Familiegegevens en opleiding
Guillaume Louis Jacques van der Hucht werd geboren op 20 december 1812 te Bergen op Zoom als zoon van Albert van der Hucht en Carolina van Wijnbergen. Hij trouwde op 30 oktober 1839 te Loenen aan de Vecht met Jannetje Pen, geboren op 09 november 1809 als dochter van Franciscus Pen en Willemijntje Schimmel. Zij overleed op de thee onderneming Parakan Salak op 30 oktober 1844. Hij trouwde voor de 2e maal te Batavia op 17 augustus 1848 met Mary Pryce, geb, te Llandyssil (Wales) op 02 julie 1830 als dochter van David Pryce en Anne Tannatt. Zij overleed te Santpoort, huis Duin en berg op 16 augustus 1894. Guillaume L.J. van der Hucht overleed op 05 maart 1874 te Santpoort.
Hij was mede-eigenaar van een theeonderneming op West-Java, medeoprichter en directeur van de N.V. Biliton Maatschappij, van 1866-1871 lid van de 2e kamer. In Indië had hij zijn nichtje Tine van Wijnbergen onder zijn hoede, die later trouwde met Eduard Douwes Dekker, i.c. Multatuli.
Zie voor een uitgebreid curiculum vitae het Jaarboek 1988 van het Centraal Bureau voor Genealogie. ”Vier generaties van een clan in de theecultuur op Java” door N.P. van den Berg en K.A. van der Hucht.
De broers Jan Pieter en Willem van der Hucht waren leden van de familie, die de veertiger jaren van de 19e eeuw naar Nederlands Oost-Indië emigreerden om aldaar in de Preanger cultures te beginnen. Hun belevenissen zijn onder meer de basis voor de licht geromantiseerde roman “Heren van de thee” van Hella Haasse.
De familiegeschiedenis is in verkorte vorm beschreven door Rob Nieuwenhuys in zijn boek “Komen en blijven. Tempo Doeloe - een verzonken wereld. Fotografische documenten uit het oude Indië 1870-1920.” Amsterdam. Em. Querido’s uitgeverij B.V.. 1998. De geschiedenis is beschreven in het hoofdstuk “De theejonkers van de Preanger”, p13-60. In dit essay wordt gerefereerd naar tochten met enkele schepen (p.13):
“Wat Jan Pieter van der Hucht en zijn familie deed besluiten naar Java te emigreren, was hun beoordeling van de situatie in Nederland. In zijn Betoog, maar duidelijker in een brief aan zijn kinderen (afkomstig uit het familiearchief), in augustus 1844 geschreven aan boord van de Anna Paulowna (387 ton!), op weg naar Indië, vraagt hij zich af hoe hij ‘zo’n gewigtig besluit’ zo vastberaden heeft kunnen nemen. ….
Was Jan Pieter de ideoloog, zijn vijftien jaar jongere broer Willem was de voorbereider en uitvoerder van het plan. Hij maakte reeds in 1832, op twintigjarige leeftijd, een oriëntatiereis door Amerika en voer daarna naar Java door. Later zou hij als scheepskapitein en reder verschillende reizen naar de Oost maken. ….
Niet Jan Pieter, maar Willem vertrok het eerst met zijn gezin uit Nieuwediep: op 25 september 1843, met de Sara Johanna, dat zijn eigendom was. Aan boord bevonden zich zijn zuster Alexandrine Albertine, haar man Pieter Holle en hun zeven kinderen; … Het schip kwam eerst op 13 mei 1844 te Batavia aan.”
Willem van der Hucht werd administrateur op de theeplantage Parakan Salak. Kennelijk werd hij weduwnaar want “in 1848 hertrouwde hij met een meisje van achttien uit Wale, Mary Pryce.” Nieuwenhuys vertelt verder over zijn zakelijke activiteiten, maar hij had het actieve zeemansleven verlaten. (al bleef hij nog lange tijd effectief lid van Zeemanshoop - zie hiervoor.)
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
G.L.J.van de Hucht werd met nr.425 effectief lid van Zeemanshoop per 07 juni 1835 op voorspraak van P.H.Willers. Zijn schip was de "Palembang"002.
In de Algemene Vergaderingen van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop van 02/09 juni 1835 wordt als effectief lid voorgedragen/aangenomen Guillaume Louis Jacques van der Hucht, oud 23 jaar, Ridder Militaire Willemsorde, voerende het schip “Palembang”, wonende te Amsterdam, met adres bij T.J.Kerkhoven te Amsterdam op voordracht van kapitein P.H.Willers023.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 24 april 1851 doet de penningmeester de mededeling dat een aantal leden waaronder G.L.J. van der Hucht nalatig zijn in de betaling. In een nader bericht wordt medegedeeld dat deze kapitein zich in de Oost heeft gevestigd “en alzoo geen antwoord van hem is kunnen inkomen”. 042
De schepen van de kapitein
lidmaatschap College Zeemanshoop te Amsterdam001
vlagnummer jaren type scheepsnaam naam reder/boekhouder
425 1835 fregat Palembang geen opgave
312 1836-1837 fregat Palembang G.Nolthenius & Schmöle te Pekel-A
1838-1839 fregat Palembang G.Nolthenius & Luden & van Geuns
1840-1843 fregat Sara Johanna G.Nolthenius & G.L.J.v.d.Hucht
1844-1853 geen vermelding van schip en boekhouder
100 1854-1872 geen vermelding van schip en boekhouder
G.L.J.v.d.Hucht was in 1840 gezagvoerder van de "Sara Johanna" (409 last), op 07 oktober 1840 te water gelaten op de werf "Hollandia" van de scheepsbouwmeesters Blok & Co te Amsterdam voor rederij Nolthenius & v.d.Hucht027.
Bouma025 vermeldt G.L.J. van der Hucht als gezagvoerder gedurende:
* 1836 t/m 1840 op het 3/m schip “Palembang”, gebouwd in 1836 te Amsterdam, 693 ton o.m., varend voor Nolthenius, Ludens & van Geuns te Amsterdam;
* 1841 t/m 1844 op het 3/m schip “Sara Johanna”, gebouwd in 1840 te Amsterdam, 780 ton o.m., varend voor G.Nolthenius & de kapitein te Amsterdam.
Overige bijzonderheden
G.L.J.van der Hucht verzorgde per 20 september 1837 vanuit Nieuwediep met de “Palembang” een troepentransport van 3 officieren en 200 manschappen. Hij arriveerde te Batavia op 06 januari 1838 na 108 dagen.
Op 23 augustus 1841 vertrok hij vanuit Nieuwediep met de “Sara Johanna” en 1 officier. Aankomstdatum en reisduur zijn niet vermeld065.
Op 29 september 1841 werd vanuit de Amsterdamse Kweekschool voor de Zeevaart Evert Roelof Bijl als ligtmatroos geplaatst op de “Margaretha Catharina” onder kapitein Schippers voor een reis van Amsterdam naar Batavia. Zij gage was f 10,-. Hij keerde op school terug op 15 november 1842 met de “Sara Johanna” onder kapitein van der Hucht. 004-949/532-1837.
Rotterdamsche Courant 20 juli 1837114
Rotterdam, 19 juli. Kapt. G.L.J. van der Hucht (opm: Voerende fregat PALEMBANG), van Batavia te Amsterdam gearriveerd, heeft den … (opm: niet ingevuld) (opm: 23 april 1837) bij de Menscheneter (opm: eilandje op de westpunt van het rif met dezelfde naam, enige mijlen uit de Javaanse kust westelijk van de rede van Batavia) in Straat Sunda gezien een bark, tonende Nederlandse vlag (opm: bark ZEEMEEUW, kapt. T.C. Claus), ogenschijnlijk uit Nederland komende, welke op het rif vastgezeten had, doch weder vlot geworden was.
ZeePost 23 mei 1838 – 87114
Gedurende de eerste week van januari (opm:1838) ….
…..Op den 5 januari: PALEMBANG, kapt. Van der Hucht, den 20 september van Amsterdam vertrokken…..
ZeePost 03 juli 1839 – 432114
Gearriveerd te Batavia:…..
…..6 maart: Van der Hucht, PALEMBANG, van Amsterdam, 110 dagen reis……
ZeePost 03 juli 1839 – 432114
Volgens brief van Batavia van de 16de maart zou van daar vertrekken de schepen …..
….. PALEMBANG, kapt. Van der Hucht, alle medio april naar Amsterdam, …..
De 16de maart lagen ter rede van Batavia de schepen PALEMBANG, kapt. Van der Hucht, …..
ZeePost 22 juli 1839 – 448114
…..Nog lagen aldaar (rede van Batavia) tussen de 27e maart en de 6e april in lading de schepen PALEMBANG, kapt. Van der Hucht naar Amsterdam, VROUW JOHANNA, kapt. Van der Hoeven, en JONGE JAN, kapt. Teunissen, alle naar Rotterdam……
ZeePost 02 september 1839 – 484114
De 1e mei lagen te Soerabaya ter rede de schepen WILLEM DE EERSTE, kapt. Poppen, MINERVA, kapt. Matsen, EENDRAGT, kapt. Gieseken, PALEMBANG, kapt. Van der Hucht en ANTHONY.
ZeePost 18 september 1839 – 498114
De 29e mei lagen ter rede van Batavia de schepen OUD ALBLAS, kapt. Strumphler, PALEMBANG, kapt. Van der Hucht, JACOBA MAURINA, kapt. De Haas, de RHYN, kapt. Brandlicht, CLAUDIUS CIVILUS, kapt. Broen, HENDRIK WESTER, kapt. Van Wijk en REGENT, kapt. Nordlohne.
Volgens brief van Batavia van de 29e mei zouden van daar vertrekken de schepen: PALEMBANG, kapt. Van der Hucht naar Amsterdam en WILLEM DE EERSTE, kapt. Poppen naar Rotterdam en PHOENIX, kapt. Eeltjes naar Middelburg, laatst van mei en WILHELMINA LUCIA, kapt. Ibsen tegen het einde van juni.
Nog lagen aldaar in lading de schepen ISABELLA, kapt. Dinning naar Nederland, JANE MOREN, kapt. Ferguson naar Cowes en JAVA, kapt. Taijer naar Bordeaux.
Familiegegevens en opleiding
Arie Orts werd geboren/gedoopt op 12/23 maart1794 te Texel als zoon van Mathijs Orts en Neeltje Breeker.
A.Orts trouwde op 21 november 1839 te Amsterdam met Joanna Pieters, geboren op 22 december 1790 te Heemstede als dochter van Leendert Pieters en Catharina Meeuwse.
Joanna overleed op 08 december 1859 te Heemstede, ruim 68 jaar.
Algemeen Handelsblad, 23 november 1842
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
A.M.Orts (adres: Haarlemmerdijk bij de Visscherstraat) werd met vlagnummer 572 effectief lid van Zeemanshoop per 16 februari 1841 op voorspraak van G.L.J.van der Hucht. Toegevoegd is “overleden”002. Ten tijde van de inschrijving waren Orts en zijn vrouw 47 en 51 jaar002a.
In de Algemene Vergaderingen van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop dd 9/16 februari 1841 werd als effectief lid voorgesteld/benoemd Arien Mathijze Orts, oud 47 jaar, voerend het schip “Nassau”, wonend op de Haarlemmerdijk tussen de Korte Singel en Visscherstraat boven 325 te Amsterdam , op voordracht van kapitein G.L.J.van der Hucht, Zijn vlagnummer werd 572.023
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 15 december 1842 vraagt de wed. orts, geb. Pieters om een uitkering. Deze wordt haar toegestaan in de vergadering van 21 januari 1843 met ingang van 01 februari 1843..042
In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 29 december 1859 wordt het overlijden gemeld van de wed. A.M.Orts geb. Pieterse.042.
In de notulen dd 07 februari 1843 van de Algemene Vergadering van Zeemanshoop staat een aanvraag om onderstand van J.Pieters, weduwe van kapitein A.Orts, welke werd toegestaan per 01 februari 1843.023
In de notulen van de Algemene Vergadering dd 03 januari 1860 staat een bericht van L.M.Pieterse, die meldt dat de weduwe A.M.Orts geb. Pieters is overleden.023.
De schepen van de kapitein
lid van het zeemanscollege “Zeemanshoop” te Amsterdam001
vlagnummer jaren type scheepsnaam naam reder/boekhouder
572 1841-1842 fregat Nassau G.Nolthenius & Luden & van Geuns
Bouma025 vermeldt A.M.Orts als gezagvoerder gedurende:
* 1841 van het 3/mschip “Palembang”, gebouwd in 1836 te Amsterdam, 693 ton o.m., varend voor Nolthenius, Luden & van Geuns te Amsterdam. (Bouma registreert hier A.Orts, dus 1 initiaal, maar vanwege de aansluiting met het volgende schip en de overeenkomstige reeder, heb ik hem op deze plek vermeld.)
* 1842 t/m 1843 van het 3/mschip “Nassau”, gebouwd in 1837 te Amsterdam, 466 ton o.m., varend voor Nolthenius, Luden & van Geuns te Amsterdam.
Overige bijzonderheden
Geen
Familiegegevens en opleiding
E.Visser was getrouwd met Jntje Klazes Visser, geboren 23 april 1794 en overleden 22 december 1870.118
Engelbert overleed in 1844.
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
E.Visser werd met vlagnummer 365 per 02 juli 1833 ingeschreven als effectief lid van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop op voordracht van kapitein J.F.Sipkes. Als zijn schip is genoemd de “Nassau”. Toegevoegd is “overleden” 002.
In de Algemene Vergaderingen van 25 juni/02 juli 1833 van het College Zeemanshoop werd voorgedragen/benoemd Engelbert Visser, 34 jaar, adres bij Schmöle & van Geuns, voerend de schoenerbrik van Speyk. Hij kreeg vlagnummer 365023.
Opmerkingen in verband met Zeemanscollege(s)
In de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 25 april 1844 staat een verzoek om een uitkering door de wed. E.Visser, geb. J.C.Sipkes. Deze wordt toegekend in de vergadering van 30 mei 1844 met ingang van 01 november 1843.042
In de Algemene Vergadering van 11 juni 1844 van Zeemanshoop staat dat aan J.O.Sipkes, de weduwe van kapitein E.Visser, een uitkering werd toegestaan per 01 november 1843.023.
De schepen van de kapitein
lidmaatschap van College Zeemanshoop te Amsterdam001
vlagnummer jaren type scheepsnaam naam reder/boekhouder
365 1833-1835 sch.brik van Speyk Schmöle & van Geuns
252 1836 sch.brik van Speyk idem
1837 fregat Nassau G.Nolthenius & Schmöle & van Geuns
1838-1840 fregat Nassau G.Nolthenius & Luden & van Geuns
1841 fregat Palembang idem
In de reeks monsterrollen van het Gemeentearchief van Amsterdam komt Engelberts Visser voor als gezagvoerder van de “van Speijk” en de “Nassau” in de periode 1833 t/m 1838.
Bouma025 vermeldt E.Visser als gezagvoerder gedurende:
* 1834 t/m 1836 van de sch.brik “van Speyk”, gebouwd in 1833 te Amsterdam, 130 ton o.m., varend voor Schmöle & van Geuns te Amsterdam;
* 1836 van de brik “Rio de Janeiro Packet” ex Leonidas, gebouwd in 1829 te Amsterdam, 244 ton o.m., varend voor Schmöle & van Geuns, thuishaven niet vermeld (maar moet zijn Amsterdam);
* 1838 van het 3/mschip “Nassau”, gebouwd in 1837 te Amsterdam, 466 ton o.m., varend voor Nolthenius, Schmöle & van Geuns te Amsterdam;
* 1839 t/m 1841 van hetzelfde schip maar nu varend voor Nolthenius, Luden & van Geuns te Amsterdam;
* 1842 t/m 1844 van het 3/mschip “Palembang”, gebouwd in 1836 te Amsterdam, 693 ton o.m., varend voor Nolthenius, Luden & van Geuns te Amsterdam.
Overige bijzonderheden
Van Sluijs013 vermeldt kapitein Engelbert.Visser van 1834-1837 als gezagvoerder van de schoenerbrik “J.C.J.van Speyk”, op 13 augustus 1832 op de werf Hollandia te Amsterdam te water gelaten (scheepsbouwmeester C.van Swieten); 130 ton o.m.; varend voor Schmöle & van Geuns te Amsterdam.. Bouma025 vermeldt als gezagvoerder in 1834 ene K. Visser, maar dat moet, gezien de opgaven uit de AAKZ001 een fout zijn.
Familiegegevens en opleiding
Bernardus Marcus Corbière werd geboren/gedoopt te Amsterdam op 27/28 februari 1804
Hij huwde met Anna Jacoba van Swieten, geboren te Amsterdam op 10 juni 1808 en overleden in augustus 1843. Hij huwde voor de tweede maal met Catharina Frederica Timmers, geboren te Amsterdam op 14 februari 1821 en na het overlijden van Bernardus hertrouwd op 30 oktober 1862.003 en 118
Bernardus overleed in 1851.
Bernardus Marcus Corbière werd op 25 februari 1818 ingeschreven als leerling van de Kweekschool voor de Zeevaart te Amsterdam010(531-1349). Hij werd volgens doopcedule 1349 rooms gedoopt op 28 februari 1804 te Amsterdam. Zijn ouders waren Jean Pierre Corbière uit Amsterdam, rooms, en Elisabeth Julia Zundorf uit Outshoorn, rooms. Beiden waren ten tijde van de inschrijving overleden. De broeder en voogd A.J.P.Corbière, wonende op de Herengracht hoek van de Beulingstraat te Amsterdam "doende daar winkel heeft den jongeling aangeboden onder betaling van ¦240,- ...". Ten tijde van de inschrijving was Bernardus 14 jaar, 5 voet lang en "gevaccineerd volgens attest".
Er is een driemaandelijks overzicht van de vorderingen:
"1 april 1838 3/m rappt Kt de streeken van het kompas ...
2 decb 1818 bij den constapel ...
11 novebr 1819 geplt als kajuitwachter op het schip de Zeemeeuw Capt J.Beuning naar Curacao (Johannes Rijnhardus Böning dateerde een monsterrol van de "Zeemeeuw" op 09 november 1819).
14 july 1819 terug van de reise ...
1 octob 1820 ...Kt(kent) Steenstra Douwes ...
18 april 1821 geplt als ligtmatroos op het schip Catharina Elisabeth Capn Ingerman na Batavia
26 maart 1823 terug van de reis met goede attestatie bekomt deszelfs ontslag met goed getuigschrift en attest tot vrijstelling van de nationale militie".
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
B.M.Corbiere werd met nr.254 effectief lid van Zeemanshoop per 01 april 1828 op voorspraak van C.F.Jansen. Zijn schip was de "Rio de Janeiro"002.
Bernardus Marcus Corbiëre werd per 25 maart/01 april 1828 met vlagnummer 254 voorgesteld/aangenomen als effectief lid van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop op voordracht van kapitein C.F.Jansen. Zijn adres was C.van Swieten op de werf Hollandia te Amsterdam. Een schip wordt niet genoemd023.
Hij werd deelnemer in het Weldadig Zeemans Fonds van Zeemanshoop per 16 februari 1836 èn 03 oktober 1848003.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 26 juni 1851 staat de toekenning van een uitkering aan de weduwe B.M.Corbiére plus 1 kind ingaande 01 februari 1851.042.
In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 29 april 1852 staat een verzoek van F.C.Monterosi, de voogd van de minderjarige dochter van wijlen kapitein B.M.Coebiére, om voortaan de uitkering te mogen ontvangen. Het Bestuur gaat accoord.042.
In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 30 oktober 1862 staat het bericht dat de we. B.M.Corbiëre is hertrouwd met J.A.Escher.042.
In de notulen van de Algemene Vergadering van Zeemanshoop dd 22 juli 1851 werd aan de weduwe van kapitein B.M.Corbiëre per 01 februari 1851 een uitkering toegekend voor haar en 1 kind.023.
In de notulen van de Algemene Vergadering van Zeemanshoop dd. 04 november 1862 staat vermeld dat de weduwe B.M.Corbiëre geb. Timmers is hertrouwd met de heer J.A.Escher en dankt voor de uitkering.023.
De schepen van de kapitein
lidmaatschap van het College Zeemanshoop te Amsterdam001
vlagnummer jaren type scheepsnaam naam reder/boekhouder
254 1828 geen opgave van schip en boekhouder
1829-1833 brik Miltiades S.Paleologo
1834 brik Leonidas P.Poel
1835 brik Leonidas P.Poel en Zn
158 1836-1837 brik Rio de Janeiro Paket Schmöle en van Geuns
1838-1843 fregat Susanna Christina G.Nolthenius en Luden en van Geuns
1844-1846 fregat Palembang idem
1848-1850 fregat Susanna Christina Luden en van Geuns
Bouma025 vermeldt B.M Corbiëre als gezagvoerder gedurende:
* 1830 t/m 1834 op de brik “Miltiades”, gebouwd in 1829 te Amsterdam, 208 ton o.m., varend voor S.Paleologo te Amsterdam. Het schip werd in 1834 herdoopt in “Leonidas”. In de notulen van de Algemene Vergadering van 21 april 1829 van “Zeemanshoop” wordt melding gemaakt van het aflopen van het schip door van Swieten en Corbiëre;
* 1835 t/m 1836 op de brik “Leonidas” ex Miltiades, gebouwd in 1829,te Amsterdam, 208 ton o.m., varend voor P.Poel te Amsterdam In 1836 omgedoopt tot “Rio de Janeiro Packet”;
* 1837 t/m 1838 op de brik “Rio de Janeiro Packet”, ex Leonidas, gebouwd in 1829, 244 ton o.m., varend voor Schmöle & Geuns te Amsterdam;
* 1839 t/m 1844 op het 3/m schip “Suzanna Christina”, gebouwd in 1839 te Amsterdam, 480 ton o.m., varend voor G.Nolthenius & Luden & van Geuns;
* 1845 t/m 1848 op het 3/m schip “Palembang”, gebouwd in 1836 te Amsterdam, 693 ton o.m., varend voor Nolthenius, Luden & van Geuns te Amsterdam
* 1849 t/m 1851 wederom op de “Suzanna Christina” voor dezelfde reederij.
Overige bijzonderheden
Jan Hugo Schippers werd per 19 oktober 1829 vanuit de Amsterdamse Kweekschool voor de Zeevaart als ligtmatroos geplaatst op de “Miltiades”onder gezag van kapitein J.P.Corbiëre voor een reis van Amsterdam naar Smirna. Hij keerde op school terug op 22 februari 1832004-532/1644.
B.M.Corbiëre verzorgde per 15 april 1845 vanuit Nieuwediep met de “Palembang” een troepentransport van 3 officieren en 100 manschappen. Zij arriveerde te Batavia op 03 augustus 1845 na 110 dagen065.
Familiegegevens en opleiding
Jan Klaas Hoekstra, ("zich schrijvende Jan Hoekstra") werd geboren te Texel op 23 augustus 1817.
Hij huwde met Doetje Sietske IJsenbeek, geboren te Alkmaar op 22 februari 1817 en overleden op 08 juli 1865.
Jan overleed in 1863. Bij zijn overlijden werd Beverwijk als woonplaats vermeld.118 en 003
In het Bevolkingsregister 1851 van Amsterdam wordt vermeld de koopvaardijkapitein Jan Hoekstra, geboren 23 augustus 1817 te Alkmaar(!), Doopsgezind, wonend op het Singel 249 en vertrokken naar Beverwijk (wanneer?).
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
J.K.Hoekstra werd met nr.694 effectief lid van Zeemanshoop per 10 september 1844 op voorspraak van B.M.Coebière. Zijn schip was de "Susanna Christina"002. Ten tijde van de inschrijving was Hoekstra ongehuwd en 27 jaar002a.
In de Algemene Vergaderingen van 03/10 september 1844 van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop werd als effectief lid voorgesteld/aangenomen Jan Klaas Hoekstra, oud 27 jaar, voerend het fregat “Susanne Christine”, adres bij de heer E.H.Masdorp te Amsterdam, op voordracht van kapitein B.M.Corbière.023.
.Hij werd deelnemer van het Weldadig Zeemans Fonds van Zeemanshoop per 31 juli 1849003
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 30 juli 1863 vraagt de wed. J.Hoekstra geb. IJsenbeek om de reglementaire uitkering welke haar in vergadering dd 27 augustus 1863 wordt toegekend ingaande 01 augustus 1863 voor haar en 5 kinderen.042.
In de notulen van de Algemene Vergadering van 15 september 1863 werd per 01 augustus 1863 een uitkering toegekend in de 1e klasse aan de wed. J.Hoekstra geb. IJzenbeek voor haar en haar 5 kinderen.023.
In de notulen van de Algemene Vergadering van Zeemanshoop dd 24 augustus 1869 staat vermeld dat P.J.Persijn, voogd van de minderjarige kinderen van wijlen J.Hoekstra onderstand vraagt voor Janne Hoekstra. Het Bestuur heeft de afhandeling overgedragen aan de penningmeester.
In de notulen van de Algemene Vergadering van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop dd 14 januari 1873 staat vermeld: “Aanvrage van den Heer P.J.Persijn, voogd over de minderjarige kinderen van wijlen kapt. J.Hoekstra om de uitzet volgens Art. 83 ten behoeve van Geertruida Hendrika Hoekstra, welk verzoek overeenkomstig het deswege uitgebragte verslag is toegestaan.”023.(Ik ben er niet zeker van dat het hier gaat om de kapitein Hoekstra)
De schepen van de kapitein
lidmaatschap College Zeemanshoop te Amsterdam001
vlagnummer jaren type scheepsnaam naam reder/boekhouder
694 1844-1846 fregat Susanna Christina G.Nolthenius & Luden & van Geuns
1848-1853 fregat Palembang Luden & van Geuns te Amsterdam
326 1854-1857 fregat Palembang idem
1858-1862 fregat Nederland Gebr.Hartsen te Amsterdam
Vertrek en terugkomst van schepen in Amsterdam093:
J.Hoekstra Nederland 02 april 1861 01 februari 1862
Nederland 24 juni 1862 06 juni 1863
Bouma025 vermeldt J.K.Hoekstra als gezagvoerder gedurende:
* 1845 t/m 1848 van het 3/m schip “Suzanna Christina”, gebouwd in 1839 te Amsterdam (op 31 oktober 1838 van stapel gelopen), 480 ton o.m., varend voor G.Nolthenius & Luden & van Geuns te Amsterdam;
* 1849 t/m 1858 van het 3/mschip “Palembang”, gebouwd in 1836 te Amsterdam, 693 ton o.m., varend voor Nolthenius, Luden & van Geuns te Amsterdam. Het schip werd in 1858 gesloopt;
* 1859 t/m 1863 van het 3/m schip “Nederland”, gebouwd in 1854 te Amsterdam, 706 ton o.m., varend voor de Gebr. Hartsen te Amsterdam.
Overige bijzonderheden
J.Hoekstra verzorgde per 17 november 1854 vanuit Hellevoetsluis met de “Palembang” een transport van 5 officieren en 100 manschappen. Hij arriveerde op 27 februari 1855 na 102 dagen te Batavia.
Op 14 april 1856 vertrok hij vanuit Nieuwediep met de “Palembang” en een transport van 4 officieren en 100 manschappen. Hij arriveerde te Batavia op 25 juli 1856 na 102 dagen.
Op 17 augustus 1857 vertrok hij vanuit Nieuwediep op de “Palembang” met een contingent van 3 officieren en 100 manschappen. Hij arriveerde te Batavia op 21 november 1857 na 96 dagen Onderweg was 1 manschap overleden.
Op 11augustus 1862 vertrok hij vanuit Nieuwediep met de “Nederland” en 2 landmachtofficieren. Aankomstdatum te Batavia is niet vermeld065.
|