1813
Op 21-12-1813 wordt voor de CORNELIA LUCIA door Adrianus de Jongh uit Maassluis een zeebrief aangevraagd voor Jacob Altena.
RC december 1813
Naar Belfast: Het Hollands Hoekerschip CORNELIA LUCIA, kaptein Jacob Altens.
1814
RC 260514
Te Rotterdam ligt in lading: Naar Lissabon, het Hollands schip CORNELIA LUCIA, Kapitein Jacob Altena.
RC 271214
Rotterdam, 26 december. Gisteren, na posttijd, zeilde uit de Maas naar zee de CORNELIA LUCIA, J. Altena, naar Newry.
1815
RC 160915
Rotterdam, 15 september. Gisteren, na posttijd, arriveerde te Maassluis de CORNELIA LUCIA, J. Altona, van Bergen.
RC 041115
Te Rotterdam ligt in lading: Naar Liverpool, het Hollands hoekerschip CORNELIA LUCIA, Kapitein Jacob Altena, om den 10 November te vertrekken.
RC 111115
Te Rotterdam ligt in lading: Naar Liverpool, het Hollands hoekerschip CORNELIA LUCIA, Kapitein Jacob Altena, ligt gereed om te vertrekken.
1816
RC 070316
Rotterdam, 6 maart. Den 4, des namiddags, arriveerden te Helvoetsluis Kapt. Macdonough, met brieven van den 3 dezer, van Harwich; CORNELIA LUCIA, J. Altena, van Liverpool.
RC 160416
Te Rotterdam ligt in lading: Naar Liverpool, het Hollands schip CORNELIA LUCIA, Kapitein Jacob Altena.
RC 070516
Te Rotterdam ligt in lading: Naar Liverpool, het Hollands schip CORNELIA LUCIA, Kapitein Jacob Altena.
Op 24-12-1816 wordt voor de CORNELIA LUCIA door Adrianus de Jongh uit Maassluis een zeebrief aangevraagd voor Jacob Altena.
1817
RC 300117
Rotterdam, 29 januari. Den 28, des morgens, zeilden van Helvoetsluis de schepen, Eleunon, J. Elsdon, naar Antwerpen; Zeelust, A. van der Linden, naar Smirna; de Goede Verwagting, Q. S. Stoffels, en CORNELIA LUCIA, J. Altona, naar Liverpool.
RC 220217
Arrivementen: te Liverpool Keir van Amsterdam, de Nederlandsche Kroonprins en CORNELIA LUCIA van Rotterdam.
1818
Op 15-08-1818 wordt voor de CORNELIA LUCIA door Adrianus de Jongh uit Maassluis een Turkse pas aangevraagd voor Jacob Altena.
RC 081218
Te Rotterdam ligt in lading: Naar Newry, het Nederlandsch hoekerschip CORNELIA LUCIA, Kapitein Jacob Altena. Adres bij D. Burger en Zoonen.
1820
RC 060120
Te Rotterdam ligt in lading: Naar Newry, het Nederlandsch hoekerschip CORNELIA LUCIA, Kapitein Jacob Altona. Adres bij D. Burger en Zoon. Te Rotterdam
Op 10-01-1820 wordt voor de CORNELIA LUCIA door Adrianus de Jongh uit Maassluis een zeebrief aangevraagd voor Jacob Altena.
Op 11-08-1820 wordt voor de CORNELIA LUCIA door Adrianus de Jongh uit Maassluis een Turkse pas aangevraagd voor Jacob Altena.
RC 071120
Rotterdam, 6 november. Den 3, des namiddags, zeilde van Helvoetsluls kapitein Hammond, met de brieven van den 1, naar Harwich en arriveerde CORNELIA LUCIA, J. Altona , van Faro
1821
Op 01-08-1821 wordt voor de CORNELIA LUCIA door Adrianus de Jongh uit Maassluis een zeebrief aangevraagd voor Jacob Altena.
RC 070821
Te Rotterdam in lading liggende schepen naar: Marseille: het Galjootschip JONGE HENDRIKA, kapt. Maarten Schaap. Idem: het Hoekerschip CORNELIA LUCIA, kapt. Jacob Altena, om den 11 te vertrekken.
RC 210821
Rotterdam, 20 augustus.
Den 20 zeilden uit de Maas de EARL OF CLANCARTY, F.F. Gibbs, en THREE SISTERS, W. Frost, naar Londen; de NEERLANDS KROONPRINS (opm: hoeker), A. van der Meijden, naar Malaga; de CORNELIA LUCIA, J. Altona, naar Marseille.
1822
RC 310122
Rotterdam, 30 januari. Den 29 arriveerde in Helvoetsluis CORNELIA LUCIA, J. Altona, van Cette (opm: Sète).
RC 280222
Te Rotterdam in lading liggende schepen naar: Marseille: het schip CORNELIA LUCIA, kapt. Jacob Altena.
Op 06-03-1822 wordt voor de CORNELIA LUCIA door Adrianus de Jongh uit Maassluis een zeebrief aangevraagd voor Jacob Altena.
RC 090422
Rotterdam, 8 april. Den 8 april zeilde van Hellevoetsluis de CORNELIA LUCIA, J. Altona, naar Lissabon.
RC 110622
Rotterdam, 10 juni. Den 11 juni arriveerde de CORNELIA LUCIA, J. Altona, van Lissabon.
RC 021122
Te Rotterdam in lading liggende schepen naar: Marseille: het schip ZORG EN VLIJT, kapt. Johannes Bornet.
Idem: het Hoekerschip CORNELIA LUCIA, kapt. Jacob Altena.
Op 16-11-1822 wordt voor de CORNELIA LUCIA door Adrianus de Jongh uit Maassluis een Turkse pas aangevraagd voor Jacob Altena.
RC 171222
Rotterdam, 16 december. Den 13 dezer zeilden van Helvoetsluis Zr.Ms. korvet van oorlog EENDRAGT, kapitein Schroder, en VREDE EN VRIENDSCHAP, K. Nieuveen (opm: driemaster, kapt. Klaas Nieveen) naar Surinamen; OROMASE, E. van der Zweep (opm: brik OROMAZE, thuishaven Oostende, kapt. E. van der Sweep) naar Brazilië; WILHELMINA (opm: fregat), W. Verloop, MARIA HILLEGONDA (opm: fregat MARY EN HILLEGONDA), H. Glazener en WILLEM (opm: fregat), P. van Vliet, naar Batavia; VERWISSELING, A. Schaaf (opm: hoeker, kapt. A. Schaaff), naar Lissabon; de HOOP (opm: hoeker), H. van der Kolff, naar Nantes; de VROUW PETRONELLA (opm: kof), M. Muller, naar Newry, en CORNELIA LUCIA (opm: hoeker), J. Altona, naar Marseille
1823
PGC 030623
Bij Lloyd’s is de tijding ontvangen, dat de schepen CORNELIA LUCIA JACOBUS, kapt. Altena (opm: hoeker CORNELIA LUCIA, kapt. Jacob Altena), van Cette (opm: Sète) naar Stettin (opm: Szczecin), MARIA CATHARINA, kapt. S. Jacobus Dijr (opm: hoeker, kapt. F.J. van Dijk, zie RC 100723 en AC 060823), van Cette naar Rotterdam en Amsterdam, en VERWACHTING, kapt. J.H. Diggelaar, van Cette naar Hamburg, de twee eersten varende onder Hollandse en het laatste onder Hannoverse vlag, door een Spaanse kaper genomen, en te Algeciras opgebragt zijn, waar hun aanhouding door de rechter van het prijshof goedgekeurd is, op grond, dat zij uit een Franse haven vertrokken waren, niettegenstaande de aan boord zijnde goederen neutraal eigendom schijnen te zijn (opm: zie verder RC 170623 en DC 070823).
RC 170623
Rotterdam, 16 juni. Uittreksel uit de Lloyd’s Lijst van den 13 juni: De lading van het Nederlands schip CORNELIA LUCIA, kapt. Altena, van Cette naar Stettin, hetwelk in het begin van de oorlog genomen en te Algeciras opgebracht was (opm: zie PGC 030623 en DC 170823), is verbeurd verklaard, doch de vracht moet betaald worden.
RC 100723
Amsterdam, 8 juli. Kapt. A. Sluijk, voerende het schip de JUFVROUW SARA (opm: smak JONGE JUFVROUW SARA), van Hyères, meldt uit de baai van Gibraltar, van den 4 juni, dat hij den 20 mei van Hyères gezeild en den 31 in het nauw van de Straat gekomen was. Aldaar met nog vier koopvaarders ronddrijvende, kreeg hij den 1 juni des ochtends drie Spaanse kapers aan boord, die zeiden, dat zij alle schepen, uit Franse havens komende, opbrachten. Zij lieten hem echter varen, het zij dat zij onkundig waren, dat Hyères een Franse haven was, of dat zij het niet mogelijk oordeelden hem uithoofde van stilte en stroom te Kadix op te brengen. Deze kapers hadden op sleeptouw een door hen genomen Nederlandse smak, gevoerd door kapt. H. de Jong, met welke zij koers hielden naar de Spaanse kust. Kapt. Sluijk des middags nog vier of vijf kapers in het gezicht krijgende, zette het met de nog bij hem zijnde koopvaarders naar Gibraltar, en kreeg onder Oud Gibraltar te zien Zijner Majesteits oorlogsbrik DE GIER, die hen tegemoet zeilde en tot onder het geschut van Zijner Majesteits oorlogschip WASSENAAR geleidde, welke laatste de bovengenoemde genomen smak van kapt. de Jong hernomen had, alsmede het Nederlands schip MARIA KATARINA (opm: hoeker MARIA CATHARINA), kapt. F.J. Dijk, van Cette naar Rotterdam, hetwelk aldaar mede opgebracht was, zoals ook het Nederlands schip KORNELIA LUCIA (opm: hoeker CORNELIA LUCIA), kapt. J. Altena, welks lading geheel gelost was. Ook lagen daar nog 5 of 6 buitenlandse schepen, mede door Spaanse kapers opgebracht. Kapt. Sluijk zich dadelijk bij de Nederlandse schout-bij-nacht Ruijsch om konvooi vervoegd hebbende, is vervolgens, op verzekering van Zijne Excellentie, dat dagelijks konvooi uit de Middellandse Zee verwacht werd, naar Gibraltar gezeild en zoude nu aldaar tot de aankomst van het konvooi blijven liggen (opm: zie ook RC 050723).
DC 070823
Brielle, 1 augustus.
Den 4 augustus. Gisteren na posttijd arriveerde uit zee CORNELIA LUCIA (opm: hoeker, zie ook RC 100723), kapt. J. Altena, van Algeciras; dezelve rapporteert dat hij 22 juli, des avonds ten 6 ure, op 41 gr. 33 min breedte en 00 gr. 46 min. lengte van de piek van Teneriffe afscheid genomen heeft van de kapt. luitenant E. Lucas, voerende Zr.Ms. brik DE COURIER, hebbende nog drie schepen onder deszelfs konvooi.(opm: in de cartografie namen verschillende landen successievelijk het voortouw: Frankrijk werkte met de meridiaan van Parijs, Spanje met die van Teneriffe, Nederland werkt nationaal nog steeds met de meridiaan van Amersfoort, maar door hun wereldrijk in de Victoriaanse tijd – met bijbehorende grote cartografische inspanningen – won Engeland uiteindelijk het pleit met de ‘0-Meridiaan’ van Greenwich)
Op 23-10-1823 wordt voor de VRIENDSCHAP door van Rossem, van Oordt & Co. te Rotterdam een zeebrief aangevraagd voor J.E. de Jong
DC 021123
Brielle Den 30 dito VRIENDSCHAP (opm: hoeker), kapt. J.E. de Jong, naar Belfast.
DC 111223
Brielle, 8 december. Gisterenavond arriveerden uit zee VRIENDSCHAP (opm: hoeker), kapt. J.E. de Jong, van Londonderry
DC 301223
Hellevoetsluis, 27 december VRIENDSCHAP (opm: hoeker), kapt. J.E. de Jong, naar Gibraltar. De wind Z.
1824
RC 240424
Openbare verkoping, op woensdag den 23 april 1824, des morgens te 10 uren, in de Schans, te Maassluis, van een hoekerschip voor sleet, mast, rondhout, ankers, zeilen, kabels en ander touwwerk en, verdere scheepsgoederen. Nadere informatie ten kantore van den Notaris van der Lelij, aldaar.
Op 17-06-1824 wordt de zeebrief van de VRIENDSCHAP, kapt. J.E. de Jong door de Inspectie te Rotterdam teruggezonden, zonder opgave van reden.