1814
L.R. 001014
FREDERICK CONRAD, kapt. Nürnberg, in Dublin geïnspecteerd voor een reis naar Liverpool. Klasse E1.
1815
De heer Karting vermeldt het vertrek van de FRIEDRICH CONRAD, kapt. Nürnberg, van Swinemünde op 20 juni 1815 met 117 grenen balken en duigen, van Stettin naar Liverpool, alwaar op 5 september aangekomen. Op 7 november arriveerde het schip weer in Swinemünde.
1816
Op 17 juli 1816 arriveerde het schip in Riga, komende van Stettin.
Op 17 oktober 1816 arriveerde de FRIEDRICH CONRAD, kapt. Nürnberg, van Pernau in Amsterdam.
1817
Op 4 juli 1817 werd de FRIEDRICH CONRAD verkocht aan de makelaar Andreas van der Sluijs. Of hij voor eigen rekening kocht dan misschien namens mede-aandeelhouders of principalen is niet duidelijk.
Op 7 juli 1817 werd het schip onderhands doorverkocht aan makelaar en boekhouder Floris der Kinderen, die optrad namens een combinatie van eigenaren waaronder de kapitein Floris G. van Duijvenbode.
Op 11 juli 1817 werden de eerste zeebrief en een Turkse Pas afgegeven voor de TWEE GEZUSTERS, aangevraagd door Floris der Kinderen, Amsterdam, voor kapt. Floris van Duijvenbode; het schip was buitenslands gebouwd. De zeebrief voor kapt. Van Duijvenbode werd op 1 september 1820 geroyeerd: hij was vervallen.
1818
Op 13 oktober 1818 werd een Turkse Pas afgegeven voor de bestemming Middellandse Zee; nadat de reis was volbracht werd de Pas op 26 april 1819 geroyeerd.
1820
RC 040420
Advertentie. J. Tentije, J. van Ouwerkerk de Vries, J.E. Lublink, G.J. Roland Holst, A. van der Sluis en H. Smit, makelaars, zullen, op maandag den 10 april 1820, des avonds te zes uren, te Amsterdam, in het Nieuwezijds Heeren-Logement, op de Haarlemmerdijk, verkopen: een extra ordinair welbezeild Pinkschip, genaamd de TWEE GEZUSTERS, gevoerd door kapitein F. van Duijvenbode, lang 104 voet 5 en 1 halve duim, wijd 27 voet 8 duim, hol 15 voet; alles Amsterdamse maat. Breder bij de inventaris en berigt bij de makelaars. (opm: nieuwe naam MARIA JOHANNA, dezelfde kapitein)
Op 20 september 1820 werd voor de MARIA JOHANNA, ex-TWEE GEZUSTERS, een zeebrief en een Turkse Pas met bestemming Middellandse Zee afgegeven, aangevraagd door Hendrik Hovy, Amsterdam, voor kapt. Floris van Duijvenbode; de Pas,ten name van kapt. Van Duijvenbode, werd op 21 april 1821 geannuleerd.
1821
Op 20 oktober 1821 werd voor de MARIA JOHANNA onder kapt. Floris van Duijvenbode een Turkse Pas afgegeven voor de bestemming Cette (= Sète). Het schip lag in Amsterdam.
1822
RC 020422
Amsterdam, 31 maart. Het schip (opm: pink) MARIA JOHANNA, kapt. F. van Duivenbode, van Cette (opm: Sète) naar Amsterdam, is volgens berigt van een visser, die den 28 maart des avonds te 11 uren te Enkhuizen aangekomen is, op de Spaanderbank geraakt, en zat zo gevaarlijk, dat, bijaldien de wind niet spoedig bedaarde, hetzelve waarschijnlijk aan stukken zou stoten; er was een ligter aan boord om te lossen (opm: zie RC 040422).
RC 040422
Amsterdam, 2 april. Het schip (opm: pink) MARIA JOHANNA, kapt. F. van Duivenbode, van Cette (opm: Sète) naar Amsterdam, volgens onze vorige op de Spaanderbank geraakt, is, na het kappen van een anker en touw, welke men echter hoopt op te vissen, met behulp van drie vissers-vaartuigen, door de kapitein, op goede mannen zeggen (opm: bij mondelinge overeenkomst) aangenomen, afgebragt; hetzelve is, niettegenstaande het geweldig stoten, digt gebleven en werd nog den 1 april te Amsterdam verwacht.
Op 15 april 1822 werd voor kapt. Van Duijvenbode een Turkse Pas verstrekt waarvan waarschijnlijk geen gebruik is gemaakt.
Op 1 juni 1822 werd een Turkse Pas afgegeven voor de bestemming Middellandse Zee welke op 24 oktober via de Ontvanger der Inkomende- en Uitgaande Rechten en Accijnzen te Amsterdam werd teruggezonden en geroyeerd.
Omdat een zeebrief slechts een geldigheidsduur had van twee jaren zou eind 1822 – begin 1823 een nieuwe zeebrief moeten zijn afgegeven maar deze is niet gevonden.
LCO 280822
Amsterdam, den 26 augustus. Arrivementen te Archangel, F. van Duivenbode (opm: pink MARIA JOHANNA), van hier.
LCO 021022
Amsterdam, 30 september. Sedert onze laatste is te Texel binnengekomen. F. van Duivenbode (opm: MARIA JOHANNA), van Archangel.
1823
RC 240523
Amsterdam, 22 mei. Het Vlie uitgezeild F. van Duivenbode (opm: pink MARIA JOHANNA), naar Archangel.
1824
DC 041224
Vlissingen, 30 november. Den 30 dezer zijn voor Antwerpen bestemd, op onze rede aangekomen EIZO DE WIND, kapt. W.G. Hellinga, van Marseille; de MARIA, kapt. J. Zuck (opm: J. Zirck), van Liverpool, en MARIA JOHANNA (opm: pink), kapt. F. van Duijvenbode van Havre-de-Grace, alle met stukgoederen.
1825
Op 10 maart 1825 werd de zeebrief van de MARIA JOHANNA door de Ontvanger der Inkomende- en Uitgaande Regten en Accijnzen te Rotterdam naar Den Haag gezonden en aldaar op 14 maart geroyeerd. Een reden werd niet gegeven, maar dat bleek verkoop te zijn.
Op 29 maart 1825 werd een zeebrief afgegeven voor de MAASSTROOM, aangevraagd door de nieuwe eigenaars, de Maatschappij voor de Walvisch- en Robbenvangst, Rotterdam, voor kapt. D.J. Cupido. Deze zeebrief werd op 27 oktober 1827 door de Ontvanger te Rotterdam naar Den Haag geretourneerd en aldaar op 2 november doorgehaald. De reden was ‘schip verkocht’ wegens slechte vangsten.
DC 260425
Hellevoetsluis, 22 april. Van de morgen zeilden in zee MAASSTROOM (opm: ex-MARIA JOHANNA, pink), kapt. D.J. Cupido, naar Groenland, ter walvisvangst;
DC 230825
Hellevoetsluis, 18 augustus. Gisteren namiddag arriveerden uit zee: MAASSTROOM, kapt. D.J. Cupido van Groenland
1826
AC 070626
Vlie, binnengekomen den 3 juni: NEDERLAND, kapt. J.J. Adriaan, uit Groenland, met 1990 robben, dezelve heeft den 12 mei, wegens bekomen zware lekkage het ijs moeten verlaten, en den 11 april gepraaid commandeur Cupido (opm: pink MAASSTROOM), welke toen 2300 à 2400 robben aan boord had.
DC 120826
Brielle, 9 augustus. Heden arriveerde uit zee: MAASSTROOM, kapt. D.J. Cupido uit Groenland;
RC 120826
Rotterdam, 11 augustus. Het alhier uit Groenland teruggekomen schip MAASSTROOM, commandeur Cupido, heeft aangebracht 2800 robben, opgeleverd hebbende 128 fusten robbenspek. Met de walvisvangst was het in Groenland wederom slecht, door gebrek aan zuidijs.
1827
RC 290327
Rotterdam, 28 maart. Den 27 maart, des morgens zeilden uit de Maas: DE VROUW PETINA, kapt. K.D. Mulder, naar Londen; DE CONCORDIA, kapt. H.E. Sleehuijs, naar Noorwegen; DE VOLHARDING, kapt. C. Goederaad, naar Lissabon; DE DRIE GEBROEDERS, kapt. G.E. Jonkers, naar Leith; de MAASSTROOM (opm: pink), kapt. D.J. Cupido, naar Groenland.
RC 210827
Rotterdam, 20 augustus. De 19e, des namiddags, arriveerden te Brielle MAASSTROOM (opm: pink), kapt. D.J. Cupido en VRIENDSCHAP, kapt. T.G. van Rijn, van Rostock.
RC 230827
Amsterdam, 21 augustus. Volgens particulieren heeft het schip de MAASSTROOM, commandeur D.J. Cupido, te Brielle binnengekomen, 800 robben gevangen, welke 30 kwartdelen (opm: een maat van vaten) spek hebben opgeleverd. Hierdoor vervalt het bericht dat hetzelve in Groenland verbrand zou zijn.
RC 290927
Advertentie. N. Montauban van Swijndregt, H. Montauban van Swijndregt en F. van Dam, makelaars, zijn van mening op dinsdag de 23e oktober 1827, ten 4 ure namiddag, in het logement Het Groot Hotel van Engeland, op de Grootemarkt te Rotterdam, te veilen: het hecht, sterk en snelzeilend pinkschip de MAASSTROOM, laatst gevoerd door de bevelhebber D.J. Cupido, volgens meetbrief lang 28,80 el, wijd 6,47 el, hol 3,55 el en alzo groot 155 lasten of 294 tonnen; liggende in de Zalmhaven, achter de scheepstimmerwerf van de heren de Jong en Kortland, genaamd De Naarstigheid. Het voorschreven schip is geschikt voor alle vaarwaters, doch laatstelijk uitgerust geweest ter walvisvangst. (opm: nieuwe naam ANNA MARIA, kapt. W. Poort)
Op 13 november 1827 werden een zeebrief en Turkse Pas afgegeven voor de ANNA MARIA, aangevraagd door De Kuyper en De Brouwere te Rotterdam, voor kapt. W. Poort.
1828
RC 140228
Amsterdam, 12 februari. De schepen ATLANTA, kapt. W. Zuidhoff, van Suriname naar Amsterdam; CATARINA, kapt. H.H. Duintjer, van Amsterdam naar Rouaan en DE VROUW NEELTJE, kapt. J. van Gelderen, van Vlaardingen naar Lissabon, alle te Ramsgate binnen, waren de 3e dezer aldaar nog liggende, het eerste onder reparatie. Ook lag destijds aldaar nog in het dok het schip ANNA MARIA, kapt. W. Poort, van Delftshaven naar Cette.
RC 150428
Rotterdam, 14 april. De 13e dezer, des namiddags arriveerde te Helvoetsluis ANNA MARIA, kapt. W. Poort, van Marennes.
RC 240428
Advertentie. Te Rotterdam liggen in lading:
Naar Suriname, alsmede voor passagiers, het Nederlands tweedeks met zink beslagen fregatschip DE TWEE GEBROEDERS, kapt. Geert Meindert Jansen.
Naar Bahia, het Nederlands pinkschip ANNA MARIA, kapt. Cornelis Poort (opm: Willem Poort).
Op 9 mei 1828 werd opnieuw een Turkse Pas afgegeven voor kapt. W. Poort.
RC 150528
Advertentie. Te Rotterdam liggen in lading:
Naar Bahia, het Nederlands pinkschip ANNA MARIA, kapt. Willem Poort.
RC 220528
Advertentie. Te Rotterdam liggen in lading:
Naar Bahia, het Nederlands pinkschip ANNA MARIA, kapt. Willem Poort; dezelve zal in het begin van juni vertrekken, heeft uitmuntende gelegenheid voor passagiers; omtrent de overvoer van welke laatste ook onderricht te bekomen is bij de kapitein aan boord.
RC 170628
Rotterdam, 16 juni. De 15e, des morgens, zeilde ANNA MARIA, kapt. W. Poort, naar Bahia.
RC 201228
Amsterdam. 18 december. Het schip (opm: pink) ANNA MARIA, kapt. W. Poort, van Bahia naar Rotterdam, is de 10e dezer te Ilfracombe binnengelopen; zeven man man (opm: of dit opvarenden waren is niet bekend), welke poogden aan boord te komen, zijn verdronken.
1829
RC 310129
Amsterdam, 29 januari. Het schip ANNA MARIA, kapt. W. Poort, van Bahia naar Amsterdam, laatst van Ifracombe (opm: zie RC 201228), is de 17e dezer te Plymouth binnengelopen.
RC 240329
Rotterdam, 23 maart. De 20e dezer, des namiddags, arriveerden te Hellevoetsluis ANNA MARIA, kapt. W. Poort, van Bahia.
RC 110429
Advertentie. Te Rotterdam ligt in lading naar Bahia het extra snelzeilend fregatschip (opm: pink) ANNA MARIA, kapt. Willem Poort, hebbende bijzondere goede inrichtingen voor passagiers.
Adres ten kantore van Kuijper, Van Dam en Smeer.
RC 140529
Rotterdam, 13 mei. De 13e dezer, des morgens, zeilden van Hellevoetsluis ANNA MARIA, kapt. W. Poort, naar Archangel;
RC 180829
Rotterdam, 17 augustus. De 16e dezer, des namiddags, arriveerde te Helvoetsluis ANNA MARIA, kapt. W. Poort , van Archangel.
RC 291029
Advertentie. Te Rotterdam liggen in lading:
Naar Marseille, het Nederlands tweedeks pinkschip ANNA MARIA, kapt. Meindert Rooderkerk, om uiterlijk 15 november aanstaande te vertrekken.
Op 30 oktober 1829 werden voor de ANNA MARIA zowel een nieuwe zeebrief als Turkse Pas afgegeven, dit keer ten name van kapt. M. Rooderkerk.
1830
RC 260130
Rotterdam, 25 januari. De 23e dezer, des morgens, zeilden uit de Maas DE HERSTELLER, kapt. C. van der Wind, naar Alexandria en ANNA MARIA, kapt. M. Rooderkerk, naar Marseille; de laatste is in de Put ten anker gekomen, doch de volgende dag weer naar zee gezeild.
RC 230230
Rotterdam, 22 februari. De 12e dezer is van Rotterdam te Marseille gearriveerd het Nederlandse schip ANNA MARIA, kapt. Meindert Rooderkerk, zijnde de 24e januari te voren van Brielle in zee gezeild.
1835
Op 25 april 1835 werd de zeebrief van kapt. Rooderkerk door de Ontvanger te Rotterdam naar Den Haag geretourneerd onder vermelding ‘schip verkocht’, waarna op 28 april doorhaling volgde.
RC 040735
Advertentie. Te Rotterdam ligt in lading, naar Suriname, om in het begin der maand augustus te vertrekken, het snelzeilend en geheel vertimmerd tweedeks barkschip ’T VERTROUWEN (opm: ex-pink ANNA MARIA), kapt. C. Zaal; hebbende goede inrichtingen voor passagiers.
Adres bij Kuyper, Van Dam en Smeer aldaar en bij B.D. Bosscher, te Amsterdam.
AH 220835
Advertentie. Schepen in lading.
Naar Nederlandse koloniën:
Suriname. het geheel vertimmerd tweedeks barkschip ’T VERTROUWEN, kapt. C. Zaal. Adres bij B.D. Bosscher.
RC 080935
Advertentie. Te Rotterdam liggen in lading
Naar Suriname, om in het laatst dezer maand september te vertrekken, het snelzeilend en geheel vertimmerd barkschip ’T VERTROUWEN, kapt. C. Zaal; hebbende goede inrichtingen voor passagiers. Adres bij Kuyper, Van Dam en Smeer, aldaar en bij B.D. Bosscher, te Amsterdam.
Op 1 oktober 1835 werd een nieuwe zeebrief verstrekt, aangevraagd voor de ANNA MARIA door E.G. Veldwijk en Taunaij & Vergeer, Amsterdam, voor kapt. C. Zaal. De scheepsnaam moet een administratieve fout zijn geweest, maar officieel herstel is niet gevonden. In juli 1835 werd namelijk reeds met de naam HET VERTROUWEN, kapt. C. Zaal, geadverteerd, en onder deze naam en kapitein heeft het schip ook tot verkoop in 1838 gevaren.
RC 201035
Rotterdam, 19 oktober. De 19e dezer, des morgens, zeilde ’T VERTROUWEN, kapt. C. Zaal, naar Suriname;
AH 311035
Douvres, 25 oktober. Binnengekomen HET VERTROUWEN, kapt. C. Zaal, van Rotterdam naar Suriname, lek.
RC 101135
Rotterdam, 9 november. Het schip HET VERTROUWEN, kapt. C. Zaal, van Rotterdam naar Suriname, te Douvres binnen, heeft de 1e dezer de reis voortgezet.
1836
AH 170236
Scheepstijdingen: In Suriname lagen nog in lading de schepen DE SNELHEID, kapt. C. Wessels; SOPHIA MARIA, kapt. J. Andresen; LA LIBERTÉ, kapt. W. Trip; DE JONGE WILLEM, kapt. G. van Medevoort; DE DAGERAAD, kapt. R.C Stada; ATALANTA, kapt. C. Meyer; HENDRIKA, kapt. K.B. de Weerd; DE EENSGEZINDHEID, kapt. P.T. Kuiper; HET VERTROUWEN, kapt. C. Zaal; HENRIETTE. Kapt. J.C. Willems; NICOLAAS WITSEN, kapt. F. Lange; DE JONGE BAREND, kapt. B.R. van Wyk; DE JONGE CORNELIS, kapt. H.T. van Slooten; SOPHIA CECILIA, kapt. B.F. Ipsen en DE HARMONIE, kapt. A. van der Meyden, alle vijftien naar Amsterdam.
AH 300336
Texel, 28 maart. NEDERLAND, kapt. E.L. Strumphler. Van Bordeaux; SOERIDDEREN, kapt. J.O. Jensen, van Arendahl’. Gisteren nog: VERTROUWEN, kapt. C. Zaal, van Suriname, ligt quarantaine.
AH 300336
Carga-lijsten Amsterdam: ’T VERTROUWEN, kapt. C. Zaal, van Suriname met suiker en katoen.
AH 010436
Binnengekomen:
Texel, 30 maart. HENRIETTE CLASINA, kapt. J.B. Fuchs, van Batavia; JONGE MARTINUS, kapt. J.R. de Boer, van Bordeaux; VRIENDSCHAP, kapt. R.R. Sap, van Cardiff. Gisteren nog: DE NIEUWE ONDERNEMING, kapt. L.K. Domini, van Bordeaux, uit de quarantaine ontslagen; VERTROUWEN, kapt. C. Zaal, van Suriname.
AH 130436
Advertentie. Schepen in lading.
Naar Nederlandse koloniën:
Suriname. Het gezinkt barkschip ’T VERTROUWEN, kapt. C. Zaal, van Amsterdam. Adres bij B.D. Bosscher.
AH 300536
Texel, 28 mei. Uitgezeild ’T VERTROUWEN, kapt. C. Zaal, naar Suriname.
AH 051136
Het schip HET VERTROUWEN, kapt. Zaal, van Suriname naar Amsterdam, is de 30e oktober te Douvres binnengelopen, met storm weer, echter waren schip, equipage en lading in goede staat.
AH 081136
Texel, 6 november. Binnengekomen HET VERTROUWEN, kapt. C. Zaal, van Suriname.
AH 091136
Carga-lijsten Amsterdam: HET VERTROUWEN, kapt. C. Zaal, van Suriname met suiker, katoen en cacao;
AH 181136
Schepen in lading:
Naar Suriname. Het gezinkt barkschip HET VERTROUWEN, kapt. Cornelis Zaal, van Amsterdam. Adres bij B.D. Bosscher.
AH 311236
Texel, 29 december. Uitgezeild: HET VERTROUWEN, kapt. C. Zaal, naar Suriname.
1837
RC 110737
Rotterdam, 10 juli. Het schip HET VERTROUWEN, kapt. C. Zaal, van Amsterdam naar Suriname, was den 29 juni op de hoogte van Goudstaart (opm: Start Point).
1838
AH 170538
Advertentie. G.J. Roland Holst, H.I. Rietveld en B.D. Bosscher, makelaars, zullen als lasthebbende van hun Principalen op maandag de 11e juni 1838, des avonds ten 6 ure, in de Nieuwe Stads Herberg, aan het IJ, verkopen: Een extra ordinair welbezeild en gezinkt barkschip, genaamd ’t VERTROUWEN, gevoerd door kapt. C. Zaal, varende onder Nederlandse vlag en groot, volgens meetcedul, 323 tonnen of 170 lasten.
Breder bij de inventaris omschreven en nader bericht bij bovengenoemde makelaars.
ZP 120638
Verkoop van schepen te Amsterdam in de Nieuwe Stads Herberg op maandag 11 juni:
- Het gezinkt barkschip ’t VERTROUWEN, gevoerd door kapt. C. Zaal: NLG 10.000, in slag NLG 4.500, NLG 14.500. Koper H.I. Rietveld (opm: makelaar, namens J. & T. van Marselis; nieuwe naam GOEDE VREDE, kapt. C. Zaal).
Op 21 juni 1838 retourneerde de Ontvanger te Amsterdam de zeebrief van HET VERTROUWEN, kapt. J. van den Oever, met als reden ‘schip verkocht’, waarna op 22 juni doorhaling volgde. De naam van kapt. Van den Oever is uiterst dubieus en valt niet aan een ANNA MARIA of VERTROUWEN te relateren. In Den Haag had men de administratie niet geheel in orde.
Op 12 juli 1838 werd voor de GOEDE VREDE, kapt. C. Zaal, een nieuwe zeebrief verstrekt, welke was aangevraagd door J. & T. Marselis, Amsterdam.
AH 030738
Schepen in lading te Amsterdam:
Suriname: het gekoperde tweedeks fregatschip DE JONGE WILLEM, kapt. G. van Medevoort, adres bij Hoyman & Schuurman en E. Windhouwer.
Suriname: het schoener kofschip ELISABETH, kapt. Pieter Pybes, adres bij B.D. Bosscher.
Suriname: het tweedeks barkschip de GOEDE VREDE, kapt. C. Zaal, adres bij Hoyman & Schuurman. Sluit 7 juli.
1839
ZP 050139
Scheepstijdingen. Kapt. C. Zaal, voerende het schip (opm: bark) de GOEDE VREDE, van Suriname de 3e januari in Texel binnen, rapporteert de 14e november van Suriname te zijn vertrokken.
ZP 010239
Schepen in lading naar Suriname:
Het gekoperd tweedeks barkschip CLASINA ADRIANA, kapt. A.P. Havinga, van Amsterdam (Westerdok). Adres bij Hoyman & Schuurman en E. Windhouwer.
Het Nederlands gezinkt schoener-kofschip ANTONIA, kapt. E. Speelman, van Amsterdam (Westerdok, sluit 4 februari). Adres bij Hoyman & Schuurman.
Het tweedeks barkschip EENSGEZINDHEID, kapt. C. Meijer, van Amsterdam (Oosterdok). Adres bij B.D. Bosscher.
Het tweedeks driemast galjootschip ANNA EN MARIA, kapt. D. Steenveld, van Amsterdam (Westerdok). Adres bij Hoyman & Schuurman.
Het tweedeks gekoperd fregatschip JONGE LODEWIJK ANTONIE, kapt. R. Tjebbes, van Amsterdam (Westerdok). Adres bij Hoyman & Schuurman en E. Windhouwer.
Het tweedeks gezinkt barkschip de GOEDE VREDE, kapt. C. Zaal, van Amsterdam (Oosterdok). Adres bij Hoyman & Schuurman.
De tijd van het wachten op lading voor Suriname is benut om de huid opnieuw te verzinken.
ZP 300939
Schepen in lading (opm: te Amsterdam) naar:
Suriname: Het nieuw gezinkt barkschip de GOEDE VREDE, kapt. C. Zaal, van Amsterdam. (Oosterdok) Adres bij Hoyman & Schuurman.
1840
ZP 040240
De 17de december waren te Suriname bezig met laden de schepen ANNA EN MARIA, kapt. Steenveld, TRITON, kapt. Kiers, JULIA, kapt. Hilbrands, CLASINA ADRIANA, kapt. Nielsen, (alle om de 2de januari te vertrekken) PARAMARIBO, kapt. Topper, (om de 8ste januari te vertrekken) HARMONIE, kapt. Addiks; DE DRIE GEBROEDERS, kapt Parma, DE GOEDE VREDE, kapt. Zaal en MARIA FREDERIKA, kapt. De Weerd, alle voor Amsterdam,
ZP 150240
Volgens brief van Suriname van de 5de januari, zouden van daar naar Amsterdam vertrekken de schepen: JULIA, kapt. Hilbrands en de GOEDE VREDE, kapt. Zaal, beide de 6de januari,
ZP 270340
Volgens brief van kapt. C. Zaal, voerende het schip de GOEDE VREDE, van Suriname naar Amsterdam, in dato Dover 23 maart, was hij na veel storm doorgestaan te hebben in goede staat aldaar binnengelopen.
ZP 300340
Het schip de GOEDE VREDE, kapt. Zaal, van Suriname naar Amsterdam, te Dover binnengelopen - zie ons nommer van de 27. dezer - is de 25e maart van voor deszelfs ankers weggedreven en heeft enige schade bekomen.
Op 16 juli 1840 werd voor de GOEDE VREDE, kapt. C. Zaal, een nieuwe zeebrief verstrekt, welke was aangevraagd door J. & T. Marselis, Amsterdam.
PGC 241140
Volgens brief van Suriname van den 2 oktober waren aldaar liggende de schepen de JONGE LODEWIJK ANTONIE, kapt. Tjebbes, WILHELMINA, kapt. Klint, beide om den 5 oktober, MARIA FREDERIKA, kapt. De Weerd, om den 6 dito naar Amsterdam te vertrekken; de KOOPHANDEL, kapt. Popken, de GOEDE VREDE, kapt. Zaal, DOLPHYN, kapt. Bakker, beide in lading naar Amsterdam,
ZP 071240
Suriname, 15 oktober. Van hier zullen naar Amsterdam vertrekken de schepen HILLEGONDA IDA, kapt. Hendriks, en de GOEDE VREDE, kapt. Zaal, beide de 25e dezer, de PLANTER, kapt. Zeijlstra, ultimo dezer, en WILHELMINA MARIA, kapt. Atkes, de 15e november.
1841
AH 150141
Carga-lijsten Amsterdam: de GOEDE VREDE, kapt. C. Zaal, van Suriname met suiker.
AH 070941
Carga-lijsten Amsterdam: de GOEDE VREDE, kapt. C. Zaal van Suriname met suiker en katoen.
1842
GRC 070142
’s-Gravenhage, 3 januari. Een onzer dagbladen geeft het volgende bericht van Den Helder, onder dagtekening van de 30e december: Gedurende meer dan elf achtereenvolgende weken heeft alhier geen oostenwind gewaaid, die de tot uitzeilen gereed liggende bodems naar hun bestemming liet vertrekken. Toen dan de gisteren de zo lang gewenste gunstige windgelegenheid daar was, zijn er, door middel van de twee stoomboten de NOORD HOLLAND en AMSTERDAM, meer dan 70 bodems naar zee gesleept. Onder dezelve bevonden zich Zr.Ms. oorlogsbrik DE ZWALUW, kapitein-luitenant Énslie en het koopvaardijfregat NASSAU, naar Batavia; de koopvaardijfregatten NOORD-HOLLAND, de GOEDE VREDE, MARIA, ALIDA MARIA, naar Suriname;
SUC 040242
Paramaribo, 3 februari. Heden arriveerden alhier de schepen PHOENIX, kapt. J.J. Gorter, met een passagier, hebbende 32 dagen reis van Amsterdam, en de GOEDE VREDE, kapt. C. Zaal, met een passagier, hebbende 35 dagen reis van Amsterdam.
SUC 160242
Te Paramaribo naar Amsterdam in lading liggende schepen:Gekoperd barkschip NOORD-HOLLAND, kapt. H.K. Ruijl; gekoperd tweedeks galjootschip WEST-INDIË, kapt. J.J. Boon; gekoperd tweedeks barkschip AURORA, kapt. S.Y. Parma; gekoperd tweedeks barkschip MARIA ELISABETH, kapt. H.C. Wriborg; gekoperd tweedeks brikschip TRITON, kapt. J.J. Kiers; schoener-kofschip CONCORDIA, kapt. B.J. Wijgers; gezinkt kofschip HILLEGONDA IDA, kapt. H.A. Hendriks; kofschip ANTONIA, kapt. E. Speelman; brikschip PHOENIX, kapt. J.J. Gorter, gekoperd driemast galjootschip ANNA EN MARIA, kapt. D. Steenveld, gekoperd brikschip de PLANTER, kapt. F.H. Zeijlstra; gekoperd tweedeks barkschip SUSANNA MARIA, kapt. E. Meijer; gekoperd tweedeks fregatschip CLASINA ADRIANA, kapt. S. Nielsen, gekoperd driemast galjootschip de STAD ZWOLLE, kapt. R.P. Dik, gezinkt kofschip de ZEEVAART, kapt. J.J. IJnsen, gezinkt kofschip HARLINGEN, kapt. J.J. Dijk, en gekoperd (opm: gezinkt) tweedeks barkschip de GOEDE VREDE, kapt. C. Zaal.
NSU 110342
Paramaribo, 10 maart. Heden is alhier uitgeklaard naar Amsterdam het gekoperd tweedeks barkschip de GOEDE VREDE, kapt. C. Zaal, met 450 vaten suiker en 21 balen schone katoen.
AH 090542
Carga-lijsten Amsterdam: ANNA MARIA, kapt. D. Steenveld, van Suriname met suiker, katoen en oud lood; de GOEDE VREDE, kapt. C. Zaal, van Suriname met suiker;
AH 310542
Schepen in lading:
Suriname. Het gekoperd barkschip de GOEDE VREDE, kapt. C. Zaal, van Amsterdam. Adres bij Hoyman en Schuurman.
Op 16 juli 1842 werd voor de GOEDE VREDE, kapt. C. Zaal, een nieuwe zeebrief verstrekt, welke was aangevraagd door J. & T. Marselis, Amsterdam.
AH 190742
Schepen in lading:
Suriname. Het gekoperd barkschip de GOEDE VREDE, kapt. C. Zaal, van Amsterdam.
Adres bij Hoyman en Schuurman.
1843
PGC 240143
De schepen DE GOEDE VREDE, kapt. Zaal, van Suriname naar Amsterdam en EMMA OBBINA, kapt. Potjer, van Amsterdam naar Genua, zijn de 18 januari te Douvres binnengelopen het eerste zwaar lek met verlies van zeilen, verschansingen enz.
1844
AH 090744
Schepen in lading naar Suriname:
Het gezinkte Nederlandse driemast galjootschip VRIESLAND, kapt. J.C. van der Veer.
Adres bij B.D. Bosscher.
Het gekoperde schoenerschip VAN SPEYK, kapt. D. Visser.
Het gekoperde driemast galjootschip CONCORDIA, kapt. J.H. Witt.
Het gezinkte barkschip de GOEDE VREDE, kapt. C. Zaal.
Adres bij Hoyman en Schuurman.
Op 5 augustus 1844 werd voor de GOEDE VREDE, kapt. C. Zaal, een nieuwe zeebrief verstrekt, welke was aangevraagd door J. & T. Marselis, Amsterdam.
1845
AC 170645
Amsterdam, 16 juni. Het schip (opm: bark) de GOEDE VREDE, kapt. C. Zaal, van hier naar Suriname, is volgens brief van de kapitein, de 13e dezer wegens stilte en dikke mist op 1½ mijl van Calais gestrand, doch in de namiddag van dezelfde dag zonder enige schade weer vlot gekomen, en had hij onmiddellijk met gunstige wind de reis voortgezet.
AH 151045
Amsterdam, 14 oktober. Volgens bericht van Suriname zouden vandaar vertrekken het schip ANTONIA EN EUGENIA, kapt. Meijer, de 31 augustus en het schip de GOEDE VREDE, kapt. Zaal, de 5e september, beide naar Amsterdam.
1846
Op 25 augustus 1846 werd voor de GOEDE VREDE, kapt. C. Zaal, een nieuwe zeebrief verstrekt, welke was aangevraagd door J. & T. Marselis, Amsterdam.
1847
Op 9 juni 1847 werd voor de GOEDE VREDE, kapt. L.C. Peters, een nieuwe zeebrief verstrekt, welke was aangevraagd door J. & T. Marselis, Amsterdam.
DC 211247
Dordrecht, 20 december. Gedurende het jaar 1847 zijn van Archangel uitgeklaard 704 schepen, waarvan 451 naar Groot-Brittannië en Ierland, 152 naar Nederland en België, 45 naar Frankrijk, 36 naar Bremen, 15 naar Hamburg en Altona, 2 naar Noorwegen, 1 naar Kopenhagen, 1 naar IJsland en 1 naar Boston in Amerika. Van die naar Holland en België vertrokken 63 rechtstreeks naar Amsterdam, 30 naar Rotterdam, 16 naar Schiedam, 4 naar Zwolle, 4 naar Dordrecht, 3 naar Vlaardingen, 2 naar Delfshaven, 3 naar de Zaan, 1 naar Kampen, 12 naar Antwerpen, 1 naar Gent, en de overigen naar de volgende zeegaten om orders, als: 8 naar Vlissingen, 4 naar de Maas en Hellevoetsluis en 1 naar Texel. De uitgevoerde rogge bedroeg 340.109 tschetwerts, waarvan 202.693 tschetwerts rechtstreeks naar Nederland en 20.578 naar België. (opm: een tschetwert is een oude Russische inhoudsmaat, vooral gebruikt voor graan; 67 tschetwert = 150 hectoliter)
Te Archangel overwinteren met schade uit zee teruggekomen de Nederlandse schepen de GOEDE VREDE, kapt. L.C. Peters, en WILLEM CORNELIS, kapt. R.B. Jonker, beiden naar Amsterdam bestemd.
1848
Volgens Lloyd’s Register is de GOEDE VREDE in 1848 reconstructed, hetgeen duidt op herstel en verbouwing. Dat zal waarschijnlijk te maken hebben gehad met de schade die het schip had genoodzaakt naar Archangel terug te keren, en de waarschijnlijke schade als gevolg van het daarna enkele maanden in het ijs doorbrengen in de haven. Wanneer de bark Archangel heeft verlaten is niet teruggevonden.
Op 7 november 1848 werd voor de GOEDE VREDE, kapt. L.H. Witt, een nieuwe zeebrief verstrekt, welke was aangevraagd door J. & T. Marselis, Amsterdam.
1850
SUC 280250
Paramaribo, 26 februari. Heden is alhier aangekomen het schip (opm: bark) de GOEDE VREDE, kapt. J.H. Witt, van Amsterdam, hebbende 48 dagen reis.
AH 270350
Advertentie. G.J. Boelen, makelaar, zal op maandag de 8e april des avonds ten zes ure, te Amsterdam in de Nieuwe Stadsherberg aan het IJ, ten overstaan van de notaris J.L. Kabel, verkopen:
- 1/16 part in het Nederlands gekoperd fregatschip OOST-INDIA PAKKET, kapt. B. Bakker Gz., groot 394 gemeten lasten.
- 1/16 part in het Nederlands gekoperd barkschip JAVA COURIER, kapt. F.G. Reinits, groot 282 gemeten lasten.
- 1/20 part in het Nederlands gekoperd fregatschip VAN GALEN, kapt. C. Dekker Nz., groot 321 gemeten lasten.
- 1/20 part in het Nederlands gekoperd fregatschip WASSENAAR, kapt. A. Horsten, groot 327 gemeten lasten.
- 1/20 part in het Nederlands gekoperd fregatschip AERT VAN NES, kapt. J.T. Wiegmink, groot 307 gemeten lasten.
- 3/20 parten in het Nederlands gekoperd fregatschip CORNELIS HOUTMAN, kapt. J.H. Rolman, groot 308 gemeten lasten.
- 1/20 part in het Nederlands gekoperd barkschip OCEAAN, kapt. C.J. Doeksen, groot 315 gemeten lasten.
- 1/14 part in het Nederlands gekoperd barkschip LODEWIJK ANTHONY, kapt. A. Spekman, groot 203 gemeten lasten.
- 1/32 part in het Nederlands gekoperd fregatschip JACOB ROGGEVEEN, kapt. H. Rolff, groot 366 gemeten lasten.
- 1/32 part in het Nederlands gekoperd fregatschip NEERLANDS INDIEN, kapt. L. Delclisur, groot circa 294 gemeten lasten.
- 1/32 part in het Nederlands gekoperd fregatschip SCHOON VERBOND, kapt. B. Draijer, groot 460 gemeten lasten.
- 1/64 part in het Nederlands gekoperd fregatschip ELISABETH ANTHONIA, kapt. J. Veenstra, groot 453 gemeten lasten.
- 1/20 part in het Nederlands gekoperd barkschip de GOEDE VREDE, kapt. J.H. Witt, groot 181 gemeten lasten. (opm: bekort)
NRC 110450
Verkoping van schepen op maandag 8 april 1850 in de Nieuwe Stads-Herberg aan het IJ te Amsterdam:
- Een tweedeks gekoperd barkschip, MARIA JACOBA CORNELIA, kapt. D.B. Lutjens: NLG 11.200, in slag NLG 1200, opgehouden. (opm: NLG 12.400 werd door verkopers dus als te laag bevonden)
- 1/16e Part in het fregat OOST-INDIA PAKKET: NLG 5.050, in slag NLG 600, koper B. Bakker.
- 1/16e Part in het barkschip JAVA COURIER: NLG 3.750, in slag NLG 400, koper B. Bakker.
- 1/20e Part in het fregatschip VAN GALEN: NLG 4.000, in slag NLG 200, koper P. Blom.
- 1/20e Part in het fregatschip WASSENAAR: NLG 2.800, in slag NLG 300, koper H. Salm.
- 1/20e Part in het fregatschip AERT VAN NES: NLG 2.600, in slag NLG 300, koper G.J. Boelen.
- 1/20e Part in het fregatschip CORN. HOUTMAN: NLG 2.300, in slag NLG 300, koper F. der Kinderen. (opm: nog 2 1/20e parten, zelfde koper, ongeveer gelijke prijs)
- 1/20e Part in het barkschip OCEAAN: NLG 3.325, in slag NLG 150, koper H.J. Rietveld.
- 1/14e Part in het barkschip LODEWIJK ANTONIE: NLG 3.050, in slag NLG 500, koper H.J. Rietveld.
- 1/32e Part in het fregatschip JACOB ROGGEVEEN: NLG 3.225, in slag NLG 275, koper H.J. Rietveld.
- 1/32e Part in het fregatschip NEERLANDS INDIË: NLG 1.875, in slag NLG 90, koper C. Ament.
- 1/32e Part in het fregatschip SCHOON VERBOND, NLG 3.100, in slag NLG 200, koper G.J. Boelen.
- 1/64e Part in het fregatschip ELISABETH ANTONIA: niet geveild.
- 1/10e Part in het kofschip HUNDEREN: NLG 700, in slag NLG 300, koper G.J. Boelen.
- 1/10e Part in de bark de GOEDE VREDE: NLG 1.350, in slag 600, koper H.I. Rietveld (opm: een makelaar; de waarde van de bark was dus ca. NLG 19.500).
SUC 151050
Paramaribo, 14 oktober. Heden is alhier binnengekomen het schip de GOEDE VREDE, kapt. J.H. Wit, van Amsterdam met vier passagiers, hebbende 33 dagen reis.
SUC 171050
Advertentie. Het schip de GOEDE VREDE, gevoerd door kapt. J.H. Wit, een volle lading inhebbende, waarvan het onmogelijk is kleine partijen uit te zoeken en te lossen, zo is de kapitein voornemens een grote pont aan te leggen om de goederen voetstoots te kunnen lossen. Hij verzoekt dus allen, die goederen aan boord van gemelde bodem hebben, om hun los-cedulen zo spoedig mogelijk aan boord te willen zenden ten einde hem in de gelegenheid te willen stellen de losssing spoedig te doen plaats vinden.
Paramaribo, de 16e oktober 1850.
1851
Op 14 juni 1851 werd voor de GOEDE VREDE, kapt. L.H. Witt, een nieuwe zeebrief verstrekt, welke was aangevraagd door J. & T. Marselis, Amsterdam.
1854
NRC 240154
Amsterdam, 23 januari. Lijst van schepen op de onderstaande plaatsen liggende of ingevroren, alle herwaarts gedestineerd.
In het Nieuwe Diep: VALPARAISO, ANNA EN ELISE, DIONYSIA CATHARINA, CLAUDIUS CIVILIS, ZEEVAART, NEPTUNUS, CHRISTINA, ANNA PAULOWNA, DOGGERSBANK, NEHALENNIA, MAGDALENA, GRAAF DIRK III, allen van Batavia; DIANA, van Padang; SCHOON VERBOND, van Cheribon (opm: Cirebon); BALTIMORE, van Soerabaya; ADMIRAAL TROMP, BIESBOSCH, beiden van Passaroeang; PRINS HENDRIK, van Panaroekan; OOSTERGOO, TWEELING ZUSTERS, beiden van Akyab; AUGUST JULIUS, PYLADES, QUEEN BEE, allen van Bahia; WILHELMINA, WILHELMINA FREDERIKA, ONDERNEMING, GOEDE VREDE, JUNO, ANTONIE EN EUGENIE, allen van Suriname;(opm: sterk bekort)
Op 4 april 1854 werd voor de GOEDE VREDE, kapt. L.H. Witt, een nieuwe zeebrief verstrekt, welke was aangevraagd door J. & T. Marselis, Amsterdam.
1856
Op 31 mei 1856 werd voor de GOEDE VREDE, kapt. L.H. Witt, een nieuwe zeebrief verstrekt, welke was aangevraagd door J. & T. Marselis, Amsterdam. Deze zeebrief werd op 29 september 1858 door de Ontvanger te Amsterdam naar Den Haag teruggezonden, waarop de volgende dag royement volgde. Op 4 september 1858 werd in Amsterdam een veiling aangekondigd per 20 september. Waarschijnlijk werd de bark eerst in 1859 onderhands verkocht. Koper werd W. Smit uit Purmerend.
1858
NRC 040958
Advertentie. H.J. Rietveld, P. Blom, J.F.L. Meijjes & W.IJ. van Reinouts, makelaars, zullen op maandag, zijnde de 20e september 1858, des avonds ten 6 ure precies, in de Nieuwe Stads Herberg aan het IJ te Amsterdam, ten overstaan van een daartoe bevoegd beambte, aan de meestbiedende of hoogstmijnende, in publieke veiling verkopen: een extraordinair, welbezeild Barkschip, genaamd: de GOEDE VREDE, varende onder Nederlandse vlag en gevoerd door kapt. J.H. Witt, zijnde gemeten op 335 tonnen of 177 lasten.
En dat verder met al deszelfs rondhouten, opstaand en lopend want, ankers, touwen, zeilen en andere scheepsbehoeften, als breder bij de inventaris is vermeld. Het voorz. barkschip ligt aan de werf Het Witte Kruis. Iemand nader onderricht begerende, spreke met bovengemelde makelaars of met de cargadoors Hoyman & Schuurman.
(opm: de bark, bouwjaar 1800, werd in 1859 aangekocht door W. Smit Purmerend, behield zijn naam en kreeg als kapitein N.S. Andersen)
1859 - 1861
Op 7 maart 1859 werd voor de GOEDE VREDE, kapt. N.S. Andersen een nieuwe zeebrief afgegeven, welke was aangevraagd door W. Smit, woonplaats niet vermeld, maar wonende te Purmerend. Mogelijk had Smit zelfs de vooropgezette bedoeling gehad om het schip naar Noorwegen door te verkopen, een land dat vrij veel Nederlandse schepen aankocht. De naam van kapt. Andersen doet namelijk wel erg Noors aan en is eerder en later ook niet als kapitein op de Nederlandse vloot aangetroffen. De zeebrief werd op 28 januari 1861 door het Ministerie van Buitenlandse Zaken naar de Staatsraad geretourneerd onder vermelding ‘schip verkocht in Noorwegen’, waarna op 4 februari royement volgde. De bark behield haar naam GOEDE VREDE.
1867
MB 120569
Stockholm, 7 mei. De Noorse bark DE GODE VREDE (opm: GOEDE VREDE, bouwjaar 1800), die de 2e op Singö, ten zuiden van Svartklubben (in de Alandzee) was gestrand, is na 6-7 uren te hebben gewerkt met behulp van een stoomsleepboot weer vrij gekomen. Dit schip, een voormalig Nederlands vaartuig dat ook vandaag nog zijn Nederlandse naam draagt, werd bij bijzonder gunstige omstandigheden op enige afstand van de plaats van stranding ten anker gebracht.
Nadat de grote mast, die bij de stranding was gekapt, was onttakeld en de takelage, proviand en andere zaken die men aan land had gebracht weer terug aan boord waren genomen nam de sleepboot GEFLE het schip met de bemanning op sleeptouw en kwam hier gistermorgen binnen. Het schip gaat meteen in het dok om te repareren.
1875
MB 271075
Advertentie. Te koop aangeboden het schip DE GOEDE VREDE, 145 CL (opm: Noorse ex-Nederlandse bark, bouwjaar 1800, 145 commercie lasten) groot, in goede en zeilklare conditie, alhier opgelegd,
Frederikstad, oktober. E.H. Wahl
1876
NRC 241276
Aberdeen, 22 december. Het Noorse barkschip GOEDE VREDE is op 4 mijlen ten noorden van deze haven gestrand. De gehele equipage is daarbij omgekomen. (opm: zie NRC 281276)
NRC 281276
Aberdeen, 22 december. Van het schip GODE VREDE, kapt. Johansen (opm: GOEDE VREDE, zie NRC 241276; kapt. M.C. Sundbe, reder C.M. Johannisen, Moss), in ballast van Nieuwediep naar Moss en bij Belhelvic gestrand, zijn zes man der equipage gered. De gezagvoerder en drie man zijn verdronken.
(opm: dit schip, in 1800 in Stettin als fregat FRIEDRICH CONRAD gebouwd, kwam als pink TWEE GEZUSTERS in 1817 onder Nederlandse vlag; de volgende namen waren MARIA JOHANNA 1820, MAASSTROOM 1825, ANNA MARIA 1827, bark HET VERTROUWEN 1835, GOEDE VREDE 1838-1861, daarna onder dezelfde naam onder Noorse vlag tot 12/1876)