Familiegegevens en opleiding
Douwe Hendriks Kramer werd geboren op 20 mei 1808 te Terschelling en overleed te Rotterdam op 03 mei 1874. Hij was de zoon van Hendrik Alkesz. Kramer, visiteur der Uit- en Inklaring, en Trijntje Jans Visser.
Hij huwde op 24 mei 1838 te Terschelling met Trijntje Gerrits Rotgans, geboren op 27 november 1811 te Amsterdam aan boord van het schip van haar vader "De Vrouwe Hester Cornelia", die in Amsterdam aan de werf Oranje Boom lag. Zij was eerder gehuwd geweest met Willem Cannegieter (08 mei 1800/24 mei 1835), van beroep marine-officier. Zij was de dochter van Gerrit Siebes Rotgans en Trijntje Jacobs Tjebbes. Ze overleed op 19 maart 1883 te Den Haag.
Schriftelijke informatie op 02 november 1998 door J.M.Rebel te Gouda, achter-achter-kleinzoon van moederszijde van Douwe Hendriks Kramer.
Douwe Hendriksz Kramer werd geboren te Terschelling op 20 mei 1808 als zoon van de Nederlands Hervormde Hendrik Kramer en Trijntje Visser. Hij vestigde zich op 29 mei 1856 te Rotterdam waar hij o.a. woonde aan de Karresteeg Wijk 3 nr.183 en aan de Melkmarkt Wijk 8 nr.50. Hij vertrok op 08 april 1861 maar Soerabaja.
Hij was getrouwd met Trijntje Gerrits Rotgans, geboren 27 november 1811 te Amsterdam, Nederlands Hervormd en overleden te Amsterdam op 17 augustus 1879).
Douw Hendriksz overleed te Rotterdam aan de Coolsingel op 03 mei 1875. Hij werd na zijn zeemansbestaan koopman005
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
D.H.Kramer was met vlagnummer R170 in de periode 1839 t/m 1874 effectief lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart058.
D.H.Kramer was in 1850 en 1857 zg “afwisselend commissaris” van de Maatschappij058.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
Geen
De schepen van de kapitein
Douwe Hendriks Kramer was de eerste kapitein van het fregat de "Cornelis Wernard Eduard", 606 ton, in 1838/1839 gebouwd op de werf van Fop Smit aan de Kinderdijk. Deze mededeling werd gedaan in een brief dd. "Rotterdam 17 November 1838" van W.Ruys J.D.zn. en Weiland & van Walcheren aan de Nederlandsche Handel-Maatschappij.
Het schip voer op 27 oktober 1839 uit van Hellevoetsluis voor een retourreis naar Java024-p.31.
Uit dezelfde bron:
* D.H.Kramer was lid van het Rotterdams Zeemanscollege met nr.170, blijkens de nummervlag op het schip waarvan een afbeelding op p.37
* "De heer Hoynck van Papendrecht heeft in ons vorig gedenkboek een hier en daar gedetailleerd overzicht gegeven van de reizen gemaakt door de Cornelis Wernard Eduard ...".
Douwe Hendriks Kramer was de eerste gezagvoerder van een aantal schepen van rederij W.Ruys J.Dz. te Amsterdam nl. in 1839 van de bark "Cornelis Wernard Eduard(I)", in 1842 van de bark "Margaretha Ida" en in 1850 van de bark de "Doelwijk (I)"024.
D.H.Kramer was in 1859 gezagvoerder van het 3-mast campagne-fregat de "Ouderkerk aan de Amstel", 725 ton, gebouwd in 1852/1854 bij Fop Smit in Slikkerveer voor W.Ruys J.Dz. te Rotterdam. "... accomodatie voor passagiers en uitgebreide inrichting voor het vervoer van militairen (capaciteit 200); in de vaart op Indië en Australië; in 1859 tijdens Boni-expeditie in dienst als hospitaalschip ..."024 en 025.
“In het najaar van 1858 was de Ouderkerk aan de Amstel naar Indië gevaren en het schip is daar vervolgens voor langere tijd gebleven. Het fregat werd namelijk ingeschakeld bij de expeditie tegen de opstandige Boni-bevolking, die in het midden van het eiland Celebes leefde. De Ouderkerk aan de Amstel deed daarbij, samen met een schip dat Arcadia heette, dienst als hospitaalschip voor Nederlandse militairen.
De Boni’s waren in opstand gekomen tegen het Nederlands gezag en het Indische gouvernement tolereerde dit niet. Op 21 augustus 1858, toen de Ouderkerk aan de Amstel overigens nog in Amsterdam lag, besloot men een veldtocht tegen de Boni’s te beginnen : met infanterie, cavallerie, artillerie en een zeemacht die uit een korvet en een aantal stoomschepen zou bestaan. De Boni’s hadden de Nederlanders lange tijd reedds getard en het geduld was kennelijk op. De inlanders hadden niet geluisterd naar “vriendschappelijke vertoogen en raadgevingen, onze lankmoedigheid, ons dralen om de rampen des oorlogs te ontketenen voor zwakheid had aangezien en er ten laatste toe overgegaan was, om onze vlag smadelijk te hoonen”zo werd later in Nederland als een soort van verontschuldiging geschreven. Voor het vervoer van troepen, materieel, munitie en koelies werden 24 Nederlandse koopvaardijschepen gehuurd; transport-, paarden-, kolen- en ziekenschepen, zoals ze werden genoemd. Kapitein Kramer van de Ouderkekrk aan de Amstel en zijn bemanningsleden vertrokken eind januari 1859 van Java naar Celebes, met een schip dat was ingericht”tot opname van honderd lijders, zoo eerste als tweede klassse”. Aan boord waren onder meer kippen, eieren, aardappelen, specerijen, fruit, vlees, boter, wijn, suiker, scheepsbeschuit, blikken melk, koffie en jenever.
In februari begon de strijd tegen de Boni’s en vele Nederlandse militairen werden behalve voor verwondingen, aan boord van de twee hospitaalschepen ook verpleegd voor cholera, een ziekte waaran tallozen bezweken.. Op de Ouderkerk aan de Amstel en op de Arcadia werden op een gegeven ogenblik totaal dertien officieren, 193 soldaten, achttien Ambonezen en 16 inlanders verpleegd, veel meer dan de feitelijke capacitiet van de schepen.
Het doel van de expeditie – “tuchtiging van de Boni’s – werd glansrijk bereikt. In April was de veldtocht voorbij. Toch volgde er in het najaar van 1859 nog een expeditie, ndat de Boni bevolking voor de tweede maal in opstand was gekomen….”
Bron niet genoteerd
Kapitein D.H.Kramer was in 1834-1835 kapitein van de schoenerkof "Monnikendam" en had als matroos/bootsman aan boord de latere kapitein Tjebbe Albertus Wulp010-p.49.
In de Jaarverslagen van de Maatschappij (Maritiem Museum, Rotterdam) staat kapitein D.H.Kramer met vlagnummer R170 als gezagvoerder in de ledenlijsten van058:
* 1849 van de bark “Margarethe Ida” 343 last varend voor W.Ruys J.Dz te Rotterdam
* 1851 van de bark “Doelwijk” 383 last varend voor W.Ruys J.Dz te Rotterdam
* 1855, 1858, 1859 van het fregat “Ouderkerk a/d Amstel 383 last varend voor W.Ruys J.Dz te Rotterdam
* 1862 t/m 1867 geen vermelding van schip en reeder
Douwe Hendriksz Kramer maakte met de “Ouderkerk aan de Amstel” in 1857 een reis van Batavia naar Rotterdam met een lading suiker005.
Bouma025 vermeldt D.H.Kramer als gezagvoerder gedurende:
* 1834 t/m 1838 van de schoonerkof “Monnikendam” (2), gebouwd in 1825 te Monnikendam, 116 ton o.m., rederij niet vermeld, maar waarschijnlijk J.G.Boerlage te Monnikendam;
* 1830 t/m 1837 van de kof “Verwachting”, gebouwd in 1808, bouwlocatie niet vermeld, 65 ton o.m., varend voor Boerlage te Monnikendam. (deze opgave klopt niet met de vorige. Is er nóg een kapitein D.H.Kramer?)
* 1839 t/m 1842 van de bark “Cornelis Wernard Eduard”, gebouwd in 1839 te Kinderdijk, 606 ton o.m., varend voor W.Ruys JDz te Rotterdam
* 1842 t/m 1849 van de bark “Margaretha Ida”, gebouwd in 1842 te Slikkerveer, 650 ton o.m., varend voor Wm.Ruys JDz te Rotterdam;
* 1851 t/m 1853 van het 3/mschip “Doelwijk”, gebouwd in 1850 te Kinderdijk, 730 ton o.m., varend oor W.Ruys JDz te Rotterdam;
* 1855 t/m 1857 van het 3/mschip “Ouderkerk aan de Amstel”, gebouwd in 1854 te Slikkerveer, 725 ton o.m., varend voor W.Ruys JDz te Rotterdam;
* 1859 t/m 1860 van het 3/mschip “Ouderkerk aan de Amstel”, gebouwd in 1854 te Slikkerveer, 725 ton o.m., varend voor W.Ruys JDz te Rotterdam.
Overige bijzonderheden
Van mevr. E.C.Huizer-Sibinga Mulder te Naarden kreeg ik op 27 juni 2004 diverse informatie waaronder kleurenkopieën van schilderijen van Hendrik Alkes Kramer, Douwe Hendriks Kramer en Trijntje Gerrits Rotgans, geschilderd door Sybrand Altman (Den Haag 1822 – Amsterdam 1890). Deze portretten zijn in particulier bezit bij één van haar zonen (Pieter Douwe Huizer, Tarakan, 1938) te Grolloo
D.H.Kramer verzorgde per 12 november 1848 vanuit Hellevoetsluis met de “Margaretha Ida” een troepentransport van 2 officieren en 170 manschappen naar Indië. Hij arriveerde op 10 februari 1849 te Batavia na 90 dagen reis. Onderweg overleden 5 manschappen.
Hij vertrok op 21 oktober 1851 met de “Doelwijk” vanuit Hellevoetsluis met 6 landmachtofficieren en arriveerde te Batavia op 19 januari 1952 na 90 dagen065.
De Raad voor Tucht bij de koopvaardij deed op 17 oktober 1861 uitspraak inzake een klacht tegen kapitein Douwe Hendriks Kramer, gezagvoerder van het fregat “Ouderkerk aan de Amstel”, varend voor W.Ruys & Zonen te Rotterdam. Er zijn geen details van deze uitspraak vermeld. 104*
Harlinger Courant dd 07 maart 1878, Scheepvaartberichten096
Uitgegaan:
Maassluis 3 Maart Cornelis Wernard Eduard, J.Kuiper, Newcastle.”
In het Hannemahuis te Harlingen is een aquarel van het fregat “Doelwijk’, geschilderd in 1851 door J.Spin. Er is in de de toelichting geen kapitein genoemd, maar uit het jaartal blijkt dat het om kapitein D.H.Kramer moet gaan.
Foto dd juni 2009 in mijn bezit.
Portret door Spin, in het Gemeentehuis van Ouderkerk aan de Amstel
In het Gemeentearchief van Ouderkerk Amstel te Ouderkerk aan de Amstel bevindt zich een correspondentie dd Rotterdam 26 jli 1858 waarin Willem Ruijs JDzoon het portret van de Ouderkerk aan de Amstel aanbiedt aan het Gemeentebestuur van Ouder Amstel middels een bezoek aan het schip te Rotterdam.
In een brief dd Rotterdam 11 december 1852 vraagt Willem Ruijs toestemming om op het op stapel staande schip “Ouderkerk aan de Amstel” het wapen van de gemeente op de spiegel van het schip te mogen aanbrengen, waarop een instemmend antwoord van Ouder Amstel volgt.
Familiegegevens en opleiding
Remt Mellema werd geboren te Schiermonnikoog op 29 november 1803 als zoon van Willem Jacobus Mellema en Catharina Maria Remts Coerkamp.
Hij trouwde te Schiermonnikoog op 08 juni 1827 met Teuneke Tijssen Kuiper, geboren 12 september 1802 te Schiermonnikoog als dochter van Tijs Wijbes Kuiper en Tjietje Thomas Kuiper, overleden op 16 juni 1845 te Schiermonnikoog.
Remt. Mellema overleed op 17 maart 1845 te Schiermonnikoog.
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
R.W.Mellema (adres Masdorp) werd met vlagnummer 445 ingeschreven als effectief lid van Zeemanshoop per 27 november 1838 op voorspraak van J.F.Brouwer. Zijn schip was de "Jonge Reintje". Toegevoegd is "overl. 1845"002. Hij werd geboren in 1803 en was gehuwd met Teunke Tijssen Kuyper, geboren in 1802002a.
In de Algemene Vergaderingen van het Amsterdamse zeemanscollege “Zeemanshoop” van 20/27 november 1838 werd als effectief lid voorgedragen/benoemd Remt Willem Mellema, oud 35 jaar, voerend de kof “De Jonge Reintje”, afkomstig van Schiermonnikoog, en met als adres de heer E.H.Masdorp, op voordracht van kapitein J.F.Brouwer. Hij kreeg vlagnummer 445023.
Remt werd per 23 mei 1843 deelnemer in het Weldadig Zeemans Fonds van Zeemanshoop.003
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 24 april 1845 vraagt de wed. R.W.Mellema, geb. T.F.Kuiper om een uitkering, die haar in de vergadering van 03 juni 1845 wordt toegekend voor haar en 5 kinderen ingaande 01 mei 1845.042.
In de notulen van de Bestuursvergadering dd 26 juni 1845 staat een “Brief van Dus H.W.Hundlingius te Schiermonnikoog berigtende het overlijden van de Weduwe van den kapitein R.W.Mellema en alsnu de uitkeering voor de kinderen verzoekende.”042
In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 26 juni 1845 staat een lijst van kapiteins die in de periode 1844/45 zijn overleden, waaronde kapitein R.W.Mellema met vlagnummer 445.042.
In de notulen van de Algemene Vergadering dd 10 juni 1845 wordt een uitkering toegekend aan de weduwe van kapitein R.W.Mellema en haar 5 kinderen, ingaande 01 mei 1845.023.
De schepen van de kapitein
lidmaatschap College Zeemanshoop te Amsterdam001
vlagnumme jaren type scheepsnaam naam reder/boekhouder
445 1838-1841 kof Jonge Reintje geen opgave
1842-1844 bark Cornelis Wernard Eduard W.Ruys JDz te Rotterdam
Bouma025 vermeldt R.W.Mellema als gezagvoerder gedurende:
* 1834 t/m 1842 van de sch.kof “Jonge Reintje”, gebouwd in 1826 te Veendam, 104 ton o.m., varend voor W.Pauw te Purmerend;
* 1843 t/m 1846 van de bark “Cornelis Wernard Eduard”, gebouwd in 1839 te Kinderdijk, 606 ton o.m., varend voor W.Ruys JDz te Rotterdam.
Overige bijzonderheden
Remt W.Mellema krijgt in 1836 van de keizer van Rusland de gouden medaille terzake van de redding van schepelingen uitgereikt, omdat hij schepelingen van het Finlandse vaartuig “Odin” heeft gered (Gemeentearchief van Schiermonnikoog)060.
Familiegegevens en opleiding
Hendrik Hagers werd geboren/gedoopt op 27 september 1795 te Maassluis als zoon van de Nederlands Hervormde Johannes Hagers en Neeltje Berkel (beiden overleden te Brielle).
Hij was getrouwd met Bastiaantje Verdoes, geb./ged. op 16 april 1796 te Maassluis. Hendrik woonde te Rotterdam o.a. aan de Melkmarkt (Wijk 8 nr. 41/44 nieuw nr. 10), Leuvenhaven (Wijk 3 nr. 314) en aan de Coolsingel (Wijk 15 nr. 312). Hij vertrok op 20 april 1863 naar Brielle.
Hij overleed op 30 september 1864 te Rotterdam aan de Zandstraat (Wijk 5 nr. 450)005.
NRC, 01 oktober 1864
“Heden overleed ten huize van mijn Schoonzoon den Heer J.H. VAN DEN ENDE te Rotterdam, in den ouderdom van 69 jaren, mijn geliefde Echtgenoot, de Heer H.HAGERS, oud Koopvaardij Kapitein.
30 September 1864 B.VERDOES. Wed H.Hagers
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
H.Hagers was met vlagnummer R5 in de periode 1828 t/m 1864 effectief lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart058.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
H.Hagers was in 1859 afwisselend commissaris van de Maatschappij058.
In het Jaarverslag 1855 van het College (Maritiem Museum, Rotterdam) staat vermeld dat hij een schadevergoeding van f 100,- heeft gekregen, vermoedelijk vanwege geleden schade met zijn schip.
In het Jaarverslag 1864 van het College (Maritiem Museum, Rotterdam) wordt vermeld dat hij in 1864 is overleden.058.
De schepen van de kapitein
In de Jaarverslagen van het College staat kapitein H.Hagers als gezagvoerder in de ledenlijsten van058:
* 1849 op de bark “Cornelis Wernard Eduard” 318 last varend voor W.Ruys J.Dz te Rotterdam
* 1851, 1855 op de bark “Margaretha Ida” 343 last varend voor W.Ruys J.D.z te Rotterdam
* 1858, 1859 op de bark “Jan Daniel” 335 last varend voor W.Ruys J.D.z te Rotterdam
* 1862, 1863 zonder vermelding van een schip
H.Hagers was in 1857 gezagvoerder van de bark de "Jan Daniël", 635 ton, gebouwd in 1840/1841 bij Fop Smit op Kinderdijk voor W.Ruys J.Dz te Rotterdam. "... in december 1857 gestrand op Javakust, doch weder vlot gebracht ..."024 en 025
H.Hagers was in 1860 de eerste gezagvoerder van de bark "Duiveland van rederij W.Ruys J.Dz. 024.
De “Margaretha Ida”, varend van Rotterdam naar Akyab, onder gezag van kapitein Hagers, is op 18 maart op de baar van Akyab verongelukt.078.
Bouma025 vermeldt H.Hagers als kapitein gedurende:
* 1829 t/m 1830 van de bark-galjoot “Maasstroom”, gebouwd in 1815, bouwlocatie niet vermeld,400 ton o.m., varend voor C.& A.Vlierboom te Rotterdam;
* 1839 t/m 1841 op het 3/m schip “Vasco di Gama”, gebouwd in 1823 te Antwerpen, 307 ton o.m., varend voor N.J. de Cock te Rotterdam;
* 1842 van de bark “Margaretha”, gebouwd in 1842 te Slikkerveer, 840 ton o.m., varend voor W.Ruys JDz te Rotterdam;
* 1842 t/m 1846 op het 3/m schip “Java”, gebouwd in 1840, bouwplaats niet vermeld, 500 ton o.m., varend voor N.J.de Cock te Rotterdam.
Lloyd’s vermeldt: “16 Nov.1847 JAVA (572 ton) carried into St.Johns NB, derelict.”087
* 1847 t/m 1849 op de bark “Cornelis Wernard Eduard”, gebouwd in 1839 te Kinderdijk, 606 ton o.m., varend voor W.Ruys JDz te Rotterdam. (Bouma vermeldt hier kapitein Hagers, zonder initialen);
* 1850 t/m 1855 op de bark “Margaretha Ida”, gebouwd in 1842 te Slikkerveer, 650 ton o.m., varend voor Wm. Ruys JDz te Rotterdam. Het schip verongelukte bij Akyab tegelijk met de “Lodewijk Anthony”;
* 1857 t/m 1860 op de bark “Jan Daniel”, gebouwd in 1841 te Kinderdijk, 635 ton o.m., varend voor W.Ruys JDz te Rotterdam;
* 1860 t/m 1862 op de bark “Duiveland”, gebouwd in 1847 te Zierikzee, 621 ton o.m., varend voor W.Ruys JDz te Rotterdam.
Overige bijzonderheden
H.Hagers was van 1850-1855 gezagvoerder van de bark "Margaretha Ida", 652 ton, gebouwd in 1840/1842 bij Fop Smit te Slikkerveer voor rederij W.Ruys J.Dz. te Rotterdam. Het schip vervoerde in 1848 troepen naar Indië (170 man). In december 1848 liep het vast in het Brouwershavense Gat doch werd weer vlotgebracht. Het schip strandde in op 18 maart 1855 nabij Akyab tegelijk met de "Lodewijk Anthony" onder gezag van kapitein K.H.Leonhardt. De "Margaretha Ida" ging verloren, maar de bemanning werd gered024 en 025.
Akyab is thans Sittwe aan de Baai van Bengalen in het tegenwoordige Birma.
“Van het Zierikzeese barkschip “Duiveland” is in particulier bezit een fraai scheepsportret bewaard gebleven. De heer J.C.A.Ribbens te Heinkenszand is de eigenaar van een door Jacob Spin vervaardigde afbeelding van genoemde bark”. De betovergrootvader van de heer Ribbens was de gezagvoerder J.C.Viersma van de “Duiveland”. Het schip werd op 13 juli 1847 op de Commerciewerf van C.Smit te Zierikzee te water gelaten, gebouwd door scheepsbouwmeester C.Mak. De eerste gezagvoerder was J.C.Kreye (1848 t/m 1852), daarna J.C.Viersma (1853 t/m 1859). Het schip werd in 1859 verkocht aan W.Ruys JDz te Rotterdam en kwam toen onder gezag van kapitein H.Hagers.074.
Dutch barque "Margaretta Ida", arrived at Albany on 6 July 1852, having left Cardiff, Wales on 27 March 1852. Master = H. Hagers. Tonnage = 800. Cargo = 780 tons of coals for the Australian Royal Mail Steam Company's depot. Sailed from Albany on 24 September 1853 for Java.105
Op 08 juli 1842 werd vanuit de Amsterdamse Kweekschool voor de Zeevaart te Amsterdam op het schip de “Java” onder kapitein Hagers geplaatst als ligtmatroos G.Strang van Hees voor een reis van Rotterdam naar Batavia. De ligtmatroos keerde te Rotterdam terug op 17 januari 1843.004-949/532-1836.
Familiegegevens en opleiding
Frans F. Zeven werd geboren op 27.01.1815 te Oude Pekela als z.v. Frans H. Zeven (schipper) en Hindrikje Jacobs.
Frans F. (25) (koopvaardijkapitein) trouwde op 25.01.1841 met Hilletje Engels (24) - geb. te Amsterdam - d.v. Jappe Alderts Engels en Eeuwk Annes Lammerts.
Hij was getrouwd met Hilletje Engels, geboren 08 januari 1817 . Na het overlijden van haar man hertrouwde zij in 1861 met Marinus Johannis Verhagen.
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
F.F.Zeven werd met vlagnummer 422 per 24 juli 1838 ingeschreven als effectief lid van het Amsterdamse zeemanscollege “Zeemanshoop” op voordracht van kapitein J.E.van Hoogenhuijse. Als zijn schip is genoemd de “Alkmaar”. Toegevoegd is “overleden”.002. Ten tijde van de inschrijving was Frans Zeven 23 jaar en ongehuwd.002a
In de Algemene Vergaderingen van “Zeemanshoop” van 17/24 juli 1838 werd voorgedragen/benoemd als effectief lid Frans Fransen Zeven, oud 23 jaar, voerend de kof “Alkmaar”, wonende bij de wed. Zeven in de Oude Teertuinen te Amsterdam, op voordracht van kapitein J.E. van Hoogenhuyze. Hij kreeg vlagnummer 422023
Opmerkingen in verband met Zeemanscollege(s)
In de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 26 februari 1852 vraagt de weduwe van kapitein F.F.Zeven geb. Engels om een uitkering, die haar in de vergadering van 30 maart 1852 wordt toegekend aan haar en 3 kinderen met ingang van 01 november 1851.042.
In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 28 februari 1861 meldt de wed. F.F.Zeven geb. Engels te zijn hertrouwd met M.J.Verhagen.042
In de notulen van de Algemene Vergadering van Zeemanshoop dd 13 april 1852 wordt gemeld dat aan de wed. van kapitein Zeven per 01 november 1851 een uitkering is toegekend voor haar en 3 kinderen.0233
In de notulen van de Algemene Vergadering dd 02 april 1861 wordt gemeld dat de wed. F.F.Zeven geb. Engels is hertrouwd met M.J.Verhagen en bedankt voor de uitkering023.
In de notulen van de Algemene Vergadering dd 23 juli 1867 staat een “Brief van den Heer D.Doornbos Borchers verzoekende een gratificatie voor de drie onmondige dochters van wijlen kapitein Zeven, welk veroek werd afgewezen.023. Er is geen zekerheid dat het gaat om de kinderen van F.F.Zeven.
De schepen van de kapitein
lidmaatschap van het Amsterdamse zeemanscollege “Zeemanshoop”001
vlag jaren type scheepsnaam reder/boekhouder
422 ` 1838-1841 kof Alkmaar geen opgave
1842-1846 bark Dankbaarheid J.Kruyt
1848-1840 bark Drie Gebroeders W.Ruijs JDz, R’dam
1850 bark Japara idem
1851 bark Cornelis Wernard Eduard idem
1852 bark Jeannette idem
Bouma025 vermeldt kapitein F.F.Zeven als gezagvoerder gedurende:
* 1838 t/m 1842 van de schoenerkof “Alkmaar”, gebouwd in 1837 te Alkmaar, 80 ton o.m., varend voor H. de Coster te Alkmaar;
* 1843 t/m 1847 van de bark “Dankbaarheid”, gebouwd in 1843 te Alkmaar, 304 ton o.m., varend voor W.Ruys JDz- te Rotterdam;
* 1848 van de bark “Drie Gebroeders, gebouwd in 1844 te Slikkerveer, 412 ton o.m., varend voor W.Ruys JDz te Rotterdam
* 1850 van de bark “Japara”, gebouwd in 1846 te Kinderdijk, 450 ton o.m., varend voor Wm. Ruys JDz te Rotterdam
* 1850 t/m 1851 v an de bark “Cornelis Wernard Eduard”, gebouwd in 1839 te Kinderdijk, 606 ton o.m., varend voor Wm. Ruys JDz te Rotterdam;
* 1852 van de bark “Jeannette”ex Borneo, gebouwd in 1842 als “Borneo”bij Corn. Gips & Zn te Dordrecht , 652 ton o.m., en direct overgenomen door W.Ruys JDz te Rotterdam “…in 1852 aanvaring bij Cowes met een Engels vaartuig. Reparaties vorderden vier maanden “o.a. 024
De volgende monsterrol bevindt zich in het Stadsarchief van Amsterdam
Inv. 38 nr. 150 dd 17 juli 1838 vermeldt de kof “Alkmaar”, kapt. Frans Fransen Zeven. Bestemming Oostzee. Boekhouder Canne & Balwee. Voorts 5 bemanningsleden.
Overige bijzonderheden
Geen
Familiegegevens en opleiding
Geen
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
J.M.Kleinhouwer (adres van Ulphen & Ruys) werd per 14 juli 1846 met vlagnummer 734 en op voordracht van F.B.Konter ingeschreven als effectief lid van het Amsterdams zeemanscollege "Zeemanshoop". Ten tijde van de inschrijving was zijn schip de "Eendragt". Toegevoegd is "Bedankt"002. Ten tijde van de inschrijving waren Kleinhouwer en zijn vrouw beiden 30 jaar002a.
In de Algemene Vergaderingen van 07/14 juli 1846 werd als effectief lid van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop voorgedragen/benoemd Jan Menses Kleinhouwer, oud 30 jaar, voerend de kof “Eendragt”, wonend te Rotterdam, met adres van Ulphen & Ruys te Amsterdam, op voordracht van kapitein F.B.Konter.023.
J.M.Kleinhouwer was met vlagnummer R348 in de periode 1852 t/m 1863 effectief lid van het Roteerdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart058.
J.M.Kleinhouwer was in 1857 afwisselend commissaris van de Maatschappij058.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
In het Jaarverslag 1863 van het College (Maritiem Museum, Rotterdam) staat vermeld dat op hem “Art 37. van het reglement” is toegepast d.w.z. dat het College een einde aan zijn lidmaatschap heeft gemaakt, vanwege het niet nakomen van zijn financiële verplichtingen058.
De schepen van de kapitein
lidmaatschap van College Zeemanshoop te Amsterdam001
vlagnummer jaren type scheepsnaam naam reder/boekhouder
734 1846 kof De Eendragt geen opgave
1848 geen vermelding van schip en boekhouder
1849-1850 bark Ida Elisabeth W.Ruijs J.Dz, Rotterdam
1851-1853 bark Cornelis Wernard Eduard W.Ruijs J.Dz, Rotterdam
357 1854-1856 bark Cornelis Wernard Eduard idm
1857 bark Rijnbrand J.& T.van Marselis
1858-1865 geen vermelding van schip en boekhouder
In de Jaarverslagen van het College staat kapitein J.M.Kleinhouwer met vlagnummer R348 als gezagvoerder in de ledenlijsten van058:
* 1855 van de bark “Cornelis Wernhard Edouard” 318 last varend voor W.Ruys J.dz te Rotterdam
* 1858, 1859, 1862 geen vermelding van schip en boekhouder
Bouma025 vermeldt J.M.Kleinhouwer als gezagvoerder gedurende:
* 1847 t/m 1848 van de kof “Eendragt”, gebouwd in 1829 te Groningen, 112 ton o.m., varend voor H.C.Koker te broek in Waterland
* 1850 t/m 1851 van de bark “Ida Elisabeth”, gebouwd in 1847 te Kinderdijk, 444 ton o.m., varend voor W.Ruys JDz te Rotterdam;
* 1852 t/m 1856 van de bark “Cornelis Wernard Eduard”, gebouwd in 1839 te Kinderdijk, 606 ton o.m., varend voor W.Ruys JDz te Rotterdam.
Overige bijzonderheden
Geen
Familiegegevens en opleiding
Geen
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
D.Bakker was met vlagnummer R462 in de periode 1857 t/m 1865 effectief lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart. In het Jaarverslag van de Maatschappij (Maritiem Museum, Rotterdam) wordt geen vertrek gemeld van een kapitein D..Bakker058.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
Geen
De schepen van de kapitein
In de Jaarverslagen van de Maatschappij staat kapitein D.Bakker met vlagnummer R462 als gezagvoerder in de ledenlijsten van058:
1858, 1859 van de bark “Cornelis Wernard Eduard” 320 last varend voor W.Ruys J.Dz te Rotterdam
1862, 1863 geen vermelding van schip en boekhouder
Bouma025 vermeldt D.Bakker als gezagvoerder gedurende:
* 1857 t/m 1860 van de bark “Cornelis Wernard Eduard”, gebouwd in 1839 te Kinderdijk, 606 ton o.m., varend voor W.Ruys JDz te Rotterdam.
Overige bijzonderheden
Geen.
Familiegegevens en opleiding
Geen
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
J.Bakker was met vlagnummer R127 in de periode 1861 t/m 1872 effectief lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart058.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
Geen
De schepen van de kapitein
In de Jaarverslagen van de Maatschappij (Maritiem Museum, Rotterdam) staat kapitein J.Bakker met vlagnummer R127 als gezagvoerder in de ledenlijsten van058:
1862 bark “Cornelis Wernard Eduard” 320 last voor W.Ruys & Zonen te Rotterdam
1863, 1864 fregat “Hoek van Holland” 500 last voor W.Ruys & Zonen te Rotterdam
1865 t/m 1867 ijzeren fregat “Hoek van Holland” 480 last voor W.Ruys & Zonen te Rotterdam
Bouma025 vermeldt J.Bakker als gezagvoerder gedurende:
* 1861 t/m 1863 van de bark “Cornelis Wernard Eduard”, gebouwd in 1839 te Kinderdijk, 606 ton o.m., varend voor W.Ruys JDz te Rotterdam. Het schip werd in 1863 verkocht naar Noorwegen en werd daar herdoopt in “Albion”;
* 1864 t/m 1869 van het ijzeren fregat “Hoek van Holland”, gebouwd in 1864 te Kinderdijk, 801 ton o.m., varend voor W.Ruys & Zn te Rotterdam.
Overige bijzonderheden
J.Bakker vertrok op 19 december 1861 van Brouwershaven met de “Cornelis Wernard Eduard” met 1 officier en 1 soldaat. De aankomstdatum te Batavia is niet vermeld065.
|