Familiegegevens en opleiding
Geen
De schepen van de kapitein
Bouma025 vermeldt J.J.Mulder als gezagvoerder gedurende:
* 1830 t/m 1836 van de tjalk “Geziena”, gebouwd in 1827, bouwlocatie niet vermeld, 50 ton o.m., varend als kapitein/eigenaar vanuit Leek;
* 1838 t/m 1851 van de kof “(de Vrouw?) Eetina”, gebouwd in 1838 te Wildervank, 102 ton o.m., geen vermelding van thuishaven en eigenaar. Het schip werd 1 maal te Harlingen geregistreerd komend van Danzig;
* 1839 t/m 1853 van de kof “Ettina”, gebouwd in 1838, bouwlocatie niet vermeld, 104 ton o.m., varend voor Schade & Co te Zuidbroek
ik denk dat het hier dezelfde schepen betreft. Nader onderzoek is nodig.
Bouma025 vermeldt ook een kapitein Mulder (zonder initialen) als gezagvoerder op een kof “Ettina”, gebouwd in 1842, bouwlocatie niet vermeld, 45 ton, varend als kapitein/eigenaar vanuit Groningen. Dit schip zou ook bij het onderzoek naar de “Ettina” moeten worden betrokken. Ik heb derhalve dit gegeven onder kapitein J.J.Mulder geplaatst en niet apart geadministreerd.
Overige bijzonderheden
Mulder083a vermeldt:
“ ‘Eetina’ Op 14.2.1848 monsterde Jan Jacobs Mulder te Delfshaven als schipper.”
Datum vanaf: |
1838 |
Kapitein: |
Mulder, Jan Jacobs |
Overige informatie: |
Woonplaats: Veendam. - Mede-eigenaar voor 4/8e part. |
Familiegegevens en opleiding
Abraham werd geboren op 30 april 1819 te Veendam als zoon van de zeeman Daniel Jacobs de Jonge en Hinderkien Hindtiks Schipper.
Abraham trouwde op 19 februari 1845 te Veendam als zeeman met Swaantje Luitjes Schuur, geboren op 12 oktober 1817 te Groningen als dochter van Luitje Hindrik Schuur en Trijntje Gijzes Pool/Tool. Swaantje overleed op 9 juli 1901 te Groningen, 83 jaar, weduwe.
Abraham overleed op 02 juli 1885 te Pernambuco, 66 jaar, gezagvoerder..
Overlijdensgegevens ontleend aan: http://www.rmwesterink.nl/phpgedview/family.php?show_full=1&famid=F38
In Burgerlijke Stand akten uit de provincie Groningen wordt Abraham vermeld als zeeman in 1845, 1847, als schipper in 1850, 1852, 1854, 1866, 1870, 1876.
Lidmaatschap van zeemanscollege(s)
A.D. de Jonge was effectief lid van het Veendammer zeemanscollege “Maatschappij tot Nut der Zeevaart” met vlagnummer V7 resp. 165 in de perioe 1851 t/m 1885.
De schepen van de kapitein
Bouma025 vermeldt A.D.de Jonge als gezagvoerder gedurende:
* 1852 t/m 1859 van de kof “(de Vrouw?) Eetina”, gebouwd in 1838 te Wildervank, 102 ton o.m., geen vermelding van thuishaven en eigenaar;
* 1856 t/m 1859 van de kof “Ettina”, gebouwd in 1838, bouwlocatie niet vermeld (vermoedelijk Wildervank) 104 ton, varend voor M.Meihuizen te Zuidbroek. Het schip werd verkocht en waarschijnlijk gesloopt
deze twee opgaven overlappen, vermoedelijk omdat de twee schepen dezelfde zijn. Uit de gegevens in Bouma bij “Eetina” zou dan blijken dat het schip niet is gesloopt. Nader onderzoek is nodig.
* 1860 t/m 1874 van de 2-mastschoener. “Concurrent”, gebouwd in 1859 te Veendam, 189 ton o.m., varend voor K.& J.Wilkens te Veendam. Het schip is gezonken op reis van Newcastle naar Petersburg;
* 1876 t/m 1885 van de schoenerbrik “Concurrent”, gebouwd in 1875 te Veendam, 172 ton o.m., varend voor K.& J.Wilkens te Veendam.
In de Almanak voor Zeevarenden 1852, vermoedelijk uitgegeven door het college “Eendracht” te Groningen en aanwezig in het Veenkoloniaal Museum te Veendam staat in de ledenlijst van het Veendammer zeemanscollege kapitein A.D. de Jonge met vlagnummer V7 resp. 165 als gezagvoerder van de “Eettina”
In de ledenlijst van het Veendammer zeemanscollege opgenomen in een almanak uit 1862 uitgegeven door de zeemanscolleges van Wildervank en Nieuwe Pekela wordt A.D. de Jonge vermeld als gezagvoerder van de “Concurrent” met vlagnummer V7 resp. 165.
In een Naamlijst van Leden van het Veendammer zeemanscollege in 1880 aanwezig in het Veenkoloniaal Museum te Veendam staat A.D. de Jonge als gezagvoerder van de “Concurrent” met vlagnummer V7 resp. 165.
De collectie monsterrollen uit het Noordelijk Scheepvaartmuseum te Groningen vermeldt:
15 februari 1832, schip “Alberdina”, schipper Hindrik Alberts Hazewinkel, lichtmatroos Abraham Daniels de Jonge.
05 februari 1834, schip “Alberdina”, schipper Hindrik Alberts Hazewinkel, kok Abraham Daniels de Jonge.
28 januari 1835, kof “Anja”, schipper Abraham Kornelis Hazewinkel, kok Abraham Daniels de Jonge.
07 juli 1838, schip “Johanna”, kapitein Geert Willems Bakker, matroos A.D. de Jonge.
03 februari 1840, kof “Elizabeth”, schipper Jakob Geuchies Engelsman, matroos Abraham Daniels de Jonge.
23 december 1841, kof “Geerdina”, schipper Gose Eilts Boer, stuurman Abrham Daniels de Jonge.
06 februari 1844, schip “Gesina Johanna”, kapitein Harm W. Lukens, stuurman Abraham Daniels de Jonge uit Veendam.
28 april 1847, kof “Wendelina”, schipper Hidde Jacobs Mulder, stuurman Abraham Daniels de Jonge, 28 jaar uit Veeendam.
05 februari 1853, kof “Eetina”, schipper Abraham Daniels de Jonge.
01 februari 1854, kof “Eetina”, schipper Abraham Daniels de Jonge.
22 januari 1855, kof “Eetina”, schipper Abraham Daniels de Jonge.
28 januari 1857, kof “Eetina”, schipper Abraham Daniels de Jonge. 37 jaar.
13 februari 1871, schoener “Cincurrent”, schipper Abraham Daniels de Jonge, 51 jaar uit Veendam.
30 maart 1882, schoener “Concurrent”, schipper Abraham D. de Jonge.
Familiegegevens en opleiding
Jan Alberts Oldenburger werd geboren 15 april 1829 te Nieuwe Pekela als zoon van de landgebruiker Albert Klaassens Oldenburger en Bonna Witkop. Jan was de jongere broer van Jannes Oldenburger, lid van het college “Voorzorg” met vlagnummer 151.
Jan Alberts Oldenburger trouwde op 02 maart 1865 te Nieuwe Pekela met Doetje Weerts Eemsinga, geboren te Nieuwe Pekela als dochter van de bakker Weert Eemsinga en Antje Everts Metus. Het echtpaar had 6 dochters en een zoon. De zoon Albert werd geboren te Nieuwe Pekela op 06 oktober 1879 en overleed op zee op 17 januari 1900.
Doetje overleed op 09 oktober 1912 te Nieuwe Pekela, 72 jaar, weduwe.
Jan Alberts Oldenburger kwam om bij het vergaan van zijn schip de “Harmonie” op 09 oktober 1880 bij Rügen op de leeftijd van 51 jaar.
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
Jan Alberts Oldenburger was lid van het zeemanscollege “Voorzorg” te Nieuwe Pekela met vlagnummer 84 in de periode 1860 t/m 1880.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
Jan A.Oldenburger was effectief lid van het zeemanscollege “Voorzorg”te Nieuwe Pekela met vlagnummer 84 in de periode 1861 t/m 1880 (in de ledenlijst wordt hij vermeld t/m 1882).
De schepen van de kapitein
Bouma025 vermeldt J.A.Oldenburger als gezagvoerder gedurende:
* 1860 t/m 1873 van de kof “Eetina”, gebouwd in 1838 te Wildervank, 102 ton o.m., varend voor H.Meihuizen te Zuidbroek;
* 1874 t/m 1879 van de schoenerkof “Harmonie”, gebouwd in 1846 te Harlingen, 175 ton o.m., varend voor H.Meihuizen te Zuidbroek;
* 1880 op hetzelfde schip maar nu voor de Wed. H.Meihuizen te Zuidbroek. Het schip werd in 1880 vermist tussen Riga en Nederland.
De collectie monsterrollen op het Noordelijk Scheepvaartmuseum te Groningen vermeldt:
21 februari 1857, kof “Geppina”, kapitein Albert Alberts Oldenburger, stuurman Jan Albertus Oldenburger, 27 jaar uit Nieuwe Pekela.
25 februari 1865, kof “Eltina”, kapitein Jan Alberts Oldenburger, 35 jaar uit Nieuwe Pekela.
02 mart 1870, kof “Eetina”, kapitein Jan Alberts Oldenburger, 41 jaar uit Nieuwe Pekela.
06 maart 1876, schoenerkof “Harmonie”, kapitein J.A,Oldenburger, 47 jaar uit Nieuwe Pekela.
24 februari 1877, schoenerkof “Harmonie”, kapitein J.A,Oldenburger uit Nieuwe Pekela.
06 maart 1878, schoenerkof “Harmonie”, kapitein J.A,Oldenburger, 48 jaar uit Nieuwe Pekela.
17 april 1879, schoenerkof “Harmonie”, kapitein J.A,Oldenburger, 49 jaar uit Nieuwe Pekela.
01 september 1880, kof “Harmonie”, kapitein Jan A.Oldenburger, 50 jaar uit Nieuwe Pekela.
Voorts stuurman Lubbertus Smith, 36 jaar uit Nieuwe Pekela, 3 matrozen en een dekjongen.
Overige bijzonderheden
Op een tentoonstelling in het Noordelijk Scheepvaartmuseum te Groningen070 hing een portret van de kof “Eetina”, gebouwd te Wildervank in 1838, 102 ton en in de periode 1861 - 1873 met schipper Jan Alberts Oldenburger, lid van het zeemanscollege “Voorzorg” te Nieuwe Pekela met vlagnummer 84, varend voor reeder H.Meihuizen te Zuidbroek. Het portret werd geschilderd door Berend Oldenburger, amateurschilder (geboren Nieuwe Pekela 1849 - overleden 1930 te Veenendaal).
Op een expositie in het Noordelijk Scheepvaartmuseum070 stond de mededeling dat op 09 oktober 1880 de “Harmonie”bij Riga met man en muis is vergaan. De kapitein was Jan Alberts Oldenburger (1829 - 1880).
Kroniek van Pekela 11 januari 1881 Van de schoenen ‘Harmonie’, kapt J.Oldenburger, is sinds vertrek van Riga op 8 oktober 1880 naar Delfzijl niets meer vernomen. Het schip was pas uit Riga vertrokken toen het in een hevige sneeuwstorm verzeild raakte. Men vreest dat het schip met man en muis is vergaan.115
Een overeenkomstig relaas is opgenomen in “Met de groeten uit Riga” van H.Hachmer, In boekvorm Uitgevers BV, 2007, p.101-105. Daarin de volgende opmerkingen:
“Op 9 oktober 1880 voer kapitein Jan Oldenburger van het kofschip DE HARMONIE de haven van Riga uit. Oldenburger schrijft op 4 oktober nag ‘wij hebben het geluk dat het weer een aankomende maan is’. Uit correspondentie met de gemeente Niuwe Pekela blijkt echter dat hij tijdens een sneeuwstorm was vertrokken. Hoe ver Oldenburger is gekomen, weet niemand, maar tevergeefs werd er door vrouw en kinderen in de haven van Delfzijl gewacht op de aankomst van DE HARMONIE. …To drie maal toe werd er een oproep geplaatst waarbij Jan Albert Oldenburger werd gevraagd om zich te meldenbij de arronsissementrechtbank te Wildervank. Dit was op zich niet ongebruikelijk, maar het is wel opmerkelijk dat de laatste advertentie 34 jaar na zijn dood verscheen.Op 11 december 1914 werd hij voor de laatste maal opgeroepen …”
Het artikel bevat een kleurenprent van de “Harmonie” uit Oude Pekela, een portret van Doetje Oldenburger, de vrouw van de kapitein en een krantenannonce van het overlijden van de kapitein.
Familiegegevens en opleiding
Kasper Dijk werd geboren te Oude Pekela op 29 december 1838 als zoon van de schipper Kasper Jurjen Dijk en Aike Jans Takens (moet zijn Taaks).
Hij trouwde op 12 januari 1871 te Oude Pekela met Jantje Plukker, geboren op 22 april 1848 te Oude Pekela als dochter van Freerk Harding Plukker en Hinderkien Nannes Baas.
Kasper overleed te Alkmaar op 10 april 1910.(zie hierna)
De schepen van de kapitein
Bouma025 vermeldt K.K..Dijk als gezagvoerder gedurende:
* 1867 t/m 1868 van het schip “Ackia” (geen type, en bouwgegevens vermeld. Ook geen eigenaar vermeld). Het schip is in Harlingen gemeld komend van Memel.
Bouma025 vermeldt K.K. Dijk als gezagvoerder gedurende:
* 1867 t/m 1871 van de galjoot “Aikta” ex Reina Arendina, ex Maria Magdalena, gebouwd in 1836 te Reiherstieg, 75 ton o.m., varend als kapitein/eigenaar vanuit Pekela. Het schip is in 1871 gestrand, verlaten en naar zee gedreven;
* 1874 t/m 1876 van de kof “(de Vrouw?) Eetina”, gebouwd in 1838 te Wildervank, 102 ton o.m., varend voor H.Meihuizen te Zuidbroek. Het schip werd in 1876 verkocht voor heistelling.
Is hier sprake van twee verschillende personen? Anderzijds is er enige naamovereenkomst in de schepen. Is overigens de naam niet “Aikina” (zie bij A. de Jonge met de “Reina Arendina”)
Overige bijzonderheden
Uit: “De Meedden” in Bahia”, door A.Westers in het Jaarverslag van het Kapiteinshuis te Nieuwe Pekela. Zie ook www.kapiteinshuis,nl
“Vanaf 1868 was hij (Kasper K.Dijk) kapitein/redervan de schoener “Aika”, totdat het schip in december 1871 strandde en verlaten naar zee dreef. Van 1873 tot 1876, toen het schip te Harlingen verkocht en als heistelling gebezigd ging worden, was hij schipper van de schoenerkof “Eetiena”, onder rederij van H.Meihuizen te Zuidbroek. Als zodanig was hij de opvolger van Jan Alberts Oldenburger, die het schip meer dan tien jaren bevaren had. Sindsdien was hij de stuurman K.K.Dijk, die, …in 1894 door rederij J.J.Koerts & Zn te Oude Pekela met kapitein G.Smit naar Rio gezonden werd om de “Afiena” op te halen. …Het gezin – er werden vijf kinderen geboren – woonde eerst in Oude Pekela, sinds 15 mei 1875 te Nieuwe Pekela, vervolgens, vanaf 12 juni 1880, weer in Oude Pekela en tenslotte sedert 2 mei 1892 wederom te Nieuwe Pekela. Tien jaar later, op 5 april 1902, verhuisde Kasper Dijk, drie en zestig jaar oud, met zijn vrouw en de drie kinderren, die nog thuis woonden, naar Alkmaar, waar hij op 10 april 1910 overleed.
|