Inloggen
VIER GEBROEDERS (DE) - ID 10459


In dienst
Onder Nederlandse Vlag tussen:1830-09-10 / 1859-09-07 | Reden uitgevlagd: Sloop, afgekeurd

Identification Data

Bouwjaar: 1830
Categorie: Cargo vessel
Voorstuwing: Sailing Vessel
Type: Fregat
Masten: Three masts
Material Hull: Wood, sheathed with copper
Construction Data

Scheepsbouwer: Fop Smit, Kinderdijk, Zuid-Holland, Netherlands
Launch Date: 1830-06-23
Delivery Date: 1830-00-00
Technical Data

Gross Tonnage: 227.00 lasts
Gross Tonnage 2: 426.00 tons (oude meting)
 
Length 1: 32.17 Meters Registered
Beam: 6.06 Meters Registered
Depth: 4.75 Meters Registered
Zeebrieven en Turksche passen

Record type Zeebrief
Zeebrief jaar: 1830
Datum agenda: 1830-09-10
Register nr: 18300670
Scheepsnaam: VIER GEBROEDERS
Type: Fregat
Lasten: 227
Gebouwd in provincie: Zuid-Holland
Gebouwd in binnen- of buitenland: Binnenlands
Zeebrief / Turksche pas verzocht door: Smit, F.
Plaats: Alblasserdam
Kapitein op moment van verzoek: Lupcke, J.C.F.
Opmerkingen: Eerste zeebrief
Turksche pas naar Oost Indien

Bekijk de overige zeebrieven / Turksche passen van dit schip
Ship History Data

Date/Name Ship 1830-09-10 DE VIER GEBROEDERS
Manager: Fop Smit, Kinderdijk, Zuid-Holland, Netherlands
Eigenaar: Fop Smit, Kinderdijk, Zuid-Holland, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Kinderdijk / Netherlands

Date/Name Ship 1834-07-25 VIER GEBROEDERS
Manager: Firma Louis Bienfait & Zoon, Amsterdam, Noord-Holland, Netherlands
Eigenaar: Partenrederij onder boekhouderschap van genoemde manager, Amsterdam, Noord-Holland, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Amsterdam / Netherlands
Additional info: ex. kapt. J.C.F. Lupcke

Date/Name Ship 1855-04-30 VIER GEBROEDERS
Manager: Michiel de Wit, De Rijp, Noord-Holland, Netherlands
Eigenaar: Abraham Salm Jr., Jan Salm en Michiel de Wit (De Rijp), Amsterdam, Noord-Holland, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Amsterdam / Netherlands
Additional info: (nog) geen zeebrief kunnen vinden

Bezitters van parten (aandelen) in het schip

bijlage bij acte 29 van 1834, schip VIER GEBROEDERS
eigenaren per medio juli 1834:

firma Louis Bienfait & Soon, Amsterdam (boekhouders en 6/12e part)
G. Rebel, Amsterdam (2/12e part)
N. de Gijselaar Pzn., Amsterdam (1/12e part)
J.T. Bodel Nijenhuis, Leiden (1/12e part)
H.M. Lelsz, Amsterdam (1/12e part)
Hermanus Isaac Rietveld, Amsterdam (1/12e part)

Eigenaren, per 1 juni 1855, van de VIER GEBROEDERS:

M. de Wit, de Rijp, (boekhouder en 6/8e part) en
J. en A. Salm, Amsterdam (2/8e part)

Ship Events Data

1830-06-23: RC 260630
Rotterdam, 25 juni. Woensdag (opm: 23 juni) zijn te Alblasserdam met het beste gevolg van stapel gelopen twee driemast fregatschepen, als: op de werf van de scheepsbouwmeester Fop Smit, het schip DE VIER GEBROEDERS, groot 643 tonnen, zullende bevaren worden door kapt. F.C. Lupcke en op de werf van de scheepsbouwmeester Cornelis Smit, het schip DE JONGE JAN, groot ruim 750 tonnen, zullende bevaren worden door kapt. J.J. Bonn.
1855-04-30: Sold at auction
Advertentie. H.J. Rietveld en G.J. Boelen, makelaars, zullen op maandag de 30e april 1855, des avonds ten 6 ure, te Amsterdam in de Nieuwe Stadsherberg aan het IJ, ten overstaan van een daartoe bevoegd beambte, verkopen een extra ordinair welbezeild gekoperd en kopervast barkschip, genaamd de VIER GEBROEDERS, voorzien van een certificaat van Lloyd’s Français (Veritas), afgegeven den 15e februari 1854, als 5/6 L 2.1 voor drie jaren, laatst gevoerd door kapitein G.F. Wiegmink, volgens Nederlandse meetbrief lang 42 ellen 18 duimen, wijd 6 ellen 6 duimen, hol 4 ellen 52 duimen, en alzo gemeten op 392 tonnen of 207 lasten. Breder bij inventaris en bericht bij bovengenoemde makelaars, of bij de cargadoors Hoyman en Schuurman.
(opm: kopers van dit in 1830 als fregat getuigde schip werden Michiel de Wit [6/8e], De Rijp, en J. en A. Salm, Amsterdam; nieuwe kapitein P.J. Haken)
1857-07-28: Damaged
Shields, 28 juli. De Nederlandse bark VIER GEBROEDERS, kapt. Haken, van Amsterdam, alhier bezig om een lading kolen voor Singapore te laden, is bij het uitkomen van Hay Hole-dock tegen het hoofd aangevaren en heeft daardoor schade aan de boeg bekomen. Men heeft vijf keel (opm: inhoud van een lichter) kolen gelicht, om aan het schip de nodige reparatie te kunnen bewerkstelligen.
1859-09-00: Final Fate: Condemned

NRC 040859
Liverpool, 1 augustus. Het Nederlandse schip VIER GEBROEDERS, kapt. C. ter Marsch, van de Clyde naar Batavia, is lek te Rio Janeiro binnengelopen.
NRC 081059
Amsterdam, 7 oktober. Het schip (opm: bark) VIER GEBROEDERS, kapt. C. ter Marsch, van Glasgow naar Batavia, te Rio Janeiro met schade binnen (opm: zie NRC 040859), is volgens brief van daar van de 7e september afgekeurd en zou verkocht worden.
(opm: men kan aannemen, dat dit het einde betekende van dit al oude schip)

Gezagvoerders

Familiegegevens en opleiding

Johann Carl Frederich Lupcke werd geboren op 19 juni 1789 in Liscau in Duitsland. Hij was luthers.

Hij was gehuwd met de Rooms-Katholieke Hendrika Vasse, geboren 18 oktober 1794 te Maassluis.

Hij overleed op 27 juli 1863 te Rotterdam aan de Kruiskade Wijk 14 nr. 594005.

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

J.C.F.Lupcke was met vlagnummer R138 van 1828 t/m 1863 effectief lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart058

J.C.F.Lupcke was in 1836 en 1852-1855 afwisselend commissaris van de maatschappij058.

 

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

In het Jaarverslag 1863 van de Maatschappij tot Nut der Zeevaart (Maritiem Museum, Rotterdam)  wordt vermeld dat de “trekkende kapitein” J.C.F.Lupcke in 1863 is overleden058

 

De schepen van de kapitein

J.C.F.Lupcke was in 1840 gezagvoerder van de "Johanna Maria" (ruim 400 last), te water gelaten op 27 juni 1840 op de scheepswerf van Jan Smit Fopzoon aan het Slijkerveer te Ridderkerk voor reder J.R.Veder027.

 

In de Jaarverslagen 1849, 1851, 1855, 1858, 1859 en 1862 van het College staat kapitein J.C.F.Lupcke als gezagvoerder in de ledenlijsten maar zonder vermelding van schip en reederij058.

 

J.C.F.Lupcke Sr maakte de volgende reizen005:

*    J.J.van Speyk         1834               Hellevoetsluis - Batavia                                                     geen lading vermeld

*    Weltevreden           1837               Hellevoetsluis - Batavia - Rotterdam                               terug: koffie, suiker

                                        1839               Batavia - Hellevoetsluis                                                      geen lading vermeld

                                        1839               Hellevoetsluis - Batavia                                                     geen lading vermeld

                                        1840               Batavia - Hellevoetsluis                                                      geen lading vermeld

                                                                             18 februari 1840: raakt bij Kwaden Hoek aan de grond

 

Bouma025 vermeldt J.C.F.Lupcke als gezagvoerder gedurende:

*    1829 van de bark/galjoot “Kinderdijk”, gebouwd in 1828 te Alblasserdam, 234 ton o.m., varend voor J.Smit te Kinderdijk;

*    1830 t/m 1833 van de bark “Vier Gebroeders”, gebouwd in 1829 te Kinderdijk, 392 ton o.m., varend voor Bienfait & Zn te Amsterdam;

*    1834 t/m 1836 op het fregat “J.C.J. van Speyk”, gebouwd in 1834 te Kinderdijk, 512 ton o.m., varend voor F.Smit te Alblasserdam;

*    1838 t/m 1839 van de bark “Weltevreden”, gebouwd in 1836 te Kinderdijk, 635 ton o.m., varend voor Fop Smit te Kinderdijk;

*    1841 t/m 1855 op de bark “Johanna Maria”, gebouwd in 1840 te Slikkerveer, 666 ton o.m., varend voor J.R.Veder te Rotterdam; Uit de opgaven in de Jaarverslagen van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart058 blijkt dat in ieder geval vanaf 1849 dit schip onder commando stond van J.C.F.Lupcke Junior, vlagnummer R237 - zie bij deze kapitein.

*    1849 t/m 1851 op de bark “Weltevreden”, gebouwd in 1836 te Kinderdijk, 635 ton o.m., varend voor Fop Smit te Kinderdijk

Bouma vermeldt bij  opgave van de “Weltevreden” geen initialen van Lupcke. Voorts is de periode een andere dan de reisperiode 1837-1840. De kapiteinsvermelding bij dit schip begint in 1842 (J.A.Bangma) en wellicht dat in de periode 1836/37 (de afvaart van dit schip) t/m 1841 inderdaad onze Lupcke kapitein is geweest.

      In dat geval zou de opgave omtrent de bark “Johanna Maria” op de zoon J.C.F.Lupcke slaan (zie aldaar).

*    1856 t/m 1863 van het 3/m schip “Helena & Anna”, gebouwd in 1855 te Stormpolder aan de IJssel, 862 ton, varend voor J.R.Veder & Zn te Rotterdam;

 

Overige bijzonderheden

J.C.F.Lupcke verzorgde per 18 augustus 1835 vanuit Hellevoetsluis met de “J.C.J. van Speyk” een troepentransport van 5 officieren en 99 manschappen. Hij arriveerde te Batavia op 24 december 1835065*.

 

 

Datum vanaf: 1830
Kapitein: Lupcke, Johan Carl Frederich
Overige informatie: 0

Familiegegevens en opleiding

Benjamin Christiaan Jaski werd geboren te Schiermonnikoog op 29 oktober 1803.

Hij trouwde met Neeltje Edes Zeilinga, geboren te Schiermonnikoog op 18 oktober 1809 en overleden op 08 maart 1882. . 003.

Hij overleed in 1847. Ten tijde van het overlijden was de woonplaats Nieuwendam.118

 

Benjamin Christiaansz Jaski werd geb./ged. te Schiermonnikoog op 29 oktober/20 november 1803 als zoon van Christiaan Jansz Jaski en Geertruida Remts Coerkamp.

Hij huwde te Nieuwendam op 30 juni 1833 met Neeltje Edes Zeilinga, geboren te Schiermonnikoog op 14 oktober 1809 als dochter van Ede Abrahams Zeilinga en Lollina Feyes Borst. (informatie omtrent deze ouders via brief e-mail dd 21 mei 2000 van R.. van Staveren) Het echtpaar kreeg kinderen (die hier niet verder worden vermeld). Neeltje overleed eveneens te Nieuwendam op 08 maart 1882.

Benjamin was, net als zijn vader, koopvaardijkapitein en overleed te Nieuwendam op 01 oktober 1847.046

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

B.C.Jaski werd met vlagnummer 394 op 19 augustus 1834 op voordracht van kapitein H.M.Lelsz ingeschreven als effectief lid van het Amsterdams zeemanscollege "Zeemanshoop". Als zijn schip werd in het inschrijfregister vermeld "De Vrienden". Toegevoegd is "overleden"002.

In de Algemene Vergaderingen van het college Zeemanshoop van 12/19 augustus 1834 werd voorgedragen/benoemd tot effectief lid Benjamin Christiaan Jaski, oud 31 jaar, voerend het fregat “Vier Gebroeders”, wonend te Buiksloot, adres bij en op voordracht van kapitein H.Murk Lelsz. Hij kreeg vlagnummer 394023.

Hij was lid van Zeemanshoop met nummer 394 van 1834-1836 en met nummer 281 van 1836-1847.

Hij werd per 26 juni 1842 deelnemer in het Weldadig Zeemans Fonds van Zeemanshoop.003

 

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 26 april 1838 staat de volgende mededeling:

“De Heeren van Hasselt & Brugmans dat zij met den Heer J.Luden ll Dingsdag den 24 ter audiëntie van Z.M. zijn geweest, dat laatsgenoemde de hulde van het Collegie van Z.M. heeft overgebragt hetgeen door Z.M. heuschelijk is beantwoord, dat Z.M. gevraagd heeft of het waar is, dat Kapitein Jaski zonder loodsen in Zee bevindend is moeten binnenkomen, door de Commissie is geantwoord dat dit zoo schijnt te zijn, doch dat deswegens bij ZeemansHoop geen verslag van Kapitein Jaski is ingekomen, dat de Heer Luden bij die gelegenheid aan Z.M. heeft gezegd, dat vooral na het invoeren van het nieuwe Loods-Reglement, veel over het Loodswezen wordt geklaagd.”042.

In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 28 oktober 1847 staat een verzoek om uitkering van de weduwe van kapitein B.C.Jaski. Deze wordt haar in de vergadering dd 25 november 1847 toegekend voor haar en 4 kinderen met ingang van 01 november 1847.042

 

In de notulen van de Algemene Vergadering dd 28 december 1847 wordt per 01 november een uitkering toegekend aan de weduwe van kapitein B.C.Jaski voor haar en 4 kinderen.023.

 

De schepen van de kapitein

lidmaatschap van College Zeemanshoop te Amsterdam001

vlagnummer                    jaren           type                  scheepsnaam                                        naam reder/boekhouder

        394                            1834           fregat               De Vier Gebroeders                             geen opgave

                                           1835           fregat               De Vier Gebroeders                             L.Bienfait & Zn

        281                       1836-1837     fregat               De Vier Gebroeders                             idem

                                           1838           fregat               De Vrienden                                          idem

                                      1839-1846     fregat               Louisa Maria                                        idem

 

Bouma 025 vermeldt B.C.Jaski als gezagvoerder gedurende:

*    1834 t/m 1838 van de bark “Vier Gebroeders “, gebouwd in 1829 te Kinderdijk, 392 ton o.m., varend voor Bienfait & Zn te Amsterdam;

*    1839 van het fregat “De Vrienden”, gebouwd in 1830 te Amsterdam, 390 ton o.m.), varend voor L.Bienfait & Zn te Amsterdam;

*    1840 t/m 1847 van het 3/m schip “Louisa Maria”, gebouwd in 1839 te Kinderdijk, 753 ton o.m., varend voor L.Bienfait & Zn te Amsterdam.

 

In het Archief van de Waterschout op het Stadsarchief van Amsterdam bevinden zich een monsterrol van het:

Fregat “De Vrienden dd 24 oktober 1831; kapitein Hessel Murk  Lels, bestemming Batavia, 29 bemanningsleden op de monsterrol, waaronder de derde waak Benjamin Christiaan Jaski, 28 jaar uit Schierrmonnikoog, voor f 30,-

 

In het Archief van de Waterschout op het Stadsarchief van Amsterdam bevinden zich monsterrollen op naam van kapitein Benjamins Christiaan Jaski als gezagvoerder van de:

“Vier Gebroeders”, dd 27 juli 1835; 03 augustus 1836; 16 juni 1837.

Fregat “Vrienden”, dd 09 juni 1838, bestemming Batavia, boekhouder L.Bienfait & Zoon, 29 bemanningsleden.

 

Overige bijzonderheden

Rotterdamsche Courant 09 mei 1837

Rotterdam, 8 mei. Kapt. C.W. Flens, voerende het schip DE VRIENDEN, van Batavia, Samarang. Soerabaya en Banjoewangi in Texel binnen, rapporteert, dan den 11 januari met hem van Banjoewangi zijn vertrokken de schepen SUSANNA, kapt. D. Grim, en de VIER GEBROEDERS, kapt. B.C. Jaski, beide mede naar Amsterdam.marhisdata

 

B.C.Jaski verzorgde per 12 juni 1843 vanuit Nieuwediep met de “Louisa Maria” een troepentransport van 4 officieren en 120 manschappen. Hij arriveerde te Batavia op -1 oktober 1843 na 111 dagen065.

 

NRC 01 januari 1846

Amsterdam, 31 december. Het schip LOUISA MARIA, kapt. Jaski, van Batavia naar herwaarts, op de Zuidwal aan de grond vastgeraakt, is weder af en in vlot water gekomen.

 

“Aktenummer 1847, 18-09-1847

Extract uit het journaal gehouden aan boord van het Nederlands fregatschip “Louisa Maria”, gevoerd door Benjamin Christiaan Jaski, op een reis van Batavia naar Amsterdam, zeilende op dat moment op de hoogte van 23o19’ZB/63o53’OL van Greenwich.

Op woensdag 14 april 1847 ’s morgens om ongeveer 10 uur, overleed na een korstondige ziekte, de ondertimmerman Arend Jurjesn Klein, oud 36 jaren, van Oude Pekela.

(Was getekend): D.O.van der Wal, stuurman, P.Cleijndert, onder do. en B.G.Jaski, gezagvoerder.”115

 

 

Datum vanaf: 1834
Kapitein: Jaski, Benjamin Christiaan

Familiegegevens en opleiding

Nan Dirks de Boer werd geboren op 11 januari 1802 te Terschelling als zoon van Dirk Nannings de Boer en Aaltje Jans Doeksen.

Hij huwde te Terschelling op 22 november 1835 met Aaltje Teunis Reus, geboren te Amsterdam op 04 juni 1807 als dochter van Teunis Cornelis Reus en Trijntje Cornelis Bakker.tresoar

Volgens het Bevolkingsregister 1851-1853 (-1860) van Amsterdam woonde Nan Louis de Boer, scheepsgezagvoerder, geboren 01 november 1802 op Terschelling, gehuwd en Nederl. Hervormd vanaf 1843 in de Droogbak 6 te Amsterdam.

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

N.D.de Boer, adres “bij R.Tjebbes”, werd met nr.408 effectief lid van Zeemanshoop per 05 juni 1838 op voorspraak van H.M.Lelsz. Zijn schip was “De Vier Gebroeders”002. Ten tijde van de inschrijving was de man 36 jaar en de vrouw 31 jaar. Het echtpaar had toen twee dochters, geboren in 1836 en 1838. Hij is honorair lid geworden002a.

In de Algemene Vergaderingen van het Amsterdamse zeemanscollege “Zeemanshoop” van 29 mei/05 juni 1838 werd als effectief lid ingeschreven Nan Dirks de Boer, oud 36 jaar, voerend het fregat “Vier Gebroeders”, afkomstig van Terschelling, met adres kapitein R.Tjebbes te Amsterdam, op voordracht van kapitein H.Murk Lelsz. Zijn vlagnummer werd 408023.

Nanning de Boer werd per 16 december 1841 deelnemer in het Weldadig Zeemans Fonds van Zeemanshoop en bedankte in 1860. 003

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

Het Gemeentearchief van Amsterdam bevat in het Archief “Zeemanshoop” onder nummer 491-113 een reeks van testamenten, waarin geld werd gelegateerd aan het College. Het enige testament afkomstig van een effecief lid (of van de vrouw van een effectief lid) is dat van Nanning Dirks de Boer , geregistreerd op 21 maart 1891 en schenkend f 500,-. Hij staat vermeld als oud-koopvaardijkopitein, wonend te Amsterdam, wonend aan de Droogbak. Het testament passeerde voor notaris Johannes Gerhardus Pouw Junior met als getuigen Pieter Tjebbes en Willem de Lang, die tevens zijn begrafenis zouden verzorgen.

On de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 30 april 1891 staat de melding dat N.D. de Boer een bedrag van f 500,- heeft gelegateerd aan het College.042 (is dit kapitein de Boer?)

In de notulen van de Algemene Vergadering van Zeemanshoop dd 04 juni 1891 staat vermeld dat N.D. de Boer een bedrag van f 500,- heeft gelegateerd aan Zeemanshoop. In de notulen dd 03 december 1891 wordt de ontvangst gemeld van de f 500,-023

De schepen van de kapitein

lidmaatschap van College Zeemanshoop te Amsterdam001

vlagnummer                   jaren                       type                  scheepsnaam                                        naam reder/boekhouder

        408                       1838-1842                 fregat               De Vier Gebroeders                             L.Bienfait en Zn

                                      1843-1846                 fregat               Oceaan                                                  idem

                                          1848                       fregat               Louisa Maria                                        idem

                                      1849-1853                 fregat               Clara Henriëtte                                     idem

        149                           1854                       geen opgave van schip en boekhouder

                                      1855-1859                 fregat               Henriëtte Maria                                    idem                          

 

N.D.de Boer was van 1856-1861 kapitein op het houten fregat “Henriëtte Maria”, gebouwd in 1855 te Vlaardingen, 801 ton o.m., varend voor L.Bienfait & Zn025 en 052.

Het fregat “Henriette Maria” was groot 423 last/801 ton o.m. Het werd gebouwd in 1855 door Anthonie Otto te Vlaardingen met als reder L Bienfait & Zn te Amsterdam van 1855 t/m 1871. Het voer onder kapitein N.D.de Boer (1855 t/m 1859) en kapitein P.R.Tjebbes (1860 t/m 1871). Het schip werd op 12 juni 1871 te Amsterdam geveild en verkocht voor ƒ 23.000,- aan reder Wed. Stadlander & Middelhoven te Zaandam. Het voer onder kapitein J.P.Oldenburger van 1872 t/m 1874 en strandde in 1874 op Magdalena eiland in de Golf van St. Laurens.

Informatie K.Suyk te Heiloo

Bouma025 vermeldt N.D.de Boer als gezagvoerder gedurende:

  • 1838 t/m 1842 van de bark “Vier Gebroeders”, gebouwd in 1829 te Kinderdijk, 392 ton o.m., varend voor L.Bienfait & Zn te Amsterdam;
  • 1844 t/m 1848 van het fregat “Oceaan”, gebouwd in 1836 te Kinderdijk, 600 ton o.m., varend voor L.Bienfait & Zn te Amsterdam;
  • 1849 t/m 1850 van het fregat “Louisa Maria”, gebouwd in 1839 te Kinderdijk, 753 ton o.m., varend voor L.Bienfait & Zn te Amsterdam;
  • 1850 t/m 1853 van het fregat “Clara Henriëtte”, gebouwd in 1840 te Amsterdam, 706 ton o.m., varend voor L.Bienfait & Zn te Amsterdam;
  • 1856 t/m 1860 van het fregat “Henriëtte Maria”, gebouwd in 1855 te Vlaardingen, 801 ton o.m., varend voor L.Bienfait & Zn te Zaandam.

 

In het Schepelingenregister (Archief van de Waterschout), toegang 391, in het Rijksarchief van Noordholland staat in 1846 een Derk Nannes (sic) de Boer met het fregat “Oceaan”.

In het Schepelingenregister (Archief van de Waterschout), toegang 391, in het Rijksarchief van Noordholland staat in 1847 een Nanna Derks de Boer met het fregat “Oceaan”.

Overige bijzonderheden

“Eenige aanteekeningen gehouden aan boord van het schip HENRIETTE MARIA op zijne reis van Melbourne naar Java door de Noordelijkste passage der Torres straat in 1859”. door N.D. de Boer, gezagvoerder van voornoemd schip

In Verhandelingen en Berigten betrekkelijk het Zeewezen en de Zeevaartkunde, Nr. 3, 1ste afd. 1862. p.1-11

Kapitein de Boer voer in 1856 in 32 dagen van Port Philip naar Batavia via de Torres Straat. De doorgang door Torres Straat kan geschieden via verschillende ingangen en wel via de algemeen gebruikte route bij Rain Eiland en via de vrij onbekende route, Blighs Entrance genoemd. De Boer beschrijft een reis die aanving op 8 juni 1859 te Port Philip en voerde langs Brambly Cay, Stephens eiland, Tennet eiland, het onbewoonde eiland Village, Cocosnoot eiland, Double eiland, Prince of Wales kanaal, Booby eiland, Post eiland en verder langs de zuidkant van Timor naar Passaroeang, alwaar hij op 13 juli arriveerde. De notitie is bedoeld als informatie over een minder gebruikelijke route door de Torres straat. Het bevat nog enige informatie over het Post-eiland, waar een voorraadschuur voor schipbreukelingen zou zijn ingericht door het goevernement van New-South Wales, maar die vóór het bezoek van kapitein de Boer kennelijk was leeggeroofd.

Op Bligh Entrance na kan ik geen van de genoemde eilandjes in de Times Atlas of the World terugvinden.

 

In “De Clippers” van Anno Teenstra, uitg. Holdert & Co, Amsterdam, 1945, 306 pp. staat in hfdst. V een relaas over de rederij/koopmanshuis Bienfait te Amsterdam waar in vermeld een aantal kapiteins die lange tijd voor deze rederij voeren en wel : M. de Wijn, 23 jaar; H.Croese, 21 jaar; J.E.Schneebeck, 21 jaar en N.D. de Boer, 21 jaar.

 

Datum vanaf: 1838
Kapitein: Boer, Nanning Dirks de

Familiegegevens en opleiding

Feye Jaski werd geboren op 05 december 1810 te Schiermonnikoog als zoon van Christiaans Jans Jaski en Geertruid Remts Coerkamp.

Hij trouwde te Schiermonnikoog op 07 juli 1836 met Lollina Benjamins Jaski, geboren te Schiermonnikoog op 17 december 1807 als dochter van Benjamins Jans Jaski en Lollina Teunis Mellema. Zij overleed te Amsterdam op 20 april 1891.

Feye overleed te Amsterdam op 07 december 1882.

Zijn broer was de koopvaardijkapitein Benjamin Christiaans Jaski (zie aldaar) 060.

“Feye Christiaan was bestuurslid van het College Zeemanshoop te Amsterdam en mede-adviseur van de Amsterdamse gemeenteraad inzake plannen voor het latere Noordzeekanaal.

 

Portretten van Feije Christiaansz Jaski en Lollina Benjamins Jaski staan op p. 82 van het boek Het Schiermonnikoger Zeemanscollege en Pensioenfonds door Ron R. van Staveren c.s., Schiermonnikoog 2009, 444 pp

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

F.C.Jaski (adres L.Bienfait & Zn) werd per 25 maart 1843 met vlagnummer 660 en op voordracht van kapitein J.P.Carst ingeschreven als effectief lid van het Amsterdams zeemanscollege “Zeemanshoop”. Zijn schip ten tijde van de inschrijving was de “Vier Gebroeders”002. Ten tijde van de inschrijving waren F.C.Jaski en zijn vrouw 32 resp. 35 jaar. Ingeschreven staan 1 zoon uit 1841 en 1 dochter uit 1838002a.

In de Algemene Vergaderingen van 18/25 april 1843 van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop werd als effectief lid voorgedragen/benoemd Feye Christiaans Jaski, oud 33 jaar, voerend het fregat “Vier Gebroeders”, wonend te Schiermonnikoog, adres bij Bienfait & Zn te Amsterdam, op voordracht van kapitein J.P.Carst.023

F.C.Jaski was van 1856-1882 bestuurslid van het College Zeemanshoop019.

 

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 28 december 1882 wordt het overlijden gemeld van F.C.Jaski.042.

 

In de notulen van de Algemene Vergadering van Zeemanshoop (1882? Datum niet genoteerd) staat vermeld: “Hierna bericht de Voorzitter het overlijden van den Heer F.C.Jaski, die gedurende 26 Jaren Commissaris van Zeemanshoop was en brengt Hulde aan zijn nagedachtenis.”023.

In de notulen van de Algemene Vergadering van “Zeemanshoop” dd 08 december 1861023 staat de volgende passage:

      “Eene Circulaire van Natura Artis Magistra aan Heeren Reeders en Gezagvoerders voor de vervoer en geschenken van vreemde dieren, en Naturaliën en moedigt de Kapiteins diensvolgens aan waarop de Heer F.C.Jaski het woord vraagt en zegt dat het gebleken is dat niet altijd Artis even gul is geweest ten opzigte der Heeren die vreemde dieren hadden aangebragt en vertrouwt dat door dat genootschap in het vervolg beter zal gevolg worden gegeven aan hunne nu herhaalde beloften in de circulaire.”

 

De schepen van de kapitein

Hij maakte in de jaren 1851 en 1852 met zijn Barkschip “Baltimore” een reis om de wereld. Het verslag van zijn wereldreis publiceerde hij in 1855 onder de titel: “Aantekeningen op mijn reis om de wereld”. In 1975 verscheen bij de uitgeverij De Boer Maritiem het boekje “Met barken en klippers de wereld rond, waarin deze wereldreis is beschreven.” 060

 

lidmaatschap van college Zeemanshoop te Amsterdam001

vlagnummer                    jaren           type                  scheepsnaam                                        naam reder/boekhouder

       660                        1843-1845     fregat               De Vier Gebroeders                             L.Bienfait & Zn

                                           1846           bark                 Catharina Johanna                               idem

                                      1847-1852     bark                 Baltimore                                              idem

                                           1853           fregat               California                                              idem

       301                        1854-1881     geen opgave van schip en boekhouder

 

Bouma025 vermeldt F.C.Jaski als gezagvoerder op de volgende schepen:

*    het fregat “Fanny”(gebouwd in 1840 te Kinderdijk, 799 ton o.m. varend voor L.Bienfait & Zn te Amsterdam) wordt niet met een kapitein Jaski door Bouma genoemd;

*    1843 t/m 1846 op de bark “Vier Gebroeders”, gebouwd in 1829 te Kinderdijk, 392 ton o.m., varend voor Bienfait & Zn te Amsterdam;

*    1847 t/m 1848 op de bark “Catharina Johanna”, gebouwd in 1835 te Amsterdam, 625 ton o.m., varend voor L Bienfait & Zn te Amsterdam;

*    1849 t/m 1852 van de bark “Baltimore”, gebouwd in 1848 te Krimpen aan de IJssel, 625 ton o.m., varend voor L.Bienfait & Zn te Amsterdam;

*    1853 t/m 1854 van het ijzeren 3/m schip de “California”, gebouwd in 1853 te Kinderdijk, 633 ton o.m., varend voor L.Bienfait & Zn te Amsterdam;

In dit overzicht zijn er discrepanties met de opgaven uit hiervoor gerefereerde bronnen. Ik denk dat het archief van de rederij Bienfait (zie A.W.Wicher Hoeth - De Geschiedenis van het Amsterdamsche Handelshuis Louis Bienfait & Soon) de meest betrouwbare bron is

 

Overige bijzonderheden

In najaar 1858 was F.C.Jaski gezagvoerder van de klipperfregat "California" en lag op de rede van Nagasaki. Heeft een dagboek bijgehouden006.

 

In 1854 maakte F.C.Jaski met het 3/m-schip "Californië" van reder L.Bienfait & Zn te Amsterdam een reis van Londen naar Melbourne in de recordtijd van 86 dagen. "De dankbare passagiers vereerden den kapitein Jaski met een zilveren scheepsroeper als aandenken. Op 24 Januari 1857 echter arriveerde de “California” te Melbourne na een reis van 78 dagen van Liverpool!”"026(38/191 en 025).

 

Feij Christiaan Jaski "was ... een bekend en gewaardeerd oud-gezagvoerder, naar wiens deskundige stem kennelijk graag werd geluisterd, hetzij als bestuurslid van het college Zeemanshoop te Amsterdam, hetzij als lid van de in 1855 opgerichte Commissie examen van varenslieden, hetzij als mede-adviseur van de gemeenteraad van Amsterdam inzake de plannen voor het Noordzeekanaal (1858). Hij maakte vooral naam met een reis, waarvan een verslag verscheen onder de titel “Aanteekeningen op mijn reis om de wereld in de jaren 1851 en 1852 met het Barkschip "Baltimore", ...”.

    " Uit 1826 dateert het volgende signalement: aangezicht ovaal, voorhoofd rond, ogen blauw, neus breed, mond ordinair, kin rond, haar en wenkbrauwen bruin". Hij voer van zijn 12de tot zijn 21ste op de binnen- zowel als op de buitenvaart. Het laatste was op de landen rondom de Oostzee en Engeland en wel vanuit Amsterdam, waar zijn reders woonden.. In 1830-'31 was hij in dienst van de Nederlandse marine. Sinds 1855 woonde hij in Nieuwendam bij Amsterdam, waar ook zijn rederij/handelshuis stond, Louis Bienfait en Soon. Hij was in dienst van deze rederij van 1840 tot 1854.

Van deze rederij is een boek verschenen door A.W.Wichers Hoeth waarin een overzicht van de schepen waarop Feij Christiaan heeft gevaren te weten: de bark "Catharina Johanna" (1840-1842), de bark "Vier Gebroeders" (1843-1846), het fregat "Fanny" (1847-1848), de bark "Baltimore" (1848-1852) en het fregat "Californië" (1853-1854) (zie de discrepanties met de hiervoor gegeven opgaven uit de Amsterdamsche Almanak voor Koophandel en Zeevaart001 enuit Bouma025). Hij was de eerste kapitein op de "Baltimore" en zijn relaas over een reis om de wereld heeft betrekking op dit schip.

"De reis met de "California" was de laatste die Jaski voor Bienfait en Soon maakte. Op 22 juli (1853) verliet het schip met een grote lading en talrijke passagiers (emigranten) Londen om reeds na 86 dagen op 17 oktober in Port Adelaïde te arriveren". De 164 passagiers schonken hem als dank een zilveren roeper en een gecalligrafeerde oorkonde. Jaski kwam op 28 juni 1854 terug in Nederland.

Uit jaargang 1877 van Sweijs021 blijkt dat Feije Christiaan Jaski toen reder was van de "Cornelia Geertruida" en de "Willem van der Voort". Hij bezat het laatste schip, een 2/m schoener van 1859 - 1879. Tevens was hij agent van de lijnbaan Noord-Holland te Edam, van de weduwe Van der Voort en Co. En tenslotte was hij handelaar in gezouten vlees, agent in metalen, scheepsbelegbladen, staven en spijkers. In 1873 leed hij aanzienlijke schade door financiële deelname in de Ned.Ind.Droogdok Mij., "welke onderneming op een fiasco uitliep, mede doordat het grote dok reeds twee maanden na de ingebruikneming onverwachts in de diepte der zee verdween".

De totale vloot van Jaski werd door van der Molen ontleend aan de lijsten van van Sluijs in het NSM:

*    1855 - 1861:  de kof "Epimachus", gebouwd in 1849 en gestrand in 1861;

*    1856 - 1883:  de clipperbrik "Cornelia Geertruida", gebouwd in 1856 en afgekeurd in 1883;

*    1858 - 1863:  de hoeker "Zeehond" (ex Sophie), gebouwd in 1850 en verkocht in 1863;

*    1859 - 1879:  de ijzeren schoener "Willem van der Voort", gebouwd in 1859 en vergaan in 1879;

*    1862 - 1876:  de kof "Johanna Maria", gebouwd in 1862 en gezonken in 1876;

*    1880 - 1888:  de brik "d'Elmina", gebouwd in 1865, in 1880 in veiling gekocht en in 1888 afgekeurd.

“Verder voerde Jaski van 1862 tot 1869 de administratie over de schoener “Terschelling”, van W.W.Rotgans, die kapitein-reder van dit schip was".

"Jaski speelde in 1875 een vooraanstaande rol bij het verzet van de zeekapiteins tegen de voorstellen van de regering om Batavia in Tandjong Priok aan een nieuwe en betere haven te helpen". Hij bepleitte juist de verbetering van de bestaande haven040.

De voorgaande alinea's zijn alleen ontleend aan F.C. & C.J.Jaski  “Met barken en klippers de wereld rond. Memoires van F.C. en C.J.Jaski met een inleiding door S.J. van der Molen.”

            De Boer Maritiem. 1975. 112 pp.

 terwijl daarin vaak naar andere bronnen wordt verwezen. Een direkte controle in deze bronnen is aan te bevelen.

 

Op 24 april 1875 worden 7 leerlingen van de pas opgerichte zeevaartschool te Terschelling geëxamineerd door de Amsterdamse examinatoren L.Janse Bz en F.Jaski (Uit: "Het zeevaartkundig onderwijs op Terschelling (tot 1940)"  door P.van Leunen  in Cornelis Douwes nr. 17 juni/juli 1966 pp.328-337.)

 

In 1856 bestond het examencommité van de zeevaartschool te Harlingen uit 2 personen. The examination committee, in its turn, consisted of two members of the Committee, one captain in the merchant marine, and one academician. The very first exam took place on 27 March 1856. Rodenhuis and Alta were assisted by G.C. Tromp and F.C. Jaski, two examiners from Amsterdam. The fifth person was H.P. Schenk, a merchant marine captain from Oude Pekela. Shortly afterward, Tromp was replaced by J. Jonkhert, who in turn was replaced by L. Jansz. Dz. These three had all been affiliated with the Nautical College in Amsterdam. In his younger days Jaski had been a captain in the merchant fleet, and some twenty years later he acted as examiner on Terschelling.

Ontleend aan: “Trying-0ut. An Anatomy of Dutch Whaling and Sealing in de Nineteenth Century, 1815-1885”

Joost C.A.Schokkenbroek, Aksant, Amsterdam, 2008, 366 pp p.192

 

Feye Christiaansz Jaski werd geb./ged te Schiermonnikoog op 05/23 december 1810 als zoon van Christiaan Jansz Jaski en Geertruida Remts Courcamp. Hij huwde te Schiermonnikoog op 07 juli 1836 met (zijn volle nicht) Lollina Benjamins Jaski, geb./ged. te Schiermonnikoog op 17 november/13 december 1807 als dochter van Benjamin Jans Jaski en Lollina Teunis Mellema (de vader van Feye en die van Lollita waren broers en beiden ook scheepsgezagvoerder).

Feye werd koopvaardijkapitein en reder. Hij en zijn vrouw overleden te Amsterdam op 04 december 1882 resp.19 april 1891.

      "Feye voer als scheepsgezagvoerder op een groot aantal barken en fregatten/clippers, zoals de "Baltimore" en de "California". Laatstgenoemde was het eerste stalen clipper schip door een Nederlandse werf gebouwd. Hij begon als gezagvoerder voor de Amsterdamse rederij van Louis Bienfait & soon. Vervolgens richtte hij een eigen rederij op voorvoornamelijk het vervoer van emigranten van Engeland naar Australië.

Gedurende vele jaren was hij bestuurslid van het in 1822 opgerichte "College Zeemanshoop", samen met o.a. P.C.Stachouwer en L.A. en A.A.Bienfait. In 1855 was Feije een der oprichters van de "Amsterdamsche Kanaalmaatschappij" (aanleg van het Noordzeekanaal) en in 1873 een der initiatiefnemers tot oprichting van de "Nederlandsch Indische Droogdokmaatschappij tot het oprichten en exploiteren van een droogdok bij de eilanden Amsterdam en Middelburg bij Batavia en Soerabaja". Deze N.I.D.M. beoogde eveneens de aanleg van kolendepots, op- en overslag mogelijkheden voor goederen en reparatie faciliteiten in een groot aantal havens op de route naar Nederlands Indië. Ondanks krachtige financiële steun van o.a. Koning Willem III en enkele reders zoals A.C.Wertheim, E.P.de Monchy (N.H.M.) en commissarissen van de Stoomvaartmij. Nederland, failleerde deze onderneming t.g.v.de vele in die tijd nog niet oplosbare technische problemen. Wel leidde het initiatief van Jaski in 1877 tot een sterke verbetering van de haven van Batavia, Tandjong Priok, waardoor schepen voortaan direct konden aanmeren en overslag van lading via prauwen tot het verleden ging behoren.Vanaf 1855 heeft kapitein Jaski vele jaren deel uitgemaakt van de Commissie Examens Varenslieden in het Zeemanshuis te Amsterdam en publiceerde hij over verbetering van route keuzes over de wereldzeeën en zeiltechnieken voor de grote zeezeilers uit die tijd. Zijn boek "Aantekeningen op mijn reis om de wereld in de jaren 1851-1852 met het barkschip Baltimore" werd in 1855 uitgegeven."

Feye Christiaans was gezagvoerder op de "Catharina Johanna" (1840-1842), de "Vier Gebroeders" (1843-1846), de "Catharina Johanna" 1846-1847), de "Fanny" (1847-1848), de "Baltimore" (1848-1852) en de "California" (1853-1854). In 1854 vestigde hij zich te Nieuwendam als reder en handelaar in scheepsuitrusting en bevoorrading. Zijn schepen waren de "Epimachus" (1855-1861), de "Cornelia Geertruida" (1856-1883), de "Zeehond" ("Sophie") (1858-1883), de "Willem van der Voort" (1859-1879), de "Johanna Maria" (1862-1876) en de "d'Elmina" (1880-188) Van 1862-1869 was hij reder/administrateur van de “Terschelling”. Huis en kantoor waren gevestigd te Amsterdam: Haringpakkerij 256 (thans Prins Hendrikkade 13, t.o. het Centraal Station).046. (het artikel bevat portretten van Feye Christiaansz Jaski en zijn vrouw Lollina Benjamins Jaski).

 

“Een bijlage C, uit een “Onderzoek aangaande de vereischten van een daar te stellen Kanaal naar de Noordzee, bij Holland op zijn smalst, ten einde te beantwoorden aan de behoefte van de Hoofdstad, zijnde een verkorte Waterweg van en naar de Noordzee, voor Zeeschepen zonder last te breken.”. In deze bijlage C, worden drie scheepsgezagvoerders genoemd: J.A. de Haas, C.P.Kuijper en F.C.Jaski.

Informatie door R. van Staveren te Wilnis. Ik heb geen jaartal en verdere bronvermelding.

 

Ook in “De Clippers” van Anno Teenstra, uitg. Holdert & Co, Amsterdam, 1945, 306 pp. staat in hfdst. V een relaas door kapitein Feye C. Jaski van zijn reis met de “California” naar Australië met ca honderd emigranten waar het na 86 dagen in Port Adelaïde aankwam en waarvoor hij een zilveren roeper als dank van de passagiers kreeg.

Van Port Adelaïde is het schip kennelijk doorgevaren naar Port Philip want van het binnelopen van deze haven bestaat een scheepsportret door J.Spin (Scheepvaartmuseum, Amsterdam). “Het onder zeil binnenloopen van deze haven met den smallen ingang was geen kleinigheid bij de stevige bries welke er stond, het eischte veel zeemanschap en een snel overzien van de situatie.Kapitein Jaski liet de bramzeils en het rootbovenbramzeil kalm bijstaan, zoodat het schip onder vol zeil op de haveningang toestormde.”

“Van Australië is de California naar Japan gevaren om 28 Juni 1854 weer in het vaderland terug te komen na een gelukkige vaart.”

Van een laatste reis met dit schip heeft Jaski verslag gedaan in een brief aan de reders. Teenstra beschrijft het binnenvaren te Decima en de moeilijkheden dat deze manoevre opleverde.

Na zijn terugkomst werd hij reder te Edam van de “Cornelia Geertruida” en de “St.Georg d’Elmina”, “welk schip op de Goudkust was gekocht en later in de buurt van Hongkong tijdens een typhoon met man en muis is vergaan.”

 

J.Spin schilderde in 1853 het klipperfregat “California”, Port Phillip binnenzeilend. Er is geen nummervlag afgebeeld. Op de afbeelding zijn een groot aantal passagiers afgebeeld, daar het schip in 1853 onder gezag van kapitein Jaski een reis naar Australië maakte. Het schilderij bevindt zich in de collectie van het NSM en is ook afgebeeld in de publicatie van van der Plas c.s.054.

 

Bouma025 vermeldt van de volgende schepen een Jaski te Amsterdam als reder:

*          F.C.Jaski van de kof “Epimachus” (gebouwd in 1849 te Wildervank, 98 ton o.m.) in de periode 1856 t/m 1861. Het schip strandde in 1861 bij Berwick na verlies van tuig en geraakte wrak.

*          F.C.Jaski van de brik “Cornelia en Geertruida”(gebouwd in 1856 te Amsterdam, 257 ton o.m.) van 1857-1883. Het schip arriveerde lek bij Martinique en werd aldaar afgekeurd;

*          F.C.Jaski van de hoeker “Zeehond”(ex Sophie, ex Drie Johanna’s) (gebouwd in 1850 te Vlaardingen, 194 ton o.m.) van 1858-1863. Het schip werd in 1863 in Hamburg verkocht en vermoedelijk gesloopt;

*          L.T.Jaski van het ijzeren 2/m schip de “Willem van der Voort”(gebouwd in 1859 te Amsterdam, 172 ton o.m.) van 1868 t/m 1878. Het schip strandde in 1878 op de kust van Maroim;

*          F.C.Jaski van de kof “Johanna Maria” (gebouwd in 1862, 146 ton o.m.) van 1862-1876. Het schip zonk in 1876 na een aanvaring bij Kopenhagen;

*          F.C.Jaski van de brik “Elmina”(gebouwd in 1865, 289 ton o.m.) van 1881-1888. Het schip werd te Keeling afgekeurd.  In de periode 1881-1888 was L.T.Jaski gezagvoerder van dit schip!

 

F.C.Jaski verzorgde per 03 september 1841 vanuit Nieuwediep met de “Catharina Johanna” een troepentransport van 6 officieren en 62 manschappen. Hij arriveerde te Batavia op 21 december 1841 na 109 dagen065.

 

In een adres dd 12 december 1855 aan de Tweede Kamer der Staten Generaal drongen 58 gezagvoerders aan op de invoering van een Tuchtwet. Zij meldden dat de uitvoering van hun beroep dagelijks meer en meer werd belemmerd door de onmogelijkheid om aan boord der schepen behoorlijke orde en tucht te bewaren. Een van de ondertekenaars was Oud-gezagvoerder F.C.Jaski.104.

 

In de Harlinger Courant dd 21 november 1874 staat in de rubriek Scheepstijdingen het volgende bericht096:

Uitgegaan:

Croonstad  14 Nov.  Willem v.d.Voort,  L.T.Jaski, Christiania.”

 

F.C.Jaski voer met de bark “Baltimore” op 03 maart 1851 vanuit Hastings via Kaap Hoorn naar Valparasio, aankomst 08 juni 1851. Daarna voer het via de Pacific door naar Batavia waar het op 03 oktober 1851 aankwam.121

 

 

Datum vanaf: 1843
Kapitein: Jaski, Feije Christiaan

Familiegegevens en opleiding

Cornelis Tjebbes werd geboren te Terschelling op 27 april 1808.

Hij was gehuwd met Trijntje Alberts Visser, geboren op 28 maart 1813 (plaats niet genoemd).003

 

In het Bevolkingsregister 1851-1853 (-1864) van Amsterdam staat vermeld Cornelis Tjebbes, geboren 27 april 1808 te Terschelling, Nederd.Hervormd, wonend in 1851-1855 in de Haarlemmerstraat en in 1862 op de Buitensingel.

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

C.Tjebbes werd met vlagnummer 738 per 29 september 1846 ingeschreven als effectief lid van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop op voordracht van kapitein R.Tjebbes. Als zijn schip werd genoemd de “Vier Gebroeders”. Toegevoegd is “bedankt” 002. Ten tijde van de inschrijving waren Tjebbes en zijn vrouw 38 resp. 34 jaar. Ingeschreven staan 2 zoons Albertus (10 november 1840) en Cornelis (oktober 1843) en 1 dochter Elisabeth (18 januari 1839)002a.

In de Algemene Vergaderingen van 22/29 september 1846 werd als effectief lid van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop voorgedragen/benoemd Cornelis Tjebbes, oud 38 jaar, voerend het fregat “Vier Gebroeders”, wonend op de Waal, op voordracht van kapitein R.Tjebbes. 023.

Hij werd deelnemer in het Weldadig Zeemans Fonds van Zeemanshoop per 18 april 1848. Op 1 mei van beroep veranderd. Bedankt in 1864003.

 

Opmerkingen in verband met Zeemanscollege(s)

Geen

 

De schepen van de kapitein

lidmaatschap van College Zeemanshoop te Amsterdam001

vlagnummer                 jaren          type                 scheepsnaam               naam reder/boekhouder

     738                        1846-1848    fregat              Vier Gebroeders          L.Bienfait & Zn te Amsterdam

                                     1849-1853    fregat              Fanny                           idem

     361                        1854-1855    fregat              Amsterdam                 idem

                                        1856          fregat              Admiraal de Ruyter    F.Haverkamp te Amsterdam

                                     1857-1861    fregat              Christina Helena         idem

                                     1862-1864    geen vermelding van schip en boekhouder

 

Vertrek en terugkomst in Amsterdam093

Kapitein                         Naam van het schip                                       Aankomst                     Vertrek

C.Tjebbes                      Christina Helena                                             19 november 1860      15 oktober 1861

 

Bouma025 vermeldt C.Tjebbes als gezagvoerder gedurende:

*   1847 t/m 1848 van de bark “Vier Gebroeders”, gebouwd in 1829 te Kinderdijk, 392 ton o.m., varend voor L.Bienfait & Zn te Amsterdam;

*   1850 t/m 1854 van het 3/mschip “Fanny”, gebouwd in 1840 te Kinderdijk, 799 ton o.m., varend voor L.Bienfait & Zn te Amsterdam;

*   1855 t/m 1856 van het ijzeren fregat “Amsterdam”, gebouwd in 1854 te Amsterdam, 799 ton o.m., varend voor L.Bienfait & Zn te Amsterdam;

*   1857 van het 3/m schip “Admiraal de Ruyter”, gebouwd in 1830 te Amsterdam, 530 ton o.m., varend voor F.Haverkamp te Amsterdam;

*   1858 t/m 1862 van het fregat “Christina Helena” ex Ambarawa, gebouwd in 1840 te Amsterdam, 670 ton o.m., varend voor F.Haverkamp te Amsterdam. Het schip werd in 1862 verkocht naar Noorwegen.

 

Overige bijzonderheden

C.Tjebbes vertrok per 25 oktober 1860 vanuit Nieuwediep met de “Christina Helena” en 1 landmachtsoldaat. Hij aariveerde te Batavia op 17 maart 1861 na een reis van 112 dagen065.

 

Het fregat “Fanny” onder kapitein C.Tjebbes was op 08 oktober 1852 te Cardiff, op 24 februari 1853 te San Francisco, dus via Kaap Hoorn. Op 16 deccember 1853 werd het schip weer gesignaleerd in de Atlantische Oceaan en zal dus wederom Kaap Hoorn hebben gerond.121

 

 

Datum vanaf: 1847
Kapitein: Tjebbes, Cornelis

Familiegegevens en opleiding

Jan van der Meulen werd geboren te Terschelling op 16 september 1816.

Hij huwde met Maria Mink, geboren te Terschelling op 24 april 1816. Zij hertrouwde op 08 november 1866 met ene J.A.. Klein/Kleyn

Hij overleed in 1862. Bij zijn overlijden werd als woonplaats Amsterdam vermeld.003 en 118

 

Jan van der Meulen woonde in de Galgenstraat 3 te Amsterdam. Hij werd geboren op 10 september 1815 op Terschelling. Zijn religie was Nederduits Hervormd.098.

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

J.van der Meulen werd met vlagnummer 814 ingeschreven als effectief lid van Zeemanshoop per 23 april 1850 op voorspraak van P.Bakker. Zijn schip was de "Peking". Toegevoegd is "overleden"002. Ten tijde van de inschrijving was van der Meulen 33 jaar002a.

In de Algemene Vergaderingen van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop van 16/23 april 1850 werd als effectief lid voorgedragen/benoemd Jan van der Meulen, oud 33 jaar, voerend de bark “Peking”, wonend op de Elandsgracht nr.3 te Amsterdam, op voordracht van kapitein P.Bakker.023.

Hij werd deelnemer in het Weldadig Zeemans Fonds van Zeemanshoop per 24 juni 1851003.

 

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 05 juni 1862 wordt het overlijden gemeld van kapitein J. van der Meulen.042

In de notulen van de Bestuursvergadering dd 31 juli 1862 van Zeemanshoop staat vermeldt dat de wed. J. van der Meulen, geb. Mink per 01 augustus 1862 een uitkering wordt toegekend.042.

In de notulen van de Bestuursvergadering dd 06 december 1866 staat de melding van het hertrouwen van de wed. van kapitein J. van der Meulen geb. Mink met  de heer Klijn.042.

 

In de notulen van de Algemene Vergadering dd 12 augustus 1862 staat vermeld dat per 01 augustus 1862 een uitkering is toegekend in de 1e klasse aan de weduwe J. van der Meulen, geb. Mink.023.

In de notulen van de Algemene Vergadering dd 18 december 1866 staat dat de wed. J. van der Meulen is hertrouwd met J.A.Kleyn en dankt voor de uitkering.023

 

De schepen van de kapitein

lidmaatschap College Zeemanshoop te Amsterdam001

vlagnummer                   jaren           type                  scheepsnaam                   naam reder/boekhouder

        814                           1850           bark                 Peking                               L.Bienfait & Zn

                                          1851           fregat               Lodewijk Antonie           idem

                                      1852-1853     bark                 Vier Gebroeders              idem

        425                       1854-1857     fregat               Fannij                               idem

                                          1858           geen vermelding van schip en boekhouder

                                          1859           bark                 Zuid-Beveland                Bicker Caarten & Anthony te Rotterdam

                                      1859-1860     bark                 Cornelia Hendrika          idem

 

Vertrek en terugkomst van schepen in Amsterdam093:

Kapitein                                                Schip                              Vertrek                                    Aankomst

  1. van der Meulen Cornelia Hendrika 30 augustus 1860                  08 januari 1861

 

Bouma025 vermeldt J. van der Meulen als gezagvoerder gedurende:

*    1851 van de bark “Peking”, gebouwd in 1846 te Slikkerveer, 453 ton o.m., varend voor Bienfait & Zn te Amsterdam;

*    1852 van het 3/msch “Lodewijk Anthony”, gebouwd in 1843 te Kinderdijk, 388 ton o.m., varend voor L.Bienfait & Zn te Amsterdam;

*    1852 t/m 1853 van de bark “Vier Gebroeders”, gebouwd in 1829 te Kinderdijk, 392 ton o.m., varend voor L.Bienfait & Zn te Amsterdam;

*    1855 t/m 1858 van het 3/mschip “Fanny”, gebouwd in 1840 te Kinderdijk, 799 ton o.m., varend voor L.Bienfait & Zn te Amsterdam. Het schip werd in 1858 gesloopt;

*    1860 van de bark “Zuid-Beveland”, gebouwd in 1856 te Lekkerkerk, 581 ton o.m., varend voor Bicker Caarten & Anthony te Rotterdam. Het schip werd in 1861 door de reeder herdoopt in “Cornelia Hendrika”;

*    1861 t/m 1862 van de bark “Cornelia Hendrika”, ex Zuid-Beveland, gebouwd in 1856 te Lekkerkerk, 581 ton o.m., varend voor Bicker Caarten & Anthonie te Rotterdam.

 

Overige bijzonderheden

Fanny. CSR 389/96:  722 tons. Captain = J. van den Meulen,  25 crew.  Departed Sunderland, England on 12 December 1856 with a cargo of coals and arrived at Albany on 16 March 1857. Where intended bound – Batavia.

 

 

Datum vanaf: 1852
Kapitein: Meulen, Jan van der

Familiegegevens en opleiding

Op 09 september 1816 werd te Naarden aangegeven de geboorte van Guillaum Francois Wiegmink, door zijn vader Jan Willem Wiegmink, predikant te Naarden. De moeder was Maria Catharina Hugues. (acte 1816 nr. 56).

Op drie juni 1846 werd te Naarden het huwelijk gesloten tussen Guillaum Francois Wiegmink, zonder beroep, oud 29 jaar, wonende en geboren te Naarden, (meerderjarige zoon van Willem Wiegmink, predikant, en Maria Catharina Hugues, overleden) met Alida Verkerk, zonder beroep, oud 30 jaar, wonende en geboren te Naarden (meerderjarige dochter van Willem Verkerk, meester-timmerman en Hilbertje de Graaf). De vier getuigen waren stonden in relatie tot het echtpaar en waren klerk te secretarie, stadsbode, gerechtsdienaar en politieagent. (huwelijksacte 1846 nr. 14)

(opvallend is de vermelding “zonder beroep” en het ontbreken van familie-of vrienden bij de getuigen. Was het huwelijk een formaliteit? Ik ben niet nagegaan wanneer het eerste kind uit dit huwelijk werd geboren!).

Op 08 februari 1864 werd te Naarden het overlijden op 05 februari 1864 (’s avonds 11 uur), aangegeven van Guillaum Francois Wiegmink, oud 47 jaar, van beroep scheepskapitein, wonend in de Kattenhaagstraat 29 te Naarden. Aangifte geschiedde door Evert de Bruyn, schilder 71 jaar, te Naarden, en Jean Baudoin Schriek Thierens, oud 55 jaar, gemeente-ontvanger te Naarden. (actenummer niet genoteerd).

Bovenvermelde Burgerlijke Stand gegevens ontleend aan het Rijksarchief te Haarlem.

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

G.F.Wiegmink werd met vlagnummer 868 per 24 februari 1852 effectief lid van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop op voordracht van kapitein J.Noback. Als zijn schip werd genoemd de “Henriette Maria”. Toegevoegd is “bedankt” 002. Ten tijde van de inschrijving waren Wiegmink en zijn vrouw 35 resp. 36 jaar en hadden toen 1 zoon (geb. 1852) en 1 dochter (geb. 1847)002a.

Guillaum Francois Wiegmink werd als effectief lid van Zeemanshoop voorgedragen/benoemd op 17/24 januari 1852 op voordracht van kapitein J.Noback. Hij voerde de bark “Henriette Maria”, was 35 jaar oud en afkomstig uit Naarden023.

 

Opmerkingen in verband met Zeemanscollege(s)

Geen

 

De schepen van de kapitein

lidmaatschap van het College Zeemanshoop te Amsterdam001

vlagnummer                 jaren          type                 scheepsnaam                  naam reder/boekhouder

       868                      1852-1853    bark                Henriette Maria             L.Bienfait & Zn te Amsterdam

       474                         1854          bark                Vier Gebroeders             idem

                                     1855-1857    fregat              Clara Henriette              idem

                                     1858-1859    geen vermelding van schip en boekhouder

                                        1860          fregat              Amsterdam                    L.Bienfait & Zn te Amsterdam

                                        1861          geen vermelding van schip en boekhouder

 

Vertrek en terugkomst van schepen in Amsterdam093

Naam kapitein                 Naam schip                                          Vertrek                              Terugkomst

G.F.Wiegmink                 Amsterdam                                          29 mei 1860                    10 juli 1861

 

Bouma025 vermeldt G.F.Wiegmink als gezagvoerder gedurende:

*   1853 van de bark “Henriëtte Maria” ex Baros, gebouwd in 1828 te Middelburg, 725 ton o.m., varend voor L.Bienfait & Zn te Amsterdam. Het schip werd in 1854 verkocht aan Abbema & van Geldorp en herdoopt in “Gezusters”;

*   1854 t/m 1855 van de bark “Vier Gebroeders”, gebouwd in 1829 te Kinderdijk, 392 ton o.m., varend voor Bienfait & Zn te Amsterdam. Het schip ging in 1856 over naar reder M.de Witt te De Rijp;

*   1856 t/m 1858 het 3/m schip “Clara Henriëtte”, gebouwd in 1840 te Amsterdam, 706 ton o.m., varend voor L.Bienfait & Zn te Amsterdam. Het schip werd in 1858 gesloopt.

     In de notulen van de Algemene Vergadering van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop dd 07 april 1840 staat de mededeling van scheepsbouwmeester J.Knol dat het schip “Clara Henrëtte” op 09 april 1840 van stapel zal lopen.

*   1861 op het ijzeren fregat “Amsterdam”, gebouwd in 1854 te Amsterdam, 799 ton o.m., varend voor L.Bienfait & Zn te Amsterdam.;

*   1863 t/m 1864 van het 3/mschip “Quintet” ex Jacob Roggeveen, gebouwd in 1841 te Amsterdam, 696 ton o.m., varend voor G.F.Egidius te Amsterdam.

 

Overige bijzonderheden

G.F.Wiegmink verzorgde per 16 juni 1860 vanuit Nieuwediep met de “Amsterdam” een troepentransport van 3 officieren en 125 manschappen naar Nederlands Oost-Indië. Hij arriveerde te Batavia op 12 oktober 1860 na een reis van 118 dagen065.

 

De heer A.Flonk te Terschelling is in het bezit van een scheepsjournaal van de “Clara Henriëtte”, gevoerd door kapitein G.F.Wiegmink, in 1858 van een reis van Amsterdam naar Akijab (thans Sittwe in Burma thans Myanmar). Het Journaal werd door de oud-Terschellinger Tjeerd Spanjaard, na zijn pensionering als Scheldeloods uit Vlissingen meegenomen naar Terschelling. Hoe deze in bezit is gekomen van het document is niet bekend. (brieven dd 27 nov. 2002 en 31 januari 2003 aan S.Parma).

 

 

Datum vanaf: 1854
Kapitein: Wiegmink, Guillaume Francois

Familiegegevens en opleiding

Pieter Haken werd geboren op 03 februari 1817 te Groningen als zoon van de broodbakker Jan Haken en Aaltien van der Veen.

Pieter trouwde op 12 april 1850 te Finsterwolde als kapitein ter koopvaardij met Anje Nieland, geboren op 21 oktober 1826 te Nieuweschans als dochter van de bakker Lubbert Jans Nieland en Anna Warffemius. Anje overleed op 05 februari  1910 te Finsterwolde, 83 jaar, weduwe.

Pieter overleed aan boord van de bark “Vier Gebroeders” op weg van Malmout naar Cork op 46o 18’NB/36o26’WL  op 19 oktober 1858.

 

In Burgerlijke Stand akten in de provincie Groningen wordt Pieter Haken vermeld als koopvaardijkapitein in 1850, 1853 en 1858.

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

P.Haken was met vlagnummer 119 in de periode 1856 t/m 1858 effectief lid van het zeemanscollege “De Trouw” te Oude Pekela.112.

 

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

Geen

 

De schepen van de kapitein

Bouma025 vermeldt P.J.Haken als gezagvoerder gedurende:

*    1852 t/m 1854 van de kof “Bertha Maria”, gebouwd in 1846 te Veendam, 96 ton o.m., varend voor M.de Wit te de Rijp. Het schip is op weg van Cork naar Archangel verongelukt;

*    1856 t/m 1858 van de bark “Vier Gebroeders”, gebouwd in 1829 te Kinderdijk, 392 ton o.m., varend voor M.de Witt te De Rijp.

 

De collectie monsterrollen op het Noordelijk Scheepvaartmuseum te Groningen vermeldt:

15 februari 1839, schip “Hollands Trouw”, kapitein Harm L Kok, matroos Pieter Haken, uit Groningen.

07 april 1841, schip “Geertruida”, kapitein Roelf Remmerts Tunteler, matroos Pieter J.Haken, 24 jaar.

 

Krantenberichten

NRC 01 september 1854114

Archangel, 14 augustus. Het schip (opm: kof) BERTHA MARIA, kapt. P.J. Haken, van Queenstown herwaarts gedestineerd, is de 10e dezer op de baar verongelukt, doch het volk gered.

 

NRC 13 april 1856114

Rotterdam, 12 april. Door de Nederlandse Handel-Maatschappij zijn bevracht de navolgende 28 schepen, als: …..

…..Voor Amsterdam: ….. VIER GEBROEDERS, kapt. P.J. Haken;…..

 

NRC 31 juli 1857114

Shields, 28 juli. De Nederlandse bark VIER GEBROEDERS, kapt. Haken, van Amsterdam, alhier bezig om een lading kolen voor Singapore te laden, is bij het uitkomen van Hay Hole-dock tegen het hoofd aangevaren en heeft daardoor schade aan de boeg bekomen. Men heeft vijf keel (opm: inhoud van een lichter) kolen gelicht, om aan het schip de nodige reparatie te kunnen bewerkstelligen.

 

 

Datum vanaf: 1857
Kapitein: Haken, Pieter Jansz

Familiegegevens en opleiding

Geen

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

J.ter Marsch werd met vlagnummer 752 effectief lid van Zeemanshoop per 15 februari 1859 op voorspraak van P.B.Rolufs. Zijn schip was de "Vier Gebroeders". Toegevoegd is "honorair lid geworden"002.

In de notulen van de Algemene Vergaderingen van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop dd 08/15 februari 1859 staat vermeld dat tot effectief lid is voorgedragen/benoemd Jan ter Marsch, oud 26 jaar, voerend de bark “Vier Gebroeders”, voor rekening van  M. de Wit te de Rijp, wonend te Hengelo, adres bij de heer H.Salm, op voordracht van kapitein P.B.Rolufs.023.

 

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

In de notulen van de Bestuursvergadering van 27 februari 1868 staat het verzoek van J. ter Marsch om van effectief lid honorair lid te mogen worden hetgeen wordt toegestaan.042

 

De schepen van de kapitein

lidmaatschap College Zeemanshoop te Amsterdam001

vlagnummer                   jaren           type                  scheepsnaam                                        naam reder/boekhouder

        752                           1859           bark                 Vier Gebroeders                                   M.de Wit te De Rijp

                                      1860-1862     brik                   Equator                                                 Craandijk & Dercksen

                                      1863-1867     bark                 Haamstede                                            M.C.de Crane & Zn te Zierikzee

 

Vertrek en terugkomst van schepen in Amsterdam093:

Kapitein                                                Schip                              Vertrek                                    Aankomst

  1. ter Marsch Equator 27 juli 1860                            26 juni 1861

                                                                Equator                          15 juli 1861                            06 februari 1862

                                                                Equator                          16 mei 1862                           11 augustus 1862

                                                                Haamstede                    geen melding                          11 augustus 1864

                                                                Haemstede                    15 augustus 1864                  25 december 1865

 

Bouma025 vermeldt J. ter Marsch als gezagvoerder gedurende:

*    1860 van de bark “Vier Gebroeders”, gebouwd in 1829 te Kinderdijk, 392 ton o.m., varend voor M.de Witt te De Rijp. Het schip werd in 1860 afgekeurd te Brazilië;

*    1861 t/m 1863 van de sch.brik “Equator”, gebouwd in 1851 te Hoogezand, 128 ton o.m., varend voor Craandijk & Dercksen te Amsterdam;

*    1864 t/m 1868 op de bark “Haamstede”, gebouwd in 1855 te Zierikzee, 738 ton o.m., varend voor M.C. de Crane & Zn te Zierkzee.

      “Jacob Spin heeft het schip zo indrukwekkend mogelijk weergegeven; in volle lengte en vol getuigd vult de “Haamstede” bijna het gehele vlak”. Het schip draagt de nummervlag R29 van kapitein de Boer067.

 

Overige bijzonderheden

In het kader van de discussie over de invoering van de Tuchtwet in Nederlands Indië werd in 1865 een memorie aangeboden “aan zijn Excellentie den Gouverneur Generaal van Nederlandsch-Indië over de Wettelijke bepalingen omtrent de handhaving der orde en tucht aan boord der koopvaardijschepen binnen Nederlandsch-Indië.” Deze memorie werd ondertekend door J.Ter Marsch.104.

 

Zierikzeesche Courant, 13 januari 1864

Het schip HAAMSTEDE, kapt. J.ter March, lag op de 23e dier maand te Soerabaj, in lossing en zou binnen weinige dagen gereeed zijn de retourlading voor Rotterdam in te nemen.

Zierikzeesche Courant 09 april 1864

Op 01 februari 1864 is te Banjoewangi gearriveerd de bark “Haamstede”, kapt. Ter Marsch.

 

 

Datum vanaf: 1859
Kapitein: Marsch, Jan ter

Monsterrollen

Opgemaakt Amsterdam
Datum: 1835-07-27
Scheepsnaam voorvoegsel:
Scheepsnaam: VIER GEBROEDERS
Schipper: Jaski, Benjamin Christiaan
Scheepstype: fregat
Grootte:

Bekijk alle monsterrollen Bekijk alle monsterrollen
Afbeeldingen


Omschrijving: VIER GEBROEDERS, kapitein J.C.F. Lupcke (vlagnummer R138)
Collectie: Stichting Nederlandse Kaap Hoorn-vaarders
Vervaardiger: Onbekend *
Onderwerp: Zeeopname

Omschrijving: VIER GEBROEDERS, kapitein F.C. Jaski (vlagnummer 660), varende ter hoogte van het eiland Wight
Collectie: Nederlands Scheepvaart Museum - Amsterdam
Vervaardiger: Spin, Jacob
Onderwerp: Zeeopname
Kroniekberichten

Toon kroniekberichten
Akten

Stadsarchief Amsterdam Archiefnummer AMS 5074.1418.1834.29

deel VII, foto I-014, 015
CEDULE

Naam schip VIER GEBROEDERS

plaats en datum acte eigendomsbewijs, Amsterdam, 24 juli 1834

type schip niet vermeld

bouwwerf/verkoper niet vermeld

gevoerd door kapt.

eigenaar/koper zie bijlage

te voeren door kapt. Benjamin Christiaans Jaski

grootte in tonnen 225 lasten of 426 zeetonnen

tuigage / aantal dekken drie masten, twee dekken

afmetingen

kiellegging

tewaterlating gebouwd in de Nederlanden

plaats / datum registratie Amsterdam, 25 juli 1834

nummer registratie deel 29, folio 290, recto, vak 4

notaris Regtbank van Eerste Aanleg, Amsterdam

prijs

Bijzonderheden: getoond wordt de laatste koopbrief en reçu ingetrokken zeebrief ontvanger te Rotterdam. Het schip ligt thans te Rotterdam.
De datum van de acte is NIET de datum van de transactie. De juiste datum vindt men in Amsterdam AB 1819-1838.

researcher/datum research: ML / 240915

bijlage bij acte 29 van 1834, schip VIER GEBROEDERS
eigenaren per medio juli 1834:

firma Louis Bienfait & Soon, Amsterdam (boekhouders en 6/12e part)
G. Rebel, Amsterdam (2/12e part)
N. de Gijselaar Pzn., Amsterdam (1/12e part)
J.T. Bodel Nijenhuis, Leiden (1/12e part)
H.M. Lelsz, Amsterdam (1/12e part)
Hermanus Isaac Rietveld, Amsterdam (1/12e part)

ML / 240915

Naam VIER GEBROEDERS
Archiefinstelling Stadsarchief Amsterdam
Jaar 1834
Toegang 5074
Inventaris 1418
Klik hier om de originele akte te bekijken

GEMEENTEARCHIEF Amsterdam
archiefnummer 5074 – 1420 – 1834 – no. 29

KOOPBRIEF de Vier Gebroeders

plaats en datum acte Amsterdam, 29 juli 1834

type schip fregatschip

kapitein

verkoper Fop Smit, scheepsbouwmeester te Alblasserdam

koper Louis Bienfait en Soon, kooplieden

te voeren door kapt.

grootte in tonnen

tuigage / aantal dekken 2 dekken

afmetingen 32,17 x ? x 4,75 m

kiellegging

tewaterlating

plaats / nr van registratie

datum registratie

notaris Johannes Commelin, Amsterdam

prijs ƒ 39000

bijzonderheden


Naam VIER GEBROEDERS (de)
Archiefinstelling Stadsarchief Amsterdam
Jaar 1834
Toegang 5074
Inventaris 1420
Klik hier om de originele akte te bekijken

Noord-Holl.Archief, Haarlem Archiefnummer Amst.198.3172.1855.27

DVD XLIV – 2665-2668
CEDULE

Naam schip VIER GEBROEDERS

plaats en datum acte eigendomsbewijs, Amsterdam, 1 juni 1855

type schip bark

bouwwerf/verkoper

gevoerd door kapt.

eigenaar M. de Wit, de Rijp, (boekhouder en 6/8e part) en J. en A. Salm, Amsterdam (2/8e part)

te voeren door kapt. P.J. Haken

grootte in tonnen 207 lasten of 392 zeetonnen

tuigage / aantal dekken drie masten, twee dekken

afmetingen

kiellegging

tewaterlating gebouwd te Alblasserdam

plaats / datum registratie Amsterdam, 5 juni 1855

nummer van registratie deel 68, folio 89, verso, vak 1.

datum eedsaflegging voor verkrijging zeebrief: 12 juni 1855

prijs NLG.

Bijzonderheden: Het schip had niet eerder een zeebrief. De bijlbrief en bevestigende verklaring stedelijk bestuur van Amsterdam worden overlegd. Het schip is gebouwd voor rekening van de in de bijlage genoemde reders.

het schip had eerder een zeebrief, onder nr.84 uitgegeven op 15 februari 1854






researcher/datum research: ML / 030610

Naam VIER GEBROEDERS
Archiefinstelling Noord-Hollands Archief, Haarlem
Jaar 1855
Toegang 198
Inventaris 3172

Noord-Hollands Archief, Haarlem Archiefnummer Amst.198.3181-1855.27

DVD XII – 6648
ACTE VAN KOOP/VERKOOP
Naam schip de VIER GEBROEDERS

plaats en datum acte openbare verkoping, Amsterdam, 30 april 1855

type schip bark, gekoperd en kopervast

bouwwerf/verkoper firma Louis Bienfait & Soon, kooplieden en scheepsreders te Amsterdam

gevoerd door kapt. G.F. Wiegmink

eigenaar/aankoper Michiel de Wit, koopman te De Rijp.

te voeren door kapt.

grootte in tonnen 392 tonnen of 207 lasten

tuigage / aantal dekken

afmetingen 42,18 x 6,06 x 4,52 meter

kiellegging

tewaterlating

plaats / datum registratie Amsterdam, 2 mei 1855

nummer van registratie deel

notaris Barend Dorotheus Beets, deurwaarder

prijs NLG 25.800,-

bijzonderheden: de verkoping vond plaats in de Nieuwe Stads Herberg aan het IJ te Amsterdam; het schip lag in het Oosterdok te Amsterdam.:






researcher/datum research: ML / 050608

Naam VIER GEBROEDERS (de)
Archiefinstelling Noord-Hollands Archief, Haarlem
Jaar 1855
Toegang 198
Inventaris 3181

Bronnen
Documentatie Stichting Nederlandse Kaap Hoorn-vaarders (SKHV), w.o. collectie Hoedemaker/Smit/Suyk