1817
22 november 1817 eerste zeebrief en Turkse Pas, aangevraagd door J. Preijer, Amsterdam voor de SAMARANG onder kapt. J. Scholtijs; bestemming Batavia; deze documenten werd op 9 maart 1820 in Den Haag geretourneerd.
1818
RC 170318
Amsterdam, 15 maart. Uitgezeild van Texel SAMARANG, J. Scholtijs, en WILHELMINA, L. Eelman, met troepen naar Batavia.
RC 080918
Amsterdam, 6 september. Kaptein F. Baas, van Batavia in Texel binnengekomen, heeft, bij het inzeilen van Baai Fals, aan de Kaap de Goede Hoop, in goede staat gepraaid het schip SAMARANG, J. Scholtijs, met Zijner Majesteits troepen, naar Batavia gedestineerd.
RC 170918
Amsterdam, 15 september. Volgens een brief van de Kaap de Goede Hoop, van den 5 juli, zou het schip SAMARANG, kaptein J. Scholtijs, binnen enige dagen uit de Baai Fals de reis naar Batavia vervolgen.
RC 221018
Londen, 16 oktober. Den 19 juli is van de Kaap de Goede Hoop vertrokken het schip SAMARANG, Scholtijs, van Amsterdam naar Batavia.
RC 291218
Amsterdam, 27 december. Kaptein F. Sipkes, CORNELIA (opm: fregat), in 105 dagen van Batavia in Texel binnengekomen, is den 9 september van Batavia vertrokken en heeft die dag, tussen Qutang-Java en Middelburg, in goede staat gepraaid het Deense schip de INDISCHE PAKET, naar Batavia stevenende, en des avonds tussen de Kleine Combuis en Qutang-Java gezien een Nederlands schip, voerende een witte vlag, met een grote zwarte 4, zonder twijfel het schip SAMARANG, kapt. Jan Scholtijs, van Amsterdam naar Batavia.
1819
RC 021219
Amsterdam, 30 november. Te Batavia lag den 17 juli Zijner Majesteits oorlogsschip NASSAU, als mede de Nederlandsche schepen, SAMARANG, J. Scholtijs;
RC 041219
Amsterdam, 2 december. In het laatste helft van juli zouden van Batavia vertrekken de schepen SAMARANG, kapt J. Scholtijs, WATERLOO, kapt. D. Hensken, BRUTUS, kapt. Downing, en JONES, kapt. Gooddarij, naar Amsterdam, en LORD WELLINGTON, kapt. Harris, naar Rotterdam.
RC 281219
Amsterdam, 26 december. In een brief van de Kaap-de-Goede-Hoop, van de 11 tot den 22 oktober, wordt gemeld, dat den 18 dito was aangekomen het schip (opm: bark) WATERLOO, kapt. D. Hensken, van Batavia naar Amsterdam; hetzelve had den 18 augustus Batavia verlaten; drie dagen na kapitein Hensken zou van Batavia zeilen het schip SAMARANG, kapt. J. Scholtijs, naar Amsterdam,
1820
RC 030220
Amsterdam, 1 februari. Volgens de laatste brieven van de Kaap de Goede Hoop was het schip WILLEM DE EERSTE (opm: hoeker WILLEM DEN EERSTEN), kapt. Jan Abes, van Batavia naar Amsterdam gedestineerd, met deszelfs lading, den 3 en 4 november 1819, in de Baai Fals (opm: False Bay) publiek verkocht. (opm: zie o.a. BC 080120 en RC 220120) Het schip SAMARANG, kapt Jan Scholtijs, mede van Batavia naar Amsterdam, was den 4 november uit de Baai Fals gezeild, doch dezelfde dag, uit hoofde van tegenwind, teruggekomen.
RC 190220
Amsterdam, 17 februari. Kapitein Jan Scholtijs, voerende het schip SAMARANG, van Batavia den 10 februari in Texel binnen, rapporteert, dat hij van Kaap de Goede Hoop tot door de Linie (opm: evenaar) goed weer heeft gehad, doch van de Azorische Eilanden (opm: Azoren) tot in het Kanaal met aanhoudende stormen en orkaanbuijen heeft moeten worstelen, waardoor hij veel verlies van zeilen en schade aan het tuig geleden heeft; ook is het bovenschip door de werking vrij wat ontzet, waarom hij vreest, dat de tussendekslading beschadigd zal zijn. Voorts heeft gemelde kapitein Scholtijs den 9 december 1819, op 5º10’ N.B. en 22º W.L. gepraaid het schip l’AUGUSTE, van Gent, kapt. Arij Bezemer, den 13 november 1819 met troepen uit Texel naar Batavia gezeild; alles was aan boord in de volmaaktste welstand.
8 november 1820 een nieuwe zeebrief en Turkse Pas aangevraagd door J. Preijer, Amsterdam voor de FREDRIK HENDRIK onder kapt. Coenraad Brandligt; bestemming Batavia. De TP werd op 31.05.1822 door de Ontvanger vanuit Antwerpen geretourneerd, de zeebrief volgde op 3.12.1822.
1821
BC 070721
Schepen liggende ter rede van Batavia: Zr.Ms. wachtschip TROMP; brik IRENE; schepen CORNELIA, CORNELIA SARA, AURORA, FLORA, JAN EN CORNELIS, MARGARETHA, JOHANNA MARIA, FREDRIK HENDRIK,
RC 210721
Rotterdam, 20 juli. Uittreksel uit de Lloyd’s List van den 17 juli: Den 23 april is van Kaap de Goede Hoop vertrokken het schip FREDERICK HENDRICK, Brandlight (opm: fregat FREDRIK HENDRIK, kapt. C. Brandligt).
1822
RC 160322
Rotterdam, 15 maart. Met Bataviasche berichten, tot den 24 november 1821 heeft men de volgende berichten ontvangen: Te Batavia liggen ter rede Zr.Ms. wachtschip TROMP, kanonneerboot No. 2, FREDRIK HENDRIK,
RC 250422
Amsterdam, 23 april. Bij Kaap de Goede Hoop zijn gearriveerd C. Brandligt (opm: fregat FREDRIK HENDRIK), van Batavia naar Amsterdam,
RC 020522
Amsterdam, 30 april. Sedert onze laatste is in Texel binnengekomen C. Brandligt (opm: fregat FREDRIK HENDRIK), van Batavia; dezelve is bij het binnenkomen in het gat bij Kaap Hoofd aan de grond gezeild, doch met assistentie weder in vlot water en in het Nieuwe Diep gekomen. (opm: zie RC 141122)
RC 141122
Advertentie. R. Hoijman, T. van Olivier, J.E. Lublink, G.J. Roland Holst, A. van der Sluijs en J. Boelen, makelaars, zullen, op maandag den 18 november 1822, des avonds te zes uren, te Amsterdam, in het Nieuwezijds Heeren-Logement, op de Haarlemmerdijk, verkopen: een extraordinair welbezeild nieuw-gekoperd Fregatschip, genaamd FREDRIK HENDRIK, gevoerd door kapt. C. Brandlicht (opm: C. Brandligt); lang 32 ellen 85 duimen, wijd 8 ellen 8 duimen, hol 3 ellen 76 duimen, het verdek hoog aan boord 1 el 98 duimen (opm: 32,85 x 8,08 x 3,76 / 1,98 m.); alles Nederlandse maat; zijnde Amsterdamse maat lang 116 voeten, wijd 28 voeten 6 duimen, hol 13 voeten 2 duimen, het verdek 7 voeten; breder bij de inventaris en berigt bij de bovengenoemde makelaars.
1823
1 december 1823 een nieuwe zeebrief, aangevraagd door P. van den Broecke, Amsterdam, voor de JOHANNA (156 ton of last), kapt. F. Groen; de retourzending van de zeebrief 01.12.1823 dateert van 11.06.1825, onder vermelding ‘schip verkocht’. Koper werd Coenraad Brandligt, die het schip waarop hij 1820-1822 had gevaren nu zelf kocht en het de oude naam FREDERIK HENDRIK moet hebben teruggegeven. De uitgifte van de zeebrief voor kapt. P. Zink is niet gevonden, maar de FREDERIK HENDRIK was onder kapt. Zink in augustus 1825 wel van Amsterdam naar Rio de Janeiro vertrokken. De zeebrief van kapt. Peter Zink van de FREDERIK HENDRIK werd 05.10.1826 geretourneerd; het schip was 21 september 1826 verkocht
1824
RC 170624
Door een passagier, den 27 april met het schip JOHANNA, kapt. F. Groen, van Suriname vertrokken, welke den 6 juni gezegde bodem op de hoogte van Portsmouth verlaten heeft en te Amsterdam aangekomen is, heeft men bericht, dat destijds mede op die hoogte waren de schepen ZORGVULDIGHEID, kapt. J. Hulsen, VRIENDSCHAP, kapt. J.K. de Jong, MARGARETHA JOHANNA, kapt. K. Jansen, en WILLEM DE EERSTE, kapt. J. Johannesen, insgelijks van Suriname naar Amsterdam.
1825
AC 240825
Door Alkmaar zijn langs het Noord-Hollandsche Kanaal gepasseerd: Den 16 augustus de FREDRIK HENDRIK, kapt. P. Zink, van Amsterdam naar Rio de Janeiro;
1826
RC 090326
Amsterdam, 7 maart. Volgens brief van kapt. P. Zink, voerende het schip FREDRIK HENDRIK, in dato Rio de Janeiro den 20 december, was hij aldaar den 8 november gearriveerd, had zijn 354 passagiers alle gezond en wel tevreden ontscheept en lag nu in lading naar Antwerpen.
DC 200626
Vlissingen, 10 juni. Van den 7 dezer tot heden zijn voor Antwerpen bestemd op onze rede aangekomen: FREDERIK HENDRIK, kapt. P. Zink met stukgoederen, van Rio de Janeiro;
1827
7 september 1827 een nieuwe zeebrief en TP, aangevraagd door J. Outshoorn Antwerpen voor de OTHELLO onder J.K. Nieschwager; deze werd in januari 1829 geretourneerd met de opmerking ‘schip buiten staat langer te varen’
1828
JC 010328
Batavia, 27 februari. Heden arriveerde alhier het schip OTHELLO, kapt. J.C. Nieschwager, met Zr.Ms. troepen, den 18 oktober vertrokken van Antwerpen.
JC 010428
De schepen CORNELIA HENRICA, kapt. Sipkes, en OTHELLO, kapt. Nieschwager, zijn ten anker onder de Zutphense eilanden.
RC 180928
Rotterdam, 17 september. Te Antwerpen zijn gearriveerd OTHELLO, kapt. Nieuwezwager (opm: fregat, thuishaven Antwerpen, kapt. J.K. Nieschwager; na lossing werd het schip afgekeurd, de zeebrief werd op 31.1.1829 teruggezonden onder vermelding ‘schip buiten staat langer te varen’, van Batavia;