Inloggen
EIZO DE WENDT - ID 12493


In dienst
Onder Nederlandse Vlag tussen:1817-04-09 / 1863-02-11

Identification Data

Bouwjaar: 1817
Categorie: Cargo vessel
Voorstuwing: Sailing Vessel
Type: Kof
Masten: Two masts
Material Hull: Wood
Construction Data

Claas Piers Sjollema, geb. 12 feb 1767 te Grouw, ovl. 18 nov 1850 te Grouw, Bron Rootsweb
Voorouders van Claas zijn bekend tot ca. 1507 
--- 
Gedoopt: 22-02-1767 te Grouw. Claas Piers heeft zich in de 
patriottische tijden niet onbetuigd gelaten; hij was eerste assessor en 
werd genoemd "de lytse grietman" (de grietman woonde te Idaard) en was 
tevens ouderling in de Hervormde Kerk te Grouw. Hij vluchtte in de 
Franse tijd naar Engeland. Hij keerde echter terug en verborg zich in 
De Bird bij Grouw. Voor de Maire der gemeente Grouw nam hij op 23 
december 1811 officieel de familienaam Sjollema aan. Hij was 
scheepsbouwmeester, maar in het laatst verliepen de zaken geheel en al. 
(Bron: "Nijmegen") 
Was in 1813 ouderling Hervormde Kerk Grou...Op 3 december 1847 werd de 
gerenomeerde werf verkocht.(G.P.de Vries) 
Claas Piers Sjollema had een werf bij de "Tillezet" bij Grouw, 
waarschijnlijk dezelfde werf die zijn vader daar had. Claas was een 
aktief patriot, die wegens zijn aktiviteiten naar Engeland moest 
uitwijken. In de Franse tijd keerde hij terug. Hij werd assessor 
(wethouder) van de gemeente Idaarderadeel en is dit ook na vertrek van 
de Fransen gebleven. Claas Piers heeft als eerste een genealogie van de 
familie Sjollema samengesteld. (Bron: Leeuwarden) 
Hij was wellicht klein van gestalte. Claes Piers Sjollema schreef over 
de naam Sjollema het volgende: " De naam Sjollema is ontleend aan het 
breiden, dat door deze familie is uitgevonden en hetgeen toen sjoljen 
werd genoemd en daardoor werd de familienaam Sjollema aangenomen. Zij 
werden toendertijd door de regering met een wapen vereerd, bestaand uit 
een gebreide handschoen, een ploeg breidspriemen en kluwen breidsgaren, 
daaronder een gebreide slaapmuts op een geel veld aan de rechterhand en 
aan de andere kant een halve arend op een blauw veld." Dit is 
waarschijnlijk een mooi verhaal, maar niet erg geloofwaardig. 
Waarschijnlijk is de naam afgeleid van de mansnaam Sjolle, doch deze 
naam komt geen enkele maal voor in het geslachtsregister. Wel staat 
vast, dat de naam Sjollema reeds zeer oud is. Uit het beneficiaalboek 
van Friesland, in 1850 door Ged.staten uitgegeven, blijkt dat in 1543 
betaald werd door Eyntje Sjollema aan de pastorie te Murmerwoude een 
floreenrente voor het Vrijdagsbrood (Goede Vrijdag), hetwelk uit zijn 
Sate moest worden betaald. In datzelfde boek is ook sprake van een 
Sjollema te Driezum, "waar nu ten tijde Garbert Saekes woont." (Bron: 
G.Walstra) 
Claas Piers heeft zich in de patriottische tijd niet onbetuigd gelaten. 
In het begin was hij een prominent patriot. Hij kreeg in 1795, toen de 
patriotten het weer voor het zeggen kregen, de functie van "Generale 
Ontvang van het Reeel". Maar hij zag snel welke kant het uitging met de 
patriotten (de franse soldaten kwamen hier vaak berooid en slecht 
gevoed aan) en hij bedankte voor het patriottisch genootschap. Zijn 
ambt werd hem toen direkt afgenomen. Nog geen half jaar later werd hij 
een van de oprichters en het eerste lid van het "Nije Gild" van Grouw. 
Dit gilde werd opgericht door de "prinsgezinden", die zich afgescheiden 
hadden van het "Alde Gild", waar de patriotten de lakens uitdeelden. De 
eerste boekhouder van het Nieuwe Gilde was zijn zwager Klaas Andries, 
terwijl koopman Gabe van Asperen verschillende artikelen aan het Nije 
Gild leverde. In de oudheidskamer te Grouw is nog het zilveren 
gildewapen van het Nije Gild met het jaartal 1796. Voor het Gild moest 
wekelijks twee stuivers betaald worden. Als een lid langer dan vijf 
dagen ziek was, kreeg hij wekelijks een goudgulden uitgekeerd; was een 
lid 70 jaar dan kreeg hij vijftien stuivers per week. De nabestaanden 
van een lid kregen 15 caroligulden of aan de overledene werd een 
"doodvat" gegeven. De gildebroeders waren verplicht om de begrafenis 
bij te wonen. 
Recht.Arch.Idaarderadeel 26 maart 1788, folio 221: Claas verkoopt aan 
Hoeke Robberts te Noorderdragten een "nieuw schuite, hol met het 
ijzerwerk" voor 1650 car.glds. Idem 9 juni 1790, folio 311: "Monsieur" 
Claas verkoopt aan Oeds Jilkes, schuiteschipper en Hiske Rienks te 
Suiderhuisterveen een "Nieuw Schuiteschip met platte luiken, lang over 
de steven 64 voet, wijd 14 voet, hol 4 en een halve voet, met zeil en 
treil en touwen, staande en loopende want" voor 2200 car. glds. Zie 
verder nog de rechterlijke archieven 2 april 1789 (folio 253), 26 juli 
1787 (folio 271), IDA R 13 folio 229, 241, 264, 128, 272 voor meer van 
dergelijke verkopen. 
Bij zijn huwelijk bracht hij f 11509,in, die hij had ge&235;rfd van zijn 
ouders. 
Op 1 mei 1826 heeft hij op het gemeentehuis van Idaarderadeel de 
geboorteakte van zijn kleinzoon Symen Andries, geboren 29 april 1826, 
als getuige medeondertekend. 
In 1831 voltrok hij het huwelijk van de ouders van de bruid van zijn 
kleinzoon, nl Jelle Arjens Hoekstra en Hinke Scheltes de Boer. Hij 
noemde zich toen: assessor, gedelegeerd officier van den Burgerlijken 
Stand der Grieternij idaarderadeel. 
Op het laatst verliepen zijn zaken geheel en al. Op 3 december 1847 
werden de onroerende goederen, waaronder de gerenommeerde werf, in het 
openbaar verkocht, onder meer om de hypotheek ad f 2300,- af te betalen 
aan de weduwe Martha Hempenius, weduwe van zijn neef Jacob Johannes 
Sipsma en hun 6 kinderen. Zie ook de boedelbeschrijving en het extract 
uit de minuten van 1847. (Bron: G.P.de Vries) Zie id 1837 

04-06-1814 Handgeschreven brief met handtekening van Gabe van Asperen en 
Klaas Piers Sjollema in functie als Kerkvoogden
 
Gehuwd 25 mrt 1787 te Grouw met:
Dieuwke Andries van Riezen, geb. 14 jun 1766 te Grouw, ovl. 16 mei 1836 te Grouw, Bron Rootsweb
Voorouders bekend tot ca 1630 

Scheepsbouwer: Claas Piers Sjollema, Grouw, Friesland, Netherlands
Delivery Date: 1817-04-00
Technical Data

Net Tonnage: 137.00 tons (oude meting)
Net Tonnage 2: 95.00 lasts (rye)
 
Length 1: 23.64 Meters Registered
Beam: 5.15 Meters Registered
Depth: 2.53 Meters Registered
Zeebrieven en Turksche passen

Record type Zeebrief
Zeebrief jaar: 1817
Datum agenda: 1817-04-09
Register nr: 18170051
Scheepsnaam: EIZO DE WENDT
Type: Kof
Lasten: 72
Gebouwd in binnen- of buitenland: Binnenlands
Zeebrief / Turksche pas verzocht door: Sjollema, Claas P.
Plaats: Grouw
Kapitein op moment van verzoek: Hellinga, W.G.
Opmerkingen: Eerste zeebrief

Bekijk de overige zeebrieven / Turksche passen van dit schip
Ship History Data

Date/Name Ship 1817-04-09 EIZO DE WENDT
Manager: Claas Piers Sjollema, Grouw, Friesland, Netherlands
Eigenaar: Claas Piers Sjollema, Grouw, Friesland, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Grouw / Netherlands

Date/Name Ship 1828-12-15 JAN FREDERIK
Manager: IJbele Johan Repko, Harlingen, Friesland, Netherlands
Eigenaar: Partenrederij onder boekhouderschap van genoemde manager, Harlingen, Friesland, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Harlingen / Netherlands
Additional info: Prijs: NLG. 7.600,-

Date/Name Ship 1851-01-08 NOORDSTAR
Manager: Cornelis Teves, Harlingen, Friesland, Netherlands
Eigenaar: Cornelis Teves, Harlingen, Friesland, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Harlingen / Netherlands
Additional info: gekocht in januari 1851 van de erven = minderjarige kinderen van Y.J. Repko.

Date/Name Ship 1853-03-00 NOORDSTER
Manager: Cornelis Teves, Harlingen, Friesland, Netherlands
Eigenaar: Cornelis Teves, Harlingen, Friesland, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Harlingen / Netherlands

Date/Name Ship 1863-02-00 NOORDSTER
Manager: Pieter Mooiman, Harlingen, Friesland, Netherlands
Eigenaar: Pieter Mooiman, Harlingen, Friesland, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Harlingen / Netherlands

Bezitters van parten (aandelen) in het schip

Eigenaren van het kofschip JAN FREDERIK d.d. 15 december 1828:
IJbele Johans Repko, Harlingen, 1/2e part, scheepsmakelaar en boekhouder
Harm Leenderts Kok, Oude Pekela, 1/2e part, scheepskapitein

Eigenaren van het kofschip JAN FREDERIK d.d. 8 januari 1829:
IJbele Johans Repko, Harlingen, 1/2e part, scheepsmakelaar en boekhouder
Harm Leenderts Kok, Oude Pekela, 1/4e part, scheepskapitein
Harm Harms Kok, Oude Pekela, 1/8e part, varenspersoon
Okke Houwink, Oude Pekela, 1/8e part, varenspersoon

Ship Events Data

1820-10-21: Het schip EIZO DE WENDT, kapt. W.G. Hellinga, van Amsterdam naar Marseille, is op 21 oktober 1820 met schade aan zeilen binnengelopen te Dover
1863-02-11: Final Fate:
De NOORDSTER, kapt. J. Burghardt, werd op 11 februari 1863 in Harlingen geveild; het casco diende waarschijnlijk tot eind 1865 als lichter en werd toen verkocht voor de sloop.

Gezagvoerders

Datum vanaf: 1817
Kapitein: Hellinga, Wijtze Gerbens
Overige informatie: 1817-04-09

Familiegegevens en opleiding

Harm H. Kok werd geboren ca 1801.

Hij was getrouwd met Antje Lolles Lollema, geboren 29 december 1813. Het echtpaar had ten tijde van de inschrijving 4 kinderen: Grietje (06 januari 1839); Harm Leendert (25 augustus 1841); Sophia (21 juni 1843) en Hillechina (06 november 1845).

Hij overleed op 28 januari 1861, laatstelijk gezagvoerder van de kof "Noordster". 028-fol.002.

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

H.H.Kok (adres Kranenborg & Zn) werd per 24 december 1839 op voordracht van H.H.Koster en met vlagnummer 513 ingeschreven als effectief lid van het Amsterdams zeemanscollege "Zeemanshoop". Bij de inschrijving was zijn schip de "Jan en Freerk". Toegevoegd is "overleden"002. Ten tijde van de inschrijving waren Kok en zijn vrouw 38 resp. 26 jaar. Ingeschreven staat 1 zoon uit 1839002a.

In de Algemene Vergaderingen dd 17/24 december 1839 van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop werd als effectief lid voorgedragen/benoemd Harm Harms Kok, oud 39 jaar, voerend de kof “Jan & Freerk”, wonend te Harlingen en met als adres de heren Kranenborg & Zn te Amsterdam, op voordracht van H.H.Koster.023

 

Harm H.Kok uit Harlingen werd op 01 juli 1851 met vlagnummer 2 ingeschreven als lid van het Harlinger zeemanscollege "Zeemansvoorzorg". Zijn schip was de "Noordster", boekhouder Zeilmaker & Co te Harlingen. Zijn contributie werd betaald door zijn vrouw

Harm H.Kok was van 1851-1861 met vlagnummer 2 lid van het Harlinger zeemanscollege "Zeemansvoorzorg" en in diezelfde periode ook commissaris/bestuurslid034.

 

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 28 juni 1860 wordt een maand gage wegens schipbreuk toegekend aan kapitein H.H.Kok. Hij meldt tevens ziek te zijn geworden.042

 

Deweduwe van Harm H.Kok had in 1861, na het overlijden van Harm, recht op een uitkering uit het fonds van ¦500,- uit te betalen in 10 halfjaarlijkse termijnen. Zijn dochter Hillechien kreeg een uitkering ineens van ¦10,- 028-fol.002.

 

 

De schepen van de kapitein

lidmaatschap van College Zeemanshoop te Amsterdam001

vlagnummer                    jaren           type                  scheepsnaam                naam reder/boekhouder

      513                         1840-1853     kof                   Jan en Freerk                geen opgave

      209                              1854           kof                   Jan en Freerk                idem

                                      1855-1859     kof                   Newa                             Fontein & Tjallingii, Harlingen

                                      1860-1861     geen vermelding van schip en boekhouder

 

lidmaatschap van Zeemansvoorzorg te Harlingen36

vlagnummer      periode      type                     naam van het schip                       boekhouder/reder

 H2/A209     1851               kof                       Noordster034/025                              Repko & Co, Harlingen

                   1852-1859          kof                       Newa                                               Fontein & Tjallingii, Harlingen

                                                                             in maart 1860 in Noorwegen (Halsø) gestrand en wrak

                       1861               kof                       Noordster034                                   niet vermeld

Bouma025 vermeldt van 1832-1849 een H.H.Kok als kapitein van de Noorster (ex Jan Freerk), reder Repko & Zn, Harlingen. Is dit dezelfde persoon als Harm H.Kok?

 

Bouma025 vermeldt H.H.Kok als gezagvoerder gedurende:

*    1833 t/m 1850 van de kof “Noordster” ex Jan Freerk, gebouwd in 1819 te Grouw, 143 ton o.m., varend voor Repko & Co te Harlingen;

*    1851 t/m 1854 van de kof “Noordster”, gebouwd in 1851 te Grouw, 137 ton o.m., varend voor Repko & Co te Harlingen;

*    1853 t/m 1860 van de kof “Newa”, gebouwd in 1830 te Emden, 170 ton o.m., varend voor Fontein & Tjallingii te Harlingen. Het schip is in maart 1860 gestrand bij Halsø (Noorwegen) en wrak geraakt.

 

Overige bijzonderheden

De Harlinger Courant van half april 1853 (preciese datum niet vermeld op de fotokopie) vermeldt het volgende bericht onder de rubriek SCHEPEN WELKE ALHIER ZIJN BINNEN GEKOMEN.096:

“14 April  H.H.Kok  Newa  Hout  Noorwegen.”

 

 

Datum vanaf: 1829
Kapitein: Kok, Harm Harms

Familiegegevens en opleiding

In een akte van aanmonstering te Delfzijl dd 04 maart 1847 van de schoenekof “Jeantine” werd geregistreerd als kapitein Jan Herman Renken van Oude Pekela en als stuurman Okke Derks Houwink, 45 jaar, van Oude Pekela, gage f 30,- per maand. (Groninger Archieven)

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

O.Houwink (adres Kranenborg & Zn) werd met nr.377 effectief lid van Zeemanshoop per 25 maart 1834 op voorspraak van E.U.Post. Zijn schip was "Anna Catharina"002.

In de Algemene Vergaderingen van 18/25 maart 1834 van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop werd voorgedragen/benoemd Okke Houwink, 31 jaar, voerend de kof “Margaretha Johanna”, wonende te Pekela en met als adres de heer Fredrik Smit te Amsterdam, op voordracht van kapitein E.IJ. Post. Hij kreeg vlagnummer 377023.

 

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

Geen

 

De schepen van de kapitein

lidmaatschap College Zeemanshoop te Amsterdam001

vlagnummer                    jaren           type                  scheepsnaam                                        naam reder/boekhouder

         377                      1834-1835     sch.kof            Petronella                                              S.Boom te Harlingen

         264                      1836-1839     kof                   Anna Catharina                                    Mr.C.M.Nap te Groningen

                                           1840           kof                   Sophia                                                   de kapitein

                                      1841-1853     geen vermelding van schip en boekhouder

          79                       1854-1872     geen vermelding van schip en boekhouder

 

Bouma025 vermeldt O.Houwink als gezagvoerder gedurende:

*    1831 van de kof “Jan Freerk”, gebouwd in 1819 te Grouw, 143 ton o.m., varend voor Repko & Co te Harlingen;

*    1834 t/m 1836 van de schkof “Petronella”, geen vermelding van bouwgegevens, varend voor S.Boon te Harlingen;

*    1836 t/m 1840 van de kof “Anna Catharina”, gebouwd in 1830, bouwlocatie niet vermeld, 102 ton o.m., varend voor Mr. C.M.Nap te Groningen;

*    1840 t/m 1842 van de kof “Sophia”, geen vermelding van bouwgegevens, varend als kapitein/eigenaar vanuit Harlingen.

 

Overige bijzonderheden

Geen

 

 

Datum vanaf: 1831
Kapitein: Houwink, Okke Derks

Familiegegevens en opleiding

Harm H. Kok werd geboren ca 1801.

Hij was getrouwd met Antje Lolles Lollema, geboren 29 december 1813. Het echtpaar had ten tijde van de inschrijving 4 kinderen: Grietje (06 januari 1839); Harm Leendert (25 augustus 1841); Sophia (21 juni 1843) en Hillechina (06 november 1845).

Hij overleed op 28 januari 1861, laatstelijk gezagvoerder van de kof "Noordster". 028-fol.002.

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

H.H.Kok (adres Kranenborg & Zn) werd per 24 december 1839 op voordracht van H.H.Koster en met vlagnummer 513 ingeschreven als effectief lid van het Amsterdams zeemanscollege "Zeemanshoop". Bij de inschrijving was zijn schip de "Jan en Freerk". Toegevoegd is "overleden"002. Ten tijde van de inschrijving waren Kok en zijn vrouw 38 resp. 26 jaar. Ingeschreven staat 1 zoon uit 1839002a.

In de Algemene Vergaderingen dd 17/24 december 1839 van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop werd als effectief lid voorgedragen/benoemd Harm Harms Kok, oud 39 jaar, voerend de kof “Jan & Freerk”, wonend te Harlingen en met als adres de heren Kranenborg & Zn te Amsterdam, op voordracht van H.H.Koster.023

 

Harm H.Kok uit Harlingen werd op 01 juli 1851 met vlagnummer 2 ingeschreven als lid van het Harlinger zeemanscollege "Zeemansvoorzorg". Zijn schip was de "Noordster", boekhouder Zeilmaker & Co te Harlingen. Zijn contributie werd betaald door zijn vrouw

Harm H.Kok was van 1851-1861 met vlagnummer 2 lid van het Harlinger zeemanscollege "Zeemansvoorzorg" en in diezelfde periode ook commissaris/bestuurslid034.

 

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 28 juni 1860 wordt een maand gage wegens schipbreuk toegekend aan kapitein H.H.Kok. Hij meldt tevens ziek te zijn geworden.042

 

Deweduwe van Harm H.Kok had in 1861, na het overlijden van Harm, recht op een uitkering uit het fonds van ¦500,- uit te betalen in 10 halfjaarlijkse termijnen. Zijn dochter Hillechien kreeg een uitkering ineens van ¦10,- 028-fol.002.

 

 

De schepen van de kapitein

lidmaatschap van College Zeemanshoop te Amsterdam001

vlagnummer                    jaren           type                  scheepsnaam                naam reder/boekhouder

      513                         1840-1853     kof                   Jan en Freerk                geen opgave

      209                              1854           kof                   Jan en Freerk                idem

                                      1855-1859     kof                   Newa                             Fontein & Tjallingii, Harlingen

                                      1860-1861     geen vermelding van schip en boekhouder

 

lidmaatschap van Zeemansvoorzorg te Harlingen36

vlagnummer      periode      type                     naam van het schip                       boekhouder/reder

 H2/A209     1851               kof                       Noordster034/025                              Repko & Co, Harlingen

                   1852-1859          kof                       Newa                                               Fontein & Tjallingii, Harlingen

                                                                             in maart 1860 in Noorwegen (Halsø) gestrand en wrak

                       1861               kof                       Noordster034                                   niet vermeld

Bouma025 vermeldt van 1832-1849 een H.H.Kok als kapitein van de Noorster (ex Jan Freerk), reder Repko & Zn, Harlingen. Is dit dezelfde persoon als Harm H.Kok?

 

Bouma025 vermeldt H.H.Kok als gezagvoerder gedurende:

*    1833 t/m 1850 van de kof “Noordster” ex Jan Freerk, gebouwd in 1819 te Grouw, 143 ton o.m., varend voor Repko & Co te Harlingen;

*    1851 t/m 1854 van de kof “Noordster”, gebouwd in 1851 te Grouw, 137 ton o.m., varend voor Repko & Co te Harlingen;

*    1853 t/m 1860 van de kof “Newa”, gebouwd in 1830 te Emden, 170 ton o.m., varend voor Fontein & Tjallingii te Harlingen. Het schip is in maart 1860 gestrand bij Halsø (Noorwegen) en wrak geraakt.

 

Overige bijzonderheden

De Harlinger Courant van half april 1853 (preciese datum niet vermeld op de fotokopie) vermeldt het volgende bericht onder de rubriek SCHEPEN WELKE ALHIER ZIJN BINNEN GEKOMEN.096:

“14 April  H.H.Kok  Newa  Hout  Noorwegen.”

 

 

Datum vanaf: 1833
Kapitein: Kok, Harm Harms

Familiegegevens en opleiding

Jan Taekes van der Veer werd geboren ca 1807

Hij trouwde op 18 november 1841 te Harlingen met Jantje Douwes van der Mey, die op 04 januari 1849 te Harlingen overleed in het kraambed., 29 jaar.

Jan trouwde voor een tweede maal op 7 maart 1850 te Harlingen met Trijntje Lollema, geboren op 11 september 1817 te Barradeel als dochter van Lolle Ruurds Lollema en Grietje Petrus Nieuwenhuizen.. Zij overleed te Harlingen op 22 december 1888, 71 jaar en weduwe.

Jan Teeke van der Veer overleed te Amsterdam op 12 februari 1862, oud 45 jaar, gehuwd.

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

J.T.van der Veer werd per 20 maart 1852 ingeschreven als lid tweede klasse van het Harlinger zeemanscollege "Zeemansvoorzorg". Hij was toen stuurman op de kof "Noordster". De contributie werd voldaan door zijn vrouw Trijntje Lollema, geboren 11 september 1817. Ten tijde van de inschrijving had het echtpaar 1 kind: Douwe (geb. 27 december 1848). Hij werd overgeschreven naar de eerste klasse met vlagnummer 016029-fol.006.

J.van der Veer werd per 01 januari 1853 met vlagnummer H16 ingeschreven als lid van het Harlinger zeemanscollege "Zeemansvoorzorg". Zijn schip was de "Noordstar", boekhouders Zeilmaker & Co. De contributie werd betaald door zijn vrouw Trijntje Lollema, geboren te Wijnaldum op 11 september 1817. Ten tijde van de inschrijving had het echtpaar 2 kinderen: Douwe (27 december 1848) en Grietje (21 november 1852)

J.T.van der Veer was met vlagnummer H16 lid van het College in de periode 1853-1862034.

 

J.T. van der Veer was met vlagnummer R444 in de periode van 1856 t/m 1862 effectief lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart058.

 

Opmerkingen in verband met Zeemanscollege(s)

Jan Teeke van der Veer overleed te Amsterdam op 12 februari 1862 op de leeftijd van 45 jaar, laatstelijk gezagvoerder van de kof "Noordstar". Zijn weduwe had recht op een uitkering uit het fonds van ¦500,-, uit te betalen in 10 halfjaarlijkse termijnen. Zijn beide kinderen hadden ieder recht op een uitkering van ¦10,- ineens028-fol.040.

Het College verzond op 15 maart 1888 een brief aan mevr.J.van der Veer-Lollema te Harlingen waarin een extra uitkering van ¦50,- werd toegezegd033.

 

In het  Jaarverslag 1862 van de Maatschappij tot Nut der Zeevaart (Maritiem Museum, Rotterdam) staat vermeld dat hij in dat jaar is overleden058

 

De schepen van de kapitein

lid van het Harlinger college Zeemansvoorzorg036

vlagnummer   periode     type          naam van het schip                                         boekhouder/reder

 H16/R444       1853       kof            Noordster034                                                     Zeilmaker & Co, Harlingen

                          1854-1856 kof            Noordster025                                                     Repko & Co, Harlingen

                          1857-1861 brik           Mercurius                                                          Barend Visser & Zn, Harlingen

                            1862       kof            Noordster034                                                     geen opgave

 

In de Jaarverslagen 1858 en 1859 van het College staat kapitein J.T. van der Veer met vlagnummer R444 in de ledenlijsten als gezagvoerder van de brik “Mercurius”, 143 last, varend voor Barend Visser & Zn te Harlingen058.

 

Bouma025 vermeldt J.T.van der Veer als gezagvoerder gedurende:

*   1855 t/m 1856 van de kof “Noordster”, gebouwd in 1851 te grouw, 137 ton o.m., varend voor Repko & Co te Harlingen;

*   1859 t/m 1862 van de brik “Mercurius”, gebouwd in 1850 te Harlingen, 264 ton o.m., varend voor Barend Visser & Zn te Harlingen.

 

Overige bijzonderheden

Geen

 

 

Datum vanaf: 1853
Kapitein: Veer, Jan Teeke van der

Familiegegevens en opleiding

W.Burghardt te Rotterdam overleed in 1899035-13 maart 1900.

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

J.Burghardt werd vermoedelijk in de loop van 1856 met vlagnummer 52 ingeschreven als lid van het Harlinger zeemanscollege “Zeemansvoorzorg”. Zijn schip was de “Noordstar”, boekhouder niet vermeld. Zijn contributie werd voldaan door zijn vrouw Geertje van der Wal. Ten tijde van de inschrijving had het echtpaar 1 kind: Gerardus. Verdere bijzonderheden ontbreken028-fol.060.

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

Het Register van Uitgaande Brieven van het College “Zeemansvoorzorg” bevat een ongedateerd brief (maar waarschijnlijk van eind 1884), gericht aan J.Burghart (sic) Groote Wittenburgerstraat 172 te Amsterdam, met de mededeling dat hij wegens wanbetaling zal worden geroyeerd. Op 24 februari 1891 werd door het College een brief gestuurd naar J.Burghardt, Rotterdam. In de eerste helft van 1895 adresseerde het College een brief naar Gaffelstraat 86 te Rotterdam en verleende daarin dat J.Burghardt een uitkering krijgt van ¦600,- uit te keren in 8 halfjaarlijkse termijnen. In een brief dd. 02 maart 1900 tenslotte vraagt het College aan de Wed.G.Burghardt-v.d.Wal om de noodzakelijke bescheiden die tot een uitkering kunnen leiden033.

J.Burghardt was van 1856-1899 lid van het College “Zeemansvoorzorg”034. Kennelijk is het royement niet doorgegaan.

De schepen van de kapitein

lid van het Harlinger zeemanscollege Zeemansvoorzorg036

vlagnummer       periode    type                     naam van het schip                                 boekhouder/reder

        52                 1858       kof                       Noordster                                                 Zeilmaker & Co, Harlingen

                               1859       kof                       Noordster                                                 Repko & Co, Harlingen

                           1860-1862 kof                       Noordster                                       Zeilmaker & Co, Harlingen

                                                                             verongelukt

                           1864-1868 brik                      Jan & Jacob (ex Elise)                            Canne & Balwé, Amsterdam

 

Bouma025 vermeldt J.Burghardt als gezagvoerder gedurende:

  • 1857 t/m 1863 van de kof “Noordster”, gebouwd in 1851 te Grouw, 137 ton o.m., varend voor Zeilmaker & Co te Harlingen. Het schip is in 1863 verongelukt;
  • 1865 t/m 1869 van de brik “Jan Jacob” ex Elise, gebouwd in 1857 te Osterrisør, 236 ton o.m., varend voor Canne & Balwé te Amsterdam.

 

Overige bijzonderheden

De Harlinger Courant dd 09 december 1857 meldt:

“Ll. Vrijdag kwam van Memel deze haven binnen Kapt. J.J.Burghart, voerende het kofschip de Noordstar, medebrengende het treurig berigt, dat in den nacht van den 16 op 17 Nov. jl. in het Kattegat, een zijner schepelingen, D.S.Buren van Roptazeijl, terwijl die bezig was met het vastmaken der breefok, het ongeluk had in zee te vallen, zonder dat men in de mogelijkheid was, eenig spoor van hem te ontdekken en hulp te verlenen. De verongelukte was een oppassend jonge man en 23 jaar oud.”

 

Datum vanaf: 1856
Kapitein: Burghardt, J.

Monsterrollen

Opgemaakt Amsterdam
Datum: 1817-08-09
Scheepsnaam voorvoegsel:
Scheepsnaam: EIJZODEWENDT
Schipper: Hellinga, Witse G.
Scheepstype: koft
Grootte:

Bekijk alle monsterrollen Bekijk alle monsterrollen
Algemene informatie

1817

OHC 030517
Amsterdam, 2 mei. Den 30 april zijn in het Vlie uitgezeild W.G. Hellinga (opm: begin van de eerste reis van de in Grouw gebouwde kof EIZO DE WENDT) en O. Simons naar Riga.
 

1820

RC 211020

Amsterdam, 19 oktober. Kapt. A. Roos, voerende het schip de VEREENIGING, den 16 dezer van Surinamen in Texel binnengekomen, heeft den 9 dito in het Kanaal, tussen Portland en Goudstaart (opm: Start Point), gezien een fregat, geel geverwd, met een Hollandse vlag van de achterste en een rode en witte geus van de voortop, zeilende door de wind, in goede staat; en den 11 dito, in het Kanaal tussen het eiland Wight en Bevesier (opm: Beachy Head), mede in goede staat gepraaid het kofschip EIZO DE WENDT, kapt. W.G. Hellinga, van Amsterdam naar Marseille (opm: zie RC 021120).

RC 021120

Amsterdam, 31 oktober. Het schip EIZO DE WENDT, kapt. W.G. Hellinga, van Amsterdam naar Marseille (opm: zie RC 211020), is, volgens brief van Douvres (opm: Dover) van den 23 oktober, den 21 dito aldaar uit hoofde van tegenwind en schade aan zeilen binnengelopen.

1821

RC 100521

Rotterdam, 9 mei. Van Den Briel wordt gemeld: De vorige uitgezeilde schepen zijn wel in zee gekomen, behalve kapitein Sharp, die den 8 weder is uitgezeild.

Den 8 zeilden de MINERVA, D. Dirks, naar Tonningen (opm: Tönning); EBENEZER, J.H. Booije, naar Drontheim; de ACHTTIEN HONDERD, O. Fransen, naar Bandholm; THE SARAH, M. Staben, naar Aberdeen; THE NETLE, G. List, naar Londen, en ZO DE WIND (opm: kof EIZO DE WENDT), W.G. Hellinga, naar de Oostzee; de wind ZW.

Van den 9 wordt gemeld: De vorige uitgezeilde schepen zijn wel in zee gekomen, behalve kapitein Staben, die in de put ten anker kwam en ligt nog aldaar.

 

1822

 

RC 260322

Amsterdam, 24 maart. Kapt. W.G. Hellinga (opm: kof EIZO DE WENDT), van Marseille in Texel binnen, rapporteert, dat hem den 4 maart op 40º25’ N.B. 50º30’ gegiste lengte west van Tenerife, in goede staat zeilende gepasseerd is een fregatschip met seinvlag met blaauw, wit en blaauw, R 83 (waarschijnlijk groen, wit en groen, zijnde de kleuren van het zeemans-collegie te Rotterdam, waarvan No. 83 gevoerd wordt door kapt. B.J. Martens, voerende het fregat HELENA CHRISTINA, van Bordeaux naar Batavia).

 

1824

 

RC 010424

Rotterdam, 31 maart. Van Vlissingen meldt men van den 23 dezer, dat sedert onze laatste, van Antwerpen de Schelde afgekomen en naar zee gezeild de schepen COMMERCIE (opm: COMMERCE), kapt. H.A. de Vries, SOPHIA, kapt. L. Muijs, beide naar Londen, met boomschors; JEANNETTE (opm: brik, Antwerpen), kapt. H. Rose, naar Batavia, met stukgoederen; EIZO DE WIND (opm: kof EIZO DE WENDT), kapt. W.G. Hellinga, naar Leith, met boomschors,

 

DC 041224

Vlissingen, 30 november. Den 30 dezer zijn voor Antwerpen bestemd, op onze rede aangekomen EIZO DE WENDT, kapt. W.G. Hellinga, van Marseille; de MARIA, kapt. J. Zuck (opm: J. Zirck), van Liverpool.

 

1825

 

DC 300425

Vlissingen, 26 april. Van Antwerpen zijn de Schelde afgekomen en sedert onze laatste naar zee gezeild: MEDUSA, kapt. J. Lubbing, met boomschors, en EIZO DE WENDT, kapt. W.G. Hellinga, met vlas, beide naar Londen;

 

1826

RC 090226

Amsterdam, 7 februari. Scheepvaartberichten:

Het schip EIZO DE WIND (opm: kof EIZO DE WENDT), kapt. W.G. Hellinga, van Bandol naar Amsterdam, is den 3 januari te Gibraltar binnengelopen, na de vele stormen uitgestaan en daardoor enige averij bekomen te hebben. Gemelde kapitein heeft den 30 december in goede staat gepraaid het schip DE TWEE GEBROEDERS, kapt. D.D. Flik de Jonge, van Cette naar Holland.

 

DC 280226

Brielle, 12 februari. Gisteren avond arriveerden uit zee: ALFRED, kapt. G. Abbot van Ipswich en EIZO DE WENDT, kapt. W.G. Hellinga van Cette.

 

RC 230326

Advertentie. Te Rotterdam ligt in lading:

- Naar Petersburg, het Nederlandse kofschip EIZO DE WENDT, kapt. Wijtze Gerbens

  Hellinga.

Adres ten kantore van Kuijper, Van Dam & Smeer

 

RC 270426

Advertentie. Te Rotterdam ligt in lading:    

- Naar Petersburg, het Nederlands kofschip EIZO DE WENDT, kapt. Wijtze Gerbens

  Hellinga, om den eerste mei te vertrekken.

 

DC 141126

Hellevoetsluis, 11 november. Gisteren namiddag arriveerden uit zee: MORITZ, kapt. H. Timm van Libau; ROTTERDAM PACKET, kapt. J. Hossack van Aberdeen; TRUE BLUE, kapt. J. Cornwell van Ipswich en EIZOO DE WIND (opm: EIZO DE WENDT), kapt. W.G. Hellinga van Drammen, als bijlegger naar Antwerpen.

 

DC 211126

Hellevoetsluis, 17 november. Kapitein W.G. Hellinga is op de haven gekomen. De wind O.

 

AC 041226

Texel, 2 december. Binnengekomen: FYZO DE WEND), kapt. T. Hellinga( opm: EIZO DE WENDT, kapt. W.G. Hellinga) van Drammen, laatst van Hellevoetsluis.

 

DC 051226

Hellevoetsluis, 3 december. Heden zeilde in zee: EIZO DE WENDT, kapt. W.G. Hellinga naar Amsterdam. De wind ZZW.

 

1828 - 1829

 

Op 15 december 1828 verkocht Claas Sjollema, de bouwer van het schip, boekhouder en  mede-reder tijdens een in Amsterdam gehouden veiling voor 7.600 gulden de EIZO DE WENDT aan IJbele Johans Repko, scheepsmakelaar te Harlingen en kapitein Harm Leenderts Kok uit Oude Pekela, elk voor 50%. De scheepsnaam werd gewijzigd in JAN FREDERIK. Y.J. Repko zou vele jaren als boekhouder optreden.

 

Reeds op 8 januari 1829 verkocht H.L. Kok in Oude Pekela de helft van zijn 50% aandeel aan (waarschijnlijk) zoon Harm Harms Kok en schoonzoon Okke Houwink, die dus ieder 12½% aandeel verkregen. H.H. Kok werd de kapitein.

 

1830

 

LC 180530

Harlingen. Binnen gekomen: Den 11 mei de kofschepen GEZINA, kapt. B.A. Visser; de JUFFER TRIJNTJE, kapt. S.A. van der Werf, en JAN FREDERIK (opm: kof), kapt. H.H. Kok, alle met hout van Noorwegen.

 

LC 270930

Harlingen. Binnen gekomen: Den 19 september de kofschepen de JONGE DIRK, kapt. H.E. Vos, met hout van Riga; JAN FREDERIK, kapt. H.H. Kok, ledig van Amsterdam;

 

AH 150930

Carga-lijsten. Amsterdam, 14 september. CHRISTINA CORNELIA, kapt. J. Noord, van Archangel; JAN FREERK (opm: JAN FREDERIK), kapt. H.H. Kok en CONCORDIA, kapt. B.J. Rus, van Petersburg;

 

AH 031230

Carga-lijsten. Amsterdam, 2 december. VIER GEBROEDERS, kapt. P.T. Teensma, van Lubeck; HOOP OP EENDRAGT, kapt. J.H. Bekkering, WAAKZAAMHEID, kapt. J.K. de Weerd, JAN FREERK (opm: JAN FREDERIK)., kapt. H.H. Kok en VROUW JANTJE, kapt. J.E. Scherpbier, van Koningsbergen;

 

1832

 

AH 240232

Vlie, 21 februari. Vertrokken: ZEVEN GEBROEDERS, kapt. H.J. Wreede, naar Hamburg; JAN FREDERIK, kapt. H.H. Kok, op avontuur.

 

1833

 

Op 7 maart 1833 werd door  Y.J. Repko, Harlingen, voor de JAN FREDERIK onder kapt. H.H. Kok een nieuwe zeebrief aangevraagd.
Reeds op 27 april 1833 werd deze zeebrief ingetrokken, omdat de kof voorlopig was uitgevlagd naar Kniphausen. De reden hiervan was, dat Engeland en Frankrijk een boycot tegen Nederland en de Nederlandse schepen waren begonnen teneinde de vrije doorvaart van de Westerschelde door te drukken van de in oktober 1830 van Nederland afgescheiden Belgen. Binnen korte tijd werden veel schepen onder Nederlandse vlag opgebracht en vastgehouden. Toen Nederland vrij snel bakzeil haalde was op 13 juni 1833 de JAN FREDERIK een van de eerste schepen die de vlag van Kniphausen weer verruilde voor de Nederlandse.

 

AH 020733

Vlie, 28 juni. Uitgezeild VROUW JACOBA, kapt. H. Riekens, naar Newcastle; JAN FREDERIK, kapt. H.H. Kok, in ballast naar Liverpool;

 

AH 190833

Vlie, 15 augustus. Binnengekomen JAN FREDERIK, kapt. H.H. Kok, van Liverpool.

 

AH 011133

Binnengekomen:

Texel, 30 oktober. LISETTE ENGELINA, kapt. H.L. Rotgens; JAN FREDERIK, kapt. H.H. Kok, van Larwich.

LC 051133
Harlingen. Binnengekomen: Den 1 november, de kofschepen GEZINA, kapt. B.A. Visser; JAN FREDERIK, kapt. H.H. Kok; de smakschepen de VROUW ANNA, kapt. U.E. Pot; JELTINA, kapt. L.P. de Vreede; de VROUW ELISABETH, kapt. J.H. Cappen en het tjalkschip de TWEE BROEDERS, kapt. B.H. van der Werff, alle zes met hout van Noorwegen.

 

AH 181133

Vlie, 14 november. Uitgezeild JAN FREDERIK, kapt. H.H. Kok, met ballast op avontuur.

 

RC 281233

Ramsgate, 19 december. Binnengekomen JAN FREDERIK, kapt. H.H. Kok, van Harlingen naar Liverpool.

 

AH 100933

Vlie, 6 september. Uitgezeild VROUW FENNEGINA, kapt. W.J. Pronk, naar Newcastle; LUNA, kapt. L. Bakker, naar Drammen; WILHELMINA, kapt. A.B. Visser en JAN FREDERIK, kapt. H.H. Kok, naar Larwich;

 

1834

 

AH 250234

Bordeaux, 13 februari. Binnengekomen. JAN FREERK (opm: kof JAN FREDERIK), kapt. H.H. Kok, van Harlingen,

 

AH 240434

Royan, 10-11 april. Uitgezeild: JAN FREDERIK, kapt. H.H. Kok, naar Amsterdam; CATHARINA JULIA, kapt. P.H. Hazewinkel, naar Rotterdam.

 

AH 070534

Carga-lijsten Amsterdam: JAN FREDERIK, kapt. H.H. Kok, van Bordeaux met wijn, brandewijn, voorloop (opm: zeer goede kwaliteit wijn welke het eerst uit de geperste druiven is verkregen) en kurk;

 

AH 060634

Vlie, 2 juni. Uitgezeild: JONGE JAN, kapt. J.E. Bart, JAN FREDERIK, kapt. H.H. Kok en VROUW ANTJE, kapt. D.K. de Groot, alle drie naar Christiaansand;

 

LC 010734

Harlingen. Binnengekomen: Den 28 juni, het kofschip JAN FREDERIK, kapt. H.H. Kok, met hout van Noorwegen.

 

1835

 

LC 030335

Harlingen. Uitgezeild den 1 maart het kofschip LAMMEGINA GEZINA, kapt. J.J. de Jonge, naar Sunderland; het kofschip JAN FREDERIK, kapt. H.H. Kok, naar Noorwegen; het smakschip ALIDA, kapt. H.B. Drok, naar Noorwegen.

 

AH 280335

Texel, 26 maart. Binnengekomen:

NEPTUNUS, kapt. J.L.. Blom, van Drammen; JAN FREDERIK, kapt. H.H. Kok, van Arendahl; ELIDA, kapt. J.G. Klem, van Krageroe.

 

LC 070435

Harlingen. Uitgezeild: Den 3april, het smakschip de VROUW GEZINA, kapt. J.H. Mulder, naar Memel; de kofschepen VRIENDSCHAP, kapt. J. Klazen, JAN FREDERIK, kapt. H.H. Kok, beiden naar Noorwegen, en CORNELIA, kapt. R.A. Oortjes, op avontuur.

 

AH 230435

Vlie, 20 april. Binnengekomen: JAN FREDRIK, kapt. G.H. Smit, van Holmstrand; JAN FREDERIK, kapt. H.H. Kok, van Arendahl;

 

LC 280435

Harlingen. Binnengekomen: Den 20 april, de kofschepen de VROUW ANTJE, kapt. D.K. de Grooth, van Christiaansand; JAN FREERK, kapt. G.H. Smit, JONGE DIRK, kapt. H.E. Vos, beide van Holmstrand, IDA ALEIDA, kapt. O. Woldring, van Oostrisoer, JAN FREDERIK, kapt. H.H. Kok, van Arendahl,

 

LC 050535

Harlingen. Uitgezeild: Den 27 april, de kofschepen de VROUW ANTJE, kapt. D.K. de Groot, JAN FREDERIK, kapt. H.H. Kok, de JONGE DIRK, kapt. W.H. Mulder, alle drie naar Noorwegen, de VRIENDSCHAP, kapt. J. Klazes, naar Memel, de IJPEUS, kapt. H.H. de Weerdt, jr., op avontuur.

 

AH 040635

Vlie, 1 juni. Binnengekomen: VRIENDSCHAP, kapt. J.J. Brans, van Dantzig; ARENDINA MARIA, kapt. G.H. Boerhaven, van Stavanger; JAN FREDERIK, kapt. H.H. Kok, van Arendahl.

 

AH 110635

Vlie, 8 juni. Uitgezeild JAN FREDERIK, kapt. H.H. Kok, naar Arendahl; LUBBEGINA, kapt. K.H. de Weerd, naar Oostrisoer; VROUW JANTINA, kapt. R.T. de Jong en CONCORDIA, kapt. J.H. Keun, naar Noorwegen.

 

AH 030735

Vlie, 30 juni. Binnengekomen TWEE GEBROEDERS kapt. H.H. Sprik en MINERVA, kapt. P.S. Sass, van Petersburg; ANNA, kapt. H.J. Korter, ANNA MARIA, kapt. J.H. Kramer; GEZINA, kapt. R.A. Visser en MINERVA, kapt. F. Nieman, van Riga; VROUW ANTJE, kapt. G.A. Jonkhoff, van Koningsbergen; KNELSINA GEERDINA, kapt. R.R. de Jonge, van Dantzig; FORTUNA, kapt. P. Ryland, van Bergen; HOUTHANDEL, kapt. K.D. de Grooth en HARMONIE, kapt. H. Jans, van Christiaansand; VROUW PETRONELLA, kapt. P.E. de Jonge, JONGE DIRK, kapt. H.E. Vos en DRIE GEZUSTERS, kapt. D.T. de Jong, van Oosterisoer; IDA ALIDA, kapt. O.J. Woldring, van Larwich; JAN FREDERIK, kapt. H.H. Kok, van Arendahl voor Harlingen; NEPTUN, kapt. S. Feyen, van Fahrsund.

 

LC 140735

Harlingen. Uitgezeild den 8 juli, het kofschip JAN FREDERIK, kapt. H.H. Kok, naar Noorwegen, het tjalkschip de JONGE LEEUW, kapt. K.J. Musch, naar Hull.

 

AH 300735

Terschelling, 26 juli. Binnengekomen: DE VROUW MAYKE, kapt. E.J. Visser en DE VROUW BOUWINA, kapt. H.J. Dekker, van Dantzig; DE JUFFROUW HENDRIKA, kapt. H.H. Scholtens en DE GOEDE VERWACHTING, kapt. T. Wynstok, van Riga; DE GOEDE VERWACHTING, kapt. G.H. Nieveen, van Drammen; HELENA AURORA, kapt. H.W. Seeger, van Stettin; ANNA SIBERDINA, kapt. J.H. Ugen, van Oudsoen; JAN FREDERIK, kapt. H.H. Kok, van Arendahl.

 

LC 110835

Harlingen. Uitgezeild: Den 6 augustus, het kofschip JAN FREDERIK, kapt. H.H. Kok, het smakschip VROUW PETRONELLA, kapt. P.E. de Jonge, beide naar Noorwegen.

 

AH 101035

Vlie, 7 oktober. Binnengekomen: HENDRIKA, kapt. J.J. Arends, van Memel; CONCORDIA, kapt. J.E. Kwakenburg, van Dantzig; JAN FREDERIK, kapt. H.H. Kok, van Arendahl, naar Harlingen;

 

1836

 

AH 290236

Vlie, 25 februari. Uitgezeild: HOLLANDSCH TROUW, kapt. .L. Kok, JAN FREDRIK, kapt. H.H. Kok en GEZINA, kapt. B.A. Visser, kapt. B.A. Visser, alle drie naar Noorwegen.

 

AH 050436

Vlie, 30 maart. Binnengekomen: EMANUEL, kapt. J. Marstrand, GROOT LANKUM, kapt. J.O. Stuit en JAN FREDERIK, kapt. H.H. Kok, alle drie van Christiaansand.

 

LC 050436

Harlingen. Binnengekomen: Den 30 maart het kofschip GROOT LANKUM, kapt. J.O. Stuut, van Noorwegen.

Den 1 april, het kofschip JAN FREDERIK, kapt. H.H. Kok, van Noorwegen.

Den 3 dito, de kofschepen de HOUTHANDEL, kapt. D.K. de Grooth en de DRIE GEZUSTERS, kapt. P.P. Dijkstra, beide van Noorwegen.

LC 120436

Harlingen. Uitgezeild: Den 9 april het kofschip JAN FREDERIK, kapt. H.H. Kok, naar Noorwegen.

 

AH 060536

Vlie, 1 mei. Binnengekomen: HOUTHANDEL, kapt. D.K. de Grooth en JAN FREDERIK, kapt. H.H. Kok, beide van Kristiansand (opm: beiden naar Harlingen)

 

AH 160536

Vlie, 12 mei. Uitgezeild: ALBERDINA, kapt. D. Veenema, naar Aarhus; JONGE MARTINUS, kapt. J.R. de Boer, naar Kirkcaldy; HOUTHANDEL, kapt. D.K. de Grooth en JAN FREDERIK, kapt. H.H. Kok, beide naar Kristiansand;

 

AH 130636

Terschelling, 7 juni. Binnengekomen: JESELINA, kapt. R.R. Legger, van Danzig; JAN FREDERIK, kapt. H.H. Kok, van Christiaansand;

 

LC 140636

Harlingen. Binnengekomen: Den 7 juni, de kofschepen JAN FREERK, kapt. G.H. Smit, van Memel, GROOT LANKUM, kapt. J.O. Stuut, van Nerva en JAN FREDERIK, kapt. H.H. Kok, van Noorwegen.

 

AH 170636

Vlie, 14 juni. Uitgezeild: VROUW ANTJE, kapt. K.D. de Grooth, naar Holmstrand; JAN FREDERIK, kapt. H.H. Kok, naar Droback.

 

AH 120736

Vlie, 8 juli. Binnengekomen: JAN FREDERIK, kapt. H.H. Kok en HENDRIKA, kapt. T.T. Harding, beide van Droback

 

LC 190736

Harlingen. Binnengekomen: Den 8 juli, de kofschepen HENDRIKA, kapt. T.F. Harding, de JONGE DIRK, kapt. H.E. Vos en JAN FREDERIK, kapt. H.H. Kok, alle drie van Noorwegen.

Den 13 dito, het kofschip de HOUTHANDEL, kapt. D.K. de Grooth, van Christiaansand.

 

AH 200836

Vlie, 17 augustus. Uitgezeild: JAN FREDERIK, kapt. H.H. Kok, naar Oosterisoer;

 

LC 200936

Harlingen. Binnengekomen: Den 15 september de kofschepen de JONGE DIRK, kapt. W.H. Mulder, JAN FREDERIK, kapt. H.H. Kok, IJPEUS, kapt. H. de Weerd Jr, de TWEE GEBROEDERS, kapt. H.J. Zeven, JONGE HENDRIK, kapt. H.M. Pott, ELISABETH MARIA, kapt. J.A. Keun, de GOEDE WELVAART, kapt. J.G. Vos, alle zeven van Noorwegen, en CORNELIA, kapt. R.A. Oortjes, van Danzig.


LC 270936

Harlingen. Uitgezeild: Den 24 september, de kofschepen JAN FREDERIK, kapt. H.H. Kok, IJPEUS, kapt. H. de Weerd Jr., EGBERTUS, kapt. L.E. Tiktak, en de JONGE HENDRIK, kapt. H.M. Pott, alle vier naar Noorwegen.

 

AH 041136

Vlie, 1 november. Binnengekomen: DRIE GEBROEDERS, kapt. J.D. Bos, van Archangel; REINA, kapt. H. Koops, van Danzig; CATHARINA, kapt. J.G. Juister, van Bergen; JONGE HENDRIK, kapt. H.M. Pot, van Oudsoen; ELISABETH ALIDA, kapt. L.E. Koning en JAN FREDERIK, kapt. H.H. Kok, beide van Drammen;

LC 151136

Harlingen. Binnengekomen: Den 2 november, de kofschepen VRIENDSCHAP, kapt. B.J. de Boer, JAN FREDERIK, kapt. H.H. Kok, de TWEE GEBROEDERS, kapt. H.J. Zeven en CORNELIA, kapt. R.A. Oortjes, alle vier van Noorwegen.

 

1837

 

Ook in dit jaar werden vanaf maart uitsluitend reizen Harlingen-Noorwegen-Harlingen gemaakt, zeven in getal.

 

1838

 

Vanaf 16 maart werden door kapt. H.H. Kok met zijn JAN FREDERIK vanuit Harlingen reizen gemaakt naar successievelijk Noorwegen, Gdansk, Noorwegen 4 maal.

 

1839

 

Op 25 februari werd de eerste reis naar Noorwegen aangevangen; in totaal werden door de JAN FREDERIK onder kapt. Kok tot november 5 rondreizen gemaakt.

 

1840

 

LC 210440

Harlingen. Binnengekomen: Den 6 april het kofschip JAN FREDERIK, kapt. H.H. Kok, van Oudsoen (opm: het vertrek uit Harlingen is niet gevonden)

 

LC 210440

Harlingen. Uitgezeild: Den 11 april de kofschepen JAN FREDERIK, kapt. H.H. Kok, naar Noorwegen en GEZIENA, kapt. B.A. Visser, naar Schotland.

 

LC 190540

Harlingen. Binnen gekomen: Den 11 mei de kofschepen de JONGE JAN, kapt. H.J. IJmker, van Oostrisoer, de HOUTHANDEL, kapt. H.D. de Grooth, van Christiaansand en JACOBA HAZEWINKEL, kapt. J.G. Boon, van Memel; het smakschip de VROUW ELIZABETH, kapt. J.H. Cappen, van Droback; het kofschip JAN FREDERIK, kapt. H.H. Kok, van Oudsoen.

 

LC 230640

Harlingen. Binnengekomen: Den 12 juni het brikschip ACTIVE, kapt. J.L. Meijer, van Memel; het kofschip JAN FREDERIK, kapt. H.H. Kok, van Oudsoen.

 

LC 300640

Harlingen. Uitgezeild: Den 21 juni de kofschepen NEPTUNUS, kapt. S. Hoekstra, naar Havanah en JAN FREDERIK, kapt. H.H. Kok, naar Noorwegen.

 

LC 180840

Harlingen. Binnengekomen: Den 9 augustus de kofschepen JAN FREDERIK, kapt. H.H. Kok, van Oostrisoer, de WILLEM, kapt. J.J. de Boer, de BROEDERS, kapt. H.G. Pott, beide van Droback, ELISABETH MARIA, kapt. H.B. Drok, van Laurvig en de JONGE DIRK, kapt. H.E. Vos, van Oudsoen.

 

LC 250840

Harlingen. Uitgezeild: Den 20 augustus de kofschepen de DRIE GEZUSTERS, kapt. P.P. Dijkstra, JAN FREDERIK, kapt. H.H. Kok, WILLEM, kapt. J.J. de Boer, het barkschip CAROLINE, kapt. S.S. Nielsen, het brikschip WILHELM FRIEDRICH, kapt. H. Parr en het tjalkschip NIORD, kapt. H.H. Christensen, alle zes naar Noorwegen;

 

LC 220940

Harlingen. Den 18 september Uitgezeild: de kofschepen JAN FREDERIK, kapt. H.H. Kok, SOPHIA, kapt. O. Houwink, de JONGE JAN, kapt. H.J. IJmker, de JONGE DIRK, kapt. H.E. Vos en JOHANNA, kapt. A. van Aken, alle vijf naar Noorwegen.

 

LC 201040

Harlingen. Binnengekomen: Den 9 oktober het kofschip JAN FREDERIK, kapt. H.H. Kok, van Holmestrand; het galjasschip MINERVA, kapt. T. Nieman, van Riga.

 

1841

 

PGC 261041

Het schip JAN FREDERIK, kapt. H.H. Kok, met steen, uit Noorwegen naar Holland, is volgens brief van Harlingen van de 20e oktober, in Terschelling binnengekomen.

 

1842-1849

 

Geen berichten over de JAN FREDERIK genoteerd

 

1850

 

NRC 130550

Memel (opm: Klaipeda), 4 mei. Het Nederlands kofschip JAN FREDERIK, kapt. H.H. Kok, van Harlingen, kwam gisteren bij het inkomen aan de grond op de Noorderhaken, doch werd spoedig met behulp van de stoomboot LUNA zonder schade vlot gebracht.

 

LC 241250

Advertentie. De notaris Wijma, te Harlingen, zal aldaar, op woensdag den 8 januari 1851, ’s namiddags ten 3 uren, in het logement van Douwe Minnema, in het openbaar presenteren te verkopen:

-1: Het Kofschip, genaamd CONCORDIA, gemeten op 26 el 10 duim lengte, 4 el 91 duim wijdte en op 2 el 93 duim hol, geijkt op 168 ton, gevoerd door kapitein J.H. Kappen.

-2: Het Kofschip, genaamd JAN FREDERIK, gemeten op 24 el 20 duim lengte, 5 el 35 duim wijdte en 2 el 88 duim hol, geijkt op 137 ton, gevoerd door kapitein Harm H. Kok.

-3: Het Kofschip, genaamd HENDRIK, gemeten op 25 el 20 duim lengte, 4 el 55 duim wijdte en 2 el 47 duim hol, geijkt op 126 ton, gevoerd door kapitein J.A. Keun.

  Allen met derzelver rondhouten, opstaand en lopend want, ankers en touwen, zeil en treil en verdere scheeps- en andere goederen, zodanig ze zijn liggende in de Zuiderhaven te Harlingen; dadelijk na den verkoop vrij te aanvaarden.

Nader onderricht ten kantore van de heren Harmens en Zoon en van den notaris te Harlingen.

 

1851

 

AH 030151

Advertentie. De notaris Wyma te Harlingen zal aldaar op woensdag de 8e januari 1851, des namiddags ten 3 ure, in het logement van Douwe Minnema in het openbaar presenteren te verkopen:

  • het kofschip genaamd CONCORDIA, gemeten op 26 ellen 10 duim lengte, 4 ellen 91 duim wijdte en op 2 ellen 95 duim holte, geijkt op 168 tonnen, gevoerd door kapt. J.H. Kappen.
  • Het kofschip genaamd JAN FREDERIK, gemeten op 24 ellen 20 duim lengte, 5 ellen 35 duim wijdte en 2 ellen 38 duim holte, geijkt op 137 tonnen, gevoerd door kapt. Harm H. Kok.
  • Het kofschip genaamd HENDRIK, gemeten op 25 ellen 20 duim lengte, 4 ellen 55 duim wijdte en 2 ellen 47 duim holte, geijkt op 126 tonnen, gevoerd door kapt. J.A. Keun.
  • (opm: de kof HENDRIK werd voor NLG 3.858 aangekocht door Jan Foekens, Harlingen; nieuwe naam TWEE GEZUSTERS, zelfde kapitein)

Alle met derzelver rondhouten, opstaand en lopend want, ankers en touwen, zeil en treil en verdere scheeps- en andere goederen, zodanig als zij zijn liggende in de Zuiderhaven te Harlingen en dadelijk na de verkoop vrij te aanvaarden. Nader onderricht ten kantore van de heren Harmens & Zonen en van de notaris te Harlingen.
 

De JAN FREDERIK werd voor NLG 3.606 aangekocht door Cornelis Teves, Harlingen. De nieuwe scheepsnaam werd officieel NOORDSTAR, maar vrijwel alle verdere berichten en de verkoop in 1863 spreken uitsluitend van NOORDSTER. Harm H. Kok bleef vooralsnog de kapitein.

 

1852

 

AH 061152
Harlingen, 1 november. Binnengekomen de NOORDSTER (opm: kof), kapt. H.H. Kok, van Frederikstad.
 

1853

GCO 220353
Harlingen, 15 maart. De NOORDSTER (opm: kof), kapt. J.T. van der Veer, naar Noorwegen. Dus een nieuwe kapitein, terwijl Zeilmaker & Co, Harlingen boekhouder werd.
 

1856

Vanaf 1856 werd A.J. Burghardt de boekhouder en waarschijnlijk ook de kapitein. Ongetwijfeld was e.e.a. een gevolg van een wisseling van partners.

 

1863

PGC 310163

Advertentie. Verkoop van het kofschip NOORDSTER. De notaris J. Zaal Stroband zal op woensdag 11 februari 1863 des namiddags te 4 uur precies, provisioneel en des avonds te 8 uur precies, finaal in het Heerenlogement bij D. Minnema te Harlingen, publiek verkopen het welbezeilde Nederlandse kofschip, de NOORDSTER (opm: bouwjaar Grouw 1817), genaamd, met deszelfs gehele inventaris als zeilen, ankers, touwen en kettingen, stuurmans- en bootsmansgoederen, koksgereedschappen, een boot en vlet, enige victualieën en verder toebehoren, bevaren wordende door de scheepsgezagvoerder J. Burghardt, liggend in de Zuiderhaven te Harlingen en dadelijk na de toewijzing te aanvaarden.

 

NRC 150263

Publieke verkopingen te Harlingen op woensdag 11 februari:

  • Het Nederlandse kofschip BORDEAUX: om NLG 4529 verkocht. (opm: kopers werden Mathijs Ouendag, 2/3 deel en Pieter Haayes Robijn, 1/3 deel, beide te Harlingen)
  • Het Nederlandse kofschip NOORDSTER, kapt. Burghardt, om NLG 1444 verkocht.
     

Verkoper was geweest C. Teves, koopman en zeilmaker uit Harlingen. Koper van de NOORDSTER werd de lokale handelaar Pieter Mooiman, die slechts belangstelling bleek te hebben voor het casco; de overige kavels werden via zijn zaakwaarnemer R.A. de Ruiter op 25 februari opnieuw geveild.

De zeebrief van 4 juli 1862 werd na de verkoop naar Den Haag teruggezonden en op 19 maart 1863 doorgehaald. In Den Haag ligt een notitie dat de NOORDSTER op 3 maart 1866 als wrak was verkocht. Vermoedelijk is het casco sinds februari 1863 door Mooiman nog als opslaglichter gebruikt.

 

PGC 170263

Advertentie. Boelgoed van scheepsinventaris. De notaris J.A. Zaal Stroband te Harlingen, zal ten verzoeke van R.A. De Ruiter, zaakwaarnemer aldaar, op woensdag 25 februari 1863, des voormiddags te 11 uur precies, op de Groote Ossenmarkt te dier stede, publiek bij boelgoed, tegen gerede betaling, presenteren te verkopen, de zeilen, ankers, kettingen en touwen, benevens kajuits-, stuurmans-, koks- en bootsmansgoederen of de tot dadelijk gebruik zeer geschikte inventaris van het Nederlandse kofschip de NOORDSTER, gevoerd geweest door kapitein J. Burghardt. 

 

 

Akten

Tresoar, Leeuwarden, Archiefnummer Harlingen 16.1255.168

Memory-stick DSCN 1214 - 1227
__________________________________________________________________________

KOOPBRIEF

Naam schip EIZO DE WENDT

plaats en datum acte openbare verkoping, Amsterdam, 15 december 1828

type schip kof

bouwwerf/verkoper Claas Sjollema, scheepsbouwmeester te Grouw, als boekhouder en mede-reder van het schip

gevoerd door kapt. Wijtze Gerbens Hellinga

eigenaar/koper IJbele Johans Repko, scheepsmakelaar te Harlingen (1/2e part) en Harm Leenderts Kok, scheepskapitein te Oude Pekela (1/2e part)

te voeren door kapt.

grootte in tonnen 137 zeetonnen en 95 rogge-lasten

tuigage / aantal dekken

afmetingen 23,64 x 5,15 x 2,53 meter

kiellegging

tewaterlating

plaats / datum registratie Amsterdam, 16 december 1828

nummer registratie deel 22, folio 104, recto, case 2

notaris Johannes Albertus Hoog, notaris te Amsterdam

prijs NLG 7.600,-

Bijzonderheden: de verkoping vond plaats bij Klaas Jongkind, kastelein in de Nieuwe Stads Herberg aan het IJ te Amsterdam, terwijl het schip mede te Amsterdam lag.
Voor verkopers trad op als gemachtigde de firma Jan Corver & Co. te Amsterdam en voor de kopers Nicolaas Johannes Lublink, makelaar te Amsterdam.
(opm: zie ook de volgende acte, no. 169 van 8 januari 1829)

17.03.1829 eerste zeebrief (gecorrigeerd in nieuwe) voor de JAN FREDRIK onder kapt. H.H. Kok

researcher/datum research: ML / 280513

Naam JAN FREDRIK
Archiefinstelling Tresoar, Leeuwarden
Jaar 1828
Toegang 16
Inventaris 1255

Tresoar, Leeuwarden, Archiefnummer Harlingen 16.1255.169

Memory-stick DSCN 1227, 1228
__________________________________________________________________________

KOOPBRIEF

Naam schip voorheen genaamd EIZO DE WENDT, thans genaamd JAN FREDERIK

plaats en datum acte onderhandse verkoop, Pekela, 8 januari 1829

type schip kof

bouwwerf/verkoper Harm Leenderts Kok, scheepskapitein te Oude Pekela, verkoopt 1/2e part van zijn 1/2e part)

gevoerd door kapt. voorheen door Wijtze Gerbens Hellinga

eigenaar/koper Harm Harms Kok en Okke Houwink, varenspersonen te Oude Pekela, kopen elk de helft van dat 1/2e part (dus elk 1/8e part in het schip voor elk NLG 1.000,-)
te voeren door kapt.

grootte in tonnen 95 rogge-lasten

tuigage / aantal dekken

afmetingen

kiellegging

tewaterlating

plaats / datum registratie Winschoten, 15 januaru 1829

nummer registratie deel 18, folio 131, verso, vak 3 en 4.

notaris Mr. Sophius Piccardt, notaris te Pekela

prijs NLG 2.000,-

Bijzonderheden: het schip ligt thans nog te Amsterdam (zie voorgaande acte 168)


17.03.1829 eerste zeebrief (gecorrigeerd in nieuwe) voor de JAN FREDRIK onder kapt. H.H. Kok


researcher/datum research: ML / 280513

Naam JAN FREDRIK
Archiefinstelling Tresoar, Leeuwarden
Jaar 1829
Toegang 16
Inventaris 1255

Tresoar, Leeuwarden Archiefnummer Harlingen, toeg.19-06, inv. 383, no.71

foto P1020845 - 848
KOOPAKTE

Naam schip JAN FREDERIK
nu NOORDSTAR

plaats en datum akte openbare verkoping, Harlingen, 8 januari 1851

type schip kof

bouwwerf/verkoper minderjarige kinderen van wijlen IJbele Jans Repko, Harlingen.

gevoerd door kapt. Harm H. Kok

eigenaar/koper Cornelis Teves, koopman en zeilmaker te Harlingen

te voeren door kapt.

grootte in tonnen 137 tonnen (meetbrief Harlingen no.7 van 23 februari 1849)

tuigage / aantal dekken

afmetingen 24,20 x 5,35 x 2,35 meter

kiellegging

tewaterlating

plaats / datum registratie Harlingen, 9 januari 1851

nummer registratie deel 34, folio 33, verso, vak 5

notaris Mr. Sjoerd Simon Wijma, notaris te Harlingen

prijs NLG 3.606,-

Bijzonderheden: het schip ligt bij deze verkoping in de Zuiderhaven te Harlingen


12.02.1851 nieuwe zeebrief aangevraagd door Zeilmaker & Co, Harlingen, voor de NOORDSTAR onder kapt. H.H. Kok

researcher/datum research: ML / 050617

Naam JAN FREDERIK nu NOORDSTAR
Archiefinstelling Tresoar, Leeuwarden
Jaar 1851
Toegang 19-06
Inventaris 383

Bronnen

Jaar: 0000
Bron: Diverse Bronnen
Omschrijving: Tresoar, Leeuwarden, Archiefnummer Harlingen 16.1255.168
Tresoar, Leeuwarden, Archiefnummer Harlingen 16.1255.169
Tresoar, Leeuwarden Archiefnummer Harlingen, toeg.19-06, inv. 383, no.71
N.A. Den Haag, toegang nummer 2.08.01.07, diverse bestanddelen aanvraag zeebrieven
AC = Amsterdamsche Courant
AH = Algemeen Handelsblad
DC = Dordtsche Courant
GCO = Goessche Courant
LC = Leeuwarder Courant
NRC = Nieuwe Rotterdamsche Courant
OHC = Oprechte Haarlemsche Courant
PGC = Provinciale Groninger Courant
RC = Rotterdamsche Courant