Familiegegevens en opleiding
Isaac Gerard Veening werd geboren op 28 november 1798 (geen plaatsopgave). Hij was ongehuwd. 003.
Er is omtrent de voorletters wat verwarring.
-
J.G. en I.G. zullen wel hetzelfde betekenen te weten Isaac Gerard. In het oude schrift zijn de I en de J vaak niet van elkaar te onderscheiden.
2 De inschrijving in het Weldadig Zeemansfonds003 geeft duidelijk de vóórnaam.
3 Er is in het schrijfregister van Zeemanshoop002 maar één inschrijving onder vlagnummer 290 en wel van ene J.G.Veening. Een inschrijving onder G.J. komt niet voor.
Ik trek de conclusie dat G.J. en J.G.Veening dezelfde persoon zijn en dat de juiste naam is Isaac Gerard Veening. Toch zal nader genealogisch onderzoek moeten uitmaken of ik gelijk heb en of er toch niet van vader en zoon sprake is.
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
Van den Hoek Ostende019 vermeldt onder vlagnummer 290 G.J.Veening
J.G.Veening werd met vlagnummer 290 per 23 april 1829 ingeschreven als effectief lid van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop. Als zijn schip is vermeld de “Neerlands Indië, doorgestreept en vervangen door “Prins Hendrik”. Toegevoegd is “Honorair lid geworden” 002.
In het notulenboek van de Algemene Ledenvergaderingen van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop ontbreken de notulen tussen 28 april en 19 mei 1829023. Vermoedelijk is in deze periode voorgedragen/benoemd tot effectief lid I.G.Veening met vlagnummer 290. In deze periode is het college van huisvesting gewisseld en wellicht dat daardoor het maken van notulen in de verdrukking is gekomen.
Kapitein J.G.Veening was van 1835-1843 bestuurslid van het college Zeemanshoop te Amsterdam019.
Hij werd per 20 november 1838 deelnemer in het Weldadig Zeemans Fonds van Zeemanshoop. Bedankt in 1843.003
Opmerkingen in verband met Zeemanscollege(s)
In de notulen van de Bestuursvergadering dd 14 november 1826 wordt gemeld: “Een brief van den Heer I.G.Veening van den 27 Octbr 1826 ten geleide van een afdruk eener beschrijving van de Noordzee, door gezegden Heer vertaald ten geschenke aan het Kollegie … “.042.
In de notulen van de Bestuursvergadering dd 21 mei 1829 staat het verzoek van J.G.Veening om van honorair lid te worden toegelaten als effectief lid, hetgeen wordt toegestaan. Hij kreeg vlagnummer 290 042.
In de notulen van de Bestuursvergadering dd 05 mei 1831 staat een melding van de heren Sandberg & Co te Dordrecht dat het schip met vlagnummer 290 van Zeemanshoop (Willem en Ernst) op 25 april “5 meilen hoog ten het Eiland Wight in ’t kanaal in goede staat zeilende is gepraaid.”042.
In de notulen van de Bestuursvergadering dd 23 februari 1837 staat een brief van 21 kapiteins, met als ondertekenaar kapitein J.G.Veening “inhoudende eene mededeeling wegens de ongenoegzame betonning van het zoogenaamde Schulpegat, een der Texelsche Zeegaten, … “. Het Bestuur zegt de brief ter kennis te brengen van HM de Koning. In de notulen dd 27 april 1837 staat de melding van een audiëntie op 12 april bij de Koning waarbij het adres is aangeboden. In de notulen dd 29 juni 1837 staat een reactie van de DG-Marine, waaruit blijkt dat de Koning aandringt op een duidelijker betonning van de Polderbank bij Pette. In de notulen dd 27 juli staat een bericht van het Directoraat van Marine dat men die betonning niet nodig vindt..042.
In de notulen van de Bestuursvergadering dd 29 februari 1844 staat vermeld dat J.G.Veening heeft bedankt als deelnemer in het Weldadig Zeemansfonds. Hij wil wèl effectief lid blijven.042.
In de notulen van de Bestuursvergadering dd 31 juli 1845 staat vermeld dat kapitein J.G.Veening van het effectieve naar het honoraire lidmaatschap wil overgaan, hetgeen wordt toegestaan.042.
In de notulen van de Algemene Vergadering dd 19 augustus 1845 staat het bestuursbesluit om aan J.G.Veening toe te staan zij effectief lidmaatschap om te zetten in een honorair lidmaatschap.023.
In het brievenboek van de Bestuursvergaderingen van Zeemanshoop 119 is in stuk 10 een brief van kapitein Sandberg (initiaal onleesbaar) “berigtende dat op den 25 April jl in het Kanaal is gepraaid het schip voerend no 290 Willem Ernst kap. Veening.”
De schepen van de kapitein
lidmaatschap van College Zeemanshoop te Amsterdam001
vlagnummer jaren type scheepsnaam naam reder/boekhouder
290 1829-1830 pink Willem Ernst Nederl.Scheepsreederij
1831-1833 fregat Willem Ernst idem
1834 fregat Handelmaatschappij Trakranen & Co
1835 fregat Neêrlands Indië idem
187 1836-1838 fregat Neêrlands Indië idem
1839-1844 fregat Prins Hendrik idem
Van Sluijs013 vermeldt betreffende Veening het volgende:
* G.J.Veening met vlagnummer A290/187 als gezagvoerder op de “Willem Ernst” van 1827-1834 en de “Handelsmaatschappij van 1834-1835
* J.G.Veening met vlagnummer A290/187 als gezagvoerder van de “Neerlands Indië” van 1835-1839 en de “Prins Hendrik”van 1839-1845.
Bouma025 vermeldt I.G.Veening als gezagvoerder gedurende:
* 1830 t/m 1834 op het 3/m schip/pink “Willem Ernst”, gebouwd in 1829 te Amsterdam, 430 ton o.m., varend voor de Nederlandsche Scheepsreederij te Amsterdam;
* 1835 op het 3/m schip “Handelmaatschappij”, gebouwd in 1826 te Amsterdam, 525 ton o.m., varend voor Trakranen & co te Amsterdam;
* 1836 t/m 1839 op het 3/m schip “Neêrlands Indië”, gebouwd in 1835 te Amsterdam, 560 ton o.m., varend voor Trakranen & Co te Amsterdam;
* 1840 t/m 1845 op het 3/m schip “Prins Hendrik”, gebouwd in 1838 te Amsterdam, 700 ton o.m., varend voor Trakranen & Co te Amsterdam.
Overige bijzonderheden
Cornelis de Lanoy werd vanuit de Kweekschool voor de Zeevaart uit Amsterdam op 14 november 1835 als ligtmatroos geplaatst op de Nederlandsch Indië onder kapitein J.G.Veening. Hij keerde terug op 20 december 1836004(532/1684).
De "Astrea" in de Indische Oceaan even ten zuiden van de Indische Archipel op weg naar Batavia057:
18 oktober 1833
"... om 6 u zagen 2 schepen om half 7 praaiden een van dezelve zijnde een hollandsche bark komende van Batavia en Surabaije kaptn Bos en gaande naar het vaderland hoorde van hem dat het andere schip kapt Veeninck van Amsterdam was ook thuis varende".
J.G.Veening verzorgde per 14 juli 1840 vanuit Nieuwediep met de “Prins Hendrik” een troepentransport van 7 officieren en 1 manschap. Het schip arriveerde te Batavia op 05 november 1840 na 114 dagen058.
In: A.Brugmans 1872 Feestrede bij de herdenking van het vijftigjarig bestaan van het collegie “Zeemanshoop”.
Amsterdam, Erven H.van Munster & Zn, 31 pp. GAA Toegang 957 nummer 005.
“Wel hadden inzonderheid de Engelsche zeehavens een Zeemanshuis; maar nog was Amsterdam niet in het genot van zoodanige Inrigting, waar de zeeman, bij zijn korstondig verblijf aan den wal, een gewenschte toevlucht kon vinden buiten de gewone slaapsteden. … Het voegt mij, de namen niet te verzwijgen van hen, die tot de oprigtings-commissie benoemd, zich die taak lieten welgevallen en ijverig ten uitvoer bragten. Het waren de Heeren N.Trakranen, W.C. van Vollenhoven, C.P.van Eeghen, met de Scheeps-gezaghebbers S.G.Veening, P.Kraay en P.Huidekoper; de laatstgenoemde tevens eerste Directeur van het Gesticht.
Voorstelling der door-ijzing van eenige koopvaardijschepen, door het Groot Noord-Hollands Kanaal nabij Purmerend op den 9 Januarij 1830 opgedragen aan de gezamenlijke reeders dier schepen.” van J.H.Koekkoek en H.W.Hoogkamer
In de Provinciale Atlas van Noord-Holland, Collectie Prenten en Tekeningen, Purmerend 082a.
Ansicht uit het Rijksarchief van Noord-Holland
In Onderschrift staat:
namen der schepen namen der heeren reeders
De Louisa Agatha De Maria en Jacoba De Heer J.van Beeck Vollenhoven De Heeren Buys, de Bordes & Jordan -
Willem Ernst - Welvaart De Nederl.Scheepsreederij De Heer L.Schumacher
- Jonge Lodewijk Antonie - Diana De Heren L.Bienfait & Zoon De Heeren J.A.Westerloo & Comp.
- Wilhelmina en Maria - Twee Gebroeders Insinger & Comp. H.& C van de Stadt
Uit een bezoek aan de nog steeds bestaande sluis in het Noordhollands kanaal in Purmerend op 05 augustus 1997 kon ik afleiden dat de schepen met de boeg in de richting van Alkmaar-Den Helder liggen. Zij waren dus op 09 januari 1830 op weg naar hun buitenlandse bestemming.
Monsterrol in Archief van de Amsterdamse Waterschout dd 09 november 1829. Kapitein Isaac Gerard Veening, 29 bemanningsleden, bestemming Batavia, boekhouder Nederlandsche Scheepsreederij. Vermeld is tevens dat de kok weer ontscheepte op 29 december 1829, dus toen was het schip nog niet vanuit Nieuwediep uitgevaren
Familiegegevens en opleiding
Pieter Ede Karst werd geboren op 22 januari 1799 te Schiermonnikoog als zoon van Ede Jeppesz. Carst en Meins Fredriksd. Schultze.
Hij huwde op 24 januari 1839 te Amsterdam met Niesje Kraay, geboren te Zandvoort als dochter van Simon Dammesz. Kraay en Willempje Pietersd. Koning. Zij overleed op 14 november 1868.
Pieter overleed op 14 juni 1851 in de Indische Oceaan op thuisreis uit NOI aan boord van zijn schip de “Ambarawa”. In Kaapstad wordt het gezag overgenomen door kapitein Lanoy060.
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
P.Karst werd per 15 januari 1839 met vlagnummer 451 op voordracht van A.J.Struyk als effectief lid ingeschreven van het Amsterdamse zeemanscollege "Zeemanshoop". Zijn schip ten tijde van de inschrijving was de "Neêrlands Indië". Toegevoegd is "overleden"002. Ten tijde van de inschrijving waren kapitein Karst en zijn vrouw 40 resp. 47 jaar oud002a.
In de Algemene Vergaderingen van het Amsterdamse zeemanscollege “Zeemanshoop” van 08/15 januari 1839 werd als effectief lid voorgedragen/benoemd Pieter Karst, oud 39 jaar, voerend het schip “Neêrlands Indië”, wonende in de Bikkerstraat nr. 60 te Amsterdam, op voordracht van kapitein A.J.Struyk. Hij kreeg vlagnummer 451023.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 26 juni 1851 staat de toekenning van een uitkering aan de wed. P.E.karst ingaande 01 mei 1851.042.
In de notulen van de Algemene Vergadering van 22 juli 1851 staat de mededeling dat aan de weduwe van kapitein P.E.Karst een uitkering is toegekend per 01 mei 1851.023.
De schepen van de kapitein
lidmaatschap van College Zeemanshoop te Amsterdam001
vlagnummer jaren type scheepsnaam naam reder/boekhouder
451 1839-1842 fregat Neêrlands Indië Trakranen & Co te Amsterdam
1843-1850 fregat Ambarawa Trakranen & Co te Amsterdam
Bouma025 vermeldt P.(C.)Karst als gezagvoerder gedurende:
* 1840 t/m 1843 op het fregat “Neêrlands Indië”, gebouwd in 1825 te Rotterdam, 630 ton o.m., varend voor Trakranen & Co te Amsterdam;
* 1844 t/m 1851 op het fregat “Ambarawa”, gebouwd in 1840 te Amsterdam, 675 ton o.m., varend voor Trakranen & Co te Amsterdam.
In het Archief van de Waterschout in het Stadsarchief van Amsterdam (inventaris 38) zijn de volgende monsterrollen (verschillende spelling van de kapiteinsnaam!):
38-120 23 juli 1823, fregat “Maria”, kapitein Foeke Hiddes Zeylstra, bestemming Suriname, correspondent P. van den Broeke & Zoon, 17 bemanningsleden, waaronder opperstuurman Auke H.Trip uit Stavoren, onderstuurman Pieter E. Carst uit Schiermonnikoog, bootsman, timmerman, kok, zeilmaker, 7 matrozen, 2 ligtmattrozen, 2 kajuitwachters.
38-122 12 februari 1824, fregat “Maria”, kapitein Foeke Hiddesz Zijlstra, bestemming Suriname, correspondent P. van den Broeke & Walraven. 16 bemanningsleden waaronder opperstuurman Auke Hendrik Trip uit Stavoren, onderstuurman Pieter Edes Karst uit Schiermonnikoog, bootsman, timmerman, kok, zeilmaker, 7 matrozen, 2 ligtmatrozen, kajuitwachter.
38-123 25 oktober 1824, fregat “Maria”, kapitein Foeke Hiddes Zijlstra, bestemming Suriname, correspondent J.S.Walraven. 17 bemanningsleden waaronder stuurman Auke H.Trip uit Stavoren, onderstuurman Pieter Edes Karst uit Schiermonnikoog, 3de waak Gerrit Isaac de Vries, bootsman timmerman, kok, zeilmaker, 7 matrozen, ligtmatroos, 2 kajuitwachters waaronder Uilke hendrik Trip uit Stavoren.
38-125 03 november 1825, fregat “Maria”, kapitein Foeke Hiddes Zijlstra, bestemming Suriname, correspondent J.S.Walraven. 16 bemanningsleden waaronder stuurman Auke Hendriks Trip uit Stavoren, onderstuurman Pieter Edes Carst uit Schiermonnikoog, 3de waak Gerrit Isaac de Vries, bootsman, timmerman, kok, zeilmaker, 6 matrozen, ligtmatroos, koksmaat, kajuitwachter.
38-126 19 juni 1826, fregat “Maria”, kapitein Foeke Hiddes Zijlstra, bestemming Suriname, correspondent J.S.Walraven. 16 bemanningsleden waaronder stuurman Auke Hendrk Trip, 29 jaar, uit Stavoren, onderstuurman Pieter Edes Carst, 27 jaar, van Schiermonnikoog, 3e waak, bootsman, timmerman, kok, zeilmaker, 5 matrozen, 2 ligtmatrozen, koksmaat, hofmeester.
38-128 12 april 1827, fregat “Maria”, kapitein Foeke Hiddes Zijlstra, bestemming Suriname, correspondent de Heer Walraven. 16 bemanningsleden, waaronder stuurman Auke Hendrk Trip, 29 jaar, uit Amsterdam, onderstuurman Pieter Edes Carst, 28 jaar uit Schiermonnikoog, bootsman, timmerman, kok, zeilmaker, hofmeester, 4 matrozen, 4 ligtmatrozen, koksmaat.
Overige bijzonderheden
Geen
Familiegegevens en opleiding
Geen
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
L.M.Delclisur werd met vlagnummer 650 effectief lid van Zeemanshoop per 10 januari 1843 op voorspraak van H.Rolff. Zijn schip was de "Neerlands Indië"002. Ten tijde van de inschrijving was Declisur ongehuwd en 34 jaar. Toegevoegd is “Hon.Lid” 002a.
In de Algemene Vergaderingen van het Amsterdamse zeemanscollege “Zeemanshoop” van 03/10 januari 1843 werd als effectief lid voorgedragen/benoemd Lodewijk Maria Delclisur, oud 34 jaar, voerend het fregat “Neerlands Indië”, adres Trakranen & Co, op voordracht van kapitein H.Rolff.023
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 29 maart 1855 wordt aan kapitein L.M.Delclisur toegestaan zijn lidmaatschap om te zetten van effectief in honorair.042.
De schepen van de kapitein
lidmaatschap van het College Zeemanshoop te Amsterdam001
vlagnummer jaren type scheepsnaam naam reder/boekhouder
650 1843-1853 fregat Neêrlands Indië Trakranen en Co
294 1854 fregat Neêrlands Indië idem
In het Register van Schepelingen nummer 19 staat de registratie per 27 maart 1846 van Louis Marie Delclisur als gezagvoerder van het fregat “Neerlands Indië”011b
Bouma025 vermeldt L.M.Delcliseur als gezagvoerder gedurende:
* 1842 t/m 1843 van het 3/m schip “Ambarawa”, gebouwd in 1840 te Amsterdam, 675 ton o.m., varend voor Trakranen & Co te Amsterdam;
* 1844 t/m 1855 van het fregat ”Neêrlands Indië”, gebouwd in 1835 te Amsterdam, 560 ton o.m., varend voor Trakranen & Co te Amsterdam.
Overige bijzonderheden
In het dagboek van de Roever073 staat omtrent zijn reis als matroos naar Brazilië op het fregat “Prins Hendrik” onder kapitein J.Goedkoop de volgende opmerking:
Noorder Atlantische Oceaan op weg naar Bahia/Salvador, Brazilië.
“ … den 14de Junij (1847) … waren wij met de Neêrlandsch Indien, Kapitein Deleliseur aan ‘t signalen … “.
Familiegegevens en opleiding
Gerrit Antonie Wagner, geboren te Amsterdam op 19 mei 1822.
Hij was gehuwd met Maria Elisabeth op de Macks, geboren te Amsterdam op 27 november 1823.003
Gerrit was de zwager van kapitein Charles A.M.V.Dalloyaux. (Zie aldaar).
Later verbleef kapitein Wagner te Egmond aan Zee, kennelijk in het zeeliedenhuis aldaar. (zie hierna).
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
G.A.Wagner werd met vlagnummer 609 per 12 december 1854 ingeschreven als effectief lid van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop op voordracht van kapitein L.M.Declisur. Als zijn schip is vermeld de “Neêrlands Indië” 002.
In de notulen van de Algemene Vergaderingen van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop dd 05/12 december 1854 staan vermeld dat tot effectief lid zijn voorgedragen/benoemd G.A.Wagner (alleen initialen), oud 34 jaar, voerend het fregat “Neerlands Indië”, voor rekening van Trakranen & Co te Amsterdam, op voordracht van kapitein L.M.Delclisur.023.
Hij werd deelnemer in het Weldadig Zeemans Fonds van Zeemanshoop per 19 december 1854003.
Opmerkingen in verband met Zeemanscollege(s)
In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 29 januari 1885 wordt aan G.A.Wagner een gratificatie toegekend van f 30,- uit te keren in twee termijnen en wel in februari en augustus. Op 28 januari 1886 krijt G.A.Wagner uit Egmond aan Zee een gratificatie van f 10,-.042.
In de Bijlagen van de Bestuursvergadering van 29 oktober 1884 (Stadsarchief Amsterdam 491-39) is een brief van G.A.Wagner dd Amsterdam 29 october 1884:
“Ondergeteekende, oud Scheepsgezagvoerder voor de Groote vaart stortte gedurende veertig jaren van zijne verdienden penningen in het Weldadig Zeemansfonds, waarvan hij gedurende twintig jaren lid was in het doorlopende fonds. – Gezagvoerder van twee schepen, werd het eerste (de Neêrlands Indie) verkocht en had hij het ongeluk het tweede (Celeritas) door Schipbreuk te verliezen. Langdurige ziekte zoo van hem zelf, de kinderen als van zijne vrouw die na lang lijden bezweek, putte het vroeger oververdiende langzamerhand uit en, was hij alras niet bij magte de Contributien in het doorlopend fonds te voldoen, weshalve hij sedert 1877 daaraan niet heeft kunnen bijdragen.-
Ten volle erkennende dat hij daardoor volgens de Sta zijne rechten heeft verbeurd, veroorlooft hij zich echter de vrijheid, uwe vergadering te verzoeken aan hem een gratificatie te willen toestaan ten einde hem in zijne benarde toestand te steunen, en daarbij thans geheel buiten eenig middel van bestaan is, doch nog gezond en krachtig, hoewel 63 jaren oud gaarne eenig bedrijf bij de hand had, hetzij gewoon boekhouding, magazijnmeester, schrijver, portier of iets dergelijks, maar ondanks zijne pogingen nog niet geslaagd is, iets van dien aard te vinden dat hem in zijn onderhoud kan voorzien.
Hoogachtend heeft hij de Eer te zijn WelEdele Heren Uw Ed. Dienaar G.A.Wagner
Adres Begijne Steeg 136.”
In dezelfde Bijlagen is een brief zonder datum:
“De WelEd Heeren W.Zeelt en Aan Kruinigen.
Mijne Heeren!
Ik ben zoo vrij hier eenige aanhalingen bij te doen als UwEd zoo goed willen zijn ze even over te lezen.
In 1873 opgehouden te varen, 74 huisbewaarder met jongste dochter en ziekelijke vrouw, tot 78 de vrouw toen en de dochter in 82 aan de tering overleden , na de boedelscheiding met de andere twee kinderen alleen gewoond, Steeds onder dien tijd werkzaam aan de Tentoonstellingen en kleine boekhoudingen, waarvan de Patroons gestorven of geliquideerd zijn. – toen geprobeerd om in of ander gesticht te komen, doch te veel geld vergend om, nog te jong zijnde niet gelukt. daarop ben ik bij deze menschen waar ik nu nog ben komen inwonen. Steeds overal op inschrijvende requestrerende en mij aanbiedende niet gelukt iets te krijgen, dan, was men meest te oud.
Het spijt mij wel de Hr. van Heemstede Obelt gezegd heeft niet de vollen waarheid wat hij in zijn certificaat hierbij bevestigd want van 66 tot 71 heb ik geen sprit gedronken, en als huisbewaarder bij een zieke Tante kon zulks ook slecht plaatsvinden , en van latere tijd voeg ik hier nog een paar bewijssen bij, om zoonoodig te gebruiken ten mijne voordeele.
Edoch mogt die groote vriend van mij de vergadering onverholen mij geen gratificatie al was het maar en recompence van mijn gestorte penningen over 40 Jaren, die bij berekening van % op % al over de f 2300 belopen was toe te kennen; dan verzoek ik U WelEd Heeren mij zelf nog meer verlagende eene Collecte voor mij te doen want ik weet nog niet hoe ik dit jaar zonder schulden moeten maken te einde zal brengen!!!
Mij wel in eenig protentie bevelend ben ik met Ware Hoogachting WelEd Heeren Uw Ed div. dienaar G.A.Wagner.
En wederom in dezelfde Bijlagen van 29 oktober 1884 een verslag van een nader onderzoek dd 25 november 1884 van W.Zeelt en J.Kruiningen betreffende kapitein Wagner. Zijn adres is de Begijnhofsteen “zeer bekrompen gehuisvest, welke ruimte hij nog deelde met een ander familie tot verlichting der huur.” Hij is 63 jaar, zijn vrouw is overleden en krijgt geen financiële steun van zijn kinderen. Hij was gezagvoerder voor 1 reis op de Neerland Indie voor Trakranen en voor 3 reizen op de Celeritas voor James Barge. Hij verloor het laatste schip in de Straat Makassar. Het advies is hem een uitkering van f 30,- per jaar te geven uit te betalen in 2 termijnen.
In de Bijlagen van de vergadering van 29 januari 1885 (Stadsarchief Amsterdam 491-40) staat een onderzoeksrapportage van de heren W.Zeelt en J.Kruisinga met daarin: “… het verleden van G.A.Wagner (is) zeer ongunstig geweest en hij misbruik maakte van sterke drank. Door een geloofwaardig persoon is ons evenwel verzekerd dat hij zich in de laatste jaren beter heeft gedragen”. Hij is 63 jaar en lijdt armoede. De commissie stelt voor hem een gratificatie van f 30,- te geven. “Daar evenwel den Heer Mink in de vorige vergadering elke gift aan de betrokken persoon ten sterkste afkeurde, wenschen wij het al of niet toekennen van die gratificatie aan het Bestuur over te laten.”042.
In de notulen van de Algemene Vergadering van Zeemanshoop dd. 17 februari 1885 staat vermeld dat aan G.A.Wagner een gratificatie is toegekend van f 30,-. Op 16 februari 1886 is sprake van een gratificatie van f 10,-023.
De schepen van de kapitein
lidmaatschap van het College Zeemanshoop te Amsterdam001
vlagnummer jaren type scheepsnaam naam reder/boekhouder
609 1854-1857 fregat Neêrlands Indië Tra Kranen & Co
1858-1860 bark Celeritas H.J.E.Hoekman
1861-1863 bark Celeritas James Barge
1864-1877 geen vermelding van schip en boekhouder
Vertrek en terugkomst van schepen in Amsterdam093
Naam kapitein Naam schip Vertrek Terugkomst
G.A.Wagner Celeritas 24 maart 1860 14 juni 1861
Celeritas 10 december 1861 10 april 1862
Celeritas 31 maart 1863 geen melding
Bouma025 vermeldt G.A.Wagner als gezagvoerder gedurende:
* 1856 t/m 1858 van het 3/m schip “Neerlands Indie”, gebouwd in 1835 te Amsterdam, 560 ton o.m., varend voor Trakranen & Co te Amsterdam. Het schip is in 1858 gesloopt;
* 1859 t/m 1861 van de bark “Celeritas” ex Iris, ex Plancius, gebouwd in 1840 te Amsterdam, 312 ton o.m., varend voor H.J.E.Hekman te Amsterdam;
* 1862 t/m 1863 op hetzelfde schip maar nu varend voor James Barge te Amsterdam. Het schip is gestrand bij Macassar.
Overige bijzonderheden
Geen
|