Familiegegevens en opleiding
Geen
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
J.E.Gust was met vlagnummer R50 van 1819 t/m 1847/48 effectief lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart058.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
In het Jaarverslag 1837 van het College te Rotterdam (Maritiem Museum, Rotterdam) staat vermeld, dat “Kapitein J.Gust eene schadevergoeding ter gelegenheid van het verlies van zijn schip is toegestaan”. Deze bedraagt f 50,-.
In de Jaarverslagen 1849, 1851, 1855, 1858 en 1859 van het College staat bij de Rekening van Ontvangst en Uitgaaf dat de weduwe J.E.Gust een jaarlijkse uitkering kreeg van f 150,-.
De schepen van de kapitein
J.E.Gust maakte de volgende reizen005:
* Onverwacht 1823 Liverpool - Hellevoetsluis geen lading vermeld
1823 Hellevoetsluis - Liverpool - Hellevoetsluis geen lading vermeld
1823 Hellevoetsluis - Dublin - Liverpool - Hv.sluis geen lading vermeld
1824 Hellevoetsluis - Nurie(?) - Liverpool - Hv.sluis geen lading vermeld
1824 Hellevoetsluis - Liverpool - Hellevoetsluis geen lading vermeld
* Hendrika 1840 Liverpool - Hellevoetsluis geen lading vermeld
1840 Liverpool - St.Petersburg - Hellevoetsluis geen lading vermeld
1840 Hellevoetsluis - Liverpool geen lading vermeld
* de Hoop 1842 Kopenhagen(?) - Hellevoetsluis geen lading vermeld
Bouma025 vermeldt J.E.Gunst als gezagvoerder gedurende:
* 1819 t/m 1828 op de galjoot(?) “Onverwagt”, gebouwd in 1818, 190 ton o.m., varend voor J.Kupers te Rotterdam;
* 1837 t/m 1845 op de kof “Hendrika”, gebouwd in 1837 te Veendam, 91 ton o.m., varend als kapitein/eigenaar vanuit Groningen;
* er zijn diverse kapiteins met de familienaam Gust gezagvoerder op een “De Hoop”, maar met andere initialen.
Het Archief van de Amsterdamse Waterschout op het Stadsarchief te Amsterdam bevat monsterrollen op naam van Jan(nes) Everts Gust op de:
“Maria”, dd 29 december 1809 (Papenburger vlag),;
“Telkina Bolte”, dd. 12 april 1814; 09 juni 1815; 29 februari 1816;
“Buitenwerf”, dd. 30 maart 1830;
“Henderika”, dd 13 december 1837.
Overige bijzonderheden
Rotterdamsche Courant 22 februari 1820114
Londen, 15 februari. Het schip de ONVERWACHT, Gust, van Rotterdam naar Lissabon, en een Hollands schip, van Rotterdam naar St. Ubes (opm: Setubal), zijn gisteren morgen te Douvres (opm: Dover) in de St. Margarets Bay, op strand gedreven, doch met de vloed weder vlot geworden en vertrokken.
Rotterdamsche Courant 29 juni 1820114
Te Rotterdam in lading liggende schepen naar:
….Liverpool: het Nederland Tonnage Koffschip ONVERWAGT, kapt. Jan Everts Gust…..
Rotterdamsche Courant 28 september 1820114
Te Rotterdam in lading liggende schepen naar:
Bordeaux: het schip NEPTHUNUS, kapt. Willem Andries Bakker; vertrekt den 25 september op verbeurte van de vracht.
Idem: het schip ONVERWACHT, kapt. Jan Everts Gust; vertrekt den 15 oktober.
Idem: het Kofschip VROUWE GEERTRUIDA, kapt. Reijn Pronk.
Rotterdamsche Courant 27 februari 1821114
Rotterdam 26 februari. Den 24 dezer arriveerden te Helvoetsluis ONVERWACHT, J.E. Gust, van Bordeaux, en ONDERNEMING, P.J. Hulst, van Londen. …
Rotterdamsche Courant 29 maart 1821114
Rotterdam, 28 maart.
….Den 27 arriveerden de schepen de EMILIE, A. Berneval, van Rouaan; de ELISABETH AND ANN, W. Ridley, van Newcastle, en zeilden de AURORA, G. Johannis, naar Newry; de FRIENDS OF LIBERTY G. Ruby, naar Rye; de VROUW ELIZABETH, G. van Gelderen, naar Lissabon; de JONGE ALIJDA, A. van der Weijden, naar St. Ubes (opm: Setubal); de HOOP, H.K. Dijkhuis, naar Oleron; de JONGE JURINA, E.J. Bakker, naar Rochefort; ONVERWACHT, J.E. Gust, naar Libau (opm: Liepaja); en de VROUW JANTJE, W. Kuijt, naar Newcastle. De wind Z.O…..
Rotterdamsche Courant 24 juli 1821114
Rotterdam, 23 juli.
….Den 23 arriveerden ONVERWACHT, J.E. Gust, van St. Ubes (opm: Setubal); POCAHONTAS, F.A. Rynolds, van Baltimore, en HEBE, S. Jorgensen, van Dramme.
Rotterdamsche Courant 13 november 1821114
Rotterdam 12 november.
….Den 10 zeilden de VROUW HENDRIKA, E.E. Hoveling, naar Roscoff; ZELDEN RUST, F.T. Visser, naar Rendsburg; BUITEN VERWACHTING, C. van der Plas, naar Bordeaux; de VROUW ANNA, H.C. Uil, naar Bristol; de GOEDE HOOP, F. de Best, naar Grimsbij; de ZES ZUSTERS, P. Clausen, naar Marlines; de JOHANNA EN ANNA ALIJDA (opm: kof JOHANNA EN ANNA ALIDA), J.J. Kortrijk, naar Liverpool; de ONVERWACHT, J.F. Gust, naar Cette (opm: Sète); de VROUW TANNEGINA, E.K. de Wilde, naar Nantes…..
Rotterdamsche Courant 13 december 1821114
Amsterdam, 11 december. In het Vlie is binnengekomen E.J. Drent van Londen, en nog is door behulp van 12 Vlielander loodsen en 5 schuiten die de kapitein aangenomen had, binnengebragt een kof zonder masten, met haver van Rotterdam naar Cette (opm: Sète; mogelijk de ONVERWAGT, kapt. J.E. Gust); zeilt naar Harlingen om te repareren.
Rotterdamsche Courant 20 deccember 1821114
Amsterdam, 18 december. De masteloze kof, van Rotterdam naar Cette (opm: Sète), welke eerst in het Vlie en vervolgens te Harlingen binnengesleept is, is genaamd ONVERWACHT, kapt. J.E. Gust.
Rotterdamsche Courant 19 september 1822114
Rotterdam, 18 september. …..
…..Den 18 arriveerde ONVERWACHT, J.E. Gust, van Bremen, als bijlegger.
Rotterdamsche Courant 31 december 1822114
Rotterdam, 30 december. Uittreksel uit de Lloyd’s Lijsten van den 20 en 24 december:
….Te Falmouth zijn den 19 dezer gearriveerd de schepen HENRICA, Oveling (opm: VROUW HENDRIKA, E.E. Hoveling), van Liverpool naar Antwerpen, en ONVERWACHT, Gust (opm: kof ONVERWAGT, kapt. Jan Everts Gust), van Liverpool naar Rotterdam, en den 20 het schip ONDERNEMING, Rooderkerk (opm: kof, kapt. Jan Rooderkerk), van Liverpool naar Amsterdam…..
Familiegegevens en opleiding
Geen
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
E.J.Gust was met vlagnummer R50 in de periode 1847/48 t/m 1862 lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart058.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
In het Jaarverslag 1837 van het College (Maritiem Museum, Rotterdam) staat vermeld dat kapitein E.O.Gust (dat moet een verschrijving zijn) een schadevergoeding van f 50,- heeft gekregen, vermoedelijk vanwege geleden schade met zijn schip.
In het Jaarverslag 1862 van het College (Maritiem Museum, Rotterdam) staat vermeld dat “het Bestuur zich verpligt heeft gezien, artikel 37 van het Reglement toe te passen … “ op E.Gust. (Dit artikel voorziet in royement bij het niet voldoen aan de financiële verplichtingen).
De schepen van de kapitein
In de Jaarverslagen van het College staat kapitein J.E.Gust met vlagnummer R50 vermeld als gezagvoerder in de ledenlijsten van058:
* 1849, 1851 van de kof “Hendrika” 50 last varend als kapitein/eigenaar
* 1855, 1858, 1859, 1862 geen schip vermeld
Bouma025 vermeldt E.J.Gust als kapitein gedurende:
* 1825 t/m 1835 als gezagvoerder op de smak “De Buitenwerf”, gebouwd in 1824, plaats niet vermeld, 110 ton o.m., varend als kapitein/eigenaar vanuit Groningen.
* 1846 t/m 1856 op de kof “Hendrika”, gebouwd in 1837 te Veendam, 91 ton o.m., varend als kapitein/eigenaar vanuit Groningen.
Overige bijzonderheden
Geen
Familiegegevens en opleiding
Geen
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
E.J.Gust was met vlagnummer R50 in de periode 1847/48 t/m 1862 lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart058.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
In het Jaarverslag 1837 van het College (Maritiem Museum, Rotterdam) staat vermeld dat kapitein E.O.Gust (dat moet een verschrijving zijn) een schadevergoeding van f 50,- heeft gekregen, vermoedelijk vanwege geleden schade met zijn schip.
In het Jaarverslag 1862 van het College (Maritiem Museum, Rotterdam) staat vermeld dat “het Bestuur zich verpligt heeft gezien, artikel 37 van het Reglement toe te passen … “ op E.Gust. (Dit artikel voorziet in royement bij het niet voldoen aan de financiële verplichtingen).
De schepen van de kapitein
In de Jaarverslagen van het College staat kapitein J.E.Gust met vlagnummer R50 vermeld als gezagvoerder in de ledenlijsten van058:
* 1849, 1851 van de kof “Hendrika” 50 last varend als kapitein/eigenaar
* 1855, 1858, 1859, 1862 geen schip vermeld
Bouma025 vermeldt E.J.Gust als kapitein gedurende:
* 1825 t/m 1835 als gezagvoerder op de smak “De Buitenwerf”, gebouwd in 1824, plaats niet vermeld, 110 ton o.m., varend als kapitein/eigenaar vanuit Groningen.
* 1846 t/m 1856 op de kof “Hendrika”, gebouwd in 1837 te Veendam, 91 ton o.m., varend als kapitein/eigenaar vanuit Groningen.
Overige bijzonderheden
Geen
Familiegegevens en opleiding
Jan Tiddes Bart werd geboren te Nieuwe Pekela op 03 maart 1823 als zoon van Tidde Eenjes Bart en Aaltje Jans Piebes.
Jan is vermoedelijk ongetrouwd gebleven.
Volgens www.zeemansleed.nl zou Jan Bart in 1859 zijn vermist. Zie ook jaarverslag 1859 Maatschappij tot Nut der Zeevaart
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
J.F.Bart was met vlagnummer R257 in de periode 1849 t/m 1859 lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart058.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
In het Jaarverslag 1859 van het Maatschappij (Maritiem Museum, Rotterdam) wordt vermeld dat hij in 1859 wordt vermist058.
In het Jaarverslag 1865 van de Maatschappij staat vermeld dat de moeder van kapitein F.J. (moet zijn J.F.) Bart is overleden, waardoor haar uitkering tot een einde komt. Kennelijk was Bart ongetrouwd en was zijn moeder de gerechtigde voor het ontvangen van een uitkering058.
De schepen van de kapitein
In de Jaarverslagen van de Maatschappij staat kapitein J.T.Bart met vlagnummer R257 als gezagvoerder in de ledenlijsten van058:
1849 kof “Maria Jeannette” ? last varend voor E.S.&C. St. Martin & Co te Rotterdam
1851 geen vermelding van schip en reeder
1855, 1858 sch. “Eefke Maria” 56 last varend voor B.H.Viëtor te Winschoten
In de ledenlijst van het Rotterdamse zeemanscollege 1849 wordt hij genoemd als gezagvoerder van de kof “Maria Jeannette”, varend voor E.S.& C St. Martin & Co. Dit schip wordt onder deze reederij wel genoemd door Bouma025 maar zonder een kapitein Bart als gezagvoerder.
Bouma025 vermeldt J.F.Bart als gezagvoerder gedurende:
* 1852 van de kof “Alida Margaretha”, gebouwd in 1838 te Veendam, 85 ton o.m., varend als kapitein/eigenaar vanuit Pekela. Bij Caen op weg naar Amsterdam gestrand en lek geraakt;
* 1853 t/m 1859 op de 2/m sch. “Eefka Maria”, gebouwd in 1850 te Pekela, 107 ton o.m., varend voor B.Haitsema Viëtor te Winschoten. In 1859 vermist.
De collectie Monsterrollen van het Noordelijk scheepvaartmsuem te Groningen bevat rollen:
-
03 maart 1857 , schoener Eefke Maria, kapitein Jan Tiddes Bart, 33 jaar uit Nieuwe Pekela.
Overige bijzonderheden
Mulder085 vermeldt:
“De kof “Alida Margaretha”, kapt J.F.Bart, met koolzaad en rogge onderweg van Amsterdam naar Frankrijk, is op een zandbank beneden op de rivier van Caen gelopen en verongelukt.”
Een doodsakte van de kerk Sint Olai te Helsingör vermeldt de begravenis van een matroos die aan boord van het schip “Alida Margaretha” onder kapitein J.V.Bart uit Pekela door een ongelukkige val overleed.115