1814
RC 280714
Amsterdam, 26 juli. Sedert onze vorige is ‘t Vlie binnengekomen C. Poolman, van Dantzig (opm: Gdansk).
RC 271014
Advertentie. J.H. de Witt, J. van Ouwerkerk de Vries, T. van Olivier, J.E. Lublink en B. van Oostrum de Waal, makelaars, zullen, ten overstaan van een daartoe bevoegd beambte, op maandag 31 oktober 1814, te Amsterdam, in het Nieuwezyds Heeren Logement, op de Haarlemmerdyk, verkopen: een extraordinair welbezeild kofschip genaamd ELIZABETH, gevoerd door kapt. Christoffel Poolman, lang over steven 92 voet, wijd 21 voet 6 duim, hol 10 voet 2 duim, alle Amsterdamse maat.; breder bij de inventaris omschreven: nader onderrichting te bekomen bij de voornoemde makelaars.
1815
Op 24 maart 1815 werd de eerste zeebrief verstrekt voor VROUW ELISABETH, aangevraagd door Nicolaas Tetterode, Amsterdam, voor Cornelis Jansen Gerkes als kapitein. Het schip lag in Amsterdam en was binnenslands gebouwd.
LCO 130915
Sedert onze laatste is in Texel binnengekomen de VROUW ELISABETH, kapt. C.J. Gerkes, van Riga.
1816
LCO 200316
Sedert onze laatste is in Texel binnengekomen de VROUW ELISABETH, kapt. C.J. Gerkes, van Cadix.
Op 18 november 1816 werd een Turkse pas voor een reis naar Cette verstrekt voor VROUW ELISABETH, aangevraagd door Nicolaas Tetterode, Amsterdam, voor Cornelis Jansen Gerkes als kapitein.
1817
RC 150317
Advertentie. J.H. de Witt, R. Hoijman, J. van Ouwerkerk de Vries, J.E. Lublink, J. Boelen en H.J. Rietveld, makelaars, zullen, ten overstaan van een daartoe bevoegde beambte, op maandag den 24 maart 1817, des avonds ten 6 uren, in het Nieuwezijds-Heeren-Logement, op de Haarlemmerdijk, te Amsterdam, verkopen: een extraordinair welbezeild Kofschip, genaamd de VROUW ELIZABETH, gevoerd door schipper C.J. Gerkes, lang over steven 92 voet, wijd, binnen zijn huid, 21 voet 6 duim, hol, in het ruim, 10 voet 2 duim, alles Amsterdamse maat; breder bij de inventaris omschreven. Nadere onderrigting bij de makelaars.
Op 6 juni 1817 werd de zeebrief van de VROUW ELISABETH, kapt. C.J. Gerkes, door de Dir. der Konvoijen en Licenten te Amsterdam zonder vermelding van reden (bleek verkoop te zijn), naar de Staatsraad te Den Haag geretourneerd, waarna op 7 juni 1817 royement volgde.
Op 30 december 1817 werd een nieuwe zeebrief en een Turkse pas voor een reis naar Bordeaux verstrekt voor de JACOBA HENRIETTA, aangevraagd door Jacob Fock e.a., Amsterdam, voor Jan Gerrits Bart als kapitein.
1818
RC 200118
Amsterdam, 18 januari. Den 14 januari is in de haven van Medemblik binnengelopen het kofschip JACOBA HENRIETTE, kapt. J.G. Bart, van Amsterdam naar Bordeaux; hebbende in het Val van Urk een vliegende storm voor twee ankers afgereden, waardoor het schade aan de braadspil (opm: horizontale spil op het voordek) en de slemphouten (opm: houten verbanddelen tussen de stevens en de kielbalk) heeft bekomen; daar voor het overige schip en lading in goede staat zijn, zou de kaptein spoedig gereed zijn, om bij gunstige gelegenheid de reis voorttezetten.
1819
Op 3 februari 1819 werd een Turkse Pas, Suppletie voor reis van Bordeaux naar de Oostzee en vervolgens weer naar Frankrijk, vertstrek voor de JACOBA HENRIETTE, aangevraagd door Jan Gerrits Bart, plaats niet vermeld, voor zichzelf als kapitein.
RC 240819
Amsterdam, 22 augustus. In Terschelling binnengekomen C.H. de Weerd, van Dantzig (opm: Gdansk). Deze kapitein heeft den 9 augustus, 12 mijl Z.O. van Schagen (opm: Skagen), gepraaid het kofschip JACOBA HENRIETTE, kapt. J.G. Bart, van Amsterdam naar Petersburg.
1820
Op 27 april 1820 werd een nieuwe zeebrief verstrekt voor de JACOBA HENRIETTA, aangevraagd door de Vries en Co, Amsterdam, voor J.G. Bart als kapitein.
1827
RC 070627
Rotterdam, 6 juni. Van Antwerpen zijn de Schelde afgekomen en naar zee gezeild WILLEM DE EERSTE, kapt. J. Langethee, naar Rio-Janeiro; HEMMINA, kapt. S.F. Taay, naar Noirmoutier; DE JONGE PIETER, kapt. J.R. Brons en DE VROUW JANTINA, kapt. G.G. Smit, naar Londen; JACOBA HENRIETTA, kapt. J.G. Bart, naar Portsmouth en DE GOEDE HOOP, kapt. H.F. Klein, naar Petersburg.
AC 240827
Advertentie. R. Hoijman, T. van Olivier, J.E. Lublink, F. der Kinderen, P. Bel, A. van der Sluijs, H. Smit, J. Boelen, H.J. Rietveld, G.W. Sesink Clee, N.J. Lublink en C.A. Schröder, makelaars, zullen op maandag de 10e september 1827, ’s avonds ten 6 ure, te Amsterdam, in de Nieuwe Stads Herberg aan het IJ, verkopen: een extraordinair welbezeild kofschip, genaamd JACOBA HENRIETTE, gevoerd door kapitein J.G. Bart (opm: kapt. Jan Gerrits Bart, zie RC 221127), lang 26 ellen, 42 duimen; wijd 6 ellen, 22 duimen; hol 3 ellen, 6 duimen Nederlandse maat. Breder bij de inventaris en bericht bij de bovengenoemde makelaars.
Op 20 november 1827 werd de zeebrief van de JACOBA HENRIETTA, kapt. J.G. Bart, door de Ontvanger te Amsterdam naar de Staatsraad te Den Haag geretourneerd, met vermelding ‘zullende worden gesloopt’, waarna op 22 november royement volgde.
RC 221127
Advertentie. J. Tentije, J. Palmboom, G.J. Roland Holst, F. der Kinderen, J. Corver, A. van der Sluijs, J. Boelen en N.J. Lublink, makelaars, zullen op maandag de 3e december 1827, des avonds ten 6 ure, te Amsterdam in de Nieuwe Stads Herberg, aan het IJ, verkopen:
- het pinkschips-hol, genaamd NEPTHUNUS
- het kofschips-hol, genaamd JACOBA HENRIETTE (opm: zie AC 240827;de zeebrief werd op 20 november geretourneerd ‘zullende hetzelve worden gesloopt’)
- de korenschuit, genaamd LAURENS,
- en eindelijk een aanzienlijke partij scheeps-gereedschappen, bestaande in ankers, touwen, zeilen, rondhouten, een partij scheeps-breeuwwerk enz.
Breder bij notities vermeld en bericht bij de bovengemelde makelaars.