1806
BSC 020506
Werd geadverteerd, dat door mij ondergetekende eerste gezworen exploiteur van den raad ter Judicature over de Middelen te Water en te Lande, uit kracht van zeker mandament, in dato 22 april 1806, geïmpetreerd bij den advokaat-fiskaal generaal der Middelen te Water en te Lande, op den 29 april 1806, bij openbare edicte ad valvas curie zijn gedagvaard, alleen een iegelijk, welke zouden willen komen ten reclame of ten beschutte van den bij voorz. mandamenten voormelde schip THE SAVILLE, en deszelfs inhebbende lading, laatst gedestilleerd geweest van Riga naar Londen, en den 20 januari l.l., te Oostmahorn in het departement Friesland aangehouden, om op den 13 mei 1806, voor gemelde raad in Den Haag te compareren, ofte gemachtigden te zenden, om te aanhoren zoodanige eis en conclusie, als de voorn. fiskaal R.O. alsdan zal willen doen en nemen, daarop te antwoorden, en voorts te procederen als naar rechten. Den Haag, den 29 april 1806. H.B. Verbuys.
1807
VRC 210207
De vendumeester bij het departement van convooien en licenten te Harlingen, zal ten overstaan van den commissaris van voor genoemd departement, op dinsdag 17 maart 1807, des namiddags ten 5 uur, ten huize van de wed. Bolhuis, in de Unie, te Groningen, ad opus jus habentium, verkopen: een welbezeild brikschip genaamd THE SAVILLE, lang over steven 74 voet, wijd 23 ½ voet, hol 13 voet, Groninger maat; verder met al derzelver rondhouten, staande en lopend want, ankers, touwen, zeilen en andere scheepsbehoeften volgens inventaris.
1814
LC 080714
Advertentie. De notaris Wijma, te Harlingen, zal aldaar, op den 19 juli 1814, des namiddags ten een uur, in de herberg Roma, publiek, presenteren te verkopen: Een welbezeild Brikschip, de JONGE JAN genaamd, gevoerd bij kapitein Simon Siebes, lang over steven 75 voet 6 duim, wijd binnen zijn wegering 20 voet 1 duim, hol in het ruim 12 voet 6 duim, Friese maat, met opstaand en lopend want, zeil en treil, ankers en touwen, volgens inventaris, en zoals hetzelve legt in de Zuiderhaven, te Harlingen.
1815
RC 240815
Advertentie. J.H. de Witt, J. van Ouwerkerk de Vries, J.E. Lublink, B. Oostrum de Waal en J. Corver, makelaars, zullen, ten overstaan van een daartoe bevoegd beambte, op maandag den 28 augustus 1815 des avonds ten zes uren te Amsterdam in het Nieuwezijds-Heeren-Logement, op de Haarlemmerdijk, verkopen een extra ordinair, welbezeild Brikschip, genaamd de JONGE JAN, laatst gevoerd door kapt. Simon Siebes, lang over steven 75½ voet, wijd binnen zijn huid, 22 voet, hol, in het ruim, 10 voet 3 duim, het verdek hoog aan boord 4 voet, alles Amsterdamse maat. Breder bij inventaris omschreven. Nadere onderrichting te bekomen bij de voornoemde makelaars. N.B: dit schip is inmiddels uit de hand te koop.
1816
RC 250516
Te Medemblik is binnengelopen het schip de VROUW SARA JOHANNA, kapt. H. Douwes, van Amsterdam naar Rio de Janeiro gedestineerd; door zwaar zeilen was op de hoogte van de rode ton de grote mast gebroken, doch is het schip voor het overige in goeden staat.
Op 14-06-1816 wordt voor de VROUW SARA JOHANNA door de Maatschappij van Rederij en Zeevaart uit Hoorn een zeebrief aangevraagd voor kapt. Homme Douwes.
RC 170816
Volgens brief van kapitein J. Stratingh, voerende het schip DIANA, van Amsterdam naar Berbice gedestineerd, in dato 28 juli, was hij, na aanhoudende tegenwind en slecht weder in het Kanaal tot bij Lezard genaderd; het schip was dicht; een man was overboord gevallen en verdronken, doch de overige equipage benevens de passagiers welvarend; hij had den 20 augustus in de Hoofden gepraaid , het schip HOOP EN LIEFDE, kapt. T. Machielsen, van Amsterdam naar Suriname en den 27 dito het schip de VROUW SARA JOHANNA, kapitein H. Douwes, van Amsterdam naar Rio de Janeiro, beiden in goeden staat.
1817
RC 010417
Door een geweldige orkaan zijn den 7 januari te Rio de Janeiro een aantal kleine kustvaarders totaal verongelukt, ook heeft het schip SARA JOHANNA (opm. VROUW SARA JOHANNA), kapitein H. Douwes, op deszelfs vertrek liggende naar Amsterdam, bij die gelegenheid de boegspriet en twee ankers verloren.
OHC 140617
Kapt. S. Kraay meldt den 7 mei l.l. op de breedte van 29 gr. 14 lengte in goeden staat gepraaid te hebben het schip VROUW SARA JOHANNA, kapitein H. Douwes, van Rio de Janeiro komende.
1818
Op 26-02-1818 wordt voor de VROUW SARA JOHANNA door de Maatschappij van Rederij en Zeevaart uit Hoorn een Turkse pas aangevraagd voor kapt. Homme Douwes.
RC 010918
Amsterdam, 29 augustus. Kaptein H. Douwes, voerende het schip de VROUW SARA JOHANNA, van Amsterdam te Havana gearriveerd, meldt van daar, in dato 14 juni, dat hij den 4 dito door een Roofschip was aangevallen geworden, welks equipagie de luiken opengebroken, de beste goederen uit het schip gehaald en naar boord van hun schip gebragt had; hij wist nog niet wat er van de lading gemist werd, doch veronderstelde meest al de genever weg te zullen zijn. (opm: zie RC 050918)
RC 050918
Amsterdam, 3 september. De beroving, welke kaptein H. Douwes (opm: VROUW SARA JOHANNA) ondergaan heeft (zie RC 010918), wordt in zijn brief, gedateerd Havana den 14 juni dus opgegeven: “Den 4 dezer (opm: juni) bevonden wij ons in het gezigt van de Berry-Eilanden (opm: Berry Islands, 25º30’ N.B. 77º45 W.L, behorende tot de Bahama’s), daar wij om heen staken, ten einde over de bank van Groot-Bahama te zeilen, alwaar ons des middags een rover ontmoette, die ons met zijn geschut noodzaakte om bij te draaijen, met een gewapende sloep aan boord kwam, en naar het manifest (opm: ladingdocument met specificatie van cognossementen) vroeg; dit ingezien hebbende, gingen zij op het dek, stellende twee gewapende manschappen voor de kajuit, zo dat men er niet uit mogt; toen bragten zij mijn stuurman en vijf van mijn volk naar hun vaartuig en zeilden met ons schip weder om de noord, tot den 5 dito met de dag, zijnde toen onder het eiland groot-Bahama (opm: Grand Bahama), alwaar zij onze barkas uitzetten, de luiken open braken, de beste goederen uit het ruim haalden en die met de barkas naar de kaper voerden, en bragten toen de stuurman en de vijf matrozen bij mij aan boord terug, en dwongen hun de goederen te helpen overladen; kwamen vervolgens in de kajuit en roofden de provisie en het geen hun verder aan stond; eindelijk ons schip verlatende, bragten zij vier Spanjaarden bij mij aan boord, die ik hier aangebragt heb; dezelven behoorden tot een schip, het geen zij enige dagen tevoren insgelijks beroofd en de kaptein vermoord hadden; wat van de lading gestolen is, kan ik nog niet opgeven, voor ik aan het lossen ben, dewijl de rovers tot beneden in het ruim geweest zijn.”
1819
Op 18-11-1819 wordt voor de VROUW SARA JOHANNA door de Maatschappij van Rederij en Zeevaart uit Hoorn een zeebrief en Turkse pas aangevraagd voor kapt. Jacob K. de Vries.
1820
LCO 170120
Arrivementen: Te Lissabon J.K. de Vries van Amsterdam.
Op 09-11-1820 wordt voor de VROUW SARA JOHANNA door de Maatschappij van Rederij en Zeevaart uit Hoorn een Turkse pas aangevraagd voor kapt. Jacob K. de Vries.
OHC 301120
Amsterdam, 28 november. Den 27 november van Texel uitgezeild SARA JOHANNA (opm. VROUW SARA JOHANNA), kapt. J.K. de Vries van Amsterdam naar Bahia en Rio de Janeiro.
1821
RC 010221
Amsterdam, 30 januari. Het brikschip de VROUW SARA JOHANNA, kapt. J.K. de Vries, den 27 november uit Texel gezeild naar Fernambuck (opm: Pernambuco, thans Recife), Bahia en Rio de Janeiro, is den 26 december, 14 mijlen Z.O. ten O. van Kaap Finisterre, in goede staat zeilende, gepraaid door kapt. W. Leeuwrik, den 3 januari te Lissabon gearriveerd.
OHC 150521
Arrivementen: Te Fernambuck J.K. de Vries van Amsterdam.
RC 240521
Arrivementen: Te Bahia J.K. de Vries van Amsterdam.
OHC 020821
Arrivementen: Te Rio de Janeiro J.K. de Vries.
OHC 161021
Arrivementen: Te Hamburg J.K. de Vries van Rio de Janeiro.
OHC 151121
Amsterdam, 14 november. Den 11 dezer is bij Terschelling binnengekomen J.K. de Vries van Hamburg.
De verwachte aanvraag of terug zending van de zeebrief van de VROUW SARA JOHANNA is niet gevonden.