1827
Op 16 juni 1827 werd de eerste zeebrief verstrekt voor de SARA, aangevraagd door A.G. Nieveen, Groningen, voor Harm Geerts Botje als kapitein.
1828
RC 030528
De 1e, des namiddags arriveerden van Brielle DE GOEDE HOOP, kapt. G.J. Hoetjer, van Lübeck; DE CONCORDIA, kapt. R.P. Dik, van Nystad; DE VRIENDSCHAP, kapt. D. Starling, van Blackney; MATHILDA, kapt. J.F. Kreplien en DE SARA, kapt. H.G. Botje, van Wismar; BUITEWERFF, kapt. J.E. Gust, van Koningsbergen; DE NEUTRALITEIT, kapt. H. Reints, PHILIPPINE, kapt. J. Pisch van Libau.
AH 090728
Carga-lijsten: Rotterdam, 3 juli. DE GOEDE HOOP, kapt. P.J. de Vries, van Wismar; DE ALIDA, kapt. J.H. Bondt, van Wismar; DE SARA, kapt. H.G. Botje en DE VROUW EJA, kapt. L.H. Bouman, van Wismar; CATHARINA MARGARETHA, kapt. J. Maas Jr. en DE CATHARINA ELIZABETH, kapt. C. Peters, van Riga.
RC 200928
Rotterdam, 19 september. De 17e der, des namiddags, zeilde uit de Maas DE DANKBAARHEID, kapt. T.J. Hages, naar Duinkerken.de 18e, des morgens, arriveerden NEERLANDS WELVAART, kapt. H.K. Rentz, van Riga; DE HERSTELLING, kapt. A. Duyndam en SARA, kapt. H.G. Botje, van Bergen en zeilde DE TWEE GEBROEDERS, kapt. D.T. Doornbos, naar Stockton.
RC 071028
Rotterdam, 6 oktober. De 3e dezer, des namiddags, zeilde WILHELMINA, kapt. J.H. Schomacker, naar Riga. De 4e, des morgens, CHRISTINA CORNELIA, kapt. J. Noord, naar Liverpool. De 5e, des morgens, arriveerde DE VLYT, kapt. E.E. de Vries, van Liverpool. De 4e dezer, des morgens, zeilden uit de Maas SARA, kapt. H.G. Botje, naar Londen;
1829
PGC 170729
30 juni - 11 juli Gearriveerd: Te Rendsburg: A.G. Sap, de TREKVOGEL, van Neustadt, C.G. Schrader, CATHARINA, en H.H. Houwes, de VIER GEBROEDERS, beide van Delfzijl, D.H. Duit, MARIA MARGARETHA, van Schiedam, L.J. Witkop, de JONGE JACOB, van Duinkerken, J.S. Vegter, de GOEDE VERWACHTING, van Rouen, H.J. Dekker, BOUWINA, van Delfzijl, H.G. Botje, SARA, van de Eems, R.P. Dik, CONCORDIA, van Groningen, J.J. Boiten, de JONGE BAREND, van Rouen, H.J. Oortjes, de VIGILANTIE, van Wismar,
Op 9 september 1829 werd een nieuwe zeebrief verstrekt voor de SARA, aangevraagd door A.G. Nieveen, Groningen, voor Harm Geerts Botje als kapitein.
1830
AH 090630
Carga-lijsten. Amsterdam, 8 juni. POMONA, kapt. J. Haasnoot, van Lissabon; GEERTRUIDA, kapt. W.H. Klein, van Bordeaux; WELVAART, kapt. A.K. Dijkhuis en HARMONIE, kapt. J.A. Deddes, van Liverpool; DE WELKOMST, kapt. J.R. Brons, ARENDINA MARIA, kapt. G.H. Boerhave en VROUW ANTJE, kapt. H.J. Post, van Koningsbergen; DE VROUW BARBARA, kapt. H. Abrahams, van Libau; SARA, kapt. H.G. Botje en DE BEIDE MARGARETHA’S, kapt. R. Hedde, van Dantzig; DE HERSTELLING, kapt. A.H. Kartijns, van Memel; CATHARINA, kapt. G.T. Nieland, van Apenrade;
AH 310730
Carga-lijsten. Amsterdam, 30 juli. EENDRAGT, kapt. J.H. Hut, van Petersburg; STAD GRONINGEN, kapt. J.J. Kortrijk, van Nerva; VROUW ALIDA, kapt. B.J. Jaski, VROUW ANNEGINA, kapt. A.J. Boiten, SARA, kapt. H.G. Botje en VROUW ALIDA, kapt. A.A. Borgman, van Koningsbergen; FENNEGINA, kapt. G. Detmers, DOROTHEA, kapt. R.R. Hendrikus en TWEE GEBROEDERS, kapt. H.H. de Boer, van Dantzig; EENDRAGT, kapt. G.A. Nieveen, van Heiligenhafen; JENNE FER PEARCE (opm: mogelijk: JENNIFER PEARCE), kapt. A. Pieper; GOEDE VERWACHTING, kapt. H. Tanne, van Bremen; VROUW LUPPINA, kapt. E.J. Visser, van Leer; JONGE PETRUS, kapt. M. van den Berg, van Londen; HENRIETTE JOHANNA, kapt. E.J. Kluin, van Koningsbergen; GEERTRUIDA, kapt. H.G. Bekkering, van Dantzig; JONGE DIRK, kapt. D.D. Kuitse, van Memel.
AH 271130
Carga-lijsten. Amsterdam, 26 november. SARA, kapt. H.G. Botje, van Koningsbergen; DOROTHEA, kapt. S.J. Prange en MARIA HENRIETTE, kapt. M.A. de Boer, van New-Castle; DE VRIENDSCHAP, kapt. B.J. de Boer, van Leith; WIARDUS, kapt. J.J. Arends Jr. en VROUW GEZINA, kapt. F. Joosten, van Hamburg; DE JONGE JAN, kapt. H.S. van der Zee, van Cette.
1831
AH 160631
Vlie, 10 juni. Vertrokken: SARA, kapt. Botje, op avontuur; DE GOEDE HOOP, kapt. Pinksterboer, op avontuur; HERRIBERTUS HERMANUS, kapt. Ricke, op avontuur; LOUISA, kapt. Broekema, op avontuur; CHARLOTTE, kapt. Spiegelberg, op avontuur; DE JONGE JAN, kapt. Hart, op avontuur; DE GOEDE HOOP, kapt. Boon, op avontuur; DE GOEDE VERWACHTING, kapt. de Boer, op avontuur; DE EENDRAGT, kapt. Hut, op avontuur; DE JONGE TJALLING, kapt. Mellema, op avontuur.
AH 060831
Terschelling, 1 augustus. Binnengekomen: JANTINA HENDRIKA, kapt. Ketelaar, van Koningsbergen; DE VROUW GESINA, kapt. Zimmerman, van Rostock; DE VROUW ANNEKE, kapt. Visser, van Wismar; SARA, kapt. Botje, van Neustad; van de quarantaine ontslagen WILHELMINA GESINA, kapt. L.N. Baas, van St. Petersburg; TIDO, kapt. J.J. Rass, van Elbing.
AH 230831
Terschelling, 17 augustus. Binnengekomen: FLORA, kapt. H.A. Klein, van Drobach.
Van de quarantaine ontslagen DE VROUW GEPKE, kapt. W.J. Wieben, van Riga; CAROLUS, kapt. C.J. Schmidt, van Greifswald; SARA, kapt. H.G. Botje, van Neustadt; JONGE ANTJE, kapt. E. Leurs, van Norden.
1832
Op 7 maart 1832 werd een nieuwe zeebrief verstrekt voor de SARA, aangevraagd door A.G. Nieveen, Groningen, voor Harm Geerts Botje als kapitein.
1833
AH 290533
Carga-lijsten Amsterdam: SOMMEREN, kapt. J. Holst, van Liverpool; DE JONGE PIETER, kapt. E.P. Dik, van New-Castle; VIER GEBROEDERS, kapt. H.R. Veling, van Neustadt; EENDRAGT, kapt. A. Drent, van Hamburg; SARA, kapt. H.G. Botje, van Kiel; JACOBA, kapt. H. Riekens, van Emden.
AH 300533
Terschelling, 25 mei. Binnengekomen: SARA, kapt. H.G. Botje, van Kiel; NEPTUNUS, kapt. A.R. Sikkema, van Neustad.
AH 060833
Scheepstijdingen. Binnengekomen: Vlie, 2 augustus. SARA, kapt. H.G. Botje, Sundenberg; VROUW GEZINA, kapt. G.H. Zimmerman, van Koningsbergen; HARMONIE, kapt. T. Bemting, van Oosterisoer.
AH 300833
Uitgezeild: Vlie, 27 augustus. DRIE ZONEN, kapt. R. Jonson, naar Newcastle; ALIDA IKINA, kapt. W.A. de Jong, naar Sunderland; VRIENDSCHAP, kapt. J.J. Brandt, naar de Oostzee; TWEE GEZUSTERS, kapt. H.N. Moller, naar Aalburg; AMALIA, kapt. P.G. Landberg, naar Bergen; SARA, kapt. H.G. Botje, op avontuur.
RC 240933
Rotterdam, De 21e, des morgens, zeilden COURIER, kapt. P. de Best, naar Duinkerken; INDUSTRIE, kapt. P. van Duivenboden, naar Southampton; des namiddags FEMMEGINA, kapt. A.J. Puister, naar Vitseroe en arriveerden SARAH, kapt. H.G. Botje, van de Heever en DE VROUW ANNA, kapt. J.J. Porn, van Tonningen.
AH 201133
Binnengekomen: Vlie, 17 november. VROUW JANTINA, kapt. R.T. de Jonge, van Dantzig; SARA, kapt. H.G. Botje, van Stralsund; CAROLINA, kapt. J. Beekman, van Tonningen; MINERVA, kapt. J.M. Tiedeman, van Zuid-Wester-Horn; ALBERDINE, kapt. G. Venema, van Drammen.
AH 211133
Carga-lijsten. Amsterdam: GODEFRIDA, kapt. A. Hansen, van Suriname met suiker, koffie, katoen en Tonca bonen; DE HERSTELLING, kapt. Wolter A. Smit, van Stettin met rogge, lijnzaad en tarwe; DE VRIENDSCHAP, kapt. A.P. de Jonge, van Rostock met tarwe; DE JONGE BAREND, kapt. I.J. Buiten, van Stralsund met tarwe; SARA, kapt. H.G. Botje, van Stralsund met gerst, tarwe en raapzaad.
1834
AH 190434
Binnengekomen: Terschelling, 14 april. SARA, kapt. H.G. Botje, van Kiel. 15 april. DE TWEE GEBROEDERS, kapt. C. Hansen, van Wismar; FORTUNA, kapt. P. Ryland, van Bergen; DE VROUW SOPHIA, kapt. H.L. Kok, van Droback; DE JONGE TRYNTJE, kapt. M.W. Bok, van Kiel; DE HOOP, kapt. A.L. de Vries, van Heiligenhafen; DE JONGE CLAUS, kapt. E.H. Willers, van Tonningen.
Op 21 april 1834 werd een nieuwe zeebrief verstrekt voor de SARA, aangevraagd door A.G. Nieveen, Groningen, voor Harm Geerts Botje als kapitein.
AH 050634
Binnengekomen: Terschelling, 31 mei. SARA, kapt. H.G. Botje, van Greifswald.
AH 090634
Carga-lijsten Amsterdam. SARA, kapt. H.G. Botje, van Greifswald met tarwe; ANNA MARIA, kapt. O.G. Haak, van Carolinensiel met rogge en koehaar.
AH 210634
Uitgezeild: Vlie, 16 juni. HENRIETTA, kapt. M. Cassemboom, naar Riga; JONGE YPE, kapt. E.J. Karst, naar Dantzig; JULIUS, kapt. P. Lange, naar Blankenese; CONCORDIA, kapt. J.A. Keun, PETRONELLA, kapt. O. Houwinck en SARA, kapt. H.G. Botje, alle drie op avontuur.
PGC 111134
De schepen VROUW ANTJE, kapt. M.G. Feijes, van Neustadt naar Zaandam, SARA, kapt. H.G. Botje, van Petersburg, HILLEGINA GEERDINA, kapt. H.L. Roelfsema, de VROUW ALIDA, kapt. B.J. Jaski, de TWEE GEBROEDERS, kapt. S.J. Jaski, de JONGE HENDRIK, kapt. W.T. Hitman, alle vier van Dantzig en de VROUW MARGARETHA, kapt. A.T. Steffens, van Riga, alle zes naar Amsterdam, zijn volgens brief van Cuxhaven van 3 november aldaar binnengelopen. De twee laatste, te Cuxhaven uit hoofde reeds 170 à 180 schepen in de haven liggen, niet kunnende binnenkomen, waren naar de Stohr opgezeild. Dezelve rapporteren, dat het grootste gedeelte der met hen van Tonningen opgezeilde schepen mede te Cuxhaven zijn binnengelopen.
AH 201134
Carga-lijsten Amsterdam: EOLUS, kapt. G. Zwanenburg, van Villenova met vijgen; ANNA, kapt. H. Popken, van Mariensiel met glas; ANNA ADELHEID, kapt. G.V. Wesseling, van Duinkerken met manuf., glas, saffraan en spijkers; FENNEGINA, kapt. H.H. Duit, van Petersburg met veren, hennep-olie en koper; ANNA MARIA CATHARINA, kapt. W.D. Kleininga, van Petersburg met veren en hennep-olie; SARA, kapt. H.G. Botje, van Petersburg met koper, talk, bedveren en koopmanschappen;
1835
AH 030635
Binnengekomen: Vlie, 29 mei. JOHANNA DE VRIES, kapt. L.C. de Vries, van Koningsbergen; MARGARETHA, kapt. J.H. Buining, van Arendahl. 30 mei. CONCORDIA, kapt. J.A. Keun, van Oosterisoer; FROUKA KNELZINA, kapt. R.R. de Jong, van Fahrsund; 31 mei. SARA, kapt. H.G. Botje, van Dantzig; BEURS VAN AMSTERDAM, kapt. J.H. Savert, van Hamburg.
AH 030735
Advertentie. Schepen in lading.
Naar Rusland, Zweden, Noorwegen, Denemarken, de Oostzee, enz.: Dantzig. Het Nederlands kofschip SARA, kapt. H.G. Botje. Adres bij de Wed. Jan Salm en Meyer en H.A. Hespe.
AH 151035
Carga-lijsten Amsterdam: SARA, kapt. H.G. Botje, van Dantzig met tarwe en veren; HOPENDE ZEEMAN, kapt. W.F. Pronk, van Wismar met tarwe; ALBERDINA, kapt. H.B. Mulder, van Wismar met tarwe; JOHANNA HILLEGONDA, kapt. J.D. Flik, van Tonningen met raapzaad en boekweit; JOHANNES, kapt. J.M. Holst, van Hamburg met koehaar, glas en wol; JONGE EGERIKA, kapt. H.O. Gerjets, van Cuxhaven met glas, spijkers en kandijkastjeshout.
1836
Op 23 september 1836 werd een nieuwe zeebrief verstrekt voor de SARA, aangevraagd door A.G. Nieveen, Groningen, voor Harm Geerts Botje als kapitein.
1837
LC 180437
Harlingen. Uitgezeild: Den 11 april de kofschepen IDA ALEIDA, kapt. O.J. Woldring, ELISABETH MARIA, kapt. J.A. Keun en MAGRIETA, kapt. H.J. Veen, alle drie naar Noorwegen; het sloepschip JOHNS, kapt. J. Bulmer, naar Newcastle, het kofschip SARA, kapt. H. Botje, naar Hull.
RC 261037
Rotterdam, 25 oktober. De schepen de JONGE MARGARETHA (opm: kof), kapt. J.K. Wijkmeijer, van Arendsburg (opm: Kuressaare) naar de Maas, de JONGE CORNELIA (opm: JONGE CORNELIUS), kapt. A. Hazewinkel, van Riga naar Zaandam, SARA (opm: kof), kapt. H.G. Botje, van Koningsbergen (opm: Kaliningrad) naar Amsterdam, en de EENDRAGT (opm: kof), kapt. G.H. Haverbult, van Dantzig (opm: Gdansk) naar Groningen, alle vier de Sont gepasseerd, zijn den 17 dezer wegens tegenwind te Elseneur (opm: Helsingör) uit zee terug gekomen.
1839
Op 2 maart 1839 werd een nieuwe zeebrief verstrekt voor de SARA, aangevraagd door A.G. Nieveen, Groningen, voor Harm Geerts Botje als kapitein.
1844
PGC 230144
Advertentie. Uit de hand te koop een snel zeilend en welbevaren kofscheepshol met enige opgoederen, groot plm. 45 roggelast, gevoerd door kapt. H.G. Botje van Muiden, deze week te Groningen verwacht. Te bevragen bij A.W. Hooites te Hoogezand. (opm: de SARA, bouwjaar 1827, door Botje verkocht aan scheepsbouwer Hooites als aanbetaling op de nieuwe kof SARA die in april 1844 zou worden opgeleverd; de nieuwe koper, kapt./eig. W.L. Kranenborg, noemde zijn schip WIARDUS)
Op 6 april 1844 werd de zeebrief van de SARA geretourneerd door H.G. Botje. Geen vermelding van reden, maar dat bleek een verkoop te zijn.
Op 6 mei 1844 werd de eerste zeebrief (bedoeld wordt nieuwe) verstrekt voor de WIARDUS, aangevraagd door W.L. Kranenborg, Hoogezand, de kapitein wordt niet vermeld.
GRC 250644
Zoutkamp, 23 juni. Vertrokken den 18 juni: WIARDUS, kapt. Kranenborg, naar Londen.
1850
GRC 080150
Zoutkamp, 6 januari. Binnengekomen den 31 december, WIARDUS, kapt. Kranenborg, van Londen.
GRC 260450
Zoutkamp, 24 april. Zeilklaar, WIARDUS, kapt. Kranenborg en HARMINA, kapt. Bieze, beide naar Londen.
GRC 170950
Zoutkamp, 15 september. Vertrokken den 11de: WIARDUS, kapt. W.L. Kranenborg, naar Londen.
1851
GRC 220451
Zoutkamp, 20 april. Binnengekomen den 16 april, WIARDUS, kapt. Kranenborg, van Londen.
1853
NRC 270153
Stavanger, 10 januari, het schip VROUW JANNEKE, kapt. E.E. Visser, van Groningen naar Londen, is lek, met verlies van zeilen en met schade aan tuigage, te Tananger (opm: nabij Stavanger) binnen gelopen.
1854
NRC 100154
Rendsburg, 3 januari. Alhier overwinteren onder meer de navolgende schepen, als: ANNETTA KATALINA (opm: ANNETTE CATHALINA), kapt. Kramer, van Colberg (opm: Kolobzreg) naar Amsterdam; GESINA DIRKINA, kapt. Klok, van Stolpmünde (opm: Ustka) naar Grimsby; CATHARINA, kapt. Kok, van Wismar naar Londen; LIDIA, kapt. Pott, van Riga naar Londen; MARIA THERESIA, kapt. Lindeboom, van Riga naar Leer; JANTINA GESINA, kapt. De Haan, van Koningsbergen (opm: Kaliningrad) naar Antwerpen; VIER GEBROEDERS, kapt. Kramer, van Riga naar Leer; ANNEGINA, kapt. Veendorp, van Greifswald naar Engeland; VROUW JANNEKE, kapt. Visser, van Stolpmünde naar Grimsby;
1855
NRC 220155
Tonningen (opm: Tönning), 17 januari. De Nederlandse schepen ROELINA, kapt. Rosenbeck; AUKJE GEPKELINA, kapt. Duintjer; IDA, kapt.Gerdes; EMANUEL, kapt. Bloem; MARIA JANNA JACOBA BERENDINA, kapt. v.d. Veen; LAMMECHINA, kapt. Koops; CORNELIA BECKMAN en JOHANNES, kapt. Elsingh, liggen hier voor de haven in het ijs. Dezelve waren respectivelijk 15 en 16 dezer gezeild, doch kwamen ten gevolge van ijsgang terug. Wanneer de oostwind aanhoudt, dan kan de toestand dezer schepen gevaarlijk worden, dewijl er dan te weinig water zal zijn om ze in zekerheid te brengen. De Eider drijft vol ijs, en het is te vrezen dat zulks in de aanstaande nacht nog zal toenemen.De Nederlandse schepen ONDERNEMING, kapt. Lever; ANNECHINA, kapt. Emmelkamp; VREDE, kapt. Hazelhoff; ANNETTE CATHALINA, kapt. Kramer; CASTOR EN POLLUX, kapt. De Vries; REGINA HILLECHINA, kapt. Scholten; CATHARINA, kapt. Drok; JOH. HERMANUS, kapt. Boekhout; GEZINA, kapt. Klooster; VROUW JANNSKE (opm: VROUW JANNEKE), kapt. Visser; ANNECHINA, kapt. Van Laten en TWEELINGEN, kapt. Schoemaker, die mede gemeld, doch wegens ijs geretourneerd zijn, liggen hier in de haven. (opm: de kof VROUW JANNEKE, bouwjaar 1827, kapt. Eltje Eltjes Visser, vertrok 8 maart 1855 van Tönning [mogelijk is het schip na het eerste vertrek alsnog teruggekeerd; een tweede ‘akte van bekendheid’ noemt namelijk 4 april 1855 als vertrekdatum] met een lading tarwe naar Amsterdam en is sindsdien vermist)