Familiegegevens en opleiding
Hermannus werd geboren te Borgercompanie en gedoopt op 06 december 1800 te Kleinemeer zoon van de timmerman Henricus Jans Deuling en Anna Herms Huisman.
Hrmannus trouwde op 05 juli 1836 te Veendam als zeeman met de landgebruikster Anna Harmannus Heeres, geboren te Sappemeer en gedoopt op 14 september 1782 te Kleinemeer als dochter van de touwslager Harmannus Niclaas Heeres en Margarita Jans. Anna was de weduwe van Jan Johannes Kardas en later de zeeman Geert Jans Hooiman.
Antje Harmannus Heeres overleed op 07 oktober 1861 te Oosterdiep, gem. Veendam, 79 jaar, weduwe.
Harm Hendrik Deuling overleed op 04 oktober 1854 te Delfshaven, 53 jaar.
In Burgerlijke Stand akten in de provincie Groningen wordt Hermannus vermeld als zeeman in 1836.
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
H.H.Deuling was met vlagnummer R67 in de periode 1839 t/m 1851 lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart058
H.H.Deuling was effectief lid van het Veendammer zeemanscollege “Maatschappij tot Nut der Zeevaart met vlagnummer L8 resp 179 in de periode 1852 t/m 1853.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
In het Jaarverslag 1851 van het College (Maritiem Museum, Rotterdam) staat dat hij voor het lidmaatschap heeft bedankt.058
De schepen van de kapitein
In de Jaarverslagen van het College staat dat kapitein H.H.Deuling met vlagnummer R67 als gezagvoerder in de ledenlijsten voorkomt in058:
* 1849 van het fregat “IJssel” 311 last varend voor Minderop & van Heel te Rotterdam
H.H.Deuling was in 1840 gezagvoerder van de "Mercator" (350 last), op 13 augustus 1840 te water gelaten op de werf "de Nijverheid" van Cornelis Gips & Zn te Schiedam voor rederij de Groot Roelants & Co 027.
H.H.Deuling was vanaf 1841 gezagvoerder van de Eendragt. Zijn rederij was de Schiedamsche Scheepsreederij. Hij maakte in 1831 als tweede stuurman een reis naar Japan op De Jonge Jan van rederij Cornelis Smit te Allasserdam. In 1838 was hij de eerste kapitein van de Proteus van rederij De Groot Roelants & Co.039.
Bouma025 vermeldt H.H.Deuling als gezagvoerder gedurende:
* 1838 t/m 1841 op de bark “Protheus”, gebouwd in 1838 te Schiedam, 343 ton o.m., varend voor de Groot Roelants & Co te Schiedam;
* 1840 t/m 1841 op de bark “Mercator”, gebouwd in 1840 te Schiedam, 450 ton o.m., varend voor de Groot Roelants & Co te Schiedam;
* 1842 t/m 1847 op het 3mastschip “Eendragt”, gebouwd in 1837 te Schiedam, 793 ton o.m., varend voor Scheepsreederij Schiedam;
* 1849 van de bark “Macao”, gebouwd in 1848 te Capelle aan de IJssel, 381 ton o.m., varend voor W.C. Versluys te Rotterdam;
* 1849 t/m 1850 van het 3-mastschip “Yssel”, gebouwd in 1841, vermoedelijk in Capelle aan de IJssel, 549 ton o.m., varend voor Versluys & Co te Rotterdam.
In een Almanak voor Zeevarenden, vermoedelijk uitgegeven door het Groninger zeemanscollege “Eendragt” staat in de ledenlijst van het Veendammer eemanscollege “Maatschappij tot Nut der Zeevaart kepitein H.H.Deuling met vlagnummer L8 als gezagvoerder van “de IJssel”.
De collectie monsterrollen op het Noordelijk Scheepvaartmuseum te Groningen vermeldt:
03 maart 1820, geen scheepsnaam en type vermeld, schipper Harm Jans Nagel, kok Harm Hendriks Deuling.
Overige bijzonderheden
Geen
Familiegegevens en opleiding
Florus Guyt Jr werd geboren te Katwijk op 01 juni 1818
Hij trouwde met Geertruida Maria Bruins, geboren te Beerta op 03 oktober 1816. Zij overleed in juni 1866.003
Florus werd "vermist" in 1862. Bij zijn overlijden werd als woonplaats Rotterdam vermeld.118
Florus Dirksz Guyt werd geboren te Katwijk op 11 juni 1818 als zoon van Dirk Florisz Guyt en Lijsbeth Parlevliet. Hij trouwde te Katwijk in 1846 met Geertruida Maria Johannesd. Bruins en woont later te Rotterdam. Hij is overleden in 1863 in de Indische Oceaan bij het vergaan van zijn schip.
Het is bekend dat hij kapitein was in 1842 van de “Jacoba”, in 1844 (1854?) op de bark “Olivier van Noord”, in 1849 op de “Wollemade (moet zijn “Woltemade”) en van 1859-1863 op de eerste stalen driemasclipper (fregat”). Met dit schip verging hij in 1863 op de Indische Oceaan.
Floris Dirksz. Guyt werd geboren op 11 juni 1818 te Katwijk aan Zee als zoon van Dirk Florisz. Guyt, koopvaardijkapitein, en Lijsbeth Parlevliet. Hij was getrouwd met Geertruida Maria Bruins. Hij verging met zijn schip in 1863 in de Indische Oceaan005.
Floris Guyt werd geboren op 11 juni 1818 te Katwijk aan Zee. Hij overleed op 12 november 1840, plaats niet gegeven en niet aangegeven in Dordrecht. In 1839 woonde hij in Rotterdam .064 (in deze gegevens zitten ongetwijfeld fouten.)
Guijt Jan de Wit van Java herwaarts 12 Oct (1863) van Java vertrokken. 5 Nov. gepraaid 28o44’ZB/51o OL sedert niets van vernomen.
Uit “Assurantie vennootschap tegen zeeschade 1843-1889”Stadsarchief Amsterdam 642-17.
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
F.Guyt Jr werd met nr.708 lid van Zeemanshoop per 03 december 1844 op voorspraak van J.H.Schippers. Zijn schip was de "Woltemade". Toegevoegd is: "vermist"002. Ten tijde van de inschrijving waren Guyt en zijn vrouw 26 resp. 27 jaar. Ingeschreven waren 2 zoons nl. Dirk Florus (10 september 1844) en Gerardus Marinus (19 augustus 1849), en 2 dochters: Adelyda Catharina (21 april 1842) en Catharina Jellina (15 januari 1847)002a.
In de Algemene Vergaderingen van 26 november/03 december 1844 van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop werd als effectief lid voorgedragen/benoemd Floris Guyt Jr , oud 26 jaar, voerend de bark “Woltemade” voor rekening van C.Balguerie & Zn te Rotterdam, wonend te Rotterdam en met als adres Corver & Co te Amsterdam, op voordracht van kapitein J.H.Schippers.023.
Hij werd deelnemer in het Weldadig Zeemans Fonds van Zeemanshoop per 20 november 1849003.
F.Guijt was met vlagnummer R168 in de periode 1839 t/m 1863 effectief lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart058.
F.Guijt Jr was in 1852 en 1858 afwisselend commissaris van de Maatschappij058.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd dd 27 augustus 1863 vraagt de wed. van kapitein F.Guijt geb. Bruins om de reglementaire uitkering welke in de vergadering dd 24 september 1863 wordt toegekend ingaande 01 februari 1863 voor haar en 2 kinderen.042
In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 26 juni 1866 staat een brief van A.en C.Guyt waarin wordt gemeld dat hun moeder de wed. kap. F.Guyt geb. G.M.Bruins is overleden. Zij verzoeken om continuering van onderstand voor hun broer (die kennelijk nog minderjarig is)042.
In de Algemene Vergadering van Zeemanshoop dd. 29 september 1863 werd per 01 februari 1863 een uitkering in de 1e klasse toegekend aan de wed. F.Guyt Jr geb Bruins voor haar en 1 kind.023.
In de notulen van de Algemene Vergadering van Zeemanshoop dd 24 juli 1866 staat vermeld dat A. & C.Guyt meedelen dat hun moeder de wed. kapitein F.Guyt geb. G.M.Bruins is overleden “en verzoekende voortduring der uitkeering voor hun broeder welk verzoek is toegestaan.”023.
In het Jaarverslag 1863 van de Maatschappij tot Nut der Zeevaart (Maritiem Museum, Rotterdam) wordt opgegeven dat hij in dat jaar is “vermist of verongelukt”058.
In het Jaarverslag 1866 van de Maatschappij staat vermeld dat zijn weduwe in 1866 is overleden058.
De schepen van de kapitein
lidmaatschap van College Zeemanshoop in Amsterdam001
vlagnummer jaren type scheepsnaam naam reder/boekhouder
708 1845-1851 bark Woltemade C.Balguerie & Zn
1852 geen vermelding van schip en boekhouder
1853 bark Olivier van Noord C.Balguerie & Zn
336 1854-1857 bark Olivier van Noord idem
1858-1862 fregat Jan de Wit idem
Zeetijdingen 27 mei 1863, kapitein F.Guyt Jr op het ijzeren fregat Jan de Witt: “Vermist”.
In de Jaarverslagen van de Maatschappij tot Nut der Zeevaart staat kapitein F.Guyt Jr met vlagnummer R168 als gezagvoerder in de ledenlijsten van058:
* 1849, 1851 van de bark “Woltemade” 140 last varend voor C.Balguerie & Zoon te Rotterdam
* 1855 van de bark “Olivier van Noord” 320 last varend voor C.Balguerie & Zoon te Rotterdam
* 1858, 1859, 1862 van het fregat “Jan de Wit 393 last varend voor C.Balguerie & Zoon te Rotterdam
Vertrek en terugkomst van schepen in Amsterdam093:
F.Guyt Jr Jan de Wit 04 september 1860 01 november 1861
Jan de Wit 08 april 1862 niet vermeld
Bouma025 vermeldt F.Guyt Jr als gezagvoerder gedurende:
* een Guyt op een schip met de naam “Jacoba” wordt niet genoemd. Is hier verwisseling met T Guyt, zie hierna
* 1842 t/m 1844 op de 3/m bark “Protheus”, gebouwd in 1838 te Schiedam, 343 ton o.m., varend voor Groot Roelants & Co te Schiedam (Bouwma zet hier geen “Junior” bij en wellicht slaat dit dus op Senior);
* 1845 t/m 1852 op de bark “Woltemade”, gebouwd in 1826 te Amsterdam, 270 ton o.m., varend voor C.Balguérie & Zn te Rotterdam;
* 1853 t/m 1857 op de 3/m bark “Olivier van Noort”, gebouwd in 1828 te Amsterdam, 564 ton o.m., varend voor Gebr. Hartsen te Amsterdam (dus niet in 1844!);
* 1858 t/m 1863 op het 3/m ijzeren schip “Jan de Witt”, gebouwd in 1858 te Kinderdijk, 718 ton o.m., varend voor C.Balguérie & Zn te Rotterdam. Het schip werd in 1863 vermist.
Overige bijzonderheden
In Gens Nostra 61, p.290, 2006, wordt gesproken over een militair Petrus Vrolijk. Deze reisde op 04 september 1859 vanuit Rotterdam met de “Jan de Wit” naar Batavia, aankomst op 19 december 1859.
In een brief van kapitein S.Halfweeg dd december 1846 vanuit Batavia aan zijn patroon beschrijft deze zijn reis van Nederland naar NOI. Hij meldt: “Den 21 sten November praaiden wij Kapitein Guit met de bark “Wolkwade” (moet “Woltemade” zijn) den 5den November van de Kaap gezeild … “ (dus de ontmoeting vond plaats in de Indische Oceaan.)
Gegevens dd 09 maart 2006 van Nan Halfweeg te Leidschendam.
F.Guyt Jr had "zijn scholing zeer waarschijnlijk gekregen ... op de vloot van Van Hoboken waar zijn vader het commando over de “Anthony” voerde”039.
F.Guyt Jr verzorgde per 15 september 1859 vanuit Hellevoetsluis met de “Jan de Witt een troepentransport van 3 offcieren en 150 manschappen. Hij arriveerde te Hellevoetsluis op 19 december 1859 na een reis van 95 dagen Onderweg was 1 manschap overleden065.
Op 08 april 1862 vertrok hij vanuit Brouwershaven met de “Jan de With” en 2 landmachtofficieren. Hij kwam te Batavia aan op 03 juli 1862 na 86 dagen065.
De bark “Woltemade” onder kapitein F.Guyt verliet Rotterdam op 16 maart 1850 en bereikte via Kaap Hoorn op 12 juni 1850 Valparaiso. Via dezelfde route terug werd op 06 juni 1851 Cowes bereikt.121
De bark “Olivier van Noort” onder F.Guyt was in 1855 te Melbourne en bereikte 19 juni 1855 Callao. Via Kaap Hoorn werd op 06 januari 1856 Brouwershaven bereikt.121
Familiegegevens en opleiding
Jan Berends de Boer werd geboren op 01 september 1802 te Pilsum bij Hannover als zoon van de Nederlands Hervormde Berend Janssen de Boer en Geeske Franse Staal. Hij woonde te Rotterdam o.a. aan de Korte Vissersdijk Wijk 2 nr. 364 en aan de Crispijnlaan Wijk 15 nr. 111.
Hij trouwde op 30 juli 1828 te Rotterdam met Anna Catharina het Heuft, geboren 10 maart 1807 te Rotterdam als dochter van de Nederlands Hervormde Johannes het Heuft en Catharina Schreuders.
Hij overleed te Rotterdam aan de Mauritsstraat op 03 juli 1881005.
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
J.B. de Boer was met vlagnummer R25 in de periode 1842 t/m 1881 effectief lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart058.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
In het Jaarverslag 1881 van de Maatschappij tot Nut der Zeevaart (Maritiem Museum, Rotterdam) staat vermeld dat de oud-gezagvoerder J.B. de Boer in 1881 is overleden.
De schepen van de kapitein
J.B.de Boer was van 1847-1851 de eerste gezagvoerder van de schoenerbrik de “Industrie”, 250 ton o.m., gebouwd in 1846/1847 bij Fop Smit aan de Kinderdijk voor rederij W.Ruys J.Dz. te Rotterdam. De maidentrip onder gezag van de Boer ging naar Bordeaux en verdere reizen naar Chili, Brazilië en de Baltic024 en 025.
In de Jaarverslagen van de Maatschappij tot Nut der Zeevaart staat kapitein J (B.) de Boer vermeld in de ledenlijsten als gezagvoerder in:
- 1849 van de schoener “Industrie” 111 last varend voor W.Ruys J.Dz. te Rotterdam
- 1851 van de bark “Proteus” 179 last varend voor de Groot Roelants & Co te Schiedam
- 1855, 1858, 1859, 1862 t/m 1867, 1874, 1877, 1878 en 1880 geen schepen vermeld
Bouma025 vermeldt J.B.de Boer als gezagvoerder gedurende:
- 1848 t/m 1850 van de ijzeren tweemastsch. “Industrie”, gebouwd in 1847 te Kinderdijk, 224 ton o.m., varend voor W.Ruys JDz te Rotterdam.
De “Industrie” was het eerste ijzeren zeilschip dat in Nederland was gebouwd door Fop Smit te Kinderdijk. (Bron: “Het scheepsmodel de “Noach””, door LeenSmit. Waarin dit artikeltje is gepubliceerd is me niet bekend.
- 1852 van de bark “Proteus”, gebouwd in 1838 te Schiedam, 343 ton o.m., varend voor de Groot, Roelants & Co te Schiedam.
Overige bijzonderheden
In “Reizen rond Kaap Hoorn onder Nederlandse vlag. Overzicht vanaf de ontdekking in 1616 tot het einde van de Nederlandse grote zeilvaart in 1911”. door H.Hazelhoff Roelfzema. Uitgave Stichting Nederlandse Kaap Hoorn-vaarder, 2010, 88 pp plus Bijlage met een Chronologisch Register van Reizen van 1616 tot 1911.121
p.50: De late jaren veertig 1847-1849. Loopuyt, Industrie, Diana, Pio Nono.
In 1848 voer de “Industrie” als tweede schip na de “Loopuyt van van Wijk Jurriaanse richting Kaap Hoorn. “De Industrie was het eerste Nederlandse ijzeren grotevaartschip. Het bewees de grote hechtheid van constructie in dit materiaal op de eerste reeis en misschien nog meer op de tweede terugreis, toen tijdens een woedende storm, waarbij het tuig overboord ging, de romp geheel dicht bleef. Hazelhoff maakt nog opmerkingen over het gedrag van het kompas.
Familiegegevens en opleiding
Geen
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
F.Radijs was met vlagnummer R202 in de periode 1846 t/m 1851 effectief lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart058
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
In het Jaarverslag 1849 van de Maatschappij tot Nut der Zeevaart (Maritiem Museum, Rotterdam) staat vermeld dat hij in dat jaar als “oude kapitein” gedurende 17 weken een uitkering heeft gekregen van f 3,- per week, ic. f 51,-058
In het Jaarverslag 1851 van de Maatschappij (Maritiem Museum, Rotterdam) staat vermeld dat hij in 1851 is overleden en ook dat hij in dat jaar nog een ondersteuning van f 27,- (zijnde 9 weken à f 3,- per week) heeft gekregen. (Ik concludeer hieruit dat hij rond half februari 1851 is overleden)058.
De schepen van de kapitein
In het Jaarverslag 1849 van het College staat kapitein F.D.Radijs met vlagnummer R202 als gezagvoerder in de ledenlijst maar zonder vermelding van schip en reeder058.
Bouma025 vermeldt F.D.Radijs als gezagvoerder gedurende:
* 1847 op de bark “Protheus”, gebouwd in 1838 te Schiedam, 343 ton o.m., varend voor de Groot Roelants & Co te Schiedam.
Overige bijzonderheden
Geen
Familiegegevens en opleiding
Jeremias Jans van der Veen werd geboren op 25 december 1817 te Groningen, Luthers. Hij woonde te Wildervank en vestigde zich op 04 juni 1879 te Rotterdam en woonde aldaar o.a. aan de Veemarktstraat Wijk 5/13 nr. 11 en de Leuvehaven Wijk 3 nr. 307. Hij was getrouwd met Hendrika Alberts Brink, geboren op 19 april 1821 te Oudshoorn, Nederlands Hervormd005
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
J.J. van der Veen was met vlagnummer R228 in de periode 1847/48 t/m 1874 effectief lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart. Hij was tevens lid van het college te Sappemeer058
Opmerkingen in verband met Zeemanscollege(s)
In het Jaarverslag 1874 van de Maatschappij (Maritiem Museum, Rotterdam) staat vermeld dat “het Bestuur zich genoodzaakt heeft gezien Art. 37 toe te passen” hetgeen betekende dat hij wegens het niet nakomen van zijn financiële verplichtingen uit de Maatschappij is gezet.058.
De schepen van de kapitein
In de Jaarverslagen van de Maatschappij staat kapitein J.J. van der Veen met vlagnummer R228 als gezagvoerder in de ledenlijsten van058:
* 1849 van de bark “Proteus” 179 last voor de Groot, Roelants & Co te Schiedam
* 1851 van de sch.galj. “Mevrouw Wenkel” ?. als kapitein/eigenaar vanuit Rotterdam
* 1855 geen vermelding van schip en reeder
* 1858, 1859 van de brik “Sappemeer” 104 last voor R.Meihuizen te Sappemeer
* 1862 t/m 1864 van de sch. “Hendrika” 100 last voor A.E.Maathuis te Sappemeer
* 1865 geen vermelding van schip en reeder
* 1866, 1867 van de brik. “Hendrika” 93 last als kapitein/eigenaar vanuit Sappemeer
Bouma025 vermeldt J.J. van der Veen als gezagvoerder gedurende:
* 1847 t/m 1848 van de hoeker (sch.brik) “De Leeuw”, gebouwd in 1840 te Vlaardingen, 228 ton o.m., varend voor de Groot, Roelants & Co te Schiedam;
* 1849 t/m 1851 op de bark “Protheus”, gebouwd in 1838 te Schiedam, 343 ton o.m., varend voor de Groot Roelants & Co te Schiedam;
* 1855 van de kof “Mevrouw Wenkel”, gebouwd in 1852 te Sappemeer, 107 ton o.m., varend als kapitein/eigenaar vanuit Sappemeer. Het schip voer in 1856 voor kapitein/eigenaar A.A.Breeland te Sappemeer en was herdoopt in “Limmina Arentina”;
* 1858 t/m 1861 van de brik “Sappemeer”, gebouwd in 1857 te Sappemeer, 197 ton o.m., varend voor R.Meihuizen te Sappemeer. Het schip is in januari 1861 gezonken ten W. van Brest;
* 1862 t/m 1862 van de 2/msch “Hendrika”, gebouwd in 1861 te Sappemeer, 152 ton o.m., varend als kapitein/eigenaar vanuit Sappemeer;
* 1864 t/m 1865 van hetzelfde schip en varend voor E.& C.Maathuis te Sappemeer. Het schip voer in 1866 voor Boom & Co te Middelburg en was herdoopt in “Volharding”;
* 1867 t/m 1875 van de brik “Hendrika”, gebouwd in 1866 te Sappemeer, 175 ton o.m., varend als kapitein/eigenaar vanuit Sappemeer;
* 1878 t/m 1881 van de 3/msch “Zeldenrust” ex Baltya Pidde, gebouwd in 1873 te Ruthern, 306 ton o.m., varend als kapitein/eigenaar vanuit Rotterdam.
Overige bijzonderheden
Geen
Familiegegevens en opleiding
NRC 07 september 1868
Soerrabaja, 20 Julij. De cholera, die wij reeds meenden geweken te zijn, eischte echter gisteren nog een offer en wel ten huize van den heer J.W.Bouter, scheepsleverancier in de Werfstraat alhier. Zoo wij wel onderrigt zijn, is het de heer N.Koens, gezagvoerder van het Ned. Schip L.J.Enthoven, die daaraan bezweken is.
NRC 07 september 1868114
Soerabaija, 20 juli. De cholera, die wij reeds meenden geweken te zijn, eiste echter gisteren nog een offer en wel ten huize van de heer J.W. Butner, scheepsleverancier in de Werfstraat alhier. Zo wij wel onderricht zijn, is het de heer N. Koens, gezagvoerder van het Nederlands schip L.J. ENTHOVEN, die daaraan bezweken is.
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
N.Koens was met vlagnummer R241 in de periode 1847/48 t/m 1869 effectief lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart058.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
Geen
De schepen van de kapitein
In de Jaarverslagen van de Maatschappij (Maritiem Museum, Rotterdam) staat kapitein N.Koens met vlagnummer R241 als gezagvoerder in de ledenlijsten van058:
* 1849 brig. “De Leeuw” 95 last voor deGroot, Roelants & Co te Schiedam
* 1851 3/m.sch. “Mary Goddard” 165 last voor de Groot, Roelants & Co te Schiedam
* 1855, 1858, 1859 fregat”Pieter Cornelisz. Hooft“ 479 last voor de Schiedamse Scheepsreederij
* 1862, 1863 geen vermelding van schip en reeder
* 1864 t/m 1867 fregat “L.J.Enthoven” 400 last voor de Groot, Roelants & Co te Schiedam
Bouma025 vermeldt N.Koens als gezagvoerder gedurende:
* 1848 op de bark “Protheus”, gebouwd in 1838 te Schiedam, 343 ton o.m., varend voor de Groot Roelants & Co te Schiedam;
* 1849 t/m 1851 van de hoeker (sch.brik) “De Leeuw”, gebouwd in 1840 te Vlaardingen, 228 ton o.m., varend voor de Groot, Roelants & Co te Schiedam;
* 1850 t/m 1854 van de 3/msch “Mary Goddard”, gebouwd in 1850 te Schiedam, 312 ton o.m., varend voor de Groot, Roelants & Co te Schiedam;
* 1855 t/m 1862 van het 3/mschip “Pieter Cornelisz Hooft”, gebouwd in 1841 te Schiedam, 907 ton o.m., varend voor de Schiedamsche Scheepsreederij L.Loopuyt e.a.. Het schip werd in 1862 afgekeurd en verkocht te Batavia. Het werd toen herdoopt in “Neerlands Indië”;
* 1864 t/m 1868 van het 3/mschip “L. J. Enthoven”, gebouwd in 1864 te Alblasserdam, 848 ton o.m., varend voor de Groot Roelants & Co te Schiedam.
Overige bijzonderheden
In het kader van de discussie over de invoering van de Tuchtwet in Nederlands Indië werd in 1865 een memorie aangeboden “aan zijn Excellentie den Gouverneur Generaal van Nederlandsch-Indië over de Wettelijke bepalingen omtrent de handhaving der orde en tucht aan boord der koopvaardijschepen binnen Nederlandsch-Indië.” Deze memorie werd ondertekend door N.Koens.104.
Volgens monsterrol nr. 920 dd 11 maart 1839 in het Gemeentearchief van Dordrecht monsterde aan als 4e stuurman van de “Stad Tiel” onder kapitein E.M.Chevalier, N.Koens, wonend te Schiedam, oud 19 jaar, met een maandgage van f 18,/ en vertrekt op 28 april 1839 uit Hellevoetsluis met 34 man naar Batavia. Hij keert terug in Holland / Amsterdam op 28 januari 1840.
Familiegegevens en opleiding
Jan Berends de Boer werd geboren op 01 september 1802 te Pilsum bij Hannover als zoon van de Nederlands Hervormde Berend Janssen de Boer en Geeske Franse Staal. Hij woonde te Rotterdam o.a. aan de Korte Vissersdijk Wijk 2 nr. 364 en aan de Crispijnlaan Wijk 15 nr. 111.
Hij trouwde op 30 juli 1828 te Rotterdam met Anna Catharina het Heuft, geboren 10 maart 1807 te Rotterdam als dochter van de Nederlands Hervormde Johannes het Heuft en Catharina Schreuders.
Hij overleed te Rotterdam aan de Mauritsstraat op 03 juli 1881005.
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
J.B. de Boer was met vlagnummer R25 in de periode 1842 t/m 1881 effectief lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart058.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
In het Jaarverslag 1881 van de Maatschappij tot Nut der Zeevaart (Maritiem Museum, Rotterdam) staat vermeld dat de oud-gezagvoerder J.B. de Boer in 1881 is overleden.
De schepen van de kapitein
J.B.de Boer was van 1847-1851 de eerste gezagvoerder van de schoenerbrik de “Industrie”, 250 ton o.m., gebouwd in 1846/1847 bij Fop Smit aan de Kinderdijk voor rederij W.Ruys J.Dz. te Rotterdam. De maidentrip onder gezag van de Boer ging naar Bordeaux en verdere reizen naar Chili, Brazilië en de Baltic024 en 025.
In de Jaarverslagen van de Maatschappij tot Nut der Zeevaart staat kapitein J (B.) de Boer vermeld in de ledenlijsten als gezagvoerder in:
- 1849 van de schoener “Industrie” 111 last varend voor W.Ruys J.Dz. te Rotterdam
- 1851 van de bark “Proteus” 179 last varend voor de Groot Roelants & Co te Schiedam
- 1855, 1858, 1859, 1862 t/m 1867, 1874, 1877, 1878 en 1880 geen schepen vermeld
Bouma025 vermeldt J.B.de Boer als gezagvoerder gedurende:
- 1848 t/m 1850 van de ijzeren tweemastsch. “Industrie”, gebouwd in 1847 te Kinderdijk, 224 ton o.m., varend voor W.Ruys JDz te Rotterdam.
De “Industrie” was het eerste ijzeren zeilschip dat in Nederland was gebouwd door Fop Smit te Kinderdijk. (Bron: “Het scheepsmodel de “Noach””, door LeenSmit. Waarin dit artikeltje is gepubliceerd is me niet bekend.
- 1852 van de bark “Proteus”, gebouwd in 1838 te Schiedam, 343 ton o.m., varend voor de Groot, Roelants & Co te Schiedam.
Overige bijzonderheden
In “Reizen rond Kaap Hoorn onder Nederlandse vlag. Overzicht vanaf de ontdekking in 1616 tot het einde van de Nederlandse grote zeilvaart in 1911”. door H.Hazelhoff Roelfzema. Uitgave Stichting Nederlandse Kaap Hoorn-vaarder, 2010, 88 pp plus Bijlage met een Chronologisch Register van Reizen van 1616 tot 1911.121
p.50: De late jaren veertig 1847-1849. Loopuyt, Industrie, Diana, Pio Nono.
In 1848 voer de “Industrie” als tweede schip na de “Loopuyt van van Wijk Jurriaanse richting Kaap Hoorn. “De Industrie was het eerste Nederlandse ijzeren grotevaartschip. Het bewees de grote hechtheid van constructie in dit materiaal op de eerste reeis en misschien nog meer op de tweede terugreis, toen tijdens een woedende storm, waarbij het tuig overboord ging, de romp geheel dicht bleef. Hazelhoff maakt nog opmerkingen over het gedrag van het kompas.
Familiegegevens en opleiding
Geen
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
- van Wagtendonk/Wachtendonk was met vlagnummer R57 in de periode 1853 t/m 1861 effectief lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart058
Opmerkingen in verband met Zeemanscollege(s)
Geen
De schepen van de kapitein
In de Jaarverslagen van de Maatschappij (Maritiem Museum, Rotterdam) staat kapitein L. van Wagtendonk/Wachtendonk met vlagnummer R57 als gezagvoerder in de ledenlijsten van058:
* 1855 van de bark “Jan Daniël” 334 last varend voor W.Ruys J.Dz te Rotterdam
* 1858, 1859 van de sch. “Speculant” 97 last varend voor van Dulken, van Dorp & Co te Rotterdam
Bouma025 vermeldt L.van Wagtendonk als gezagvoerder gedurende:
* 1853 t/m 1855 op de bark “Protheus”, gebouwd in 1838 te Schiedam, 343 ton o.m., varend voor de Groot Roelants & Co te Schiedam;
* 1856 op de bark “Jan Daniël”, gebouwd in 1841 te Kinderdijk, 635 ton o.m., varend voor W.Ruysch JDz te Rotterdam
* 1858 t/m 1860 van de 2-mast schoener “Speculant”, gebouwd in 1857 te Rotterdam, 185 ton o.m., varend voor van Dulken, van Dor & Co te Rotterdam.
Bouma vermeldt L.van Wagtendonk niet op de “Jacoba en Helena”, (zie hierna) maar het betreft hier een bark, gebouwd in 1858 te Vlaardingen, 733 ton o.m., varend voor W.Ruys JDz te Rotterdam.
Overige bijzonderheden
L.van Wagtendonk vertrok op 20 mei 1855 vanuit Hellevoetsluis met de “Jacoba en Helena” en een contingent van 5 officieren en 130 manschappen. Hij arriveerde te Batavia op 12 september 1855 na 115 dagen065.
Familiegegevens en opleiding
Adriaan Klaasz. Kikkert werd geboren op 19 mei 1821 te Texel als zoon van de broodbakker Klaas Kikkert en Catharina Wentel.
Hij trouwde op 11 mei 1848 te Texel met Trijntje Klaasdr. Zunderdorp, geboren te Texel ca. 1821 als dochter van Klaas Zunderdorp en Trijntje Boon. Trijntje overleed op 31 december 1858 te Texel.
Adriaan hertrouwde op 01 augustus 1860 te Terschelling met Jantje Visser, geboren op 29 november 1828 te Terschelling als dochter van Pieter Visser en Antje Prins de Jong. Na het overlijden van Adriaan is Jantje op 22 september 1900 naar Amsterdam verhuisd
NRC 27 augustus 1861
Men meldt van Texel, dd 25 Augustus: Heden ontvingen wij hier het droevige berigt, dat het Nederl. Barkschip Proteus te Nieuwediep is binnengeloopen, aan boord hebbend het lijk van wijlen zijnen gezagvoerder A.Kikkert. Bij het Kaapsche Rif was het schip door een storm beloopen; een geweldige stortzee had de kajuitskap, een gedeelte van der verschansing, enz. weggenomen en den volijverigen en beminden gezagvoerder van het dek in de kajuit geworpen, waaruit men slechts zijn lijk te voorschijn haalde. Hij was in een in alle opzigten ferm gezagvoerder, die de achting zijner patroons in ruime mate deelde. Verliezen zijne troostelooze echtgenoot en vier kinderen een liefdevollen en zorgenden man en vader, niet minder verliest het eiland aan hem: immer hielp hij altijd eenige jongelingen aan de zeevaart, voor welke hij een leerzaame en goedhartige gezagvoerder was.
(de PROTEUS, kapt. Bakker voor wijlen kapt. Kikkert, de 4e april van Soerabaija vertrokken, arriveerde de 25e augustus te Texel).
Na het overlijden van kapitein Kikkert werd het gezag overgenomen door de stuurman D.B.Bosscher
-
94 in: De familie Kikkert van Texel door Job Kikkert met gegevens van 1460-200. 617 pp, december 2005
Foto uit:
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
A.Kikkert werd per 22 mei 1855 met vlagnummer 628 en op voordracht van J.Veenstra ingeschreven als effectief lid van het Amsterdams zeemanscollege "Zeemanshoop". Ten tijde van de inschrijving was zijn schip de "Proteus". Toegevoegd was "Overleden"002.
In de Algemene Vergaderingen van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop van 15/22 mei 1855 werd als effectief lid voorgedragen/benoemd A.Kikkert (alleen initiaal), oud 35 jaar, voerend de bark “Proteus”, voor rekening van Groot Roelants & Co te Schiedam, op voordracht van kapitein J.Veenstra.023.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
In 1874 vermelden de notulen van de Algemene Vergadering van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop diverse aanvragen voor een ondersteuning voor een weduwe Kikkert, afkomstig van Texel. Er is geen initiaal vermeld en ik kan derhalve niet vaststellen om welke weduwe Kikkert het gaat. Wellicht niet eens een gezagvoerder!.
De schepen van de kapitein
lidmaatschap van College Zeemanshoop te Amsterdam001
vlagnummer jaren type scheepsnaam naam reder/boekhouder
628 1855-1861 bark Proteus de Groot, Roelants & Co, te Schiedam
Vertrek en terugkomst van schepen in Amsterdam093:
A.Kikkert Proteus 14 dec. 1857 14 febr. 1859
Proteus mei 1859 12 mei 1860
Proteus 24 oktober 1860 niet vermeld, maar toegevoegd
“ overleden”
Bouma025 vermeldt A.Kikkert als gezagvoerder gedurende:
* 1856 t/m 1861 op de bark “Proteus”, gebouwd in 1838 te Schiedam op de werf Nijverheid van C.Gips & Zn , 343 ton o.m., varend voor de Groot Roelants & Co te Schiedam. Het schip werd op 10 juni 1838 te water gelaten
Wikipedia
Proteus (Grieks: Πρωτε?ς) is een zeegod uit de Griekse mythologie. Als zijn vader worden zowel Poseidon en Oceanus genoemd.
Hij is de herder van de zeehonden van Poseidon en kan de toekomst voorspellen, hoewel hij vaak van gedaante veranderde om te voorkomen dat hem gevraagd werd om dit te doen. Hij was getrouwd met de nereïde Psamathe en had met haar twee dochters: de nimf Eidothea, die net als haar vader over de gave der voorspelling beschikte, en Cabiro of Kabeiro, de nimf van Lemnos die bij Hephaistos de moeder van de Cabeiren was.
In het verhaal van Orpheus en Eurydice van Vergilius is hij het die de lotgevallen van Eurydice vertelt aan Aristaeus en hem uiteindelijk ook de vergevingsmethode toereikt.
Overige bijzonderheden
A.Kikkert, eerste stuurman van "De Stad Schiedam", verzocht op 14 april 1852 om het gezag van de "Eendragt" van de Schiedamsche Scheepsreederij039.
Er bestaat een “Huisorgaan van de familievereniging Kikkert”, aanwezig op het Verenigingscentrum van de Nederlandse Genealogische Vereniging te Weesp.
In de “Zeetijdingen” van 25 augustus 1861 staat dat het schip PROTEUS, kapt. Bakker voor wijlen kapt. Kikkert, de 25 augustus op de rede van Texel gearriveerd van Soerabaija, alwaar het de 4e april was vertrokken. De juiste datum van het ongeval heb ik (nog) niet kunnen vinden; ik weet niet, wanneer de PROTEUS bij het Kaapse rif was (halverwege? Dus ca. medio juni? Hartje winter daar dus)
Opmerking 20 november 2009 door Marien Lindenborn te Arnhem
NRC 04 april 1856114
Hongkong, 14 februari. Sedert de laatste mail zijn alhier bevracht de navolgende Nederlandse schepen:
PROTEUS, kapt. Kikkert, voor 12 maanden à $ 1250 netto per maand…..
NRC 06 februari 1858114
Deal, 3 februari. Heden is alhier lek binnengelopen het Nederlandse schip (opm: bark) PROTEUS, kapt. A. Kikkert, van Newcastle naar Singapore bestemd. Het schip zal waarschijnlijk naar Ramsgate verzeilen om daar nagezien te worden.
NRC 07 februari 1858114
Ramsgate, 4 februari. Het Nederlandse schip PROTEUS, kapt. Kikkert - zie NRC van gisteren - is hier heden lek binnengebracht
NRC 18 mei 1858114
Rotterdam, 17 mei. Door de Nederlandsche Handel-Maatschappij zijn bevracht de navolgende 30 schepen, als:
Voor Rotterdam: ADMIRAAL VAN KINSBERGEN, kapt. T.J.J. Bouman; WELTEVREDEN, kapt. H. Teerlink; SOURABAYA, kapt. A.M. Swarts; TRIJNTJE FENNA, kapt.T.F. des Ruelles; CATHARINA MARIA, kapt. N.N, GUURTJE EN MARIA, kapt. T.J. Bourse Wils; JOHANNES LODEWIJK, kapt. A.H. van de Waal; ORION, kapt. C.M. Borghorst, van Dort; PROTEUS, kapt. N. Kikkert, (is A.Kikkert) van Schiedam; H. VINCENTIUS VAN PAULO, kapt. K.H. de Groot, van Schiedam; HENRIETTE ELIZABETH SUZANNA, kapt. N.N, van Schiedam. ….
Foto verkregen van de heer E.Kikkert te Bilthoven, december 2014.
Oorspronkelijke schilderij moet nog in familiebezit zijn maar to nu toe niet bekend waar.
Familiegegevens en opleiding
Derk Boer Bosscher werd geboren te Veendam 24 november 1832 als zoon van de landbouwer en later burgemeester Deddo Harms Bosscher en Aaffien Abrahams Hazewinkel.
Hij trouwde op 12 februari 1863 te Veendam als koopvaardijkapitein met Annechien van Linge, geboren te Veendam 22 januari 1838 als dochter van de koopman Arent van Linge en Aafjen Roelfs Giezen. Annechien overleed op 16 april 1913 te Veendam, 75 jaar.
Derk Boer overleed op 13 augustus 1918 te Groningen, 84 jaar.
De schepen van de kapitein
Bouma025 vermeldt D.B.Bosscher als gezagvoerder gedurende:
-
1862 t/m 1863 op de bark “Protheus”, gebouwd in 1838 te Schiedam, 343 ton o.m., varend voor de Groot Roelants & Co te Schiedam.
D.B.Bosscher was hiervoor stuurman op de Proteus onder kapitein A.Kikkert, die in 1861 aan boord van het schip is overleden
Bouma025 vermeldt U.Bosscher als gezagvoerder gedurende:
-
1864 t/m 1866 van de brik “Candati”, gebouwd in 1863 te Alblasserdam, 237 ton o.m., varend voor de Groot-Roelants & Co te Schiedam.
Uit: Jaarbericht 2014 van Marhisdata
Overige bijzonderheden
NRC 23 januari 1862114
Rotterdam, 22 januari. Volgens telegram uit North-Shields zijn de schepen (opm: bark) PAUL JOHAN, kapt. A. Kooy, en (opm: bark) PROTEUS, kapt. D.B. Bosscher, op 20 dezer aldaar gearriveerd. Beide bodems zijn de 18e vertrokken, de eerste uit Hellevoetsluis, de laatste uit het Nieuwediep en hebben de reis binnen 48 uren afgelegd.
NRC 19 februari 1862114
Rotterdam, 18 februari. Door de Nederlandsche Handel-Maatschappij zijn bevracht de navolgende 21 schepen, als:
Voor Rotterdam: SOURABAYA, kapt. K. de Boer; WILLEM KROONPRINS DER NEDERLANDEN, kapt. H.J. de Bourghelles Zetteler; HONIGBIJ, kapt. J. v.d. Valk; KAAP HOORN, kapt. L.J. Dik; OTTOLINA, kapt. A. Eleman; BENGALEN, kapt. H.F. Planter; MAARTEN VAN ROSSEM, kapt. P.F. Rijken.
Voor Amsterdam: ANNA MARIA WILHELMINA, kapt. E. Sontag Winkler; AMALIA AUGUSTA, kapt. K.C. de Veer; HENRIETTE MARIA, kapt. P. Tjebbes; HERMAN DE RUYTER, kapt. P.J. Feijnt; RIDDERKERK, kapt. H. Teerlink; ALCOR, kapt. T.J. van Oppen; JAN DE WITT, kapt. F. Guyt Jr.
Voor Dordrecht: J.C. SCHOTEL, kapt. J. de Groot; JOHANNES HENDRIKUS FERDINAND, kapt. G.H. Lodewijks; (opm: bark) CERES, kapt. D.H. Demmers, en JOHANNA MARIA, kapt. L.J. Wilhelmie.
Voor Schiedam: PROTEUS, kapt. D.B. Bosscher; ALBRECHT BEYLING, kapt. G.L. Muller, en JAPAN, kapt. J. Muller.
Voortaan en wel aanvangende met de bevrachting van maart, zullen door de schepen die door de Nederlandsche Handel-Maatschappij bevracht wensen te worden, moeten worden overgelegd, 2 certificaten van zeewaardigheid, 1 van de Nederlandsche Vereeniging van Assuradeuren en 1 van Veritas.
Hetzelfde zal worden geëist van alle schepen op of na 1 april uit een van de Nederlandse zeehavens vertrekkende, welke later in de gewone retourbevrachting verlangen te worden opgenomen.
NRC 22 juli 1863114
Advertentie. Ligt in lading naar Singapore en eventueel Hongkong het nieuw gebouwd, gekoperd Nederlands clipper-brikschip CANDATI, kapt. D.B. Bosscher, adres bij de cargadoors P.A. van Es & Co. en Vlierboom & Suermondt te Rotterdam, De Groot Roelants & Co. te Schiedam, en Meijer & Ortmann & Co. te Amsterdam. (opm: eerste reis)
Java Bode 19 augustus 1863114
De 30e juni is bij de scheepsbouwmeester J. Smit Czn. te Alblasserdam te water gelaten het brikschip CANDATI, groot 125 gemeten lasten, voor rekening der reders De Groot, Roelants & Co. te Schiedam en gevoerd zullende worden door kapt. D.B. Bosscher.
Dordrechtsche Courant 16 april 1864114
Zeetijdingen. ……
…..Van Singapore vertrokken, 23 februari, ALBRECHT BEYLING, kapt. v.d. Burg, naar Batavia; 26, ALMELO, kapt. Tjebbens, naar Macassar; 3 maart, ADMIRAAL DE WINTER, kapt. Bunnemeijer, naar Hongkong.
Aangekomen: 7 maart, CANDATI, kapt. Bosscher, van Rotterdam.,,,,,,
NRC 13 juli 1865114
Rotterdam, 12 juli. Door de Nederlandsche Handel-Maatschappij zijn bevracht …..
……- Voor Schiedam: CANDATI, kapt. D.B. Bosscher; HUGO GROTIUS, kapt. J. Immerzeel. - Voor Dordrecht: KOSMOPOLIET II, kapt. J. Bouten; KOSMOPOLIET, kapt. J. Koning…..
Algemeen Handelsblad 15 deceember 1865114
Batavia, 15 november. Aangekomen schepen: SENIOR, kapt. Bakker, van Amsterdam; BEZOEKI, kapt. Reckers, van Rotterdam; CANDATI, kapt. Bosscher, van Macao; ADMIRAAL DE RUYTER, kapt. Steven qq, van Bombay; MARIA, kapt. De Jong, van China; ZEEPAARD, kapt. Crucq, van Middelburg; IDA MARIA DE RAATH, kapt. De Boer, van Japan; EMILIE, kapt. Bruinzeels, van Melbourne; QUATRE BRAS, kapt. Nieuwenhuys, van Macao; LOUISE, kapt. Buys, van Amsterdam; KANAGAWA, kapt. Ouwehand, van Melbourne; CLIO, kapt. Wijnmalen, van Shields; GERARDINA WILHELMINA, kapt. Van der Zee, van Amsterdam.
Provinciale Groninger Courant 24 deceember 1868114
Advertentie. De ondergetekende directeuren der afdeling Veendam en Wildervank van de Provinciale Groninger Maatschappij berichten, dat, uit hoofde tot de ontbinding dezer maatschappij met 1e januari e.k. is besloten, hare afdeling Veendam en Wildervank, die vóór het bestaan dier maatschappij het compact De Unie was genaamd en sedert 1845 heeft bestaan, opnieuw weder te hebben opgericht in een onderlinge zeeverzekerings- maatschappij genaamd De Unie, in de provincie Groningen gevestigd te Veendam en Wildervank, voor zee- en brandschade, toegebracht aan onder Nederlandse vlag varende schepen, waarvan J.M. Meihuizen & Zn, administratief directeur, K. & J. Wilkens, en J.R. Engelsman, beiden directeur, M. Veenhoven, secretaris, en commissarissen zijn C. ten Horn, D.B. Bosscher, R.R. Legger Jr, P. Puister en G. Herwig, te Veendam, en B.R. Winters, R.G. van de Werf en C. Koops Pz, te Wildervank, aanvangende de 1e januari 1869, bij wie nadere inlichtingen en reglementen zijn te bekomen.
J.M. Meihuizen, J.R. Engelsman, J. Wilkens Kz.
Familiegegevens en opleiding
Koert Kiers Hagedoorn werd geboren op 23 augustus 1813 te Dantzig als zoon van schipper Kier Jans Hagedoorn en Geertje Koerts Dick.
Koert trouwde op 15 januari 1836 te Nieuwe Pekela als schipper met Jantje Harms de Weerd, geboren te Nieuwe Pekela op 25 september 1815 als dochter van de schipper Harm Harms de Weerd en Jantje Alberts Hubert. Jantina Harms overleed op 27 april 1866 te Nieuwe Pekela, 50 jaar.
Koert hertrouwde te Nieuwe Pekela op 01 juli 1868 als schipper met Hillechien Pijbes, geboren te Nieuwe Pekela op 24 juli 1822 als dochter van de koopman Halbe Pijbes en Hillechien Harms Bok. Hillechien was de weduwe van Dirk Dirks de Grooth. Hillechien overleed op 18 december 1896 te Nieuwe Pekela, 74 jaar.
Koert overleed op 06 februari 1904 te Hillegom, 90 jaar, weduwnaar, zonder beroep.
Burgerlijke Stand gegevens uit de provincie Groningen vermelden Koert Kiers als schipper in 1836, 1839, 1841, 1844, 1865, 1866, 1868.
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
K.K.Hagedoorn werd met nr.680 effectief lid van Zeemanshoop per 11 juni 1844 op voorspraak van H.D.van Wijk. Zijn schip was de "Maria Anna"002. Ten tijde van de inschrijving waren Hagedoorn en zijn vrouw 30 resp. 28 jaar. Ingeschreven staan 1 zoon uit 1841 en 2 dochters uit 1839 en 1844002a.
In de Algemene Vergaderingen van 04/11 juni 1844 van het Amsterdamse zeemanscollege “Zeemanshoop” werd als effectief lid voorgesteld/aangenomen Koert Kiers Hagedoorn, oud 30 jaar, voerend de kof “Maria Anna”, wonend te PekelA, adres bij de heren Kraneneborg & Zn te Amsterdam, op voordracht van kapitein H.D.van Wijk.023.
K.K.Hagedoorn was effectief lid van het Amsterdamse zeemanscollege “Zeemanshoop” met vlagnummer 680 in de periode 1844 t/m 1854 en met vlagnummer 315 in de periode 1854 t/m 1874 (In de ledenlijsten uit de Amsterdamsche Almanak voor Koophandel en Zeevaart staat hij als lid vermeld t/m 1904
K.K.Hagedoorn was effectief lid van het zeemanscollege “Voorzorg” te Nieuwe Pekela met vlagnummer 47 in de periode 1862 t/m 1904.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 27 februari 1851krijgt kapitein K.K.Hagedoorn een maand gage wegens schipbreuk.042.
In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 28 februari 1861 staat een “Brief van K.K.Hagedoorn en verdere acht leden van Zeemanshoop doende verklaring wegens den toestand van kapt. F.K.Mulder en hem aanbevelende. Gehouden buiten deliberatie.”042
In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 07 mei 1874 vraagt kapitein Koert K.Hagedoorn om onderstand wegens het bereiken van de leeftijd van 60 jaar. Tevens bedankt hij voor het effectieve lidmaatschap. het verzoek om onderstand wordt afgewezen daar hij geen voortdurend deelnemer in het Weldadig Zeemans Fonds is.042.
In de notulen van de Algemene Vergadering van Zeemanshoop dd 11 maart 1851 staat vermeld dat kapitein K.K.Hagedoorn een maand gage als tegemoetkoming heeft gekregen vanwege het verlies van zijn schip.023.
In de notulen van de Algemene Vergadering dd 12 maart 1861 wordt gemeld een: “Brief van Kapt. K.K.Hagedoorn en verdere acht effectieve leden van het College, verklaring doende, wegens de toestand van Kapt. T.K.Mulder en hem aanbevelende, welke brief buiten deliberatie is gehouden.”023
In de notulen van de Algemene Vergadering van Zeemanshoop dd 19 mei 1874 staat vermeld een “Aanvrage van K.K.Hagedoorn om regt op uitkeering wegens 60 jarigen leeftijd en bedankende als Effectief Lid, welk eerste vezoek is afgewezen, terwijl het laatste is aangenomen voor berigt.”023.
De schepen van de kapitein
lidmaatschap College Zeemanshoop te Amsterdam001
vlagnummer jaren type scheepsnaam naam reder/boekhouder
680 1844-1845 kof Maria Anna C.M.Nap te Groningen
1846-1853 kof Jantina geen opgave
315 1854-1873 kof Catharina Cornelia D.C.Zijlstra(Zeilstra) te Harlingen
Naam konsekwent in deze volgorde. Zie hierna
Lid van het Harlinger zeemanscollege Zeemansvoorzorg036
vlagnummer periode type naam van het schip boekhouder/reder
A315/NP40 1849-1866 kof Cornelia Catharina D.C.Zeilstra, Harlingen
1866 kof Cornelia Catharina P.Rodenhuis Az, Harlingen
1867-1872 kof Cornelia Catharina P.Rodenhuis Yz, Harlingen
1873 kof Cornelia Catharina Barend Visser & Zn, Harlingen
Deze opgave klopt in het geheel niet met die van Zeemanshoop. Nader onderzoek nodig.
Vertrek en terugkomst van schepen in Amsterdam093:
K.K.Hagedoorn Cornelia Catharina 08 maart 1861 16 juni 1861
Cornelia Catharina 06 juli 1861 19 september 1861
Cornelia Catharina 29 oktober 1861 18 december 1861
Cornelia Catharin 22 maart 1862 10 mei 1862
Cornelia Catharina 08 juli 1862 26 augustus 1862
Cornelia Catharina 06 september 1862 10 november 1862
Cornelia Catharina 25 maart 1863 16 juni 1863
Cornelia Catharina 01 juli 1863 14 september 1863
Cornelia Catharina 30 september 1863 24 januari 1864
Cornelia Catharina 18 maart 1864 31 oktober 1864
Cornelia Catharina 17 maart 1866 24 maart 1867
Cornelia Catharina geen melding 18 november 1867
Cornelia Catharina 02 april 1868 27 juni 1868
Cornelia Catharina 14 juli 1868 28 november 1868
Bouma025 vermeldt K.K.Hagedoorn als gezagvoerder gedurende:
* 1837 t/m 1846 van de kof “Maria Anna”, gebouwd in 1827 te Pekela, 157 ton o.m., varend voor C.M.Nap te Groningen;
* 1847 t/m 1854 van de tjalk “Jantina”, gebouwd in 1846 te Veendam, 97 ton o.m., varend als kapitein/eigenaar vanuit Pekela;
Overlap met de volgende opgave.
* 1850 t/m 1867 van de kof “Cornelia Catharina”, gebouwd in 1841 te Pekela, 171 ton o.m., varend voor D.C.Zijlstra te Harlingen;
* 1868 t/m 1873 van hetzelfde schip maar nu voor P.Rodenhuis Yz te Harlingen;
* 1874 van hetzelfde schip maar nu voor Barend Visser & Zn te Harlingen.
De collectie monsterrollen op het Noordelijk Scheepvaartmuseum te Groningen wordt gemeld:
18 juli 1846, kof “Jantina”, schipper Koert Kiers Hagedoorn, 32 jaar uit Nieuwe Pekela.
29 juni 1861, kof “Cornelia Catharina”, kapitein Koert Kiers Hagedoorn, 47 jaar uit Harlingen.
07 september 1862, kof “Cornelia Catharina”, kapitein Koert Hagedoorn, 49 jaar uit Nieuwe Pekela.
20 februari 1867, kof “Cornelia Catharina”, kapitein Koert Hagedoorn,53 jaar uit Nieuwe Pekela.
04 maart 1868, kof “Cornelia Catharina”, kapitein Koert Hagedoorn,53 jaar uit Nieuwe Pekela.
20 februari 1872, kof “Cornelia Catharina”, kapitein Koert Hagedoorn,59 jaar uit Nieuwe Pekela.
Overige bijzonderheden
In de Provinciale Groninger Courant op 15 januari 1847 stond een advertentie met de volgende tekst:
“Mr. B.HAITZEMA VIËTOR, Notaris te Winschoten, gedenkt, ten verzoeke van H.E.SCHREUDER en ZOON, op VRIJDAG den 22sten Januarij 1847, des avonds te 5 uren, ten huize van den Logementhouder G.W.POTT, te Oude Pekela, in openlijke veiling te Verkoopen navolgende SCHEEPSAANDEELEN, als:”
Dan volgen 15 verkopen waaronder:
“XII 2/60 in het KOFSCHIP JANTINA, Kapit. K.K.HAGEDOORN.”
Familiegegevens en opleiding
Geen
De schepen van de kapitein
Bouma025 vermeldt J.H.Zeven als gezagvoerder gedurende
* 1866 t/m 1871 op de bark “Protheus”, gebouwd in 1838 te Schiedam, 343 ton o.m., varend voor de Groot, Roelants & Co te Schiedam;
* 1871 t/m 1872 van het 3-mastschip “van der Palm”, gebouwd in 1847 te Scheidam, 496 ton o.m., varend voor de Groot, Roelants & Co te Schiedam;
* 1873 t/m 1876 van de brik “Cornelia” ex Doesborgh, gebouwd in 1862 te Rotterdam, 331 ton o.m., varend voor F.W. v/d Elst & Co te Schiedam
Overige bijzonderheden
Geen
Familiegegevens en opleiding
Lukas werd geboren op 21 september 1829 te Veendam als zoon van de zeeman, later schipper Pieter Paulus Meier en Anje Lucas Heidema.
Lukas trouwde op 18 januari 1860 t Veendam als zeeman met Trijntje Bol, geboren op 02 december 1831 te Veendam als dochter van Harm Egberts Bol en Hendrika Nannes van der Wijk. Trijntje overleed op o5 november 1918 te Veendam, 86 jaar, weduwe.
Lukas is overleden op 16 februari 1874voor de kust van Gabon (2,55 ZBr, 8,45 OL) als gezagvoerder van het Nederlandse Brikschip Kosmolopiet II op 16 februari 1874, vertrokken vanuit Cuxhaven op 30 december 1873 met als bestemming Ambreiz (West-Afrika). Uit: https://www.genealogieonline.nl/stamboom-doornbos/I7164.php
Burgerlijke Stand akten uit de provincie Groningen vermelden Lukas als zeeman in 1860, 1863, 1867, als schipper in 1870,
Lidmaatschap van zeemanscollege(s)
L.P.Meijer was effectief lid van het Veendammer zeemanscollege “Maatschappij tot Nut der Zeevaart” met vlagnummer A6 resp. 122 in de periode 1877 t/m 1880. (eindjaar klopt niet met het jaar van overlijden)
De schepen van de kapitein
Bouma025 vermeldt L.P.Meyer als gezagvoerder gedurende:
* 1870 van de kof “Adriana” ex Hoop op Fortuna, gebouwd in 1840 te Veendam, 90 ton o.m., varend voor Jansen & v/d/ Burg te Schiedam. Het schip is in 1870 gezonken;
* 1872 op de bark “Protheus”, gebouwd in 1838 te Schiedam, 343 ton o.m., varend voor de Groot Roelants & Co te Schiedam. Het schip is in 1872 gezonken;
* 1873 van de brik “Kosmopoliet II” ex Johanna Margaretha, ex Minerva, gebouwd in 1855 te Nth.Shields, 247 ton o.m., varend voor T.C.Melchers te Schiedam;
* 1874 van hetzelfde schip maar nu varend voor S.J.Melchers te Schiedam.
De collectie monsterrollen op het Noordelijk Scheepvaartmueseum te Groningen vermeldt
01 februari 1847, kof “Gezina”, schipper Philippus Klaassens de Boer, lichtmatroos Lukas Pieters Meijer.
12 oktober 1849, kof “Engelina”, schipper Jan Wichers Ketelaar, matroos Lukas P. Meijer, 20 jaar uit Veendam.
15 juli 1850, koftjalk “Wobbina Catriena”, schipper Pieter Paulus Meijer, stuurman Lukas Pieters meijer, 20 jaar uit Veendam.
Overige bijzonderheden
De Harlinger Courant dd 30 oktober 1874 bevat in de rubriek Scheepstijdingen het volgende bericht.096:
“Schiedam 26 Oct. Het Nederl. schip Kosmopoliet II, is alhier onder reparatie liggende omgevallen en vol water geloopen.”
NRC 06 januari 1872114
Amsterdam, 4 januari. Het schip PROTEUS, kapt. Meijer, van Dantzig naar Hartlepool, te Dantzig uit zee terug - vroeger gemeld - is de 29e december nagezien en zou de deklast en een gedeelte van de lading lossen om boven water gerepareerd te worden. Ongeveer 30 spoorleggers waren over boord geworpen.
NRC 30 maart 1872114
Elseneur, 27 maart. Het Nederlandse schip PROTEUS, kapt. Meijer, van Hartlepool naar Stettin, ligt 2 mijlen ten noorden van hier wegens tegenwind geankerd; aan boord is alles wel
NRC 02 augsutsu 1872114
Frederikshavn, 31 juli. Het Nederlandse schip PROTEUS, kapt. Meijer, van Liverpool met zout naar Stettin, is bij Stirtzholtz (opm: pl.m 4 mijl ten oosten van Hirtshals, positie 57º36’ NB 10º06’ OL) gezonken. Het volk is gered.
NRC 18 augustus 1872 114
Hjørring, 12 augustus. Enige kustbewoners hebben in de richting tussen de vissersdorpjes Asdal en Oggerby een schip gevonden, staande in 12 vadem water, 2½ mijl van land (opm: pl.m. 4 mijl ten oosten van Hirtshals; positie 57º36’ NB 10º06’ OL), vermoedelijk de PROTEUS, kapt. L. P. Meijer, van Liverpool naar Riga. De kustbewoners hebben terstond iets van het tuig geborgen, en bij de overheid verlof aangevraagd om nog meer te bergen, ’t welk intussen zeer moeilijk zal vallen, tenzij men een duiker daartoe bezigt.
|