Provinciale Groninger Courant 05 mei 1808114
(Geen datum) Volgens telegram uit Kiel is de Ned. gaffelschoener “Dina,” kapt. Duit, van Norrköping met hout naar Londen, aldaar binnengelopen met beschadigde boeg en verlies van boegspriet, zijnde bij Föhr in aanvaring geweest te zijn met een Duits stoomschip
NRC 06 mei 1808114
Holtenau, 4 mei De boegschade aan de Nederlandse schoener “Dina” is boven water. Het ligt hier op de rede de aankomst van de Nederlandse expert af te wachten. De “Föhr” is ogenschijnlijk onbeschadigd.
NRC 12 mei 1908114
Kiel, 8 meiDe Nederlandse schoener “Dina”, gesleept wordende, is hier aangekomen om te repareren.
Provinciale Groninger Courant 06 juni 1908114
Flensburg, 3 juniOp 3 mei zijn in de nabijheid van het Fehmarnbelt-vuurschip de Nederlandse schoener “Dina” en het stoomschip” Foehr” met elkander in aanvaring geweest. Het Seeamt dat deze zaak behandelde oordeelde, dat de schuld bij het stoomschip lag.
Op 18.11.1910 bij Karlshamn (Zuid Zweden) op een klip gelopen en daar vijf uur vastgezeten.
NRC 09 december.1910114
Hamburg, 07.12.1910. De Nederlandse schoener “Dina” heeft de lading gelost en is hedenmiddag naar Groningen vertrokken om aldaar te repareren.
NRC 14 januari 1911114
De Raad voor de Scheepvaart behandelde gisteren het ongeval van het ijzeren schoenerschip “Dina”, schipper G. Duut te Groningen, op 18 november 1910. De “Dina” was in ballast gegaan naar het Carlshamndistrict (Zuid-Zweden) om op enige plaatsen straatstenen te laden bestemd voor Hamburg.
Toen het schip van een van deze laadplaatsen ter hoogte van Carlshamn was gekomen is het daar op een blinde klip gelopen, waarop het 5 uur heeft vastgezeten. Op de noodsignalen kwamen enige sleepboten ter assistentie, en een lichter, waarin de lading gedeeltelijk gelost werd. Met een lek in de piek werd de “Dina” in de haven gesleept, en daarna naar Hamburg ter reparatie
Kapitein Duut deelde mede, dat hij tevens eigenaar van de “Dina” is, die hij voor NLG 16000 heeft verzekerd. Hij had geen loods aan boord en heeft niet het lood gebruikt. Langs de oostkant was het vaarwater op de plaats der stranding niet betond. Het schip is, nadat het lek met cement gedicht was, naar Hamburg gesleept zonder hernieuwd attest van zeewaardigheid, alleen op advies der assuradeurs, omdat in Zweden de reparatie duurder zoude zijn. De kapitein werd op het roekeloze hiervan gewezen. Op een desbetreffende vraag antwoordde hij dat hij aan de wal geen inlichtingen omtrent het vaarwater heeft ingewonnen
De stuurman, H.J. Drust, werd daarna gehoord. Hij kan niet op de kaart lezen. Later heeft hij van de kapitein gehoord dat het vaarwater om de west beter ware geweest. Wat hij doen moet als de kapitein in volle zee bijvoorbeeld plotseling ziek wordt, weet hij niet. De kapitein zei hierop dat de stuurman zich dommer houdt dan hij is. Op de vraag van de president of hij misschien deze winter wat zeevaartkunde gaat studeren antwoordde de stuurman ontkennend; hij gaat maar een betrekking aan de wal zoeken
De kapitein zei nog, dat het bijna een onmogelijkheid is in het noorden van het land een goede stuurman op de kleine zeilvaart te krijgen.
De uitspraak volgt later. (opm: bekort)
NRC 17 januari 1911114
De Raad voor de Scheepvaart heeft heden uitspraak gedaan in de zaak van het schoenerschip DINA, schipper en eigenaar G. Duut te Groningen, welk schip op 18 november 1910 aan de zuidkust van Zweden op een blinde klip gelopen is en met een lek in de haven van Carlsham was binnengesleept
De Raad is van oordeel, dat het ongeval hieraan te wijten is, dat de schipper het Westelijke, in plaats van het Oostelijke vaarwater gekozen heeft, hoewel hij wist dat alleen het Westelijke vaarwater betond was, en hij zich niet eerst bij een loods vergewist heeft welk vaarwater veilig was. Meerdere voorzorg van de zijde des schippers had het ongeval kunnen voorkomen. (wordt vervolgd)
|