Familiegegevens en opleiding
Jan Gerrits Mulder werd geboren te Groningen in een schip liggende in de Noorderhaven op 12 april 1844 als zoon van Gerrit Harms Mulder en Grietje Jans Prins. Jan was de broer van Johan Gerrits Mulder en Harmen Gerrits Mulder en de zwager van Jacob Geerts Kramer en Jacob Kramer.(zie aldaar).
Jan trouwde te Delfzijl op 10 maart 187, als zeeman met Maria Jans Korte, geboren te Delfzijl op 26 juli 1848 als dochter van de schipper Jan Korte en Petronella Houwerzijl. Maria Korte overleed te Groningen op 03 maart 1877 vier dagen na de geboorte van een levenloze dochter.
Jan hertrouwde op 06 maart 1879 als schipper met Agatha Kramer, geboren te Groningen op 03 december 1848 als dochter van buitenschipper Roelf Wanders, zich noemende Kramer, en Fennechiena de Vries. Agatha overleed te Groningen op 25 oktober 1927
Jan overleed te Brake op 28 februari 1913 tengevolge van een bloedvergiftiging en werd te Groningen op de Zuider Begraafplaats begraven.
In Burgerlijke Stand akten uit de provincie Groningen wordt Jan vermeld als zeeman in 1873, als schipper/scheepskapitein in 1879, 1881, 1882, 1883, 1884, als binnenschippers in 1885, als zeeman in 1885, als scheepskapitein in 1887, 1888 en zonder beroep in 1906, 1908, 1911, 1912.
Jan Mulder kreeg op zestigjarige leeftijd op 18 mei 1904 nog zijn diploma Eerste Stuurman voor de Groote Zeilvaart. “Hij behoefde hiervoor geen examen af te leggen, maar verkreeg dit diploma omdat hij als stuurman/kapitein op zeilschepen groter dan 100 BRT had gevaren. …”
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
J.G.Mulder was lid van het Veendammer zeemanscollege “Maatschappij tot Nut der Zeevaart.” met vlagnumme 54 in de periode 1873 t/m 1893.
Jan Mulder was effectief lid van het Groninger zeemanscollege “De Groninger Eendracht” met vlagnummer 30 in de 1887
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
Geen
De schepen van de kapitein
Bouma025 vermeldt J. G. Mulder als gezagvoerder gedurende:
* 1872 t/m 1875 van de 1-mastkof “Margaretha”, gebouwd in 1871 te Martenshoek, 60 ton o.m., varend voor de wed. G.J.Mulder-Prins te Veendam;
* 1876 t/m 1891 van de 1-mastkof “Maria”, gebouwd in 1875 nij W.G.Bodewes te Martenshoek, 84 ton o.m., varend als kapitein/eigenaar vanuit Veendam. Het schip werd in 1891 verkocht naar Duitsland;
* 1893 t/m 1897 van de ijzeren 2-mastchoener “Agatha”, gebouwd in 1892 op de werf van de Fa. Niestern en Te Velde te Martenshoek, 122 ton n.m., varend als kapitein/eigenaar vanuit Veendam;
* 1900 t/m 1906 op de stalen 3-mastschoener “Oceaan” ex Nina, gebouwd in 1899 bij de Gebr. G.& H.Bodewes te Martenshoek, 169 ton n.m. varend als kapitein/eigenaar vanuit Groningen.
In een Naamlijst van Leden van het Veendammer zeemanscollege in 1880 aanwezig in het Veenkoloniaal Museum te Veendam staat J.G.Mulder als gezagvoerder van de “Maria” met vlagnummer 54.
De collectie monsterrollen op het Noordelijk Scheepvaartmuseum te Groningen vermeldt:
12 februari 1859, tjalk “Goede Verwachting”, schipper Gerrit Harms Mulder, kok Jan Gerrits Mulder 14 jaar uit Veendam.
Uit Mulder083:
“ 'Margritha' koftjalk, b.j. Martenshoek 1/1871 (pag 471), eig 1871-2/1881 wed. G.J.Mulder-Prins te Vd, schipper 1871-1874 J.G. Mulder te Vd, B.G. Mulder te Vd schipper 1875-1887 en vanaf 2/1881 tot 3/1887 ook eigenaar. Naam wordt vanaf 1887 als 'Margretha' geschreven.”
'Maria' kofschip b.j. Martenshoek 1875, K/E 5/1875-1891, 1891 verkocht aan J.M. Garms te Blankenese, Dld, 1903 uit de vaart.
“ 'Agatha' 2m schoener b.j. 1892. K/E 5/1892-11/1898 J.G. Mulder te Vd (na 1887 te Gn); 12/1898-7/1916, toen verkocht naar Noorwegen.”
'Oceaan' 3m. schoener, b.j. 1899, Eig 1899-1906 J.G. Mulder te Gn, K 1899-1902 J.G.Mulder, 1902-1915 G. Mulder JGzn te Gn; eig 1906-1915 G. Mulder JGzn; 5/1915 in Bristol Kanaal gezonken na aanvaring
Overige bijzonderheden
De navolgende gegevens zijn een verkorte vorm van een uitgebreide beschrijving in “De Schippers Mulder hun schepen en hun stamboom” door G.J.Mulder, uitg.Pirola, mei 2002, 239 pp.
Zie vooral deze uitgebreide beschrijving in hoofdstuk 11 van het boek!!
Jan leerde het zeemansvak aan boord van de tjalk “Goede Verwachting” bij zijn vader. Op 12 februari 1859 monsterde hij in Veendam aan als kok voor een reisje naar Hamburg. In 1870 stond Jan te Veendam nog ingeschreven als schippersknecht. In 1871 werd hij schipper op het schip de “Margritha” van zijn moeder en bleef dat tot 1875 toen zijn broer Berent Gerrits het gezag overnam
Op 14 mei 1875 werd hij in het kadaster teboekgesteld als eigenaar van de eenmast kof “Maria”. Zijn vaargebied waren de Noordzee en Oostzee. Vanwege teruglopende vrachten kwam Jan in behoorlijk fianciële moeilijkheden. Maar on de loop van de tachtiger jaren ging het beter. In 1891 verkocht hij zijn schip naar Duitsland.
In mei 1892 kreeg hij een nieuwe tweemastgaffelschoener “Agatha”. In 1898 verkocht hij het schip aan zijn schoonzoon Roelf Buisman. Daarna kocht hij de driemastgaffelschoener “Oceaan”. In het artikel van Mulder staat een foto van het schip. In 1902 volgde zijn oudste zoon Gerrit hem op als kapitein en werd hij voortaan in Lloyd aangeduid als manager. Op 8 februari 1906 verkocht hij het schip aan zijn zoon.
In 1907 kocht Jan de ijzeren driemastgaffelschoener “Nina”, die hij omdoopte in “Pacific”. Hij voer aanvankelijk als kapitein maar in 1909 volgde zijn tweede zoon Roelf hem op. In 1912 werd schoonzoon Meerten Hindriks te Delfzijl de nieuwe kapitein. Na de dood van Jan werd Meerten de eigenaar
Een foto van het schip “Oceaan” is op p.50 afgebeeld in Groninger Scheepvaart en Scheepsbouw vanaf 1600 door F.Post. Uitg. Profiel te Bedum, 1997, 220 pp.
Onderschrift van de foto is: “De driemastgaffelschoener Oceaan van G.Mulder te Groningen was een van de eerste schepen die het Noordelijk Assurantie- en Scheepvaartkantoor Groningen, NASK, verzekerde. De 198 brt metende Oceaan werd gebouwd op de werf van de Gebr. G.en H.Bodewes te Martenshoek. Het schip kwam in 1899 in de vaart.”
Familiegegevens en opleiding
Roelf Buisman werd geboren te Groningen op 02 augustus 1869 als zoon van Jan Jans Buisman en Jantien Pieters Wanders.
Hij trouwde op 01 december 1898 met Grietje Mulder, geboren te Bremen op 22 september 1875 als dochter van Jan Gerits Mulder en Maria Jans Kort. Grietje overleed te Groningen op 26 februari 1953.
Roelf overleed te Groningen op 03 november 1956.
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
R,J. Buisman was effectief lid van het Groninger zeemanscollege “De Groninger Eendragt” met vlaggnummer 10 in de periode 1896 t/m 1897 en met vlagnummer 30 in de periode 1900 t/m 1920 (en wellicht later)
Opmerkingen in verband met Zeemanscollege(s)
Geen
De schepen van de kapitein
Bouma025 vermeldt R.Buisman als gezagvoerder gedurende
-
1895 van de tjalk "Martenshoek I", gebouwd in 1892 bij B. Niestern te Martenshoek.
-
1898 van de ijzeren 2/m sch. “Agatha”, gebouwd in 1892 te Martenshoek, 122 ton n.m., varend als kapitein/eigenaar vanuit Groningen.
Mulder082 vermeldt Roelf Buisman als gezagvoerder van de schoener “Agatha” van 1898 - 1916.
In ledenlijsten van de Groninger Eendragt in de Amsterdamsche Almanak voor Koophandel en Zeevaart wordt als schip genoemd de “Agatha”
Overige bijzonderheden
De navolgende gegevens zijn een verkorte vorm van een uitgebreide beschrijving in “De Schippers Mulder hun schepen en hun stamboom” door G.J.Mulder, uitg.Pirola, mei 2002, 239 pp.
Roelfs eerste commando op een schip was op de houten tjalk “Noordzee” van B.Niestern uit Martenshoek., (Opm.: Dit was niet de tjalk Noordzee, maar de tjalk "Martenshoek I", geb. in 1892 bij Niestern in Martenshoek)
In december 1895 was hij met dit schip met een lading kolen onderweg van Schotland naar Denemarken. Op 07 december 1895 strandde het in de buurt van Bovenbergen in Jutland. het schip ging verloren, de bemanning bereikte de wal.
Op 23 november 1898 kocht hij van zijn schoonvader Jan Gerrits Mulder de schoener “Agatha”. Zijn vaargebied was vnl Groot Brittanië, Noorwegen en de Oostzee en incidenteel Noord-Afrika. Hij verkocht het schip in 1916.
In Mulder083 staat een afbeelding van dit schip, in particulier bezit.
Nieuwsblad v.h. Noorden 10-12-1895
ZEETIJDINGEN. Londen, 7 dec. De Ned. tjalk MARTENSHOEK, schipper Buisman, met kolen van Alloa naar Struer, is bij Lemvig gestrand. Schip en lading zijn totaal verloren.
Scheepvaart 11-12-1895
7 dec. De Ned. tjalk MARTENSHOEK I, schipper Buisman, met kolen van Alloa naar Struer, is hedenmorgen ongeveer een mijl benoorden hier bij Lilleöre gestrand. Het schip liep zo hoog op dat de uit twee man bestaande bemanning droogvoets van boord kon gaan. De derde man, de kok, was reeds 2 december overboord geslagen en verdronken. De tjalk is totaal wrak.