Familiegegevens en opleiding
Geen
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
C.J.Berghuis werd met nr.511 effectief lid van Zeemanshoop per december 1839. Naam van de referentie niet vermeld, maar de toevoeging: “van honorair, effectief lid geworden”. Zijn schip was de “Susanna Maria Hendrika”002. Ten tijde van de inschrijving waren Berghuis en zijn vrouw 33 en 29 jaar. Ingeschreven staan 1 zoon uit 1836 en 1 dochter uit 1838. Toegevoegd is “bedankt” 002a.
In de notulen dd 21 januari 1840 van de Algemene Vergadering van Zeemanshoop staat het volgende: “De Secretaris brengt ter kennisse der Leden dat met goedkeuring van het Bestuur ingevolge de wetten van het Collegie, den Heer C.J.Berghuis is overgegaan van Honorair tot Effectief Lid, behoudens de vervulling der daaraan verbonden verpligting zullende voeren de Nummervlag No 511.”023.
C.J.Berghuis was effectief lid van Zeemanshoop in de periode van 1839 t/m (minstens) 1856 met vlagnummers 511 (1839 t/m 1854) 207 (1854 t/m 1856).
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
In de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 09 januari 1840 vraagt kapitein C.J.Berghuis om van honorair lid nu effectief lid te mogen worden. Dit wordt hem toegstaan en hij krijg vlagnummer 511 toegewezen.042.
In de Bestuursvergadering dd 25 april 1844 meldt C.J.Berghuis dat hij als passagier naar Java zal meereizen op de “Koning Willem II” onder kapitein H.B.Eeftingh. Hij vraagt om deelnemer in het fonds te mogen blijven. Het Bestuur gaat accoord mits de kapitein zijn verschuldigde stortingen zal voldoen en zijn verblijf in Indië buiten risico van het Fonds blijft.042.
In de Algemene Vergadering dd 21 mei 1844 staat de mededeling “dat kapitein C.J.Berghuis heeft verzocht om als passagier eene reis met het schip Koning Willem II kapitein Eeftingh, naar Java doende niettemin voor die reis deel in het fonds te mogen nemen: dat hem zulks is toegestaan, doch bepaaldelijk voor deze reis en stortende als kapitein met uitdrukkelijke bepaling echter dat indien hij op Java of in Indien blijft zulks buiten risico van het Fonds zal zijn.” 023
De schepen van de kapitein
lidmaatschap van College Zeemanshoop te Amsterdam001
vlagnummer jaren type scheepsnaam naam reder/boekhouder
511 1840-1841 bark Susanna Maria Hendrika H.Bijlaart
1842-1843 bark Susanna Maria Hendrika Thym, Rothuijs en Co
1844-1853 geen opgave van schip en boekhouder
207 1854-1856 geen opgave van schip en boekhouder
Bouma025 vermeldt C.J.Berghuis als gezagvoerder van/in:
* 1841 t/m 1843 van de bark “Suzanna Maria Hendrika”, bouwgegevens niet vermeld, varend voor H.Bijlaart, plaats niet vermeld;
* 1839 t/m 1844 van de bark “Maria Suzanna Hendrika”, gebouwd in 1840 te Amsterdam, 480 ton, varend voor Thijm, Rothuis & Co te Amsterdam.
De notulen van de Algemene Vergadering van Zeemanshoop dd 09 juli 1839 melden de tewaterlating op 11 juli 1839 van de werf Koning Willem te Amsterdam van de bark “Maria Suzanna Hendrika”.023.
1844 op hetzelfde schip, maar nu varend voor Thijm, Rothuys & Co te Amsterdam.
Voorgaande vermeldingen slaan vermoedelijk op hetzelfde schip.
Overige bijzonderheden
Geen.
Familiegegevens en opleiding
Geen
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
S.Nielsen was met vlagnummer 32 in de periode 1827-1830 lid van het Antwerpse zeemanscollege “Tot Nut der Zeevaerd”108. (is dit dezelfde als het lid van Zeemanshoop?
S.Nielsen (adres: Buiten Brouwerstraat nr.33) werd met vlagnummer 561 effectief lid van Zeemanshoop per 10 november 1840 op voorspraak van W.Zuidhoff. Toegevoegd is “overleden”002. Ten tijde van de inschrijving waren Nielsen en zijn vrouw 44 resp. 45 jaar002a.
In de Algemene Vergaderingen van het Amsterdamse zeemanscollege “Zeemanshoop” van 20 augustus 1839 werd als effectief lid voorgedragen Simon Nielsen, oud 43 jaar, voerend de bark “Clazina Adriana”, wonend in de Buiten Brouwerstraat 30 te Amsterdam, op voordracht van kapitein C.L.Adboll. In de vergadering van 27 augustus echter werd de voordracht met 17 stemmen tegen en 10 voor afgekeurd zodat hij niet werd benoemd023.
In de Algemene Vergaderingen van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop dd. 03/10 november 1840 werd als effectief lid voorgesteld/aangenomen Simon Nielsen, oud 44 jaar, voerend het fregat “Clasina Adriana”, wonend in de Buiten Brouwerstraat 33 te Amsterdam, op vordracht van kapitein W.Zuidhoff.023.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
Geen
De schepen van de kapitein
lidmaatschap College Zeemanshoop te Amsterdam001
vlagnummer jaren type scheepsnaam naam reder/boekhouder
561 1840-1841 bark Clasina Adriana Thym,Rothuys & Co
1842-1843 bark Natalie idem
1844-1845 bark Susanna Maria Hendrika idem
1846 geen vermelding van schip en boekhouder
1848 bark Natalie geen opgave
1849 geen vermelding van schip en boekhouder
Bouma025 vermeldt S.Nielsen als gezagvoerder van/in:
* 1839 t/m 1842 van het fregat “Klaziena Adriana” ex Gezusters, gebouwd in 1802 te Bremen, 280 ton o.m., varend voor Thijm, Rothuis & Co te Amsterdam.ook informatie van 086 Het schip werd in 1842 gesloopt;
* 1843 t/m 1844 van de bark “Nathalie”, gebouwd in 1816 te Amsterdam, 346 ton o.m., varend voor Thym, Rothuis & Co te Amsterdam;
* 1845 t/m 1846 van de bark “Suzanna Maria Hendrika”, bouwgegevens ontbreken, varend voor Thijm, Rothuys & Co te Amsterdam;
* 1846 van de bark “Maria Suzanna Hendrika”, gebouwd in 1840 te Amsterdam, 480 ton, varend voor Thijm, Rothuis & Co te Amsterdam. Het schip voer in 1846 voor C.E.Duyts te Amsterdam en was herdoopt in “Zeevaart”;
De twee voorgaande vermeldingen slaan vermoedelijk op hetzelfde schip met de naam
* 1848 van de bark “Nathalie”, gebouwd in 1816 te Amsterdam, 346 ton o.m., varend voor Thym, Rothuis & Co te Amsterdam;
* 1849 van hetzelfde schip maar nu varend voor N.Brantjes te Purmerend;
Overige bijzonderheden
Geen
Familiegegevens en opleiding
Jan Andries Knaap werd geboren te Amsterdam op 18 september 1816 ’s avonds 08 uur op de Zeedijk 89 als zoon van Klaas Knaap en Elisabeth Cottum..
Hij trouwde als opperstuurman op 25 november 1841 te Amsterdam met Hendrica Prins, geboren te Amsterdam op 24 juni 1818 ’s middags om 6 uur op de Raamkooy als dochter van de schippersknecht Huibert Prins en Hendrika Roemerman (bij het huwelijk van Hendrica aangeduid als kapster). Zij overleed op 30 juni 1858 namiddags 4 uur op de Y-gracht te Amsterdam, oud 40 jaar.
Hij hertrouwde als scheepsgezagvoerder te Amsterdam op 08 maart 1860 met Maria Rijkers, geboren te Amsterdam op 15 mei 1817 als dochter van Rijk Rijkers en Marretje Hartgers en wonende te Amsterdam, oud 42 jaar. Zij overleed te Amsterdam op 24 mei 1870, ’s middags om 7 uur op de Oude Schans 283, 53 jaar.
Jan Andries hertrouwde op 20 februari 1872 te Nijmegen met Margaretha Agnes Louisa Jannette, geboren op 01 augustus 1824 te Ravenstein als dochter van Johannes Louis Jannette en Jacomina Verhaegengenlias. Zij hertrouwde na de door van Jan Andries met J.C.D.W.Homeijer, die in 1888 overleed. Zij overleed te Amsterdam op 03 februari 1902, ’s middags om 6 uur op de Jacob van Lennepkade 37, oud 77 jaar.
Jan Andries overleed te Amsterdam op 18 mei 1879 op de Oude Schans 11, 62 jaar. Als echtgenoot wordt genoemd Margaretha Agnes Louisa Jannette en weduwe van Johan Christiaan Daniel Wilhelm Homeijer, eerder van Jan Andris Knaap.
Na zijn overlijden hertrouwde zij op 24 juni 1880 te Amsterdam met Johan Christiaan Daniel Wilhelm Homeijer, die (gezien de aanvrage om uitkering bij “Zeemanshoop”- zie hierna) overleed in 1888
Jan Andries Knaap, Nederlands Hervormd, werd geboren te Amsterdam op 18 september 1816. Zijn ouders waren Klaas Knaap, assistent-commies bij de stedelijke belastingen, en Elisabeth Cottum. Jan Andries werd aangenomen op de Amsterdamse Kweekschool voor de Zeevaart per 04 september 1830. Over zijn schoolvorderingen betreffende de vakken zeevaartkunde, schoolonderwijs (hollands, frans en engels), scheepswerkzaamheden en tekenen werden 3-maandelijkse rapporten gemaakt te beginnen in januari 1831 en eindigend in Augustus 1834. Voorts waren er de volgende opmerkingen:
06 augustus 1832 "bekomt den tweeden Prijs in het scheepswerk, zijnde Von Kotzebul Ontdekkingen rondom de wereld"
26 maart 1833 werd lidmaat van de Ned.Herv.Gemeente bij Do Weyland
19 juli 1833 als ligtmatroos geplaatst op de "Generaal Chassé" onder kapitein Harkema van Rotterdam naar Batavia
05 augustus 1833 "bekomt den tweeden Prijs der 3de of hoogste Classe Zeevaartkunde zijnde Pilaar - Zeevaartkunde 2 deelen"
01 juni 1834 terug van de reis "met goede attestatie"
19 augustus 1834 als lichtmatroos geplaatst op de "Generaal Chassé" onder kapitein Harkema van Rotterdam naar Batavia
03 september 1835 terug van de reis £met goede attestatie"
09 september 1835 eervol ontslagen004-532/1686.
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
J.A.Knaap (adres Waterhoek van de Oudebrugssteeg) werd per 04 april 1843 op voordracht van H.B.Eeftingh en met vlagnummer 658 ingeschreven als effectief lid van het Amsterdams zeemanscollege "Zeemanshoop". Bij de inschrijving was zijn schip de "Anjer"002. Ten tijde van de inschrijving waren Knaap en zijn vrouw 26 resp. 25 jaar. Ingeschreven staan 2 zoons van 1842 (en overleden 29 juni 1850) en van 01 maart 1848; en 1 dochter van 23 september 1852 ( en overleden in maart 1855)002a
In de Algemene Vergaderingen van 28 maart/04 april 1843 van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop werd als effectief lid voorgedragen/benoemd Jan Andries Knaap, oud 27 jaar, voerend de bark “Anjer”, varend voor C.E.Duyts Cz , wonend op het Water en de hoek van de Oudebrugsteeg te Amsterdam, op voordracht van kapitein H.B.Eeftingh.023.
Hij werd deelnemer in het Weldadig Zeemans Fonds van Zeemanshoop per 04 januari 1853. "van beroep veranderd. Hertrouwd (dus voor de 3de maal)003.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 29 mei 1879 vraagt de wed. J.A.Knaap geb. M.A.L.Jannette om de reglementaire uitkering, die haar in de vergadering dd 29 juli 1879 wordt toegekend ingaande 01 augustus 1879.042.
In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 05 januari 1888 vraagt de wed. J.C.D.W.Homeijer geb. M.A.L. Janette, eerder de wed. van Jan Andries Knaap om herstel van uitkering hetgeen in de vergadering van 02 februari 1888 wordt toegestaan ingaande 01 februari 1888.118
In de notulen van de Algemene Vergadering van Zeemanshoop dd 12 augustus 1879 staat vermeld dat per augustus 1879 een uitkering in de 1e klasse is toegekend aan de wed. J.A.Knaap geb. Janette.023.
De schepen van de kapitein
lidmaatschap van College Zeemanshoop te Amsterdam001
vlagnummer jaren type scheepsnaam naam reder/boekhouder
658 1843-1845 bark Anjer C.E.Duyts Cz
1846-1853 bark Zeevaart idem
299 1854-1855 bark Zeevaart idem
1856-1861 bark Zeelust idem
1862-1864 bark Fagel Boissevain & Co
1865-1878 geen vermelding van schip en boekhouder
Op 11 november 1858 vertrok vanuit Batavia de "Zeelust" van de Reederij C.E.Duytz & Zn te Amsterdam onder kapitein J.A.Knaap. Het schip arriveerde te Texel op 01 maart 1859 na een reis van 101 dagen, waarbij van 03-11 januari 1859 te St.Helena reparatiewerkzaamheden waren verricht026(38/075).
J.A.Knaap verzorgde per 09 mei 1858 vanuit Nieuwediep met de “Zeelust” een troepentransport van 3 officieren en 125 manschappen naar Nederlands Oost-Indië. Hij arriveerde te Batavia op 28 augustus 1858 na 111 dagen. Onderweg was 1 manschap overleden065.
Vertrek en terugkomst van schepen in Amsterdam093:
J.A.Knaap Zeelust 05 mei 1860 14 april 1861
Fagel 20 mei 1862 12 oktober 1862
Fagel geen melding 19 maart 1863
Bouma025 vermeldt J.A.Knaap als gezagvoerder gedurende:
* 1844 t/m 1846 op de bark “Anjer” ex Ons Genoegen, gebouwd in 1829 te Amsterdam, 420 ton o.m., varend voor C.E.Duytz Cz te Amsterdam;
* 1847 t/m 1856 van de bark “Zeevaart” ex Maria Suzanna Hendrika”, gebouwd in 1839 te Amsterdam, 482 ton o.m., varend voor C.E.Duyts Cz te Amsterdam;
* 1857 t/m 1863 van de bark “Zeelust”, op 15 mei 1856 te water gelaten van de werf Roopaard te Amsterdam023, 595 ton o.m., varend voor C.E.Duytz Cz te Amsterdam. In 1863 voer het schip voor Boissevain & Co te Amsterdsam en was herdoopt in “Fagel”;
* 1863 van de bark “Fagel” ex Zeelust, gebouwd in 1856 te Amsterdam, 595 ton o.m., varend voor Boissevain & Co te Amsterdam.
Overige bijzonderheden
In een adres dd 12 december 1855 aan de Tweede Kamer der Staten Generaal drongen 58 gezagvoerders aan op de invoering van een Tuchtwet. Zij meldden dat de uitvoering van hun beroep dagelijks meer en meer werd belemmerd door de onmogelijkheid om aan boord der schepen behoorlijke orde en tucht te bewaren. Een van de ondertekenaars was J.A.Knaap van de bark “Zeevaart”.104.
Familiegegevens en opleiding
Geen
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
A.Legel werd met vlagnummer 662 effectief lid van "Zeemanshoop" per 12 februari 1856 op voorspraak van G.de Jong. Ten tijde van de inschrijving was zijn schip de "Zeevaart"002.
In de Algemene Vergaderingen van 05/12 februari 1856 van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop werd als effectief lid voorgesteld/aangenomen A.Legel (alleen initiaal), oud 29 jaar, voerend de bark Zeevaart”, voor rekening van C.E.Duijts, wonen op de Haarlemmerdijk 346 te Amsterdam, op voordracht van kapitein G. de Jong.023.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
Geen
De schepen van de kapitein
lidmaatschap van College Zeemanshoop te Amsterdam001
vlagnummer jaren type scheepsnaam naam reder/boekhouder
662 1856 bark Zeevaart C.E.Duyts Cz
1857-1858 bark Constantia en Elisabeth G.Hooft & U.H.van Notten
1859-1872 geen vermelding van schip en boekhouder
Vertrek en terugkomst van schepen in Amsterdam093:
kapitein naam schip vertrek terugkomst
A.Legel Constantia Elisabeth 22 september 1857 12 deccember 1858
Bouma025 vermeldt A.Legel als gezagvoerder gedurende:
* 1858 t/m 1859 van de bark “Constantia en Elisabeth”, gebouwd in 1854 te Amsterdam, 422 ton o.m., varend voor G.Hooft & U.H.van Notten te Amsterdam. Het schip voer in 1860 voor J.Holtzapfel te Apeldoorn en was herdoopt te “Alexander”;
* 1857 van de bark “Zeevaart” ex Maria Suzanna Hendrika”, gebouwd in 1839 te Amsterdam, 482 ton o.m., varend voor C.E.Duyts Cz te Amsterdam. Het schip werd in 1859 afgekeurd op Java (“Zeetijdingen”, NRC 17 mei 1859).
Overige bijzonderheden
Het Nederlands Scheepvaartmuseum te Amsterdam bezit een scheepsportret van de bark “Zeevaart” door D.A.Teupken uit 1856, waarbij de Collegevlag van Zeemanshoop met nummer 662 (dus van kapitein Legel) van de fokkemast. Inventarisnummer A2557 (03).
Familiegegevens en opleiding
Hendrik Gerrits Biesthorst werd geboren c. 1822 te den Helder als zoon van Egbertus Biesthorst, ambtenaar, en Berhardina Maria van Kempe.
Hij trouwde op 01 februari 1863 te Alblasserdam met Hebe Ruhaak, geboren in 1825 te Hage, Oost-Friesland als dochter van Hinrich Gerdes Ruhaak en Rukertje Gersets in der March. Zij was eerder gehuwd met Egbert Adriaan Mulder064.
Hendrik Gerrit Bieshorst. Schipper van de bark “Salatiga”. Wonende te Rotterdam. Bron Gemeentearchief Rotterdam, Burgerlijkestand. Overlijden Rotterdam 1861 Deel C, folio 63, akteno. 1886062a.
Deze opgaven zijn, vanwege de overlijdensjaren in 1861 resp 1864, strijdig met de opgaven uit Bouma025 - zie hierna. Er zijn kennelijk verschillende personen Bieshorst met de initialen H.G.
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
H.G.Biesthorst werd met nr.620 effectief lid van Zeemanshoop per 08 mei 1855 op voorspraak van P.F.Lange. Zijn schip was de “Anjer”002.
In de Algemene Vergaderingen van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop van 01/08 mei 1855 werd als effectief lid voorgedragen/benoemd Hendrik Gerrit Bieshorst, oud 32 jaar, voerend de bark “Anjer”, wonend in de Vijzelstraat bij de Munt te Amsterdam, op voordracht van kapitein P.F. Lange.023
H.G.Biestehorst was effectief lid van Zeemanshoop in de periode 1855 t/m (wellicht) 1872 met vlagnummer 620.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
Geen
De schepen van de kapitein
lidmaatschap van College Zeemanshoop te Amsterdam001
vlagnummer jaren type scheepsnaam naam reder/boekhouder
620 1855-1856 bark Anjer C.Duyts Cz te Amsterdam
1857-1858 bark Zeevaar t idem
1859 geen opgave van schip en boekhouder
Bouma025 vermeldt kapitein H.G.Bieshorst als gezagvoerder gedurende:
* 1856 t/m 1858 op de bark “Anjer” ex Ons Genoegen, gebouwd in 1829 te Amsterdam, 420 ton o.m., varend voor C.E.Duytz Cz te Amsterdam. Het schip werd in 1859 uit de vaart genomen en gesloopt. Van Sluijs013 verwijst hiertoe naar het Tijdschrift Zeewezen 1859, blz 298. Voorst vermeldt hij een bericht in het Handelsblad 16 december 1857 over een veiling op 14 december 1857 in Amsterdam;
* 1858 t/m/ 1859 op de bark “Zeevaart” ex Maria Suzanna Hendrika, gebouwd in 1839 te Amsterdam, 482 ton o.m., varend voor C.E.Duytz Cz te Amsterdam. Het schip werd in 1859 op Java afgekeurd;
* 1861 van de bark “Salatiga”, gebouwd in 1852 te Bolnes, 435 ton o.m., varend voor van Charente & Co te Rotterdam;
* 1864 t/m 1870 op de bark “Marie”, gebouwd in 1863 te Alblasserdam, 714 ton n.m., varend voor van Charante & Co te Rotterdam;
* 1872 t/m 1881 op het fregat “Salatiga”, gebouwd in 1872 te Rotterdam, 1225 ton o.m., varend voor van Charente & Co te Rotterdam.
Vertrek en terugkomst van schepen in Amsterdam093:
H.G.Bieshorst Salatiga 12/14 juni 1860 27 juni 1861
Salatiga 05 juni 1861 07 augustus 1862
Hendrik Gerrit Bieshorst, wonende te Alblasserdam, gezagvoerder van de bark Marie. Op 07 augustus 1864 zeilende in de Zuid-Atlantische Oceaan op 15o31’ZB en 06o WL. Bron: Gemeentearchief Rotterdam, Burgelijkestand. Overlijden Rotterdam 1864 Deel D, folio 212, aktenr. 3258062a.
Overige bijzonderheden
In een bericht in de Zeetijdingen uit het Handelsblad van 18 mei 1859 (volgens van Sluijs) dd 17 mei 1859 lag de “Zeevaart” lek te Batavia en is afgekeurd.
In het kader van de discussie over de invoering van de Tuchtwet in Nederlands Indië werd in 1865 een memorie aangeboden “aan zijn Excellentie den Gouverneur Generaal van Nederlandsch-Indië over de Wettelijke bepalingen omtrent de handhaving der orde en tucht aan boord der koopvaardijschepen binnen Nederlandsch-Indië.” Deze memorie werd ondertekend door H.G.Bieshorst.104.
H.G.Biesthorst vertrok per 31 december 1863 vanuit Brouwershaven met de “Maria” en 1 landmachtofficier. Hij arriveerde te Batavia op 01 april 1864 na een reis van 92 dagen.
Op 13 maart 1865 vertrok hij van Brouwershaven met de “Marie” en een detachement van 3 officieren en 150 manschappen. Hij arriveerde te Batavia op 16 juni 1865 na een reis van 96 dagen065
In het tijdschrift “De Zee”, Jg.1891, p.29 staat dat de examencommissie voor het stuurmansexamen in de zitting van december 1891 het diploma 2e stuurman stoomvaart geeft toegekend aan H.G.Bieshorst. Dat zal een kleinzoon van Hendrik Gerrit zijn geweest.
Zeeuwsche Zierikzeesche Courant 02 januari 1864114
Uitgezeild van Brouwershaven op 31 december 1863 de “Marie” kapitein H.G.Bieshorst, bestemming Batavia.
|