheepsjongen en 2 niet met rang genoemde bemanningsleden;

Monsterrol 1857-6, 13 februari 1857, kof “Sienke Wiersema”, kapitein Frederik Borst, 30 jaar uit Delfzijl. Voorts stuurman Johannes Smit, 28 jaar uit Delfzijl,  een matroos en drie lichtmatrozen;

Monsterrol 1858-15, 20 maart 1858, schoenerkof “Synke Wiersema”, kapitein Frederik J.Borst, 31 jaar uit Delfzijl. Voorts stuurman W.H.Buykes, 28 jaar uit Delfzijl, matroos, lichtmatroos en een scheepsjongen;

Monsterrol 1859-3, 15 februari 1859, kof “Sienke Wiersema”, kapitein Frederik J.Borst, 32 jaar uit Delfzijl. Voorts stuurman Johannes Smit, 30 jaar uit Delfzijl, matroos en lichtmatroos.

Monsterrol 1860-1, 01 februari 1860, kof “Sienke Wiersema”, kapitein F.J.Borst, leeftijd, 33 jaar uit Delfzijl. Voorts stuurman W.Jurrema, 24 jaar uit Delfzijl, kok, 2 matrozen en een kajuitwachter;

Monsterrol 1860-134, 12 september 1860, kof “Sienke Wiersema”, kapitein F.J.Borst, leeftijd niet vermeld, uit Delfzijl. Voorts lichtmatroos, 2 matrozen en een niet met rang genoemd bemanningslid;

Monsterrol 1861-4, 19 februari 1861, kof “Sienke Wiersema”, kapitein Frederik J.Borst, 34 jaar uit Delfzijl. Voorts stuurman J.de Boer, 31 jaar uit Delfzijl, kok, matroos, lichtmatroos en een kajuitwachter;

Monsterrrol 1861-97, 18 september 1861, kof “Sienke Wiersema”, kapitein Frederik J.Borst, 34 jaar uit Delfzijl. Voorts stuurman B.J.Toxopeus, 29 jaar uit Delfzijl, kok, matroos en 2 lichtmatrozen;

Samenvatting van de monsterrollen

1. Op de monsterrollen is Frederik ook vermeld als Frederik Jacobs, Frederik J. en met de initialen F. en F.J.
2. Er zijn in totaal 12 monsterrollen met de naam van Frederik Borst op de website van het Noordelijk Scheepvaartmuseum, alle afkomstig van het Gemeentearchief van Delfzijl.
3. De monsterrollen zijn gedateerd van 1850 t/m 1861 met als leeftijden 23 t/m 34 jaar. De zeemanscarriére van Frederik heeft derhalve minstens 11 jaar geduurd.
4. Als woonplaats is Delfzijl vermeld.
5. Het overzicht van de monsterrollen luidt:

• 1850 matroos op de schoener “Clasina Aidina”, kapt. Jan Wirtjes          23 jaar
• 1851 matroos op de galjoot “Jacobus”, kapt Adriaan J.Borst          24 jaar
• 1852 stuurman op de galjoot “Ynske Wildervank”, kapt. Jacob Potjes          25 jaar
• 1856 kapitein op de kof “Teelkelina Hinderika”                            29 jaar
• 1857-1861 kapitein op de kof “Sienke Wiersema”               30-34 jaar

 

Overige bijzonderheden

NRC 31 december 1856¹¹⁴

Livorno, 18 december. Het schip (opm: schoener) TEELKELINA HENDRIKA, kapt. T.J. Borst, van Newcastle naar Livorno, is de 16^e november op de hoogte van Bastia gezonken.

 

NRC 17 november 1859¹¹⁴

Amsterdam, 16 november. Het schip SIENKE WIERSEMA, kapt. Borst, van Grangemouth naar Brake, is de 14^e dezer zwaar lek ter rede van Delfzijl gekomen. Hetzelve zou in de haven moeten komen om te lossen.

 

 

Familiegegevens en opleiding

Pieter Prak werd geboren op 24 maart 1824 te Midwolda als zoon van de arbeider Pieter Jans Prak en Mientje Hindriks Levering.

Hij trouwde op 11 december 1856 te Winschoten als zeeman met Nijske Jager, geboren op 23 juli 1829 te Winschoten als dochter van de arbeider Freerk Harms Jager en Lutgert Tammes Smedes. Zij overleed op 02 februari 1871 te Winschoten, 41 jaar, gehuwd.

 

Van Pieter Prak geen overlijdensakte op Genlias gevonden. In een overlijdensakte van zoon Freerk op 21 maart 1881 te Winschoten wordt als beroep van vader Pieter Prak opgegeven “landbouwer”.

 

De schepen van de kapitein

Bouma⁰²⁵ vermeldt P.P.Prak als gezagvoerder gedurende:

*    1858 t/m 1859 van de kof “Jonker van Slogteren”, gebouwd in 1857 te Appingedam, 84 ton o.m., varend voor D.Mulder & Zⁿ te Winschoten;

*    1860 t/m 1862 van hetzelfde schip maar nu varend als kapitein/eigenaar vanuit Winschoten. Het schip is in september 1862 gestrand bij Lavanskar;

*    1863 t/m 1868 van de kof “Nijssiena” ex Sienke Wiersma, ex Dina Elisabeth, gebouwd in 1837 te Hoogezand, 112 ton o.m., varend als kapitein/eigenaar vanuit Groningen. Het schip werd in 1868 verlaten.

*    1871 t/m 1873 van de kof “Ida Berendina”, gebouwd in 1848 te Sappemeer, 106 ton o.m., varend voor D.Mulder & Zⁿ te Winschoten. Het schip werd in 1873 na stranding afgekeurd;

*    1875 van de brik “Hannah Heeres” ex Aberdeenshire, gebouwd in 1825, bouwlocatie niet vermeld, 250 ton o.m., varend voor D.Mulder & Zⁿ te Winschoten. Het schip is gezonken in het Kattegat.

 

Monsterrrollen uit het Gemeentearchief van Delfzijl

09 mei 1857, kof “Jonkheer van Slochteren”, kapitein Pieter Prak, 33 jaar uit Winschoten. Voorts stuurman Tiddo Gerlofs Katoen, 31 jaar uit Nieuwe Pekela, kok en een matroos;

20 maart 1863, kof “Nijssiena”, kapitein Pieter Prak, 39 jaar uit Winschoten. Voorts stuurman Harm W.Visser, 30 jaar uit Delfzijl, kok, en 2 matrozen;

 

Overige bijzonderheden

NRC 16 april 1868¹¹⁴

Hartlepool, 13 april. Het Pruisische barkschip HEVELIUS, kapt. Holtz, heeft gepasseerde zaterdag alhier aangebracht de equipage van het galjootschip NIESSINA, kapt. Prak (opm: kof NIJSSIENA, kapt. P.P. Prak), hetwelk de 2^e dezer uit Gotenburg is vertrokken. Volgens een verklaring van de equipage wordt het navolgende gemeld:

Nadat het enige dagen in zee was geweest, werd er bevonden dat er verscheidenen voeten water in het ruim waren, waarop de matrozen onmiddellijk de pompen aansloegen. Zij gingen daarmee voort totdat zij nagenoeg uitgeput waren en toen het water steeds klom na alle krachtsinspanningen, werd er ingezien dat het nutteloos was om het schip te redden. De 8^e dezer kwam er een bui opzetten en geraakten de pompen verstopt. Het schip had toen 8 voet water in het ruim; toen het bij de wind drijvende lag, werkte het zeer zwaar en ieder ogenblik dacht men dat het onderste boven zou vallen. Verscheidene malen werd het plat op zijde geworpen, doch telkenmale werd er zodanig gemanoeuvreerd, dat het vanzelf rees en de equipage had de grootste moeite om zich op het dek staande te houden. Er werden noodsignalen gehesen en een Pruisisch barkschip hield op het in nood verkerende schip af en zette de boot uit. Bij het naderen van het zinkende schip wilde de kapitein (opm: kapt. Prak) niet toestaan dat de equipage het schip verliet; desniettegenstaande ging de equipage in de boot en deed alle moeite om de kapitein over te halen om haar te volgen. De stuurman, nadat alle overhaling te vergeefs was, ging wederom aan boord van het in nood verkerende schip en trachtte een eind touw aan de kapitein vast te binden, om hem met geweld in de boot te trekken, doch te vergeefs en hij ging daarop in de kajuit. De equipage was verplicht voor haar eigen veiligheid de kapitein aan boord van het zinkende schip te laten en aan boord van het Pruisische schip te gaan. Zij hielden daarop de wacht en bleven nog enige uren bij het schip. Verscheidene malen werd nog aan de kapitein geroepen om het schip te verlaten, doch hij wilde niet. Ten laatste is het schip gezonken en niets meer is van de kapitein noch van het schip gezien.

 

NRC 17 april 1868¹¹⁴

West Hartlepool, 14 april. Gisteren is alhier aan boord van het Noorse schip RUNER, komende van Laurvig, aangekomen kapt. P.C. Prak, gezagvoerder van het galjootschip NIESSINA (opm: kof NIJSSIENA, kapt. P.P. Prak, zie NRC 160468 en 180468) die zoals ondersteld werd, met zijn schip in het midden der Noordzee, als in ons vorig nummer vermeld, zoude zijn omgekomen. De kapitein werd een dag, nadat zijn equipage hem verlaten had, in een zeer uitgeputte staat gered, en ofschoon zijn schip niet gezonken was, was het nu toch bijna onder water. De lading, bestaande uit wol, hield het drijvende. Hij wederspreekt menig punt van de verklaring door de equipage afgelegd. Hij heeft rapport van zijn ongeval gedaan aan de Nederlandse vice-consul Mr. Groves, en die zijn protest heeft genoteerd. Men onderstelt, dat het schip gebarsten is. De lading was bestemd aan een firma te Gateshead te huis behorende.

 

NRC 18 april 1868¹¹⁴

Hartlepool, 15 april. Het schip NIESSINA (opm: NIJSSIENA, zie NRC 160468 en 170468), kapt. Prak, komende van Gothenburg, is alhier zeer lek binnengesleept door het schip AXEL.

 

In de Harlinger Courant van 22 december 1873 staat in de rubriek BINNENLAND het volgende bericht⁰⁹⁶:

“HARLINGEN, 20 December

Het schip Ida Berendina, kapt. Prak, van Nerva naar Harlingen, den 17 te Bremerhaven binnen, heeft anker en ketting verloren en is tusschen de Oude en Nieuwe Haven op strand gedreven.”