Familiegegevens en opleiding
Jacob Jans Kortrijk was getrouwd met Zwaantje Dirks/Derks en beiden zijn vóór 1826 overleden. Zij waren de ouders van Jan Jacob Kortrijk, gezagvoerder, - zie aldaar064
Zwaantje sloeg over boord bij het omslaan van de “Margaretha Laurentia” in april 1822. (zie hierna)
Jacob overleed in 1822 tengevolge van een breenbreuk (zie hierna)
Gegevns via Marhisdata zijn:
Jacob Jans Kortrijk is < 1805 getrouwd met Zwaantje Derks (de Jong). Hij overleed te Plounéour-Trez, Arrondissement Brest, op 26 april 1822 op 58-jarige leeftijd. Hun zoon Derk Janssen Kortrijk, 16 jaar, was op 11 april 1822 in het nabijgelegen Goulven overleden.Bij de geboorte van hun dochter Maria in oktober 1811 was Jacob kapitein van beroep.Jacob Jans was vanaf 5/1815 tot zijn dood schipper op de in 1815 nieuwe kof MARGARETHA LAURENTIA
De schepen van de kapitein
Bouma025 vermeldt J.Kortwijk als gezagvoerder gedurende:
* 1819 van de kof “Margaretha Lammertina”, geen vermelding van bouwgegevens, thuishaven en eigenaar. Het schip is 1 keer te Harlingen geregistreerd komend met zout van Liverpool.
In het Archief van de Amsterdamsche Waterschout11a zijn monsterrollen op naam van Jacob Jans Kortrijk op de:
“Vr. Zwaantje, dd 08 mei 1809 (Papenburger vlag);
“Margaretha Laurentia”, dd 17 maart 1817.
Monsterrol 32 dd 02 maart 1821 in het Gemeentearchief van Dordrecht vermeldt kapitein Jacob Jans Kortrijk, gezagvoerder van de kof “Margaretha Laurentia” met eveneens stuurman Dirk de Jong en ligtmatroos Dork J.Kortrijk, allen uit Groningen, voor een reis naar Brest met in totaal 8 bemanningsleden.
Overige bijzonderheden
Rotterdamsche Courant 26 oktober 1815114
Amsterdam, 24 oktober. Op Barbersand heeft gezeten, doch is vervolgens te Yarmouth binnengebracht om te lossen en te repareren, het schip MARGARETHA LAURENTINA, kapt. J. Kortrijk, van Riga naar Bordeaux.
Leeuwarder Courant 14 mei 1819114
Harlingen. Den 9 mei binnen gekomen
Den 10 dito binnen gekomen het galjasschip JOHANNA LENORORA, met hout van Memel (opm: Klaipeda), het kofschip MARGARETHA LAMMERTINA, kapt. Jacob Kortrik, met zout en looderts van Leverpool (opm: Liverpool), en het sloepschip HOCKLAND, kapt. Thomas Christoffelen, met klipmos en hout van Noorwegen.
Uitgezeild het kofschip de JONGE RINGER, kapt. J.J. Brouwer met ballast op avontuur, het tjalkschip DE VROUW JELTJE, kapt. Jan H. Zeeven, met ballast naar Noorwegen, en het kofschip SOPHIA WILHELMINA, kapt. Carel Fredrik Scherphenhuber met pannen naar Memel. ….
Rotterdamsche Courant 12 april 1821114
Rotterdam, 11 april. Van Helvoetsluis wordt van den 10 gemeld: den 9 arriveerden de schepen LILLA MATHILDA, J.C. Jager, van Wolgast en KREIJA, J. Jacobsen, van Dramme.
Den 10 zeilden ROTTERDAMS WELVAREN, K. Schenkel, naar Batavia; ISIS, J. Woodberrij, naar Boston; MARGARETHA LAURENTIA, J.J. Kortrijk, naar Bordeaux en L’ANNETTE, J. Williams, naar Bilbao; de wind O…..
Rotterdamsche Courant 21 augustus 1821114
Rotterdam, 20 augustus. ….
….Den 20 zeilden DOLPHIJN, J. Touzeau, naar Guernsey; de JONGE HENDRIKA, M. Schaap, naar Marseille; HELENA, T.C. Gerdes, naar … ; VENILLIA, W. van der Kolff, naar Liverpool; MARGARETHA LAURENTIA, J. Kortrijk, naar Brest; GLASGOW, W. Paton, naar Leith; CLARA MARGARETHA, P.D. Dik, naar Liverpool; FLORA, J.W. Beresford, naar Rochester, en HOOP VAN EMDEN, S. Muller, naar Calais; de wind Z.O.
Rotterdamsche Courant 27 april 1822114
Amsterdam, 25 april. Het schip MARGARETHA LAURENTIA, kapt. J.J. Kortrijk (opm: galjoot, kapt. Jacob Jans Kortrijk), van Dordrecht naar Brest, is op de kust van Pontirac verongelukt (opm: zie RC 300422, PGC 030522 en RC 090522).
Rotterdamsche Courant 30 april 1822114
Amsterdam, 28 april. Aangaande het verongelukte schip MARGARETHA LAURENTIA (opm: zie RC 270422, PGC 030522 en NRC 090522), kapt. J.J. Kortrijk, van Dordrecht naar Brest, verneemt men nog, dat de kapitein, die echter een been gebroken heeft, benevens twee van zijn kinderen en de jongen, gered is; doch zijn vrouw is door een zee over boord geslagen, zijn zoon uit de mast dood gevallen en het overige volk door het omslaan der boot verdronken. opm: kapt. Jacob Jans Kortrijk overleed te Plounéour-Trez, Arr. Brest, op 26 april 1822 op 58-jarige leeftijd; zijn zoon Derk Janssen Kortrijk, 16 jaar, was op 11 april 1822 in het nabijgelegen Goulven overleden
Provinciale Groninger Courant 03 mei 1822114
In de Nederlandsche Staats-Courant, van den 29 l.l, leest men de navolgende bijzonderheden wegens het verongelukte schip, waarvan in onze vorige, onder het art. Parijs, melding is gemaakt:
“De Nederlandsche galjoot de MARGARETHA LAURENTIA, van 190 ton, kapitein Jacob Janssen Kortrijk, van Groningen, aan de Heren Sijpkens en Stoop als reders toebehorende, is op den 11 april, te 9 uren des avonds, tegen over de post van Lividic-Kurue (opm: zie RC 270422) gestrand. De douane bekwam geen kennis van de schipbreuk voor den 12, te 6 uren des morgens. De heren Massard de la Houssaye, brigade-controleur te Pontusval, Caradec, maire der gemeente van Plouneour-Trez, en Poincel, syndicus der zeelieden, begaven zich naar het schip, om te onderzoeken, of er niet een of andere ongelukkige op het wrak te ontdekken zou zijn. Onder het bereik van de stem gekomen zijnde, ontdekten zij op het dek slechts het lijk ener verdronken vrouw; als toen verloren zij alle hoop om de equipage van nut te zijn, en, dewijl zij daarenboven door de holle zee gedwongen werden, om zich van daar te begeven, besloten zij de stilte af te wachten, ten einde aan het bergen der goederen te arbeiden.”
“Op den 14, omstreeks de middag, bezig zijnde met de sloep in zee te brengen, meenden zij een noodvlag van de roef te zien waaijen; als toen slechts hun moed en de menselijkheid gehoor gevende, en besloten hebbende, om des nodig, quarantaine te houden, gingen zij dadelijk in de sloep, en kwamen weldra aan boord van het schip. Hoe groot was hun verwondering, toen zij de kapitein, deszelfs twee dochters en de scheepsjongen nog levend vonden, zijnde slechts door een dunne presenning gedekt, en hebbende tot schuilplaats niets dan een kabel, onder welke zij gekropen waren. Bij de aankomst hunner bevrijders, vielen de schipbreukelingen op hun knieën en zonden hun gebeden ten Hemel. Welk mens zou door zulk een schouwspel niet geroerd en niet met medelijden aangedaan zijn geworden op het zien van de ongelukkigen schipper, die tevens zijn vrouw, zijn zoon en zijn gehele equipage kwam te verliezen, en, tot overmaat van ramp, der vreesselijkste pijnen, door het breken van een been veroorzaakt, ten prooi was! In deze ijselijke toestand zou hij ontwijfelbaar omgekomen zijn, zo niet zijn oudste dochter, een meisje van 13 jaren, door een gelukkige ingeving bezield, een doek had laten waaijen, die door de heer Massard de la Houssaye bemerkt werd.”
“Bij deze gelegenheid hebben de personen van Bidard en Bouvet veel moed en standvastigheid betoond. De heer Charles Rolland, bij wie de kapitein te huis ligt, bewijst hem steeds al de zorg en oppassing, welke in zijn vermogen zijn.”
Rotterdamsche Courant 09 mei 1822114
Amsterdam, 7 mei. Van het bij Brest verongelukte schip MARGARETHA LAURENTIA, kapt. J.J. Kortrijk, , van Dordrecht naar Brest, of van deszelfs lading, is, volgens nader berigt, niets geborgen; de kapitein is aan de gevolgen der bekomen beenbreuk overleden.
Opmerking G.J.Mulder, Marhisdata, augustus 2010
JJ Kortrijk
De zeebrief van 22 mei 1815 spreekt van MARGARETHA LAURENTIA, met schipper Jacob J. Kortrijk.
Hou deze scheepsnaam dus maar aan.