Familiegegevens en opleiding
Pieter werd geboren te Hollum op 24 december 1795.
Hij trouwde te Hollum op 02 mei 1820 met Hieke Gerrits Woertman, geboren ca.1798 als dochter van Gerrit Jans Woertman en Jantjen Janz. Zij overleed 24 augustus 1851 als weduwe te Hollum, Ameland.
Pieter overleed op 09 april 1844 te Grimstad in Noorwegen.
“Volgens de uitgewerkte Memorie van Successiekantoor Dokkum (inv.nr.9002, memorie 376) is hij op 10 april 1844 te Grimnstad overleden, nalatende zijn vrouw en 5 minderjarige kinderen, met namen Gerrit, Jan, Baukje, Jantje en Cornelis Pieters Sorgdrager. Hij is volgens de MvS niet ingeschreven in het overlijdensregister van de BS omdat ‘zijn weduwe zijn overlijdensakte niet via de Rechtbank heeft geautoriseerd’ “
Uit”Memories van Successie door Dirk Albert Zeilmaker te Harlingen in “11 en 30”, mededelingenblad van de NGV, afd. Friesland, Nr. 48 p.943, oktober 2007.
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
P.C.Sorgdrager (met als adres J.Meijjes & Zn te Amsterdam) werd met vlagnummer 303 per 17 oktober 1829 ingeschreven als effectief lid van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop op voordracht van kapitein J.T.Visser. Zijn schip was “de Gebroeders” Toegevoegd is “overleden”.002.
Pieter Cornelis Sorgdrager, wonende te Holm op Ameland en met adres bij de heren Jeremias Meyes & Zn te Amsterdam, oud 34 jaar, voerend de kof de Gebroeders, werd op 10/17 november 1829 met vlagnummer 303 voorgedragen/benoemd als effectief lid van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop op voordracht van kapitein J(an).Tjeerds Visser023.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
In de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 30 mei 1844 staat een verzoek om een uitkering door de wed. P.C.Sorgdrager, geb. H.G.Woertman te Hollum op Ameland. In de vergadering dd 25 juli 1844 wordt deze aan haar en haar 2 kinderen toegestaan met ingang van 01 mei 1844.042.
In de notulen dd 06 augustus 1844 van de Algemene Vergadering van Zeemanshoop staat de aanvrage van G.H.G.Woertman, de weduwe van kapitein P.C.Sorgdrager, om een uitkering voor haar en 2 kinderen. Deze wordt toegestaan per 01 mei 1844.023.
De schepen van de kapitein
lidmaatschap van College Zeemanshoop te Amsterdam001
vlagnummer jaren type scheepsnaam naam reder/boekhouder
303 1829-1835 kof de Gebroeders Jer.Meyes & Zn
198 1836-1844 kof de Gebroeders idem
Bouma025 vermeldt P.C.Sorgdrager als gezagvoerder gedurende:
-
* 1830 t/m 1844 van de kof “Gebroeders”, gebouwd in 1829 te Woudsend, 165 ton o.m., varend voor Jeremias Meijjes te Amsterdam.
In het Archief van de Waterschout op het Stadsarchief van Amsterdam bevinden zich een monsterrol op naam van kapitein Pieter Cornelis Sorgdrager dd.
08 mei 1835 op “ De Gebroeders”/”De Drie Gebroeders”, op avontuur, boekhouder J.Meijer, 7 bemanningsledden i.c. stuurman, kok, 3 matrozen, ligtmatroos en een kajuitwachter.
Overige bijzonderheden
“De Drie Gebroeders” op de rede van Paramaribo057:
05 november 1837 “... heden vertrokken captijn Sorgdrager kof De Gebroeders”.
Monsterrol dd 20 mei 1837 van de kof “De Gebroeders” onder gezag van Pieter Cornelis Zorgdrager (sic) met 7 manschappen. Bestemming Suriname. Boekhouder J.Meijes011.
Een scheepsportret van “De Gebroeders” van Amsterdam onder kapitein P.C.Sorgdrager is in het privé bezit van Kees Sorgdrager, journalist. Het onderschrift vermeldt dat het schip vanuit Texel vaart op 08 augustus 1836 naar Rio de Janeiro.
C.Sorgdrager staat in juni 2007 in het telefoonboek als wonend op de Admiralengracht 263, te Amsterdam
Familiegegevens en opleiding
Jan werd geboren op 23 oktober 1815 te Veendam als zoon van de schipper Jan Willems Moesker en Jantje Jans Boer
Jan trouwde op 24 november 1846 te Veendam als zeeman met Hindrikje Wijchers Ketelaar, geboren op 23 oktober 1817 te Veendam als dochter van de zeeman, later schipper Wijcher Hindriks Ketelaaren Jantje Jans Boiten. Hindrikje was de weduwe van schipper Piter Pieters Maathuis. Hindrikje overrleed op 13 december 1847 te Veendam. 30 jaar.
Jan hertrouwde op 12 september 1850 te Amsterdam als zeeman met Suzanna Groeneveld van den Berg,geboren op 20 juli 1825 te Helpman/Haren als dochter van de kastelein/tapper Derk van den Berg en Aaftje Havinga. Geen overlijden gevonden van Suzanna Groeneveld van den Berg.
Maar vermeld is op 29 oktober 1856 te Delft het (her) trouwen van Jan Moesker met Petronella Burck, geboren op 01 maart 1827 te Enkhuizen. Jan en Petronella met 3 kinderen staan te boek in het Bevolkingsregister van Delft (versie 20160128, folio 236). Datum van vestiging is 07 juli 1858 komend uit Amsterdam. Beroep van de Jan Moesker in zeeman.
Petronella Burdck overleed op 04 januari 1874 te Veendam.
Jan Jans Moesker overleed op 11 oktober 1874 te Veendam, 57 jaar, koopman, weduwnaar.
In Burgerlijke Stand akten uit de provincie Groningen en in www.wiewaswie.nl wordt Jan vermeld als zeeman in 1846, 1847, 1848, 1850, als schipper in 1851, 1853, 1865 en als koopman in 1868, 1870, 1871, 1874.
De schepen van de kapitein
Bouma025 vermeldt J.J.Moesker als gezagvoerder gedurende:
* 1849 t/m 1850 van de kof “Gebroeders”, gebouwd in 1829 te Woudsend, 165 ton o.m., varend voor Jeremias Meijjes te Amsterdam. Het schip is in 1850 verongelukt.
Lloyd’s vermeldt087: “08 Apr 1850 GEBROEDERS foundered
* 1852 t/m 1860 van de galjoot “Suzanna”, gebouwd in 1851 te Wildervank, 110 ton o.m., varend als kapitein/eigenaar vanuit Wildervank;
* 1856 t/m 1866 van de kof “Margaretha Alida”, gebouwd in 1848 te Martenshoek, 64 ton o.m., varend als kapitein/eigenaar vanuit Wildervank. Het schip is in 1866 verloren gegaan;
Overlappende vaarperioden.
* 1867 t/m 1869 van de galjoot “Suzanna”, gebouwd in 1851 te Wildervank, 110 ton o.m., varend als kapitein/eigenaar vanuit Wildervank.
In de ledenlijst van het Veendammer zeemanscollege opgenomen in een almanak uit 1862 uitgegeven door de zeemanscolleges van Wildervank en Nieuwe Pekela wordt J.J.Moesker vermeld als gezagvoerder van de “Suzanna” met vlagnummer C9 resp. 196.
De collectie monsterrollen op het Noorelijk Scheepvaartmuseum te Groningen vermeldt
13 april 1833, schip “Fortuma”, schipper Tonnsi Alberts Hanssens, kok Jan Jans Moesker/
26 mei 1851, schoenerkof “Suzanna”, schipper Jan Jans Moesker, 35 jaar uit Veendam.
09 september 1851, schoenerkof “Suzanna”, schipper Jan Jans Moesker, 35 jaar uit Veendam.
97 februari 1855, tjalk “Margaretha Alida”, schpper J.J.Moesker.
Overige bijzonderheden
Mulder083 vermeldt de volgende bijzonderheden:
“Abram Prins was van de ‘Weldaad’ afgestapt om in januari 1856 de hektjalk ‘Margrietha Alieda’ te kunnen kopen. Op 11 februari 1856 werd hij in het kadaster te Groningen als enig eigenaar ingeschreven met brandmerk 1128 Gron 1856. Het schip mat 63 zeetonnen, had een laadvermogen van 45 last en was door scheepsbouwer Wicher Jans Pattje in Foxhol gebouwd; het bouwjaar moet 1848 zijn geweest.
Eerste schipper-eigenaar was Pieter Freerk Leuning uit Kiel-Windeweer. Nadat Leuning was overleden werd door zijn weduwe tijdelijk J.J. Moesker uit Wildervank als zetschipper aangesteld.”
Mulder083a vermeldt:
“ 'Margrietha Alieda' hektjalk, b.j. Foxhol 1848, 63 ton, K/E 1848-1855 P.F. Leuning te Kiel-Windeweer (+ ca 1853) resp. weduwe G.J. Leuning-de Boer, ca 1853-1855 schipper J.J. Moesker te Wildervank; 1/1856-1866 K/E A.J. Prins te Vd; in 1866 verloren gegaan.
NRC 21 april 1860
Naar wij van goederhand vernemen heeft de zaak zich aldus voorgedragen:
Kapt. Moesker, varend het schip Suzanne, bestemd van Galatz naar Nederland, had te Konstantinopel bij de H.H.Matthieu frères f 2,500.- gestort, ten einde die som aan zijn hierr te lande wonende vrouw over te maken. Kapt. Moesker ontving van het huis Matthieu frères voor zijn geld een wissel op de HH. v.d. Bey & Co, te Amsterdam, welke wissel hij aan zijne vrouw heeft overgezonden. Daar de HH. v.d. Bey & Co. geld der reederij van het schip Suzanne te vorderen hadden, moet over de uitbetaling van het bedrag van dien wissel tusschen hen en den kapitein eene woordwisseling zijn ontstaan, die daarmede eindigde, dat kapt. M. den heer Brink, firmant van de firma v.d. Bey & Co., eergisteren moet gezegd hebben: “Gij moet mij morgen betalen of ik schiet je dood!” hetgeen laatstgenoemde schertsend beantwoordde. Zoo als thans gebleken is was het den kapitein volkomen ernst en heeft hij werkelijk een pistool op den heer Brink gelost en hem gevaarlijk gewond.