Overwegingen van het researchteam van Marhisdata:
Het is helaas niet ongebruikelijk dat over de periode vóór 1813 weinig of geen officiële documentatie over een schip wordt gevonden De belangrijkste zijn een bijlbrief of koopcontract. Online gevonden contemporaine kranten en soms monsterrollen moeten dit gebrek zo veel mogelijk compenseren, zoals bij de VROUW GEELTJE.
Allereerst speelt de vraag of de VROUW GEELTJE, die in 1805 door Melle Wybrens en Zonen te Joure werd gebouwd, tot 1810 niet heeft gevaren, en in 1806, 1810 en 1814 te koop werd aangeboden dezelfde is als de gelijknamige kof waarvan een ongedateerde maar uit 1819 stammende bijlbrief is gevonden. Deze in de Tresoar in Leeuwarden: Archiefnummer Akkrum 16.329a.2 bewaarde acte vermeldt o.a. ‘gebouwd in 1819 te Joure’.
Deze pogingen tot verkoop vonden we in kranten en zijn naar onze mening geen van alle geslaagd. Aankoop noch verkoop zijn in notariële akten gevonden. De VROUW GEELTJE uit 1819 moet dezelfde zijn als die uit 1805. De verhoudingen van de in de respectieve advertenties opgegeven lengte/breedte komen ook redelijk overeen.
Waarom voor hetzelfde schip in 1819 een bijlbrief werd afgegeven is niet helemaal duidelijk.
Ons inziens is de verklaring dat de in 1805 opgemaakte bijlbrief was zoekgeraakt. Bij een wet uit maart 1819 werd de eis gesteld dat een schip waarvoor een Nederlandse zeebrief werd verlangd ook in Nederland moest zijn gebouwd. Als ‘bewijsstuk’ werd toen de bijlbrief (met slechts weinig specifieke gegevens) geproduceerd.
Verder kwam de vraag aan de orde wanneer het schip in de vaart is gegaan.
In de advertentie uit 1810 staat bij de omschrijving van de VROUW GEELTJE ‘alles nooit gebruikt’. In 1810 was Jan Ernstes de schipper, d.w.z. wachtsman. Die functie had hij, nu voorzien van de familienaam Van der Zee, in mei 1814 nog steeds. In de periode 1810-1814 is geen enkele monsterrol of zeetijding gevonden, zelfs niet onder buitenlandse vlag. De in 1814 gebruikte terminologie ‘welbezeild’ respectievelijk ‘wordende bevaren’ moeten aan een graag verkopende familie Everts worden toegeschreven.
Er rest slechts één conclusie: de kof heeft ook gedurende de Franse tijd niet gevaren en moet in Stavoren hebben opgelegd gelegen.
Op 28 oktober 1814 werd door Arend Everts de eerste Nederlandse zeebrief aangevraagd voor kapitein S.G. Bruinsma. Waarschijnlijk ging het schip begin 1815 voor het eerst naar zee.
Ook in 1817 was Arend Everts de boekhouder van de VROUW GEELTJE, maar nu werd H.M. de Koe kapitein. Mogelijk zijn toen onderhands onder financiële druk enkele aandelen verkocht: de scheepswerf van Everts A. Everts in Workum, in 1814 nog partner in de kof, ging in 1818 failliet.
Van een (zeer waarschijnlijk onderhandse) verkoop van de VROUW GEELTJE in de eerste dagen van januari 1827 door Arend Evertsz aan E.O. Houtsma c.s. uit Makkum is geen direct bewijs gevonden. Er zijn echter enkele indirecte bewijzen, zoals
a. De laatste zeebrief van de VROUW GEELTJE werd royaal binnen de geldigheidsduur op 18 januari 1827 geannuleerd wegens verkoop.
b. Bij de uitgifte zeebrieven staat die van de OTTE EN BERBERA vermeld als ‘eerste’, voor Marhisdata vaak een signaal dat sprake kan zijn van een nieuwe eigenaar. Er is bij elk schip maar één eerste en die werd in 1814 uitgegeven. In de sinds 1824 ten behoeve van de koning bijgehouden lijst uitgegeven eerste zeebrieven van nieuwe schepen staat de scheepsnaam OTTE EN BERBERA niet vermeld. De ‘eerste’ was dus een ‘nieuwe’ zeebrief.
c. De afmetingen van de kof genoemd in de advertenties van 1814 in voeten resp. december 1826 in meters stemmen vrijwel overeen.
d. Friese in Friesland liggende schepen werden overwegend gekocht door Friezen. Hetzelfde geldt trouwens voor Groningers, Amsterdammers en Rotterdammers. Mogelijk had dit te maken met vertrouwen in mensen uit de eigen omgeving.
Van de overdracht van eigendom OTTE EN BERBERA > HYLKE JANSZ rond januari 1830 is evenmin een akte gevonden. Eigenaar E.O. Houtsma was op 21 september 1828 overleden, waarna diens aandelen zullen zijn verkocht aan T.W. Overmeer die het schip de naam HYLKE JANSZ gaf.
Berichtgeving in de krant van januari 1830 en een opgemaakte Akte van Bekendheid van 27 november 1827 in de Burgerlijke Stand van Delfzijl met het overlijden van kapt. J.W. Overmeer brachten uitkomst. Een en ander werd door uitgifte van een op 7 april 1830 uitgegeven nieuwe zeebrief voor de HYLKE JANSZ bevestigd.
Het in 1829 opgerichte Classificatiebureau Bureau Veritas noemt vanaf 1836 J. Kingma, Makkum, als eigenaar van de HYLKE JANSZ. Ook dat hebben we niet kunnen vaststellen. Het is echter bekend dat J. Kingma interesse had in meer schepen, zodat we dit hebben moeten aannemen. Vanaf 1830 tot het einde van het schip was T.W. Overmeer uit Makkum de boekhouder.
Tenslotte was de vraag: wat is het final fate van de kof onder de naam HYLKE JANSZ?
Het is zeer waarschijnlijk dat de stranding van de HYLKE JANSZ in de Sont op 15 oktober 1838 en de latere berging het einde heeft betekend, waarna afkeuring moet zijn gevolgd.
Het was een stevige kof voor die tijd, die altijd in een gemakkelijke vaart heeft gevaren, nauwelijks in de Golf van Biscaye kwam en ’s winters nogal eens ‘in winterlaag’ moet hebben gelegen, het geringe aantal zeetijdingen tijdens de winterperiode in overweging nemende.
De gemiddelde levensduur van een schip lag toentertijd rond de 18 jaren. Deze kof was reeds 33 jaren oud. Hiervan mogen misschien 10 jaren opleg worden afgetrokken, maar het is gebleken dat opleggen niet alleen rot, maar ook ‘vervuring’ of droogrot in de hand werkt.
Maart 2021
1805
De kof VROUW GEELTJE is in 1805 gebouwd door Melle Wybrens en Zonen, Joure.
De afmetingen waren 92 x 21½ x 10 voeten lang / breed / hol in 1805, in 1826 25,56 x 6,10 x 2,98 meter.
66 Lasten.
1806
GRC 280306
Men presenteert publiek bij strijk en verhooggeld te verkopen een extra schoon nieuwe koffeschip de VROUW GEELTJE genaamd, in den jaar 1805 nieuw uitgehaald aan de timmerwerf van Melle Wybrens en Zonen op de Joure. Lang over stevens 92 voeten, wijd op zijn berkhouten 21 en een halve voeten, hol op zijn uitwatering 10 en een halve voeten, en dat verders met al zijn rondhout, staande en lopend goed, ankers, touwen, zeilen en verdere scheepsbehoeften, zoals het zelve thans te Workum is leggende. Breder volgens inventaris gespecificeerd. Wie hier aan gadinge maakt, kome op donderdag den 17 april 1806 ’s na de middags ten een uur bij de beschrijving en 's avonds vijf uur bij de finale palmslag, ten huize van de kastelein Johannus Wynsma, in 't Wapen van Haskerland op de Joure, zijnde intussen nadere informatie te bekomen bij Evert A. Everts te Workum, en de procureur Fiscaal E. de Vries op de Joure, als actuaris.
1810
LC 250510
Uit de hand te koop. Het in het jaar 1805 aan de timmerwerf van Melle Wybrens en Zonen te Joure nieuw uitgehaald; een extra wel betimmerd koffe schip, De VROUW GEELTJE genaamd, lang 92, wijd 21 1/2 en hol 10 voeten, met alle daar bij zijnde goederen, als ankers, touwen, zeilen, rondhout, stuurmans, bootmans en koks gereedschappen, alles nooit gebruikt. Wie gading maakt, adressere zich aan boord bij schipper Jan Ernstis te Stavoren, alwaar het schip in de Stadsgracht is leggende, of bij de koopman Arend Everts op de Joure. (opm: de kof moet sinds de bouw hebben opgelegd gelegen)
1814
ABG 22 april 1814
Advertentie. Een extra welbetimmerd en welbezeild koffe-schip, DE VROUW GEELTJE genaamd, zijnde lang over steven 92, wijd over zijn berkhouten 21 en een tweede en hol op zijn uitwatering 10 en een tweede voeten, thans liggende te Stavoren, gevoerd bij Jan Ernstes van der Zee, als schipper, in het jaar 1805 op de Joure nieuw uitgehaald, met deszelfs rondhout, staand en lopend wand, zeilen, ankers en touwen en verdere scheepsgoederen, volgens een extra buitengemene schone inventaris. Nadere informatie bij de heer Arend Everts, op de Joure.
LC 020514
Advertentie. De notaris S. Stoffels zal, op vrijdag 6den mei 1814, des namiddags ten twee uren, bij de beschrijving en ten vijf uren, bij de finale toewijzing, in het Lands Welvaren, te Workum, publiek bij strijkgeld, presenteren te verkopen:
Een uitmuntend koffe schip, de VROUW GEELTJE genaamd, liggende te Stavoren, bij Jan Ernstes van der Zee, als schipper, wordende bevaren, in den jare 1805 op de Joure gebouwd, zijnde lang 92 voet, wijd 21½ voet, en hol naar rato, met al deszelfs goederen, daarbij behorende, volgens enen buitengewone schoonen inventaris.
Nader onderrichting te bekomen bij de heren Arend Everts, op de Joure; Evert A. Everts, te Workum, en te Stavoren, bij Koert Eijberts. (opm: de kof werd niet verkocht)
Op 28-10-1814 wordt voor de VROUW GEELTJE door Arend Evertsz uit Joure de eerste zeebrief aangevraagd voor kapt. Sijbrand Gerrits Bruinsma. Het schip was in Joure gebouwd en lag in Workum.
1815
STR 150515
Kapt. Sybrand G. Bruinsma (opm: kof VROUW GEELTJE) uit de Youer passeerde Elseneur, onderweg van Bordeaux naar Stettin.
RC 010815
Den 28 juli arriveerde in de Maas de VROUW GEERTJE (opm. VROUW GEELTJE), S.G. Bruinsma van Stettin.
RC 311015
Den 29 oktober zeilde uit de Maas de VROUW GEELTJE, S. Bruynsma naar Lissabon.
1816
MCO 190316
Vlissingen, 16 maart. Den 14 maart gezeild naar Antwerpen de VROUW GEESJE (opm. VROUW GEELTJE), kapt. S.G. Bruinsma van St. Ubes (opm: Setubal), met zout.
1817
Op 27-05-1817 wordt voor de VROUW GEELTJE door Arend Evertsz uit Joure een nieuwe zeebrief aangevraagd voor kapt. Haring Martens de Koe.
STR 030717
Kapt. Haring Martens de Koe (opm: kof VROUW GEELTJE) passeerde Elseneur, onderweg van Antwerpen naar de Oostzee.
Op 11 augustus werd opnieuw Elseneur gepasseerd, nu onderweg van Riga naar Schiedam.
1818
MCO 100118
Vlissingen, 8 januari. Van onze rede vertrokken de VROUW GEELTJE, kapt. H.M. de Koe van Bordeaux met wijn, naar Antwerpen.
MCO 100318
Vlissingen. Sedert onze laatste is van Antwerpen hier ter rede gekomen de VROUW GEELTJE, kapt. H.M. de Koe naar Hull met stukgoederen.
MCO 240318
Vlissingen, 19 maart. Van Antwerpen naar zee gezeild de VROUW GEELTJE, kapt. H.M. de Koe naar Hull met stukgoederen.
RC 180418
In het Vlie binnengekomen H.M. de Koe van Hull.
RC 280718
Den 24 juli arriveerde in de Maas de VROUW GEELTJE, H.M. de Koe van Lissabon, als bijlegger.
RC 250818
Den 23 augustus zeilde uit de Maas, de VROUW GEELTJE, H.M. de Koe naar Clemouth.
RC 220918
Den 20 september arriveerde in de Maas de VROUW GEELTJE, H.M. de Koe van Alnmouth.
RC 171018
Den 15 oktober zeilde uit de Maas de VROUW GEELTJE, H.M. de Koe naar Hull.
1819
RC 070119
Arrivementen: Te Cherbourg H.M. de Koe van Rotterdam.
RC 18 maart 1819
Te Rotterdam in lading liggend naar: Elseneur (opm: Helsingör) en Petersburg, het Kofschip de VROUW GEELTJE, kapt. Haring Martens de Koe, om met de eerste schepen te vertrekken (opm: wachtend tot het ijs voldoende was gesmolten om met ‘first open water’ te kunnen uitvaren)
RC 200419
Den 16 april zeilde uit de Maas de VROUW GEELTJE, H.M. de Koe naar Petersburg. (opm: op 22 april passeerde het schip Elseneur naar Petersburg [STR]).
STR 300619
Op 30 juni passeerde kapt. De Koe de Sont, onderweg van Petersburg naar Amsterdam.
Op 04-08-1819 wordt voor de VROUW GEELTJE door Arend Evertsz uit Joure een zeebrief aangevraagd voor kapt. Haring Martens de Koe.
OHC 041119
Den 28 oktober bij Terschelling binnengekomen H.M. de Koe van Petersborg.
1820
RC 220420
Amsterdam, 20 april. Uit het Vlie gezeild H.M. de Koe (opm: kof VROUW GEELTJE) naar Riga.
RC 300520
Arrivementen: Te Riga H.M. de Koe van Amsterdam.
LCO 120620
Den 7 juni bij Terschelling binnengekomen H.M. de Koe van Riga.
OHC 030820
Arrivementen: Te Pillau H.M. de Koe van Zaandam.
RC 070920
Amsterdam, 5 september. In het Vlie binnengekomen H.M. de Koe van Koningsbergen.
1821
OHC 140421
Texel, 12 april. Uitgezeild H.M. de Koe naar Lissabon.
RC 260521
Arrivementen: Te Cadiz H.M. de Koe van Amsterdam.
Op 10-10-1821 wordt voor de VROUW GEELTJE door Arend Evertsz uit Joure een nieuwe zeebrief en Turkse Pas aangevraagd voor kapt. Haring Martens de Koe. De bestemming was de Bogt van Frankrijk, d.w.z. de Golf van Biscaye.
RC 101121
Rotterdam, 9 november. Van Den Briel wordt van den 8 gemeld: Den 8 zeilden de KOOPHANDEL, B.G. Harkema, naar Livorno; de VROUW GEELTJE, H.M. de Koe, en de INDUSTRIE, L. Spaanderman, naar Brest.
RC 081221
Amsterdam, 6 december. Het schip de VROUW GEELTJE, H.M. de Koe, van Rotterdam naar Brest, is den 28 november wegens tegenwind te Havre binnengelopen, na reeds tot bij Heisant (opm: Ouessant) geweest doch teruggestormd te zijn.
1822
STR 090522
Op 9 mei passeerde kapt. Haring M. de Koe (opm: kof VROUW GEELTJE) Elseneur, op weg van Bergen naar Petersborg.
OHC 250622
Arrivementen: Te Kroonstad H.M. de Koe van Bergen.
Op de terugreis van Petersburg naar Amsterdam werd op 23 augustus de Sont gepasseerd [(STR})
RC 120922
Amsterdam, 10 september. In het Vlie binnengekomen H.M. de Koe van Petersburg.
1823
RC 240523
Vlie, 19 mei. H.M. de Koe, gisteren bij Terschelling geankerd, is heden naar zee gezeild.
RC 050723
Arrivementen: Te Kroonstad H.M. de Koe van Amsterdam.
LCO 010923
Amsterdam, 30 augustus. In het Vlie gezeild H.M. de Koe van Petersburg.
AC 201123
Texel, 18 november. Heden zijn van hier uitgezeild de schepen VROUW GEELTJE, kapt. A.M. de Koe (opm: kof, kapt. Haring Martens de Koe), en TWEE GEZUSTERS, kapt. J.M. Middel, beide naar Lissabon.
LCO 101223
Het schip de VROUW GEERTJE (opm. VROUW GEELTJE), kapt. H.M. de Koe, van hier naar Lisbon is den 29 november te Cowes binnengelopen.
1824
OHC 130124
Den 3 januari hebben deszelfs reizen voortgezet het te Cowes binnengelopen schip JORINA, kapt. T. van Duivenbode, van Rotterdam naar Batavia, en den 5 dito het schip de VROUW GEELTJE, kapt. H.M. de Koe, van Amsterdam naar Lissabon.
DC 29 april 1824
Brielle, 26 april. Heden arriveerden uit zee CATHARINA, kapt. N. Jacobs, van Christiansand, en VROUW GEELTJE, kapt. H.M. de Koe, van Lissabon.
RC 290724
Den 26 juli, des na middags, zeilde van Helvoetsluis het schip de VROUW GEELTJE, H.M. de Koe, naar Brest.
LCO 160824
Arrivementen: Te Brest H.M. de Koe van Dordrecht.
LCO 291024
Het schip de VROUW GEELTJE, kapt. H. Martens de Koe, van Kopenhagen naar Amsterdam, is den 19 oktober met verlies van enige zeilen en tuigage te Delfzijl binnengelopen; daar het schip voor het overige in goede staat was, dacht de kapitein binnen weinige dagen de reis te vervolgen (opm: zie echter OHC 270125).
1825
OHC 270125
Texel, 24 januari. Binnengekomen H.M. de Koe (opm: kof VROUW GEELTJE) van Kopenhagen, laatst van Delfzijl (opm: zie LCO 291024).
OHC 120425
Vlie, 9 april. Uitgezeild H.M. de Koe naar Riga.
OHC 140525
Arrivementen: Te Riga H.M. de Koe van Amsterdam.
OHC 210625
Den 17 juni in het Vlie binnengekomen H.M. de Koe van Riga.
RC 040825
Amsterdam, 2 augustus. Uit het Vlie gezeild H.M. de Koe naar Petersburg.
RC 100925
Arrivementen: Te Petersburg H.M. de Koe van Amsterdam.
LCO 191025
In Terschelling binnengekomen H.M. de Koe van Petersberg.
1826
Op 8 maart 1826 wordt voor de VROUW GEELTJE door Arend Evertsz uit Joure een zeebrief aangevraagd voor kapt. Haring Martens de Koe. Deze twee jaren geldige zeebrief werd reeds op 9 januari 1827 door kapt. De Koe naar de Ontvanger der Regten en Accijnzen te Lemmer verzonden, die het document naar Den Haag doorstuurde, waarna op 19 januari de registratie werd doorgehaald. De reden hiervan was ‘schip verkocht’.
LCO 290326
Uit het Vlie gezeild H.M. de Koe naar de Oostzee.
DC 120826
Hellevoetsluis, 10 augustus. Gisteren namiddag arriveerden uit zee: HARMONIE, kapt. P. Permien van Riga; VROUW GEELTJE, kapt. H.M. de Koe van Tremblade.
DC 260926
Hellevoetsluis, 22 september. Heden zeilde in zee: VROUW GEELTJE, kapt. H. de Koe naar Riga. De wind O.
OHC 241026
Texel, 21 oktober. Binnengekomen H.M. de Koe van Arendahl.
GRC 081226
Advertentie. Uit de hand te koop. Een welbetimmerd en snelzeilend kofschip lang 25 ellen 5 palmen 6 duimen, wijd 6 ellen 1 palm, hol 2 ellen 9 palmen 8 duimen, van Fries maaksel, thans liggende in de haven van de Lemmer, voorzien van een complete inventaris. Nadere informatie bij den kapitein Haring M. de Koe.
(opm: de VROUW GEELTJE, gebouwd Joure 1805, werd verkocht aan E.O. Houtsma, Makkum en ging in april als OTTE EN BERBERA, vernoemd naar Houtsma’s minderjarige kinderen, onder kapt. J.W. Overmeer weer naar zee)
1827
Op 18-04-1827 wordt voor de OTTE EN BERBERA door E.O. Houtsma uit Makkum een eerste (opm: nieuwe) zeebrief aangevraagd voor kapt. Jan Wiebes Overmeer.
LCO 200727
Sedert onze laatste is bij Texel binnengekomen J.W. Overmeer (opm: eerste rondreis van de kof OTTE EN BERBERA), van Danzig.
LCO 100927
Uit het Vlie gezeild J.W. Overmeer naar Petersburg.
1828
AH 181028
Carga-lijsten. Amsterdam, 16 oktober. OTTE EN BERBARA (opm: kof), kapt. J.W. Overmeer, van Koningsbergen (opm: Kaliningrad) met 43 last lijnzaad, 11 last erwten, 6 vaten en 1 kist borstels en 1 pak hazenvellen Diverse verladers.
1829
LC 100229
Advertentie. De notaris P. Tadema, te Makkum, zal publiek, bij strijk en verhoog geld, presenteren te verkopen, navolgende scheepsporties:
- een 1/32e aandeel in het kofschip, MINERVA genaamd, gevoerd wordende door kapt. Jacob D. Zijlstra, en gemeten op 209 tonnen, met al deszelfs toebehoren en inventaris.
- vier 1/16e porties in het Kofschip, de OTTE EN BERBERA genaamd, gevoerd bij kapt. Jan Wiebes Overmeer, gemeten op 83 tonnen, en thans liggende in de Groote Zijlroede te Makkum, met al deszelfs annexen en inventaris.
- een 1/4e gedeelte in een Schillersjagt, met al deszelfs toebehoren, door Alle Luitjens van der Veen als schipper wordende bevaren.
En zulks met gelijke aandelen in de aangenoemde schepen verknochte Rederijen, omtrent al hetwelk nadere inlichtingen te bekomen zijn bij den heer Jan P. Tichelaar te Makkum.
Wie gading maken, komen op maandag den 16 februari 1829, des namiddags ten 2 ure, bij de provisionele, en des avond ten 6 ure bij de finale toewijzing, in de herberg het Schippershuis te Makkum.
Op 04-05-1829 wordt voor de HYLKE JANSZ door T.W. Overmeer uit Makkum een nieuwe zeebrief aangevraagd voor kapt. Jan Wiebes Overmeer.
AH 190829
Advertentie. In lading liggende schepen te Amsterdam, naar Koningsbergen. Het Nederlands kofschip HIJLKE JANSZ., kapt. Jan Wiebes Overmeer. Adres bij de Wed. J. Salm & Meijer en H.A. Hespe.
1830
PGC 080130
Advertentie. Op Zaterdag den 9 Januari 1830, des voormiddags te 11 uren, zal te Delfzijl, ten huize van Kastelein H.G. Roelfsema, publiek worden verkocht ongeveer 4 lasten rogge en 1 last graauwe erwten, alles als door zeewater beschadigd gelost uit het kofschip HILKE JANSSON (opm: HYLKE JANSZ), kapitein wijlen J.W. Overmeer.
(opm: kapitein Jan Wiebes Overmeer oud 54 jaar en stuurman Jacob C. Schaap, oud 38 jaar, zijn op 31 oktober 1829, ’s morgens rond 7 uur, als gevolg van een stortzee in de Noordzee overboord geslagen van de kof OTTE EN BERBERA, thans genaamd HYLKE JANSZ en verdronken)
LC 150130
Advertentie. Op maandag den 25 januari 1830, des namiddags ten 3 ure, zal de notaris P. Tadema, te Makkum, in de herberg de Zwaan aldaar, publiek, bij strijk- en verhoog geld, aan den genoeg biedende verkopen:
Een vierde portie in het kofschip HYLKE JANSZ genaamd, gemeten op 83 tonnen, laatst gevoerd geweest bij nu wijlen Jan Wiebes Overmeer, met deszelfs annexen en inventaris, liggende te Delfzijl; benevens een gelijk aandeel in de rederij van gemeld schip, onder administratie van de heer T.W. Overmeer, te Makkum, als boekhouder.
Op 07-04-1830 wordt voor de HYLKE JANSZ door T.W. Overmeer uit Makkum een nieuwe zeebrief aangevraagd voor kapt. Bordze Jans Siedzes.
LCO 160630
Uit het Vlie gezeild B.J. Siedses naar Koningsbergen.
MCO 310730
Vlissingen, 27 juli. Voor Antwerpen bestemd binnengekomen HYKE TORK (opm. HYLKE JANSZ) kapt. B.J. Siedzes van Koningsbergen met rogge. (opm: na lossing werd de kof door B.V. gecontroleerd en goedgekeurd)
RC 190830
Van Antwerpen de Schelde afgevaren en naar zee gezeild B.J. Siedses naar Yarmouth.
LCO 250830
Arrivementen: Te Yarmouth B.J. Siedses van Antwerpen.
AH 131030
Cargalijst Amsterdam, 12 oktober. HYLKE JANSZ. B.J. Siedses van Koningsbergen met 54 last tarwe.
1831
LCO 140331
Sedert onze laatste van Texel uitgezeild B.J. Siedses op avontuur.
AH 070431
Cardiff, 27 maart. Binnengekomen HYLKE JANSZ, B.J. Siedses van Amsterdam.
AH 120431
Cargalijst Amsterdam. HYLKE JANSZ, Siedzes van Cardiff met een lading ijzer.
OHC 120431
Texel, 10 april. Binnengekomen B.J. Siedses van Cardiff.
OHC 070631
Vlie, 2 juni. Uitgezeild B.J. Siedses naar Koningsbergen.
1832
RC 240132
Arrivementen: Te Bordeaux B.J. Siedses van Rotterdam.
AH 060332
Cargalijst Rotterdam. HYLKE JANSZ, B.J. Siedses van Bordeaux met 400 okshoofden wijn.
RC 290332
Den 28 maart, zeilde van Maassluis, HYLKE JANSZOON, B.J. Siedse op avontuur.
GRC 180532
Sontpassage, 5 mei. HIJLKE JANSZ (Makkum), B.J. Siedzes van Bergen naar Petersburg.
GRC 130732
Sontpassage, 1 juli. HIJLKE JANSZ (Makkum), B.J. Siedzes van Petersburg naar Amsterdam.
AH 180732
Cargalijst Amsterdam. HYLKE JANSZ, B.J. Siedzes van Petersburg met 216 vaten potasch.
RC 190732
In het Vlie binnengekomen B.J. Siedses van Petersburg.
Op 26-07-1832 wordt voor de HYLKE JANSZ door T.W. Overmeer uit Makkum opnieuw een zeebrief aangevraagd voor kapt. Bordze Jans Siedzes.
AH 280732
Advertentie. In lading naar: Riga het Nederlands kofschip HIJLKE JANSZ, kapt. B.J. Siedses. Adres bij de Wed. Jan Salm en Meijer en H.A. Hespe.
AH 020832
Vlie, 30 juli. Uitgezeild HYLKE JANSZ, B.J. Siedses naar Riga.
AH 010932
Bolderaa, 15 augustus. Binnengekomen HYLKE JANSZ, Siedses van Amsterdam.
AH 290932
Vlie, 26 september. Binnengekomen HYLKE JANS, B.J. Siedses van Riga.
1833
AH 240633
Vlie, 20 juni. Uitgezeild HYLKE JANSZ, B.J. Siedses op avontuur.
AH 100833
Vlie, 7 augustus. Binnengekomen HYLKE JANSZ, B.J. Siedses van Koningsbergen.
AH 240833
Cargalijst Amsterdam. HYLKE JANSZ, B.J. Siedzes van Koningsbergen met 53 last tarwe.
AH 070933
Advertentie. In lading naar: Petersburg het Nederlands kofschip HIJLKE JANSZ, kapt. Bordze Jansz Siedzes. Te bevragen bij de Wed. Jan Salm en Meijer en H.A. Hespe. Vertrekt 10 september.
AH 261033
Kroonstad, 13 oktober. Binnengekomen HYLKE JANSZ, B.J. Siedzes van Amsterdam.
AH 171233
Kroonstad, 28 november. Uitgezeild HYLKE JANSZ, B.J. Siedzes naar Amsterdam.
1834
AH 010134
Cargalijst Amsterdam. HYLKE JANSZ, B.J. Siedzes van Petersburg met 45 b. hennep en 27 balen wol.
AH 150334
Vlie, 12 maart. Uitgezeild HYLKE JANSZ, B.J. Siedses op avontuur.
RC 240534
In het Vlie binnengekomen B.J. Siedses van Koningsbergen.
AH 050734
Advertentie. In lading naar: Petersburg het Nederlands kofschip HIJLKE JANSZ, kapt. Bordze Jans Siedzes. Adres bij de Wed. Jan Salm en Meijer en H.A. Hespe.
AH 230734
Vlie, 18 juli. Uitgezeild HYLKE JANSZ, B.J. Siedses naar Petersburg.
LCO 031134
In het Vlie binnengekomen B.J. Siedses van Petersburg.
Op 15-11-1834 wordt voor de HYLKE JANSZ door T.W. Overmeer uit Makkum een nieuwe zeebrief aangevraagd voor kapt. Bordze Jans Siedzes.
AH 191134
Advertentie. In lading naar: Havre het Nederlands kofschip HYLKE JANSZ, kapt. B.J. Siedzes. Adres bij de Wed. Jan Salm en Meijer en H.A. Hespe.
RC 291134
Van Texel uitgezeild B.J. Siedses naar Havre de Grace.
1835
RC 070235
Bij Texel binnengekomen B.J. Siedses van Londen.
AH 180335
Vlie, 15 maart. Uitgezeild HYLKE JANSZ, B.J. Siedses op avontuur.
AH 270535
Vlie, 24 mei. Binnengekomen HYLKE JANSZ, B.J. Siedses van Koningsbergen.
AH 210935
Vlie, 16 september. Binnengekomen HEYLKE JANSZ, B.J. Siedses van Petersburg.
AH 091035
Advertentie. In lading naar: Petersburg het Nederlands kofschip HIJLKE JANSZ, kapt. B.J. Siedzes. Adres bij de Wed. Jan Salm en Meijer en H.A. Hespe.
AH 211035
Vlie, 17 oktober. Uitgezeild HYLKE JANSZ, B.J. Siedses naar Petersburg.
RC 291235
Volgens brief van Kroonstad, van den 10 dezer, lag aldaar met meer andere schepen in het ijs ruim vier wersten het schip HYLKE JANSZ, kapit. B.J. Siedses, van Amsterdam.
1836
RC 210136
Te Kroonstad (opm. St. Petersburg) B.J. Siedses (opm: kof HYLKE JANSZ) van Amsterdam; de laatste is met nog zeven Engelse schepen ingeijsd geworden.
GRC 100636
Sontpassage, 30 mei. HYLKE JANSZ (Makkum), B.J. Siedses van Petersburg naar Amsterdam.
AH 140636
Vlie, 11 juni. Binnengekomen HYLKE JANSZ, B.J. Siedses van Petersburg.
AH 230636
Advertentie. In lading naar: Petersburg het Nederlands kofschip HIJLKE JANSZ, kapt. B.J. Siedses. Adres bij de Wed. Jan Salm en Meijer en H.A. Hespe.
AH 300736
Vlie, 27 juli. Uitgezeild HYLKE JANSZ, B.J. Siedses naar Petersburg.
GRC 270936
Sontpassage, 14 september. HYLKE JANSZ (Makkum), B.J. Siedses van Petersburg naar Amsterdam.
AH 280936
Cargalijst Amsterdam. HYLKE JANSZ, B.J. Siedzes van Peterburg met 1.916 bladen koper, 154 vaten potasch, 100 pakken zeildoek, 5 pakken linnen, 17 pakken veren en 4 pakken ravensdoek, alsmede 20 zakken koopmansgoederen. Diverse verladers.
1837
Op 16-02-1837 wordt voor de HYLKE JANSZ door T.W. Overmeer uit Makkum een zeebrief aangevraagd voor kapt. Bordze Jans Siedzes.
GRC 280337
Sontpassage, 19 maart. HYLKE JANSZ (Makkum), B.J. Siedses van Makkum naar de Oostzee.
AH 150637
Caen, 5-9 juni. Uitgezeild HYLKE JANSZ, Siedzes naar Makkum.
RC 130737
Bij Texel binnengekomen B.J. Siedses van Cardiff.
RC 270737
Uit het Vlie gezeild B.J. Siedses naar Petersburg.
AH 210937
Kroonstad, 5 september. Uitgezeild HYLKE JANSZ, Siedzes naar Amsterdam.
GRC 260937
Sontpassage, 18 september. HYLKE JANSZ (Makkum), B.J. Siedses van Petersburg naar Amsterdam.
1838
AH 030438
Advertentie. In lading naar Riga. Het Nederlandse kof schip HYLKE JANSZ, kapt. Bordze Jans Siedzes. Adres bij Wed. J. Salm en Meijer en H.A. Hespe
AH 090438
Vlie, 5 april. Uitgezeild HYLKE JANSZ, B.J. Siedses op avontuur.
AH 290538
Vlie, 26 mei. Binnengekomen HYLKE JANSZ, B.J. Siedses van Koningsbergen.
AB 070638
Vlie, 3 juni. Uitgezeild HYLKE JANSZ, B.J. Siedses naar Memel.
LCO 040738
Te Memel (opm: Klaipeda), B.J. Siedses van Amsterdam.
AH 230738
Vlie, 20 juli. Binnengekomen HYLKE JANSZ, B.J. Siedses van Memel.
AH 230738
Cargalijst Amsterdam. HYLKE JANSZ, B.J. Siedzes van Memel met lijnzaad, tarwe en erwten.
AB 220838
Vlie, 19 augustus. Uitgezeild HYLKE JANSZ, B.J. Siedses naar Petersburg.
GRC 040938
Sontpassage, 26 augustus. HYLKE JANSZ (Makkum), B.J. Siedses van Amsterdam naar Petersburg.
AH 201038
Elseneur, 9 oktober. Binnengekomen HYLCKE JANS, Siedzes van Petersburg naar Rotterdam.
AH 231038
Volgens bericht van Elseneur, d.d. 16 oktober is de HYLKE JANSZ, kapt. B.J. Siedzes, van Petersburg naar de Maas, gestrand, doch met verlies van roer weder af en in de haven gebracht.
AB 231038
Het schip HIJLKE JANSZ, kapt. Siedses (opm: kapt. Bordze Jans Siedses), van Petersburg naar de Maas, is te Elseneur den 15 oktober, des nachts van deszelfs ankers geslagen en gestrand; doch den 16 dito, met verlies van het roer, ankers en touwen, weder af en in de haven gebracht. (opm: zeer waarschijnlijk is de kof, bouwjaar 1805, ter plaatse verkocht voor de sloop)