Kronieken
1814
Op 17-02-1814 wordt voor de VROUW ANNAGINA door kapt. Jan Jans Boon uit Veendam een zeebrief aangevraagd voor hemzelf.
1815
OHC19011815
Te Antwerpen kapt. J.J. Boon van Londen.
OHC20061815
Den 13 dito is te Terschelling niets gepasseerd;
gisteren avond na posttijd binnen H. R. Arrenholt en J. J. Boon van Memel
LCO26071815
‘t vlie Uitgezeild
J. J Boon vrouw Annegina , naar de Oostzee
LCO07081815
Te Rendsburg
J. J. Boon, van Amsterdam ,naar de Oostzee
RC23091815
Den 20, des namiddags, arriveerden in de Maas de Schepen deVrouw Anna Gesina, (opm: VROUW ANNAGINA) J. J. Boon, van Dantzig;
RC21111815
de Vrouw Annegina, J.J. Boon, en de Vrouw Antje, T. Tiereman, naar Boulogne
RC02121815
en des namiddags arriveerden de vrouw annagina, J. J. Boon, en de Vrouw Antje, T. Vreeseman, van Boulogne.
OHC07121815
Te Briele zijn binnengekomen
en J. J. Boon van Boulogne
1816
Op 09-03-1816 wordt voor de VROUW ANNAGINA door kapt. Jan Jans Boon uit Veendam een zeebrief aangevraagd voor hemzelf.
RC23031816
Heden zeilden uit de Maas; de Vrouw Annagina, J. J. Boon
RC11051816
Den 8, na posttijd, arriveerden in de Maas de Schepen de Jonge MarinA, G. H. Nieten, van Oleron; de Vrouw Allegina, (opm: VROUW ANNAGINA) J. J. Boon, van Wismar
RC28051816
Uit de Maas gezeild
de Vrouw Annagina, J.J. .Boon, en de Jonge Roelof, L. R. Roelfsema, naar Elseneur
LCO14061816
te Rendsburg
J. J. Boon , van Schiedam
LCO06111816
In het Vlie is binnengekomen
J. J. Boon Vrouw Geerdina (opm: VROUW ANNAGINA), van Kiel.
RC09111816
’t Vlie uitgezeild
C. van der Veer naar Londen en J. J. Boon naar Antwerpen.
1817
RC01021817
Maas uitgezeild
J. J. Boon naar Carthagena (opm:Kof DE DAGERAAD kapt. Johannes Jans Boon)
RC18031817
Den 15 zeilde uit de Maas
de Vrouw Annagina, J. J. Boon, naar Boulogne
RC10041817
Maas, uitgezeild
de Vrouw Annagina, J. J. Boon, naar Hamburg
OHC24041817
te Carthagena J.J. Boon van Amsterdam, laatst van Dartmouth(opm:Kof DE DAGERAAD kapt. Johannes Jans Boon)en zijn uitgezeild J. J. Boon (opm: smak de VROUW ANNAGINA kapt Jan Jans Boon) naar Hamburg
RC28061817
Te Rendsburg, J.J. Boon van Amsterdam
RC20091817
Den 17, na posttijd, zeilden uit de Maas de Schepen de Vrouw Geertruida, R. Pronk, naar Faro ; de Vrouw Annagina, J. J. Boon, naar Sandwich
RC04101817
Te Helvoetsluis
en den 2, des morgens, arriveerde de Vrouw Annagina, J. J. Boon , van Sandwich.
1818
OHC23041818
Te Brielle zijn binnen gekomen H. de Reus van Londen, P. H. de Best van Duinkerken. J. J. Boon van Grimsby
Op 04-05-1818 wordt voor de VROUW ANNAGINA door kapt. Jan Jans Boon uit Veendam een zeebrief aangevraagd voor hemzelf.
RC05051818
Uit de Maas
Den 3 des morgens, de Vrouw Elisabeth, M. van der Putten, naar Duinkerken; de Bina SUSANNA W. D. Kleininga, en de Vrouw Annagina, J. J. Boon, naar Londen
RC06061818
Den 4, na posttijd, arriveerden in de Maas de schepen de Vrouw Neeltje, G. van der Borden, van Porto Rico; de Vrouw Annagina, J. J. Boon, en de Vriendschap, C. W. Slof; van Londen
RC04071818
Helvoetsluis
Den 2, des morgens, DE EERSTE HARING-JAGER , met veertien Ton Haring; voorts zeilden de Vrouw ANNAGINA, J. J. Boon , naar Plymouth;
RC01081818
Maas, uitgezeild
den 30 des morgens, de Vrouw Annagina, J. J. Boon, en de Vrouw Gezina, J. L. Vos, naar Londen
RC27081818
Arriveerden in de Maas
de Vrouw Teunegina (opm: VROUW ANNAGINA) ,J. J. Boon; de Onderneming, R. Hakker,en de jonge Hendrik, J. H. Groot, van Londen.
RC29091818
Den 25 , na posttijd , arriveerde in de Maas het schip de Vrouw Ikina, S. K. Vegter, van Hamburg; den 27 zeilden de Zeelust, G. A Wieringa, en de Vrouw Annagina, J. J. Boon, naar Hull.
PGC 081218
Ten overstaan van de griffier J. Veenhoven, Hz. zal op woensdag 23 december 1818, des namiddags precies te 2 uren, ten huize van de kastelein J. van Dijken, publiek worden verkocht: een Smakschip, groot ongeveer 46 roggelasten, met zeilen, ankers, touwwerk en verder opgoed, exempt (opm: uitgezonderd) het koksgereedschap, zoals door de schipper Jan Jans Boon in den jare 1809 nieuw uitgehaald en tot heden door den zelve bevaren is. Liggende in de Noorderhaven te Groningen alwaar hetzelve dagelijks kan worden bezichtigd, bij de zeilmaker W. Westerborg, aldaar.
Iemand hetzelve uit de hand willen kopen, vervoege zich inmiddels bij genoemde schipper Jan Jans Boon op de Ommelanderwijk, onder Veendam.
J. Veenhove Hz. Griffier
1819
Op 26-02-1819 wordt voor de SNELHEID door Wolter AlbertsSmit uit Veendam een zeebrief aangevraagd voor hemzelf
LC 200719
Harlingen.
Den 16 dito binnen gekomen de smakschepen de VROUW MARTHA, kapt. Dirk Klasen de Groot, de SNELHEID, kapt. Wolter A. Smid, beide met hout van Noorwegen
LC 270819
Harlingen.
Den 22 dito binnen gekomen het smakschip SNELHEID, kapt. Wolter Smid, het tjalkschip de VROUW MARGARETHA, kapt. Albert H. Stuur, beide met hout van Noorwegen
LC 310819
Harlingen.
Den 28 dito binnen gekomen de kofschepen de HERSTELLING, kapt. Jan R. Kuiper en de MARIA ELISABETH, kapt. M. Hollem, beide ledig van Amsterdam. Uitgezeild het smakschip SNELHEID, kapt. Wolter H. Smid, met ballast naar Noorwegen.
Den 29 dito uitgezeild het brikschip AMPHION, kapt. Peter Lehl, met ballast naar de Oostzee.
LC 280919
Harlingen. Den 24 september binnen gekomen de smakschepen de TWEE GEZUSTERS, kapt. D.D. Visser, ledig van Amsterdam, de VROUW CATHARINA, kapt. Jan Bruins, de VROUW CATHARINA, kapt. Arend Klaasen; de TWEE GEBROEDERS, kapt. Harm H. Hulst, CATHARINA, kapt. Harmanus Sleehuis, de VROUW MARTHA, kapt. Dirk Clasen de Groot, de tjalkschepen de SNELHEID, kapt. Wolter A. Smid, de VROUW MARGARETHA, kapt. Albert H. Stuur, de kofschepen ALIDA CLASINA, kapt. Egbert L. Tiktak, de VROUW ALIDA, kapt. Jan Klasen, alle met hout van Noorwegen.
LC 051019
Harlingen. Den 2 Oktober
Uitgezeild het smakschip de TWEE GEBROEDERS, kapt. Harm H. Hulst, het smakschip de SNELHEID, kapt. Wolter A. Smidt, het kofschip de VROUW ALIDA, kapt. Jan Klasen, het smakschip de VROUW HENDRICA, kapt. Jan Bruins, het smakschip de VROUW LAMMEGINA, kapt. Otto P. Smidt, en het smakschip de VROUW CATHARINA, kapt. Arend Klasen, alle met ballast naar Noorwegen,
LC 021119
Harlingen.
Den 30 dito binnen gekomen het kofschip MARIA VAN OLST, kapt. Johan P. Kelder, met hout van Dantzig (opm: Gdansk) en het smakschip SNELHEID, kapt. Wolter A. Smit, met hout van Noorwegen.
LC 091119
Harlingen.
Uitgezeild het smakschip SNELHEID, kapt. Wolter A. Smid, ledig naar Groningen, het galjasschip NOORDSTERN, kapt. Matthias Olsen Rod, met ballast naar Noorwegen.
1820
LC 160520
Harlingen. Den 8 mei uitgezeild de kofschepen de EENDRAGT, kapt. H.J. Korter en ALIDA CLASINA, kapt. E.L. Tiktak, beide met ballast op avontuur; de smakschepen de VROUW REINERA, kapt. B.J. Bondrager, de VROUW MARGARETHA, kapt. E. Pot; de VROUW MARTHA, kapt. D. Clazen de Groot, de VROUW MARGARETHA, kapt. G. Piebes en de SNELHEID, kapt. W.J. Smit (opm: kapt. Wolbert Alberts Smit), alle met ballast op avontuur.
DC 130620
Dordrecht, 12 juni. Aan deze stad zijn gearriveerd de schepen EENIGHEDEN, kapt. L.C. Rije, van Drammen, de DAGERAAD (opm: smak), kapt. J.A. Smit, de SNELHEID (opm: smak), kapt. W.A. Smit, beide van Drobak, en alle drie met hout, en AURORA, kapt. Carl Grün, van Memel (opm: Klaipeda), met rogge.
1821
RC 070421
Rotterdam, 6 april. Den 5 arriveerden in de Maas de schepen de PROVIDENCE, J. Lake, van Newcastle; de PROSPECT, W. Egmond, van Hull; de SNELHEID, W.A. Smith, van Londen
Op 01-05-1821 wordt voor de SNELHEID door Wolter AlbertsSmit uit Veendam een zeebrief aangevraagd voor hemzelf
RC 220521
Rotterdam, 21 mei.
Den 20 zeilden de SARAH, M. Stavely, naar Aberdeen; de PROVIDENCE, J. Laak, naar Liverpool; de CHARLOTTA, C.J. Marks, naar de Oostzee; de DOROTHEA, C. Drers, naar Crosigh (opm: vermoedelijk Le Croisic), de WAAKZAAMHEID, H.G. Luurs, naar Dublin; de PRINCE OF ORANGE, T. Musson, en de EARL BATHURST, J. Laming, naar Londen; de CATHARINA CAROLINA, J.D. Slie, en de GOEDE VERWACHTING, J.H. Fijn, naar ….; de HELENA, J.C. Kraise, en de NEPTHUNUS, J.C. Arends, naar de Oostzee; de GOEDE HOOP, C. de Vink, naar Wight; de ZES BRODREN, P.H. Erichsen, naar Faaborg; de TWEE ZUSTERS, R.R. Rabanger (opm: slecht leesbaar), en de ANNA CATHARINA, R.M. Rasmussen, naar Bandholm, de SNELHEID, A.W. Smith, naar Calais, de HABET, C. Andersen, naar Nijborg, en de MEMEL, A. Albertsen, naar de Bogt (opm: vaarwater voor Hindelopen)
1822
RC 020422
Rotterdam, 1 april. Van Ostende wordt den 20 passato (opm: 20 maart) gemeld: de smak de SNELHEID, kapt. Smit (opm: kapt. Wolter Alberts Smit), is, in de avond van den 18 dezer, gestrand, zo men zegt door onvoorzigtigheid van een loods dezer stad. De gehele lading, uit wijn en brandewijn bestaande, is met weinig schade geborgen, doch het schip niet dan met grote kosten te herstellen.
RC 191022
Rotterdam, 18 oktober. Van Vlissingen meldt men den 15:
Sedert onze laatste zijn, voor Antwerpen bestemd, alhier ter rede gekomen de VRIENDSCHAP, T. Helms, van Cette (opm: Sète); VROUW JACOBA (opm: JACOBA), A.K. de Groot, van Nantes; de VRIENDSCHAP, N. Heeres, van Londen; de HARMONIE, B.J. Wijgers, en l’ÉLISE, P. Gauthier, van de Havana; ALEXANDER, P. de la Rue, van Rio-Janeiro; de SNELHEID, W.A. Smit, en SUCCESS, W.W. Lange, van Havre-de-Grâce.
Aangenomen wordt dat het schip is gered en gerepareerd, omdat een aankoop van een vervangend schip niet gevonden is.
RC 281122
Rotterdam, 27 november.
en van Antwerpen de Schelde afgekomen en naar zee gezeild de SNELHEID, W.A. Smit.
1823
Geen scheepvaartberichten gevonden
1824
RC 070924
Rotterdam, 6 september. Den 4 arriveerden de JONGE GEERT, kapt. A.J. Boomgaard, van Christiaansand; the SOVEREIGN, kapt. W. Austin, van Shoreham; the ALERT, kapt. G. Abboth, en the TRUE BLUE, kapt. J. Curnwell, van Ipswich; the MARSHAL BLÜCHER, kapt. J. Blake, en de JAMES CHRISTINE, kapt. J. Liddle, van Londen; de SNELHEID, kapt. W.A. Smith, en de WERDINE (opm: DC schrijft DIVERDINE, waarschijnlijk buitenlander), kapt. P. Meints, beide van St. Petersburg;
Op 08-09-1824 wordt voor de SNELHEID door Wolter AlbertsSmit uit Veendam een zeebrief aangevraagd voor hemzelf
1825
Op 12-02-1825 wordt de zeebrief van de SNELHEID door het Ministerie van Buitenlandse Zaken terug gezonden met de opmerking: Schip verongelukt.