1797 - 1802
Het Archief van de Amsterdamse Waterschout bevat monsterrollen op naam van kapitein Jacob Duijff op de JAN EN CORNELIS, d.d. 10 mei 1797; 18 mei 1798; 13 maart 1802; 16 april 1804; 26 oktober 1815; 09 juli 1817; 08 juli 1819; 09 november 1820 (“met Gribbert de Jong”).
LC 050502
Texel, 28 april. Uitgezeild JAN EN CORNELIS, kapt. Jacob Duif naar Batavia.
RC 080702
Kapt. A. Roos, voerende het Schip MERCURIUS, van hier na de West-Indiën gedestineerd, meldt, in dato 5 mei, dat hij, in de Spaansche Zee (opm: Golf van Biscaye), op de breedte van 43 gr. 18 min., lengte 3 gr. 58 min., Kaap Finisterre Oost 30 mijlen, met een gunstige wind was zeilende; het schip en volk was in een besten staat; bij hem was mede, in goeden staat, zeilende het schip JAN EN CORNELIS, kapt. Jacob Duyf, van hier na Batavia bestemd.
AC 111202
Amsterdam, 10 december. In een brief, geschreven aan boord van het Lands fregat de EENDRAGT, geankerd in de Simons Bay, aan Cabo de Goede Hoop, wordt onder de dagtekening van 16 Augustus l.l., het volgende gemeld: Den 24sten mei vertrokken wij van Porto Prayo, en den 31 dito passeerden wij met ene frisse koelte de Linie. Den 24 Juni geraakten wij door slecht weer van onze convooi af, en den 20 juli kwamen wij in deze baai ten anker, alwaar wij reeds de JUNO en de PHOENIX vonden. Nu en dan kwam er een schip van ons convooi binnen, zodat wij den 6 dezer weder allen bijeen waren. Hier zijn mede binnengekomen de compagnie schepen ARNESTEIN, kapt. P. Stokbroo en VREDE EN RUST, kapt. Uilke Barends en de Oorlogs Brik de AVANTURIER. Nadat wij van het convooi af waren, heeft de JUNO gepraaid het Pinkschip JAN EN CORNELIS, gevoerd door kapitein Jacob Duyff.
1803
UCO 300303
Aan de Kaap de Goede Hoop is gearriveerd JAN EN CORNELIS, kapt. J. Duyff van Batavia herwaards.
AC 090403
Zeetijding. Den 7 april bij Texel binnengekomen JAN EN CORNELIS, kapt. J. Duif van Batavia.
1804
Op 16 april 1804 werd voor de Amsterdamse waterschout een monsterrol opgemaakt voor de JAN EN CORNELIS onder kapt. Jacob Duijff.
1810
De pink JAN EN CORNELIS is opgenomen in een in november 1810 opgemaakte ‘Staat der Hollandsche Scheepen, voor en in de Stad Amsterdam en aan de particuliere Scheepstimmerwerven leggende in Slagtmaand 1810’. Op instructie van keizer Napoleon was een inventarisatie gemaakt van in Amsterdam liggende schepen die geschikt zouden zijn om een invasiemacht naar Engeland te transporteren. De 190 met naam en gegevens genoemde schepen omvatten zowel de fregatten, pinken, fluiten, brikken en hoekers als smakken, tjalken enzovoort. De gegevens voor de JAN EN CORNELIS luidden: pink, kapitein J. Duijff, afmetingen 136 x 32 x 15 voet verdek hoog 6 voet 5½ duim, 176 commercielasten, 350 gecalculeerde roggelasten, 700 gecalculeerde tonnen, boekhouder C. Hartsen.
Veel van de genoemde schepen waren al enige jaren opgelegd, waarbij paalrot en vervuring vaak verwoestend huishielden. Vervuring is droogrot in de romp, waarbij het hout is aangetast door schimmels als gevolg van het gebruik van onvoldoende gedroogd hout op plaatsen met weinig of geen ventilatie. Wanneer de JAN EN CORNELIS uit de vaart was genomen kon niet worden achterhaald. De meeste schepen zouden eerst na aanzienlijke reparaties in de loop van 1814-1816 weer naar zee gebracht worden, terwijl enkele schepen werden afgekeurd.
1815
Op 26 oktober 1815 wordt voor de Amsterdamse Waterschout voor de JAN EN CORNELIS, kapt. Jacob Duijff de monsterrol getekend, waarna op 30 oktober door Cornelis Hartsen uit Amsterdam een zeebrief wordt aangevraagd.
1816
LCO 091016
Amsterdam, 5 oktober. Sedert onze laatste is in Texel binnengekomen de JAN EN CORNELIS (opm: pink), kapt. J. Duyf van Suriname.
1817
Op 26 juni 1817 wordt voor de JAN EN CORNELIS door Cornelis Hartsen uit Amsterdam een Turkse pas aangevraagd voor kapt. Jacob Duijff, waarna op 9 juli ten overstaan van de Amsterdamse Waterschout een nieuwe monsterrol werd opgemaakt.
RC 030917
Amsterdam, 1 september. Kapt. Coenraad Brandligt Jr, voerende het schip AURORA, den 26 augustus van Batavia in Texel binnengekomen, meldt dat zijn schip in de best mogelijke staat is, en alle de schepelingen zich in volmaakte welstand bevinden.
Voorts rapporteert hij den 25 augustus in het Kanaal in goede staat gepraaid te hebben, de schepen JAN EN CORNELIS (opm: pink), kapt. J. Duyff, CORNELIA, kapt. E. Sipkes (opm: fregat, kapt. Feijke Sipkes), en VROUWE IDA ALIDA (opm: fregat VROUW IDA ALEYDA), kapt. K. Sipkes, naar Batavia.
De JAN EN CORNELIS had aanboord een detachement van 3 officieren en 230 onderofficieren en manschappen. Onderweg overleden maar liefs 40 man, terwijl het schip aan het einde van de reis ook nog zo’n 160 zieken telde; enige dagen na aankomst in Batavia bezweek een tiental soldaten alsnog in het hospitaal.
In december 1814 werd voor de pink AURORA voor een reis naar Oost-Indië een charter opgemaakt met daarin o.a. de clausule “Dat tot aanmoediging van den Schipper om door reiniging van het Schip, zuivering en verfrissching van lucht en andere voorzorgen, te maken voor de conservatie der gezondheid, van de zich aan boord bevindende passagiers, aan denzelven zal worden toegelegd en voor hem aan de vervrachters worden uitbetaald bij de voldoening van den tweeden termijn der Vrachtpenningen, Vijf Guldens voor eene buitengewone premie voor elk levende passagier, welke hij te Batavia of Sourabaija zal hebben ontscheept, en zal dan al meede aan den Vervrachter worden voldaan...”
Of deze clausule (zie voor de volledige tekst IDnr. 10828 in deze Database) ook in het onderhavige charter is opgenomen is niet bekend; zo ja dan is kapitein Duijff een flink kaplaken misgelopen)
1818
RC 171018
Amsterdam, 15 oktober. Met het schip (opm: fregat) de KOORNZAAIJER, kapt. A. Smit, den 11 oktober van Batavia in Texel binnengekomen, van waar het den 1 juni gezeild is, heeft men brieven van Batavia tot den 30 mei, volgens welke het schip JAN EN CORNELIS, kapitein J. Duyff, tegen medio juni van daar naar Amsterdam zoude vertrekken.
RC 311018
Londen, 27 oktober. Den 18 juni is te Batavia gearriveerd het schip JEUNE ANNETTE, Van den Broecke (opm: driemaster, thuishaven Brugge, kapt. Gaspard van den Broeke), en den 20 het schip BATAVIA, De Gelder, van Amsterdam; het schip JAN EN CORNELIS, Duijff, is den 12 juni vandaar naar Amsterdam gezeild.
1819
RC 260119
Advertentie. C. de Grijs, T. van Olivier, F. der Kinderen, J. Corver en H. Salm, makelaars, zullen, op maandag den 8 februari 1819, des avonds ten 6 uren, te Amsterdam, in het Nieuwezijds Heeren-Logement, op de Haarlemmerdijk, verkopen: een extraordinair welbezeild, Pinkschip, genaamd JAN EN CORNELIS, gevoerd door kapitein Jacob Duijff, lang 136 voet, wijd 31 voet 9 duim, hol 14 voet 8 duim, het verdek 6 en 1 halve voet, alles Amsterdamse maat; gemonteerd met zes ijzeren gotelingen (opm: gietijzeren lichte kanonnen) en andere ammunitie van oorlog, naar advenant (opm: naar verhouding). Breder bij de inventaris en berigt bij de makelaars, en bij Van Olivier en Comp.
Op 26 mei 1819 wordt voor de JAN EN CORNELIS door Gebr. Hartsen uit Amsterdam een zeebrief en Turkse pas aangevraagd voor kapt. Jacob Duijff. Op 8 juli werd de monsterrol opgemaakt voor een rondreis naar Oost-Indië.
HC 130819
Den Helder, 9 augustus. Gister is van onze rede vertrokken JAN EN CORNELIS, kapt. J. Duijff, met troepen (opm: 6 officieren en 200 manschappen) naar Batavia.
RC 070919
Amsterdam, 5 september. Kapt. T.K. Kleijn, van Surinamen, den 31 augustus in Texel binnen, heeft den 17 augustus, 8 mijlen N.O. van Lezard (opm: Lizard), gepraaid het schip (opm: pink) JAN EN CORNELIS, kapt. J. Duijff, van Amsterdam naar Batavia.
1820
RC 030220
Amsterdam, 1 februari. In de Tafelbaai, aan de Kaap de Goede Hoop, is gearriveerd J. Duijf (opm: kapt. Jacob Duijff, voerende de pink JAN EN CORNELIS).
RC 080220
Amsterdam, 6 februari. Het schip (opm: pink) JAN EN CORNELIS, kapt. J. Duijff, van Amsterdam naar Batavia, hetwelk den 2 november 1819 in de Tafelbaai is aangekomen, heeft den 6 dito deszelfs reis voortgezet; aan boord was alles wel.
RC 160520
Amsterdam, 14 mei. Kapitein L. Woutersen, voerende het schip de ZEEUW, welke, op zijn reis van Kanton (opm: Guangzhou) en Batavia naar Middelburg, aan de Kaap de Goede Hoop is aangeweest, heeft in de Straat Sunda, in volkomen goede staat, gepraaid het schip de JONGE CORNELIS, kapt. Jacob Duif (opm: pink JAN EN CORNELIS, kapt. Jacob Duijff), van Amsterdam naar Batavia.
LCO 090620
Arrivementen: Te Batavia JAN EN CORNELIS, kapt. J. Duijff.
RC 110720
Amsterdam, 9 juli. Kapitein K. Sipkes, voerende het schip (opm: fregat) IDA ALEIJDA, meldt van Batavia, van 16 februari, dat aldaar weinig of geen Amerikaanse en met het zijne slechts vijf Nederlandse schepen lagen, zijnde een omtrent beladen voor Antwerpen; SOURABAYA (opm: fregat), J. Theunissen, en JAN EN CORNELIS, J. Duijff, beide grotendeels beladen.
RC 010820
Amsterdam, 29 juli. Brieven van Batavia, tot den 28 februari, melden, dat het schip SOURABAIJA, kapt. J. Teunissen, den 3 maart, en het schip JAN EN CORNELIS, kapt, J. Duijff, den 14 of 15 dito de reis naar Amsterdam zou aannemen.
Op 2 december 1820 wordt voor de JAN EN CORNELIS door Gebr. Hartsen uit Amsterdam een Turkse pas aangevraagd voor kapt. Jacob Duijff.
1821
OHC 110121
Amsterdam, 9 januari. Den 8 januari is van Texel uitgezeild JAN EN CORNELIS, kapt, J. Duyff naar Batavia.
RC 270121
Amsterdam, 25 januari. Het schip (opm: pink) JAN EN CORNELIS, kapt. Jacob Duijff, van Amsterdam naar Batavia, is, volgens brief van Deal, den 17 januari aldaar wegens tegenwind, doch in goede staat, binnengelopen.
RC 010221
Amsterdam, 30 januari. Het schip (opm: pink) JAN EN CORNELIS, kapt. J. Duijff, van Amsterdam naar Batavia, den 16 januari wegens slecht weer en tegenwind te Deal binnengelopen, is volgens brief van daar van den 23 dito (over Ostende), dien ochtend met een schone N.O. wind vertrokken.
BC 070721
Schepen liggende ter rede van Batavia:
Zr.Ms. wachtschip TROMP; brik IRENE; de schepen CORNELIA, CORNELIA SARA, AURORA, FLORA, JAN EN CORNELIS.
OHC 271221
Den 10 augustus lag op de rede van Batavia JAN EN CORNELIS.
Uit de “Biografie van Cornelis Abrahamsz Jr.”
Oktober 1821 vanaf Batavia in de Indische Oceaan met de JAN EN CORNELIS.
Wij waren in Oktober van Batavia vertrokken Behalve onze kapt. Duif hadden wij noch een kapitein (opm: waarschijnlijk de supercargo namens de rederij) zijnde de Schoonzoon van kapt. Duif, kapt. Gribberd de Jong.
December 1821 te Kaapstad met de JAN EN CORNELIS.
Ongeveer 2 maanden later arriveerde de JAN EN CORNELIS te Kaapstad. “Onze kapitein was een ouderwetsche stijfkoppige Amelander. Het is hier wel de moeite waard om hier van een paar staaltjes te verhalen. Eens dat ik kort na mijn herstel aan ’t roer stond verweet hij mij mijne ziekte als zoude ik zelf daarvan de oorzaak zijn. Op ieder vorig schip heb je het schraal gehad en niet aan de wal geweest en nu heb je het vol op en eerst moest je noch eens aan de wal en daar ben je nu ziek van geworden en daar sta je naast een fatsoenlijk manskind en haast geen schoenen aan de voeten. Ik had uit zuinigheid in O.I. lang op bloote voeten gelopen om mijn goede schoenen te bewaren tot wij in het koude en het slechte weder kwamen, en stond nu het mooy weder was met een paar oude schoenen die ik dacht dat mij noch wel dienen konde. Ik trok het mij evenwel niet zwaar aan…..”
1822
GRC 180122
Batavia, 14 september. Alhier te rede liggen thans JAN EN CORNELIS en ANTOINETTA JACOBA.
BC 160222
Batavia, 15 februari. Met het laatste schip alhier van Kaap de Goede Hoop aangekomen, zijn ons geen couranten medegebracht. De mondeling ontvangen berichten, lopende tot 16 december a.p. (opm: verleden jaar), melden, dat aldaar acht Nederlandse schepen in de Tafelbaai geankerd lagen. Onder deze bevonden zich 's Konings brik IRENE, kapt. luit. Lucas, en de schepen JAN EN CORNELIS (opm: pink), kapt. Jacob Duijff en de KOOPHANDEL kapt. Janssen (opm: pink, kapt. C.F. Jansen). De beide eersten hadden de reis naar het vaderland reeds weder voortgezet.
LCO 200222
Amsterdam, 19 februari. Sedert onze laatste is bij Texel binnengekomen JAN EN CORNELIS, J. Duyff van Batavia.
Op 13 juli 1822 wordt voor de JAN EN CORNELIS door Gebr. Hartsen uit Amsterdam een zeebrief en Turkse pas aangevraagd voor kapt. Jan Kroon.
1823
BC 080223
Batavia, 7 februari. Schepen liggende ter rede JAN EN CORNELIS.
BC 220323
Batavia, 21 maart. Schepen liggende ter rede van Batavia JAN EN CORNELIS.
BC 140623
Batavia, 13 juni. Schepen liggende ter rede van Soerabaja: JAN EN CORNELIS.
AC 070723
Van den 13 januari tot 18 februari zijn te Batavia gearriveerd de schepen RUBENS (opm: brik RUBBENS, thuishaven Antwerpen), kapt. T. Versluijs, van Antwerpen, ANNA, kapt. C.R. Scholte, en JONGE ADRIANA (opm: fregat), kapt. H.J. Bonn, beide van Rotterdam, PALEMBANG, kapt. L. Heijde, JAN EN CORNELIS (opm: pink), kapt. J. Kroon, ROTTERDAM (opm: fregat), kapt. T.S. Waters, NORDLOH (opm: brik), kapt. J.H. Breukemeijer, en ONDERNEMING (opm: fregat), kapt. H. Murk Lels, alle vijf van Amsterdam.
AC 220823
Ter rede van Batavia lagen den 22 maart Zr.Ms. wachtschip TROMP, de Nederlandse schepen NIEUWE ZEELUST, HAPSOEN, RESOLUTIE, JAN EN CORNELIS.
AC 250823
Volgens bericht van Batavia in dato 22 maart van kapt. J. Kroon, voerende het schip (opm: pink) JAN EN CORNELIS, was hij voor een reis naar Sourabaija bevracht en hoopte binnen enige dagen tot het vertrek gereed te zijn.
AC 040923
Te Batavia is den 1 april uitgezeild JAN EN CORNELIS (opm: pink), kapt. J. Kroon, naar Sourabaija.
AC 201023
Den 4 juni is te Sourabaija gearriveerd het schip (opm: pink) JAN EN CORNELIS, kapt. Jan Kroon, van Bedoelang.
1824
RC 030124
Amsterdam, 1 januari 1924. Uittreksel uit een brief van Batavia van den 3 september 1823:
Er zijn tegenwoordig hier weinig Nederlandse schepen, namelijk ROTTERDAM, kapt. T.S. Waters, hetwelk op het punt van vertrek naar Rotterdam staat, JAN EN CORNELIS, kapt. J. Kroon, en PAKET VAN AMSTERDAM, kapt. J. Precht, binnen kort naar Amsterdam bestemd.
RC 050224
Ter rede van Batavia lagen den 4 oktober 1823 de Nederlandse schepen JAN EN CORNELIS, kapt. J. Kroon, hetwelk alleen op het restant van deszelfs lading van Sourabaija wachtte om naar Amsterdam te vertrekken.
RC 160324
Den 1 november 1823 is van de rede van Batavia vertrokken het schip JAN EN CORNELIS, kapt. J. Kroon, naar Amsterdam.
RC 030424
Den 29 maart arriveerde te Portsmouth het schip JAN EN CORNELIS, kapt. Jan Kroon, van Batavia naar Amsterdam, met verlies van ankers en kabels, en lek, hebbende vijf maanden reis.
AC 070924
Advertentie. Uit de hand te koop: het Nederlands gebouwd, gekoperd Pinkschip JAN EN CORNELIS, groot circa 330 lasten, liggende alhier achter de werf Sint Jago, in de Bikkerstraat. Te bevragen bij de heer G. Kramer, scheepstimmerman aldaar. (opm: bouwjaar 1796; laatste kapitein J. Kroon; de zeebrief werd in oktober 1824 ingeleverd wegens voorgenomen sloop)
1826
HC 020126
Amsterdam, 30 december. Op den 24sten dezer is alhier, op de werf Hollandia, in tegenwoordigheid van een aanzienlijk getal aanschouwers, met het beste gevolg van stapel gelopen, het, voor rekening van de heren Gebroeders Hartsen, door den scheepsbouwmeester Cornelis van Swieten, gebouwde koopvaardij -fregatschip genaamd CORNELIS HOUTMAN, groot circa 400 lasten en bestemd voor de vaart op de Oost Indien. Dit is het eerste schip van die grootte , hetwelk sedert den jare 1796 al hier van stapel is gelopen, zijnde dit geweest het pinkschip JAN EN CORNELIS mede in der tijd voor rekening van de heren Hartsen gebouwd.