1814
Op 22 maart 1814 werd een eerste zeebrief verstrekt voor een smak de VROUW ROELFINA, aanvrager Jan Klaassens Bolhuis, Veendam, voor zichzelf als kapitein.
1816
Op 21 oktober 1816 werd een nieuwe eebrief verstrekt voor een smak de VROUW ROELFINA, aanvrager Jan Klaassens Bolhuis, Veendam, voor zichzelf als kapitein.
1818
Op 3 november 1818 werd een nieuwe eebrief verstrekt voor een smak de VROUW ROELFINA, aanvrager Jan Klaassens Bolhuis, Veendam, voor zichzelf als kapitein.
1821
Op 13 februari 1821 werd een nieuwe eebrief verstrekt voor een smak de VROUW ROELFINA, aanvrager Jan Klaassens Bolhuis, Veendam, voor zichzelf als kapitein.
1825
Op 26 mei 1825 werd een nieuwe eebrief verstrekt voor een smak de VROUW ROELFINA, aanvrager Jan Klaassens Bolhuis, Veendam, voor zichzelf als kapitein.
1826
Op 17 januari 1826 werd een nieuwe zeebrief verstrekt voor een smak GESINA GEERTINA, aanvrager Roelf Lukas Roelfsema, Veendam, voor zichzelf als kapitein.
Op 2 januari 1826 werd de zeebrief voor een smak de VROUW ROELFINA, kapitein Jan Klaassens Bolhuis, door de Gouverneur van de provincie Groningen geretourneerd naar Den Haag. Het schip is verkocht.
Op 23 oktober 1826 werd de zeebrief voor de smak GESINA GEERTINA door de Gouverneur van de provincie Groningen geretourneerd naar Den Haag. Het schip is verongelukt.
RC 130526
Amsterdam, 11 mei. Scheepvaartberichten:
Het Nederlands schip GESINA GEERDINA, kapt. Roelfsema (opm: tjalk GESINA GEERTINA, kapt. Roelf Lucas Roelfsema), van Mandal naar Rouaan, is den 28 twee mijlen beoosten Duinkerken gestrand; men hoopte echter hetzelve met de lading weer af te brengen. (opm: de zeebrief werd geretourneerd met daarbij de mededeling ‘schip verongelukt’)