Inloggen
ALIDA MARIA - ID 10185


In dienst
Onder Nederlandse Vlag tussen:1838-06-23 / 1863-11-00 | Reden uitgevlagd: Verongelukt of vermist (zie final fate)

Identification Data

Bouwjaar: 1838
Categorie: Cargo vessel
Voorstuwing: Sailing Vessel
Type: Kof
Material Hull: Wood
Dekken: 1
Construction Data

foto van Jelle Gerrits Berg (1791-1889), gemaakt ter gelegenheid van zijn 50-jarig huwelijk in 1877, mogelijk door R.J. Berg, de eerste fotograaf te Sappemeer.



Scheepsbouwer: Jelle Gerrits Berg, Sappemeer, Groningen, Netherlands
Launch Date: 1838-00-00
Delivery Date: 1838-06-15
Technical Data

Gross Tonnage: 46.00 lasts
Gross Tonnage 2: 88.00 tons (oude meting)
 
Zeebrieven en Turksche passen

Record type Zeebrief
Zeebrief jaar: 1838
Datum agenda: 1838-06-23
Register nr: 18380377
Scheepsnaam: ALIDA MARIA
Type: Kof
Lasten: 46
Gebouwd in provincie: Groningen
Gebouwd in binnen- of buitenland: Binnenlands
Zeebrief / Turksche pas verzocht door: Oetzes, J.
Plaats: Groningen
Kapitein op moment van verzoek: Oetzes, J.
Opmerkingen: Eerste zeebrief

Bekijk de overige zeebrieven / Turksche passen van dit schip
Ship History Data

Date/Name Ship 1838-06-15 ALIDA MARIA
Manager: Jan Oetzes, Groningen, Groningen, Netherlands
Eigenaar: Jan Oetzes, Groningen, Groningen, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Groningen / Netherlands

Date/Name Ship 1841-02-25 VROUW CATHARINA
Manager: Cornelis Bakker Bertusz., Den Helder, Noord-Holland, Netherlands
Eigenaar: Partenrederij onder boekhouderschap van genoemde manager, Den Helder, Noord-Holland, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Den Helder / Netherlands

Date/Name Ship 1847-01-27 VERWACHTING
Manager: Firma Harmens & Zonen, Harlingen, Friesland, Netherlands
Eigenaar: Firma Harmens & Zonen, Harlingen, Friesland, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Harlingen / Netherlands

Bezitters van parten (aandelen) in het schip

Eigenaren, per 25 februari 1841, van de VROUW CATHARINA:

Joan Thomas Zurmuhlen, Nieuwediep, scheepsagent (boekhouder van het schip),
Cornelis Bakker Bertuszoon, Nieuwediep, boekhandelaar, en mede-reders

Ship Events Data

1840-10-20: Stranded
Een Groninger kof, beladen met zout, is volgens brief van het Nieuwe Diep van de 20e oktober, op het Westeinde van Texel gestrand, de naam onbekend. De equipage, bestaande uit vier man benevens de vrouw van de kapitein, is gered. Ook was aldaar opgevist een snouwsmast en een gebroken steng, en bij Petten aangedreven een barkas. Volgens nader bericht is bovengemelde kof de ALIDA MARIA, kapt. Oetzes (opm: bouwjaar 1838; kapt. Jan Oetzes, zie ook AH 301040), van Liverpool naar Muiden. Men was bezig de tuigage te bergen, doch het schip zal vermoedelijk weg zijn.
1840-10-30: AH - Algemeen Handelsblad
Advertentie. Kapt. Jan Oetzes, gevoerd hebbende het Nederlandse kofschip ALIDA MARIA, van Liverpool naar Maiden gedestineerd, bij de Wester op Texel gestrand (opm: zie ZP 211040), is van mening op bekomen autorisatie op maandag de 2e november 1840, ten overstaan van de notaris J. L. Kikkert, op de stranden aldaar, in het openbaar te verkopen twee zware ankers en een werpanker, twee gekapte zware touwen, drie trossen en een kabeltouw, zeventien stuks diverse zeilen, staand en lopend want, touwwerk, blokken, rondhouten, en hetgeen verder zal worden gepresenteerd. Alles geborgen van bovengenoemd schip, zullende deze goederen op de verkoopdag voor een ieder gekaveld te zien zijn. Daarna zal in het logement Het Loodsmans Welvaren, aan de Hoorn alhier, worden verkocht het bovengemelde kofschip zo als hetzelve vol water, zeer ontramponeerd, in de stranden is zittende.
Nadere informaties bij Zunderdorp en Ran, scheepsagenten te Texel.
1863-11-00: Final Fate:
03 februari 1864
NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Londen, 2 februari. Men is zonder bericht aangaande de volgende schepen: GARONNE, kapt. Bakker, 29 november van Newcastle naar Harlingen vertrokken en VERWACHTING, kapt. Ruiten, 26 november van Newcastle naar Harlingen vertrokken.

Gezagvoerders

Familiegegevens en opleiding

Jan Oetzes werd geboren op 12 december  1817 te Groningen als kind van de beurtschipper Pieter Oetzes en Grietje Suk

Jan Oetzes overleed op 04 juli 1852 te Groningen, 34 jaar, geen relatie genoemd,

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

In een buitengewone vergadering van het Groninger zeemanscollege “De Groninger Eendragt” op 23 december 1840 werden kapiteins die vanwege het hoge kasgeld zich niet als gewoon lid wilden laten inschrijven de gelegenheid geboden als buitengewoon zeevarend lid toe te treden. “Die mogelijkheid – via een op 20 februari van hetzelfde jaar genomen besluit tot stand gekomen – werd door 16 kapiteins aangegrepen”, waaronder J.Oetzes op de “Maria” (sic)101.

J.Oetzes was lid voor de vlag van het Groninger zeemanscollege “De Groninger Eendracht” met vlagnummer 50 in de periode 1838 t/m 1847.

 

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

Geen

 

De schepen van de kapitein

Bouma025 vermeldt J.Oetzes als gezagvoerder gedurende:

*    1840 t/m 1847 van de kof “Alida Maria”, gebouwd in 1838, bouwlocatie niet vermeld, 88 ton o.m., varend als kapitein/eigenaar vanuit Groningen.

 

In de ledenlijsten van “De Groninger Eendracht” vermeld in de Amsterdamsche Almanak voor Koophandel en Zeevaart van de jaren  1842 t/m 1847 wordt kapitein J.Oetses/Oetzes verrmeld met vlagnummer 50 als gezagvoerdeer van de “Alida Maria”.

 

Monsterrollen op site van het Noordelijk Scheepvaart Museum te Groningen vermelden Jan Oetses/Oetzes op:

13 juni 1833 als lichtmatroos, 16 jaar, geen woonplaats, op de “Eendragt”, kapitein Geert H.Haverbult, 5 bemanningsleden

12 maart 1834 als matroos, 17 jaar, geen woonplaats, op de “Hunze”, kapitein Hendrik J.Ketelaar, 5 bemanningsleden.

29 februari 1836, als stuurman, 19 jaar, geen woonplaats, op de “Gezina”, kapitein Christoffer Adriaan Boomgaard, 4 bemanningsleden.

15 januari 1837 als stuurman, 20 jaar geen woonplaats, op de “Hinderika”, kapitein Willem Jans Drewes, 5 bemanningsleden.

21 juli 1838 als gezagvoerder, geen leeftijd en woonplaats, op de “Alida Maria”, 5 bemanningsleden

05 december 1838, als gezagvoerder, geen leeftijd en woonplaats vermeld, op de “Alida Maria”. 5 bemanningsleden.

18 mei 1841 als gezagvoerder, geen leeftijd en woonplaats vermeld ,op de “Alida Maria”, 5 bemanningsleden.

 

Overige bijzonderheden

Swart082 vermeldt de stranding bij Hoorn op Texel van de kof “Alida Maria” onder kapitein J.Oedzes (sic) op 20 oktober 1840 op weg van Liverpool naar Muiden, geladen met zout. De equipage werd gered.

Kennelijk is het schip na de stranding in 1840 weer opgeknapt en in de vaart gebracht.

 

In de Registers van Aanmonstering te Groningen (Groninger Archieven, Toegangsnr. 1399, inv.nr. 6512) komt de volgende melding voor:

29 februari 1836, rolnummer 52, Jan Oetzes, 19 jaar, tegen een gage van f 26,50 per maand, als stuurman op de “Gezina”, gezagvoerder Christoffer Adriaans Boomgaard. Bestemming Hull.

(ik weet niet zeker of deze vermeling op deze plek thuishoort)

 

 

Datum vanaf: 1838
Kapitein: Oetzes, Jan
Overige informatie: 0

Familiegegevens en opleiding

Geen

 

De schepen van de kapitein

Bouma025 vermeldt J.Venster als gezagvoerder gedurende:

*   1843 t/m 1851 van de kof “Vrouw Catharina”, gebouwd in 1838 te Sappemeer, 102 ton o.m., varend voor Zurmühlen te Nieuwediep.

 

Overige bijzonderheden

“Verhaal van eene tweejarige avontuurlijke zeereis van Amsterdam naar Corfu, Patras, Londen, New-Castle, Gallatz (Zwarte zee), Constantinopel, Smyrna, Falmouth, Cardif, Liverpool, enz. ondernomen door Jan en Cornelis Meijer van 1853-1855 en door den eersten gelukkig volbragt”

door J.C.Meijer, oud-Onderwijzer te Terschelling. Gedrukt voor rekening van den Schrijver. Amsterdam, Herman Koster 1862, 40 pp.

In deze publicatie wordt uivoerig verslag gedaan van een reis van de beide zonen van de schrijver, aan boord van de schooner Bernardus, 100 last, onder kapitein Jan Venster. Jan Meijer, de bron voor het verhaal, was matroos, zijn broer ligtmatroos. De vrouw van de kapitein was mede aan boord om de reis mee te maken.”Wij waren gedestineerd naar Corfu … beladen met suiker”. De vertrekhaven was Amsterdam en men zeilde uit van Nieuwediep begin april 1853. Na een voorspoedige reis van 38 dagen werd Corfu bereikt. De reis ging door naar het Griekse Patras, waar een lading krenten werd ingenomen. De daaropvolgende reis naar Londen was minder gunstig met ruw weer en ongunstige wind. Londen werd bereikt op 01 augustus 1853 na een reis van 66 dagen. Van hier ging de reis naar Newcastle voor een lading steenkool, aankomst 14 september, met bestemming Zwarte Zee. In Newcastle heerste een cholera-epidemie en wellicht ten gevolge daarvan overleed Cornelis begin Oktober op weg naar de Zwarte Zee. Hij kreeg een zeemansbegrafenis. Vooral in de Dardanellen had men last van tegengestelde stroom en pas op 30 december kon met het anker laten vallen in Constantinopel. Na passage door de Bosporus kwam het schp te stranden op de Sulinabaar, een plaat voor de monding van het Donau-estuarium. Na enige dagen kwam men weer vlot. “De vrouw van den kapitein was toen gelukkig met haar twaalfjarig zoontje, onze kajuitswachter, te Sulina aan den wal”. Vervolgens liep het schip de havenplaats Gallatz binnen, “eene Russische vesting, waar veel handel in granen is”. “Toen wij onze steenkolen lossten, om weder een lading tarwe in te nemen, werden wij niet weinig verontrust door de tijding, dat de Russen den 3 April vier Nederlandsche schepen te Ismaïl, 9 à 10 uren oostwaarts van Gallatz gelegen, hadden in beslag genomen en aan de ketting geslagen”. (dit vanwege de Frans/Engelse oorlog tegen de Russen, terwijl men Engelse lading vervoerde.) De inbeslaglegging bleef echter uit.

“Wij hadden tot ons leedwezen nog eerst eene treurige plegtigheid te vervullen. De Kapitein namelijk was ziek geworden, en verzwakte van dag tot dag. Of hij het op de Sulinabaar, wegens de ontzettende koude en vermoeijenis, had weggekregen, ofwel om andere oorzaken, weet ik niet, maar wel, dat hij te Gallatz overleed. Wij begroeven hem daar, en verlieten zijne laatste rustplaats niet zonder innig gevoel van weemoedigheid; hij was een goed Kapitein voor ons geweest.

Onze stuurman, zekere Verschuur, werd nu in zijne plaats Kapitein, terwijl nu ik, dan weder een ander den post van stuurman tijdelijk zou waarnemen.”.

Omdat de verdere belevenissen van deze reis onder de verantwoordelijk kwamen van (de latere kapitein) Verschuur worden deze bij kapitein A.J.Verschuur vermeld.

 

Suyk (pers. mededeling) vermeldt de 2 mast Schoener “Bernardus”, groot 100 last, 159 ton o.m., 135 ton o..m., gebouwd in 1850 te Zierikzee. De reder was van der Bey & Co te Amsterdam. Het schip werd op 10 januari 1863 te Amsterdam geveild en voor ƒ 13.000,- verkocht aan de reder C.Mackenstein te Amsterdam en herdoopt in “Albrecht Frederik”. In 1872 werd het schip wederom verkocht en wel aan A.M.E.Tromp te Amsterdam en later te Hilversum en herdoopt in : August Marie”. Het schip raakte in 1877 wrak op de baar van Newburgh.

Bouma025 vermeldt wèl de 2/mSch. Bernardus maar niet de kapitein Venster. De eerste gezagvoerder van dat schip was ene kapitein Engelsman, die volgens Bouma werd opgevolgd door kapitein A.J.Verschuur, die in het hiervoor genoemde verslag de rang van 1e stuurman had.

 

 

Datum vanaf: 1841
Kapitein: Venster, Jan.

Familiegegevens en opleiding

Francke Franckema werd geboren te Hemelumer Oldeferd op 28 september 1811 als zoon van Jan Jurjens Franckema en Tjitske Pieters.

Francke Jans Franckema trouwde op 21 oktober te Harlingen met Jetske Harings van der Zee,geboren te Harlingen op 28 december 1818 als dochter van Haring Jans van der Zee en Eva Jans Kuipers. Zij overleed op 06 maart 1868 te Harlingen, gehuwd en 49 jaar.

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

F.J.Frankena (niet -ma) werd op 01 juli 1851 met vlagnummer 25 ingeschreven als lid van het Harlinger zeemanscollege "Zeemansvoorzorg". Zijn schip was de "Verwachting", boekhouders Harmens & Zn. De contributie werd voldaan door de boekhouders. Hij was gehuwd met Tjietsche H.van der Zee, geboren 28 december 1818. Ten tijde van de inschrijving had het echtpaar 3 kinderen: Tjietsche (07 augustus 1842), Eva (16 oktober 1847) en Jan (31 oktober 1851).

"Geschrapt wegens wanbetaling der Contributie. Zie missive dd 18 maart 1862"028-fol.025.

 

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

Het Register van Uitgaande Stukken bevat een brief dd.18 maart 1862 aan kapitein F.J.Frankena te Harlingen, waarin hem wordt meegedeeld dat hij wegens het niet-betalen van contributie als lid is geschrapt "Ued wordt verzocht het Bewijs van Lidmaatschap, destijds aan Ued afgegeven, binnen drie dagen na heden terug te zenden aan de secretaris van het College"033.

Hij was met vlagnummer 25 in de periode 1851-1862 lid eerste klasse van het College034

 

De schepen van de kapitein

lid van het Harlinger zeemanscollege Zeemansvoorzorg036

vlagnummer      periode      type                     naam van het schip                       boekhouder/reder

         H25         1846-1851 sch.kof                Verwachting                                   Harmens & Zn, Harlingen

 

Bouma025 vermeldt F.J.Frankena als gezagvoerder gedurende:

*    1847 t/m 1851 van de schkof “Verwachting”, gebouwd in 1838 te Harlingen, 90 ton o.m., varend voor Harmens & Zn te Harlingen;

*    1854 t/m 1855 van de kof “Vereeniging”, gebouwd in 1830 te Papenburg, 104 ton o.m., varend voor Repko & Co te Harlingen. Gestrand bij Hesselø (Kattegat) met een lading oud ijzer.

 

Overige bijzonderheden

De “Vereeniging”, geladen met oud ijzer, varend van Londen naar Stettin, onder gezag van kapitein Frankema, is op 1 september bij Hesselöe, in het Kattegat, gestrand.078.

 

 

Datum vanaf: 1847
Kapitein: Frankema/Frankena, Francke Jans

Familiegegevens en opleiding

Sybren de Boer trouwde te Harlingen op 24 december 1857 met Saakje J.Kamminga, geboren op 24 september 1836 te Harlingen als dochter van Johannes Ymkes Kamminga en Janna Douwes de Roos.Tresoar

Hij overleed op 20 oktober 1869 door verdrinking op de Noordzee (zie hierna).

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

Sybrandus de Boer werd per 31 maart 1857 ingeschreven als lid tweede klasse van het Harlinger zeemanscollege “Zeemansvoorzorg”. Hij was toen stuurman op de kof “Gouverneur Baron van Zuylen van Nijevelt”. De contributie werd voldaan door zijn vrouw Zaakje Kamminga, geboren 24 september 1836. Overgeschreven naar de eerste klasse in 1868 met vlagnummer 28029-fol.022.

Sybrandus de Boer werd per 02 december 1868 met ingeschreven vlagnummer 28 als lid van het Harlinger zeemanscollege “Zeemansvoorzorg”. Zijn schip was de “Argo”, boekhouders Hubert Jans & Co. Wijze van contributie-betaling niet vermeld. Hij was gehuwd met Saakje J.Kamminga. Het echtpaar had ten tijde van de inschrijving een zoon Johannes (15 augustus 1865). 029-fol.022.

Sybrandus de Boer was van 1868-1869 lid van het College “Zeemansvoorzorg”034.

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

Hij overleed op 20 oktober 1869. “... is in de Noordzee door een zware stortzee overboord geslagen en verdronken Sibren de Boer geboren en woonachtig te Harlingen  schipper van het Nederlandsche Schoonerschip “Argo” ...”. Zijn weduwe had recht op een uitkering uit het fonds van ¦875,- uit te betalen in 14 halfjaarlijkse termijnen. Zijn zoon kreeg een uitkering ineens van ¦10,-028-fol.122.

Het College verzond op 15 maart 1888 een brief aan mevr.J.(sic)de Boer-Kamminga te Harlingen waarin een extra uitkering van ¦50,- werd toegezegd033. Er moet rekening worden gehouden dat Zaakje Kamminga met ene J.de Boer is hertrouwd!

 

De schepen van de kapitein

lid van het college Zeemansvoorzorg te Harlingen036

vlagnummer    periode      type                     naam van het schip                       boekhouder/reder

         H28            1869        kof                       Argo (ex Alida)                             Hubert Jans & Co, Harlingen

                                                                             1869 gestrand en wrak

 

Bouma025 vermeldt S.de Boer als gezagvoerder gedurende:

  • 1852 t/m 1853 van de schkof “Verwachting”, gebouwd in 1838 te Harlingen, 90 ton o.m., varend voor Harmens & Zn te Harlingen;
  • 1868 t/m 1869 van de kof “Argo” ex Alida, gebouwd in 1839 te Pekela, 158 ton o.m., varend voor Hubert Jans & Co te Harlingen. Het schip strandde in 1869 en geraakte wrak.

 

Overige bijzonderheden

In de Harlinger Courant van 21 maart 1853 staat in de rubriek  Schepen, welke alhier zijn uitgegaan het volgende096:

“25 Maart S. de Boer, Verwachting, Kaas, etc. Engeland.”

 

Datum vanaf: 1852
Kapitein: Boer, Sybrandus de

Familiegegevens en opleiding

Geen

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

Christiaan Ruiten werd per 01 juni 1851 met vlagnummer 34 ingeschreven als lid van het Harlinger zeemanscollege "Zeemansvoorzorg". Zijn schip was de "Antje, boekhouders Harmens & Zn. De contributie werd betaald door de boekhouders. Hij was gehuwd met Trijntje Schuit, geboren te Enkhuizen op 05 april 1805. Ten tijde van de inschrijving had het echtpaar 2 kinderen: Fennegina (14 december 1837) en Albertus (23 oktober 1843).

C.Ruiten was met vlagnummer 34 lid van het College in de periode 1851-1863034.

 

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

"Kapitein C.Ruiten gevoerd hebbende het Nederl. Kofschip "Verwachting" ... is blijkens verklaring van den Heeren Harmens & Zonen, Eigenaren van genoemd Schip vertrokken van Newcastle naar Harlingen in de maand November 1863, zonder dat later iets van genoemd schip of equipage is vernomen". Zijn weduwe had recht op een uitkering uit het fonds van ¦600,- uit te betalen in 12 halfjaarlijkse termijnen028-fol.034.

Het College verzond op 15 maart 1888 een brief aan mevr.C.Ruiten-Schuit te Harlingen waarin een extra uitkering van ¦50,- werd toegezegd033.

 

De schepen van de kapitein

lid van het college Zeemansvoorzorg te Harlingen036

vlagnummer   periode     type          naam van het schip                                         boekhouder/reder

    H34            1848-1853 2/m sch.   Antje                                                                         Harmens & Zn, Harlingen

                          1857-1863 sch.kof     Verwachting                                                            Harmens & Zn, Harlingen

In Sweijs staat "C.A.Buiten.                In november 1863 uit New Castle naar Harlingen vertrokken. Daarna

                                                                  niets meer vernomen.

 

Bouma025 vermeldt C.Ruiten als invaller van kapitein J.Klein in 1856 op de sch. kof “Aeolus”, gebouwd in 1853 te Pekela, 136 ton o.m., varend voor Harmens & Co te Harlingen

 

Bouma025 vermeldt C.Ruiten als gezagvoerder gedurende:

*   1846 van de kof “Baudina”, gebouwd in 1843 te Sappemeer, 87 ton o.m., varend voor Harmens & Zn te Harlingen;

*   1849 t/m 1853 van de 2/msch. “Antje”, gebouwd in 1824 in Engeland, 106 ton o.m., varend voor Harmens & Zn te Harlingen;

*   1854 t/m 1863 van de schkof “Verwachting”, gebouwd in 1838 te Harlingen, 90 ton o.m., varend voor Harmens & Zn te Harlingen. In 1863 vermist.

 

Overige bijzonderheden

Geen

 

 

Datum vanaf: 1854
Kapitein: Ruiten, Christiaan

Familiegegevens en opleiding

Geen

 

De schepen van de kapitein

Bouma025 vermeldt J.H.Klein als gezagvoerder gedurende:

*    1838 t/m 1850 van de tjalk “Jantina”, gebouwd in 1832 te Veendam, 54 ton o.m., varend als kapitein/eigenaar vanuit Wildervank;

*    1854 van de “Verwachting”, geen vermelding van type, bouwgegevens, thuishaven en eigenaar. Hert schip werd 2 maal te Harlingen geregistreerd gaande naar Schotland en Medemblik.

 

Overige bijzonderheden

Geen

 

 

Datum vanaf: 1854
Kapitein: Klein, J.H.

Familiegegevens en opleiding

Geen

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

Christiaan Ruiten werd per 01 juni 1851 met vlagnummer 34 ingeschreven als lid van het Harlinger zeemanscollege "Zeemansvoorzorg". Zijn schip was de "Antje, boekhouders Harmens & Zn. De contributie werd betaald door de boekhouders. Hij was gehuwd met Trijntje Schuit, geboren te Enkhuizen op 05 april 1805. Ten tijde van de inschrijving had het echtpaar 2 kinderen: Fennegina (14 december 1837) en Albertus (23 oktober 1843).

C.Ruiten was met vlagnummer 34 lid van het College in de periode 1851-1863034.

 

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

"Kapitein C.Ruiten gevoerd hebbende het Nederl. Kofschip "Verwachting" ... is blijkens verklaring van den Heeren Harmens & Zonen, Eigenaren van genoemd Schip vertrokken van Newcastle naar Harlingen in de maand November 1863, zonder dat later iets van genoemd schip of equipage is vernomen". Zijn weduwe had recht op een uitkering uit het fonds van ¦600,- uit te betalen in 12 halfjaarlijkse termijnen028-fol.034.

Het College verzond op 15 maart 1888 een brief aan mevr.C.Ruiten-Schuit te Harlingen waarin een extra uitkering van ¦50,- werd toegezegd033.

 

De schepen van de kapitein

lid van het college Zeemansvoorzorg te Harlingen036

vlagnummer   periode     type          naam van het schip                                         boekhouder/reder

    H34            1848-1853 2/m sch.   Antje                                                                         Harmens & Zn, Harlingen

                          1857-1863 sch.kof     Verwachting                                                            Harmens & Zn, Harlingen

In Sweijs staat "C.A.Buiten.                In november 1863 uit New Castle naar Harlingen vertrokken. Daarna

                                                                  niets meer vernomen.

 

Bouma025 vermeldt C.Ruiten als invaller van kapitein J.Klein in 1856 op de sch. kof “Aeolus”, gebouwd in 1853 te Pekela, 136 ton o.m., varend voor Harmens & Co te Harlingen

 

Bouma025 vermeldt C.Ruiten als gezagvoerder gedurende:

*   1846 van de kof “Baudina”, gebouwd in 1843 te Sappemeer, 87 ton o.m., varend voor Harmens & Zn te Harlingen;

*   1849 t/m 1853 van de 2/msch. “Antje”, gebouwd in 1824 in Engeland, 106 ton o.m., varend voor Harmens & Zn te Harlingen;

*   1854 t/m 1863 van de schkof “Verwachting”, gebouwd in 1838 te Harlingen, 90 ton o.m., varend voor Harmens & Zn te Harlingen. In 1863 vermist.

 

Overige bijzonderheden

Geen

 

 

Datum vanaf: 1857
Kapitein: Ruiten, Christiaan

Monsterrollen

Opgemaakt Groningen
Datum: 1838-07-21
Scheepsnaam voorvoegsel:
Scheepsnaam: ALIDA MARIA
Schipper: Oetses, Jan
Scheepstype:
Grootte:

Bekijk alle monsterrollen Bekijk alle monsterrollen
Kroniekberichten

Toon kroniekberichten
Akten

GRONINGER ARCHIEVEN Archiefnummer Gron.240.383.1838.245

DVD M.,LIII-1554, 1555 en 24
BIJLBRIEF

Naam schip ALIDA MARIA

plaats en datum acte Sappemeer, 14 juni 1838

type schip nieuw kofschip

bouwwerf/verkoper Jelle Gerriets Berg, scheepsbouwer te Sappemeer

gevoerd door kapt.

eigenaar/aankoper Jan Oetzes, schipper te Groningen, enig eigenaar

te voeren door kapt. Jan Oetzes, in eigendom bevaren

grootte in tonnen 88 tonnen

tuigage / aantal dekken

afmetingen

kiellegging

tewaterlating 1838 nieuw van de bijl te water gebracht

plaats / datum registratie Groningen, 15 juni 1838

nummer van registratie deel 26, folio 180, verso, vak 5

notaris bevestigende verklaring burgemeester van Sappemeer

prijs

Bijzonderheden:






researcher/datum research: ML / 070211

Naam ALIDA MARIA
Archiefinstelling Groninger Archieven
Jaar 1838
Toegang 240
Inventaris 383

Tresoar, Leeuwarden Archiefnummer Harlingen, toeg.19-06, inv. 383, no.42

foto P1020806, 807
KOOPAKTE

Naam schip VROUW CATHARINA

plaats en datum akte onderhandse verkoop, Nieuwediep, 24 december 1846

type schip ` kof

bouwwerf/verkoper Joan Thomas Zurmuhlen, Nieuwediep, scheepsagent (boekhouder van het schip), Cornelis Bakker Bertuszoon, Nieuwediep, boekhandelaar, en mede-reders

gevoerd door kapt. E.Z. (onleesbaar) mogelijk J. Venster

eigenaar/koper firma Harmens & Zonen, Harlingen

te voeren door kapt.

grootte in tonnen 88 tonnen of 45 lasten

tuigage / aantal dekken

afmetingen

kiellegging

tewaterlating

plaats / datum registratie Den Helder, 31 december 1846

nummer registratie deel 4. folio 22, recto, vak 7

notaris Pieter Aernout Beets, notaris te Alkmaar

prijs NLG 4.500,-

Bijzonderheden:

25.02.1841 eerste (waarschijnlijk nieuwe) zeebrief voor de VROUW CATHARINA, kapt. J. Venster, aangevraagd door C. Bakker te Willemsoord.
Van de VROUW CATHARINA heb ik geen geretourneerde zeebrief gevonden; de laatste dateert van 23.08.1845.

Vermoedelijk werd het schip vernaamd in VERWACHTING, waarvoor Harmens & Zonen op 27.01.1847 een nieuwe zeebrief aanvroeg t.b.v. kapt. F.J. Frankena

researcher/datum research: ML / 310517

Naam VROUW CATHARINA
Archiefinstelling Tresoar, Leeuwarden
Jaar 1846
Toegang 19-06
Inventaris 383

Bronnen

Jaar: 1838
Bron: GRONINGER ARCHIEVEN
Omschrijving: BIJLBRIEF: Groninger Archieven, Groningen / Archiefnummer Gron.240.383.245