1832
Op 2 mei 1832 werd de eerste zeebrief aangevraagd voor de tjalk VROUW HENDRIKA, aangevraagd door J.T. Drent, Anlo, voor zichzelf als kapitein.
AH 020532
Schepen in lading te Amsterdam:
- Naar Bremen. Het Nederlands schip DE VROUW HENDRIKA, kapt. J.T. Drent. Adres bij J.C. van Oven. (opm: eerste reis van de tjalk VROUW HINDRIKA, kapt. Jan Tijssens Drent)
1833
AH 261233
Carga-lijsten Amsterdam: DOLPHYN, kapt. A. Sluik Jr. van Bayonne met terpentijn-olie, kurk, wijn en azijnstokken; VROUW HENDRIKA, kapt. J.T. Drent, van Bremen met wijn, suiker, tabak, koehaar, bruinsteen, olijven, glas, gom en kamillen.
AH 261233
Advertentie. Schepen in lading.
Naar Rusland, Zweden, Noorwegen, Denemarken, de Oostzee, enz.
Hamburg en Altona. Het schip (opm: tjalk) DE VROUW HENDRIKA, kapt. J.T. Drent. Adres bij J.C. van Oven.
1834
AH 010134
Advertentie. Schepen in lading.
Hamburg en Altona. Het schip (opm: tjalk) DE VROUW HENDRIKA, kapt. J.T. Drent. Adres bij J.C. van Oven.
AH 110434
Carga-lijsten Amsterdam: SOPHIA MARIA, kapt. G.L. Röperhoff, van Suriname met suiker en katoen; ZEELUST, kapt. E.F. Wieringa en VRIESLANDS WELVAREN, kapt. F.D. van Veen, beiden van Bordeaux met wijn; VROUW ANNA, kapt. P. Visser, van Hull met traan, katoen, staal en koopmanschappen; CHARLOTTE WILHELMINA, kapt. J.G. Gau, van Stralsund, met tarwe; AMICITIA, kapt. R. Wallis, VAN Greifswald met tarwe; VROUW HENDRIKA, kapt. J.T. Drent, van Hamburg met huiden.
AH 240434
Advertentie. Schepen in lading.
Bremen. Het schip (opm: tjalk) DE VROUW HENDRIKA, kapt. J.T. Drent. Adres bij J.C. van Oven.
AH 260534
Carga-lijsten Amsterdam: FORTUNA, kapt. J.A. Hedman, van Christinastad met teer, potasch en teer; OTTOLINA HENDRIKA, kapt. G.E. Swart, van Bergen met traan, stokvis en bergmos; ALBERDINA, kapt. J.J. Joosten, van Hamburg met hout; AALTJE, kapt. J.G. Ommen, van Bremen met suiker; STIJNTJE, kapt. R. Ulrichs, van Bremen met suiker en honing; VROUW HENDRIKA, kapt. J.F. Drenth, van Bremen met suiker en lood;
Op 29 mei 1834 werd een nieuwe zeebrief aangevraagd voor de tjalk VROUW HENDRIKA, aangevraagd door J.T. Drent, Gasselternijveen, voor zichzelf als kapitein.
RC 050734
Rotterdam, 4 juli. De schepen DE VROUW HENDRIKA, kapt. J.T. Drent, DE VROUW KATARINA, kapt. P.W. Drent, WICHERDINA, kapt. B.H. Schuur en LOUISA, kapt. H. Spiesen, alle vier van Hamburg naar Amsterdam, zijn de 23e juni te Cuxhaven binnengelopen, doch hebben de volgende dag de reis voortgezet.
AH 110734
Carga-lijsten Amsterdam: ATALANTE, kapt. C. Meyer, van Suriname met suiker, katoen, hout en katoen; DE PLANTER, kapt. C. Adholl, van Demerary met suiker, koffie en rum; ARMINA MARGARETHA (opm: HARMINA MARGRIETA, kapt. E.E. Pot, van Rostock met tarwe; ALBERDINA, kapt. J.J. Joosten, van Hamburg met hout; VROUW HENDRIKA, kapt. J.T. Drent, van Hamburg; CHRISTNA, kapt. C. Meyer, van Altona met kandijkistjes-hout, spijkers, glas, spijkers, marmer en zoutzuur.
RC 281034
Rotterdam, 27 oktober. Het schip (opm: tjalk) DE VROUW HENDRIKA, kapt. J.T. Drent, met stukgoederen van Bremen naar Amsterdam, is, volgens brief van Delfzijl van de 22e dezer, de vorige dag lek, met een ingeslagen boord en verlies van een anker, touw, zeilen, enz., door vissersschuiten aldaar binnengebracht; moest lossen. Voor de Eems dreef veel wrakhout, traan en Zweedse delen.
1835
AH 240435
Advertentie. Schepen in lading.
Naar Rusland, Zweden, Noorwegen, Denemarken, de Oostzee, enz.
Bremen. Het Nederlands schip (opm: tjalk) DE VROUW HENDRIKA, kapt. J.T. Drent. Adres bij J.C. van Oven.
AH 240735
Advertentie. Schepen in lading.
Naar Rusland, Zweden, Noorwegen, Denemarken, de Oostzee, enz.:
Hamburg en Altona. Het Nederlands schip (opm: tjalk) DE VROUW HENDRIKA, kapt. J.T. Drent. Adres bij J.C. van Oven.
PGC 081235
Het schip (opm: tjalk) de VROUW HENDRIKA, kapt. J.T. Drent, met raapzaad van Cuxhaven naar Amsterdam, is, volgens brief van Delfzijl van den 28 november de vorige dag met een gebroken roer en andere schade aldaar binnengelopen. De lading, welke de kapitein vreest dat beschadigd zal zijn, zou moeten worden gelost.
1836
AH 200236
Schepen in lading.
Naar Rusland, Zweden, Noorwegen, Denemarken, de Oostzee, enz.
Bremen. Het Nederlands schip (opm: tjalk) DE VROUW HENDRIKA, kapt. J.F. Drent. Adres bij J.C. van Oven.
AH 030636
Carga-lijsten Amsterdam: KONING DER NEDERLANDEN, kapt. G.A. Sandman, van Batavia met thee, suiker, rijst, sapanhout, naturaliën, koffie, tin, Japans goed en koopm.; DE ONDERNEMING, kapt. K.P. Haasnoot, van Lissabon met fruit, zout en wijn; VROUW HENDRIKA, kapt. J.T. Drent, van Bremen met tabak, linnen, veren, thee en zwartsel.
PGC 020836
Van Tonningen wordt van de 24e juli gemeld, dat ruim 50 naar de Noordzee bestemde, sedert 14 dagen aldaar aangekomen, schepen wegens tegenwind en aanhoudende stormen aldaar en in de nabijheid nog liggende waren, waaronder de schepen BERNHARDUS, kapt. J.B. Sinnigen; de VROUW HELENA, kapt. H.H. Kramer; JANTINA HENDRIKA, kapt. W.H. Ketelaar; MARIA, kapt. D.H. Duit; de VRIENDSCHAP, kapt. J.H. Zant; RENSINA, kapt. A.K. Mulder; CATHARINA MARGARETHA, kapt. H.A. Wagenaar; de ONDERNEMING, kapt. G. Detmers; de GOEDE VERWACHTING, kapt. G.B. Vos; de VROUW HENDRIKA, kapt. J.T. Drent; de VROUW MARGARETHA, kapt. E.M. Ten Cate; ONS GENOEGEN, kapt. M. Douwes; en CONCORDIA, kapt. B.H. Dekker.
PGC 120836
Het schip (opm: tjalk) de VROUW HENDRIKA, kapt. J.T. Drent, met rogge van Danzig naar Amsterdam, is de 1e augustus te Bremerhaven lek binnengelopen. Het moest lossen.
AH 230936
Carga-lijsten Amsterdam: MAGDALENA CHRISTINA, kapt. G. Mowinckel, van Bergen met traan en stokvis; WISSELVALLIGHEID, kapt. S.B. de Jong, van Nerva met hout; JEREMIAS, kapt. S.L. Stellingwerf, van Nerva met hout; DE ZES GEBROEDERS, kapt. H.J. Waterborg, van Memel met rogge; ROELINA, kapt. K.J. Pronk, van Stralsund met rogge; VROUW HENDRIKA, kapt. J.T. Drent, van Danzig met rogge;
Op 29 september 1836 werd een nieuwe zeebrief aangevraagd voor de tjalk VROUW HENDRIKA, aangevraagd door J.T. Drent, Anlo, voor zichzelf als kapitein.
1837
PGC 050537
De tjalk HENDERIKA, kapt. J.T. Drenth (opm: VROUW HENDRIKA, J.T. Drent), met stukgoederen van Bremen naar Amsterdam, is volgens brief van Delfzijl, van 24 april, zwaar lek en met verlies van anker en touw, de beide zwaarden, zeilen enz, door twee vissersvaartuigen aldaar naar binnengebracht; moest lossen om te repareren. (opm: zie PGC 190537)
PGC 190537
Bekendmaking. Op Rechterlijke authorisatie en ten overstaan van een daartoe bevoegd beambte zal er woensdag 24 mei 1837, des voormiddags te 11 uur, ten huize van mej. de Wed. J.A. Smaal te Delfzijl, bij contant geld, publiek worden verkocht: koffie, cacao, thee, waid of pastel, tabak (in soorten) en 160 dozijn witte en blauwe linnen en katoenen kousen en sokken en 8 kisten sigaren. Deze goederen zijn gelost uit het met zeeschade binnengelopen schip HENDRIKA, kapt. J.T. Drent (opm: VROUW HENDRIKA, zie PGC 050537). De goederen zijn te bezichtigen bij de scheepscommissionair T.A. van der Werff te Delfzijl.
1838
Op 31 augustus 1838 werd een nieuwe zeebrief verstrekt voor de tjalk JONGE SMIT, aangevraagd door de weduwe W.A. Smit, Veendam, voor W.W. Smit als kapitein.
Monsterrol: 1838-55
Datum: 13-09-1838
Scheepsnaam: Jonge Smit
Scheepstype: niet vermeld
Grootte: niet vermeld
Bewaarplaats: Veendam, Gemeentearchief (Veendam)
Achternaam |
Voornaam |
Rang |
Gage |
Woonplaats |
Leeftijd |
Hazewinkel |
Hanske Lammerts |
stuurman |
36 |
niet vermeld |
niet vermeld |
Koyer |
Jan Jurjens |
matroos |
7 |
niet vermeld |
niet vermeld |
Smit |
Harko Wolters |
kok |
niet vermeld |
niet vermeld |
niet vermeld |
Smit |
Wolter Wolters |
schipper |
niet vermeld |
niet vermeld |
niet vermeld |
1840
Op 8 september 1840 werd een nieuwe zeebrief verstrekt voor de tjalk JONGE SMIT, aangevraagd door de weduwe W.A. Smit, Veendam, voor W.W. Smit als kapitein.
1841
RC 180341
Advertentie. Te Rotterdam ligt te lading naar Stettin het Nederlands schip (opm: tjalk) JONGE SMIT, kapt. W.W. Smit.
Adres ten kantore van Kuyper, Van Dam & Smeer.
PGC 100841
De schepen VROUW HARMKE, kapt. Plukje, van ……… naar Harlingen, MARGARETHA GESINA, kapt. Stutvoet, van Amsterdam naar Rendsburg en DE JONGE SMIT, kapt. Smit, van Lynn (opm: King’s Lynn)op avontuur, zijn te Cuxhaven binnengelopen en waren aldaar de 30e juli nog wegens tegenwind liggende.
1842
Op 5 oktober 1842 werd een nieuwe zeebrief verstrekt voor de tjalk JONGE SMIT, aangevraagd door de weduwe W.A. Smit, Veendam, voor W.W. Smit als kapitein.
1843
RC 111143
Kapitein H.A. Hazewinkel, van Riga te Rotterdam aangekomen, rapporteert de 1 dezer (opm: 1 november 1843) bij zwaar stormweder, op de Doggersbank, gered te hebben de equipage, bestaande uit 3 man, van het tjalkschip de JONGE SMIT, kapt. W.W. Smit (opm: bouwjaar 1832; kapt. Wolter Wolters Smit; zie ook DC 130144), met zaadkoeken van Kiel naar Lynn (opm: King’s Lynn), zijnde zwaar lek en weinige uren na het overnemen der schipbreukelingen gezonken.
1844
DC 130144
Van goederhand verneemt men, dat heren directeuren der Zuid-Hollandsche Maatschappij tot Redding van Schipbreukelingen, te Rotterdam gevestigd, in hun jongste vergadering besloten hebben, de grote zilveren medaille uit te reiken aan de heer Jacob Herders, secretaris der corporatie van Trinity House, te Londen, als blijk hunner erkentelijkheid voor bewezen dienst, in de belangrijke mededeling der constructie, inrichting, enz., der op de Engelse kust geplaatste vuurschepen, ten einde te beproeven in hoeverre er mogelijkheid voor de maatschappij bestaat, tot meerdere veiligheid onzer zeelieden, een dergelijk vuur op de Hinder- of A-bank te plaatsen.
En een gelijksoortige medaille aan H.A. Hazewinkel, voerende het Nederlandse kofschip ALBERDINA, van Veendam, voor het redden, op de hoogte van Doggersbank, der equipage van het in zinkende staat verkerend tjalkschip, de JONGE SMIT, gevoerd door kapt. W.W. Smit (opm: op 1 november 1843 gezonken, zie RC 111143; kapt. Wolter Wolters Smit), komende van de Eider en bestemd naar Grangemouth, en voor het te Rotterdam in veiligheid aanbrengen daarvan.