Familiegegevens en opleiding
Geen
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
C.Teves was met vlagnummer R79 in de periode 1826 t/m 1831 effectief lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart. De ledenlijsten uit de periode 1826 t/m 1830 zijn niet beschikbaar. C.Teves kan dus in één van de jaren uit deze periode tot het College zijn toegetreden058.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
In het Jaarverslag 1831 van het College (Gemeentearchief van Rotterdam, J/126) staat vermeldt dat hij in 1831 is overleden. In de Jaarverslagen van 1832, 1833 en 1834 (Gemeentearchief van Rotterdam) staat in de Rekening-Courant dat de weduwe van kapitein C.Teves een uitkering kreeg van f 150, f 112,50 en f 137,50.
In de Jaarverslagen 1835 t/m 1841 van het College (Maritiem Museum, Rotterdam) staat vermeld dat de weduwe van kapitein C.Teves een jaarlijkse uitkering kreeg van f 150,-058
De schepen van de kapitein
Bouma025 vermeldt C.Teves als gezagvoerder gedurende:
* 1819 t/m 1828 van de brik “Jonge Maria”, gebouwd in 1812, bouwlocatie niet vermeld, 152 ton o.m., varend voor Hoboken te Rotterdam;
* 1829 t/m 1831 van de brik “Johanna”, gebouwd in 1827 te Rotterdam, 180 ton o.m., varend voor A. van Hoboken & Zn te Rotterdam.
Het Archief van de Amsterdamse Waterschout11a bevat monsterrollen op naam van kapitein Cornelis Tevez op de:
“Vrouw & Gezusters”, dd 18 juli 1816 (Paneburger vlag);
“Goede Hoop”, dd 14 oktober 1816;
“Jonge Maria”, dd 14 juli 1821 en 01 september 1823.
Overige bijzonderheden
Vn Hoboken participeerde voor 25% in de kof “Vrouw Zuster”. “Cornelis Tevez kwam als oorspronkelijke gezagvoerder van het schip overigens wel bij hem in dienst.” 069 – 0.57
In Van Hoboken 069 – p.153 staat een afbeelding door Isaak Schouman uit 1827 van de brik “Jonge Maria”. De herkomst van deze prent is niet gegeven.
“… in mei 1826 was zijn (i.c. van Van Hoboken) Jonge Maria teruggekeerd van een tocht naar Rio de Janeiro – vermoedelijk als één van de vele schepen die de NHM in 1825 had gehuurd voor een aantal ‘expedities’ naar`Zuid-Amerika en West-Indië”. 069 – p.160
Rotterdamsche Courant 16 juli 1814114
Advertentie. Nicolaus Montauban van Swyndregt, Hubertus Montauban van Swyndregt en Frederik van Dam, makelaars binnen Rotterdam, als last-hebbende van hun Principalen, en geautoriseerd door de Regtbank van Koophandel, zitting houdende binnen deze stad Rotterdam, zijn van mening, op dinsdag 9 Augustus 1814 des namiddags te vier uur in het openbaar te veilen, en aan de meest daarvoor biedende of eerstmijnende te verkopen: een extra welbezeild Kofschip, genaamd WILHELMINA, kaptein Cornelis Tevez, lang over Steven 89 voet, wyd, over zyn Berghouten 21 voet 7 duim, hol, in het Ruim, 9 voet 2 duim, alles Amsterdamse maat, met al deszelfs rondhout, staande en loopende wand, ankers, touwen en zeilen, liggende in de Leuvehaven, Oostzyde.
Rotterdamsche Courant 02 augustus 1814114
Advertentie. Nicolaus Montauban van Swyndregt, Hubertus Montauban van Swyndregt en Frederik van Dam, makelaars binnen Rotterdam, als last-hebbende van hun Principalen, en geautoriseerd door de Regtbank van Koophandel, zitting houdende binnen deze stad Rotterdam, zijn van mening, op dinsdag 9 Augustus 1814 des namiddags te vier uur, ten huize van George Crabb, kastelein in het Badhuis, in de Boompjes, in het openbaar te veilen en aan de meest daarvoor biedende of eerstmijnende te verkopen:
Een extra welbezeild kofschip, genaamd WILHELMINA, gevoerd bij kapitein Cornelis Tevez, lang over steven 89 voet, wijd over zijn berghouten 21 voet 7 duim, hol, in het ruim, 9 voet 2 duim, alle Amsterdamse voeten, liggende in de Leuvehaven, Oostzijde. (opm: bekort)
Rotterdamsche Courant 24 maart 1818114
Amsterdam, 22 maart. Den 8 maart is te St. Trojean, op de kust van Chateau, eiland Oleron, gestrand het schip de GOEDE HOOP, C. Teves, van Bordeaux naar Rotterdam; hetzelve is geborsten en zal dus weg zijn; men was bezig de lading wijn te bergen.
Rotterdamsche Courant 24 februari 1821114
Rotterdam, 23 februari. Uittreksel uit de Lloyd’s List van den 20 februari 1821:
Den 3 dezer is gepraaid op 49º43’ N.B. 20º W.L. het schip de JONGE MARIA, van Havana naar Rotterdam, met een nood-boegspriet en fokkemast, zonder zeil aan de grote steng, fok, vierkant grootzeil, met een groot noodzeil en zeer lek…..
Rotterdamsche Courant 06 maart 1821114
Rotterdam, 5 maart. Uittreksel uit de Lloyd’s Lists van den 27 februari en den 2 maart 1821:…..
…..Den 26 januari is gepraaid op 48º breedte 40º lengte, het schip de JONGE MARIA, van Havana naar Rotterdam, hebbende de fokkemast, de grote steng en de boegspriet verloren.
Rotterdamsche Courant 13 maart 1821114
Rotterdam, 12 maart. Uittreksel uit de Lloyd’s List van den 9 maart 1821:
Het schip de JONGE MARIA, Port, van Savannah naar Rotterdam, is den 6 dezer, met verlies van de fokkemast, boten, zeilen, enz. te Cowes binnengelopen. (opm: zie RC 240221, 060321 en 020621)….
Rotterdamsche Courant 10 april 1821114
Rotterdam, 9 april. Kapt. Huibrecht Krakeel, van Zierikzee, rapporteert aan de Maatschappij tot Nut der Zeevaert alhier, dat hij den 5 april laatstleden, op de hoogte van Texel, had gezien een brikschip, voerende de maatschappijvlag R, no. 79, hetwelk hij vervolgens gepraaid heeft, zijnde het schip (opm: brik) de JONGE MARIA, kapt. C. Teves, komende van Malaga en gedestineerd naar de Oostzee.
Rotterdamsche Courant 12 februari 1822114
Rotterdam, 11 februari. ….
…..Van den 11 dezer meldt men: gisteren namiddag zeilde in zee Zr.Ms. brik van oorlog KEMPHAEN, kapt-luit. Dingemans, en arriveerde de JONGE MARIA, W. Teves, van Cette (opm: Sète); ook is het schip DE HOPENDE ZEEMAN, K. Pelat, binnendoor naar Antwerpen gezeild.
Rotterdamsche Courant 05 maart 1822114
Rotterdam, 4 maart. Des morgens zeilden van Helvoetsluis de schepen de JONGE MARIA, W. Teves, naar Lissabon, en de ONDERNEMING, R. Hakker, naar Liverpool. De wind Z.
Rotterdamsche Courant 26 november 1822114
Rotterdam, 25 november. Den 22 dezer arriveerden te Helvoetsluis de JONGE MARIA (opm: brik), C. Teves, van Smirna (opm: Izmir); de VROUW JANNA, J.B. Mulder, van Figueira; de twee laatsten liggen quarantaine op de rede.
Den 24 arriveerden OLIJFBOOM, M.J. Harkema, en EENDRAGT, R.J. Klander (opm: mogelijk R. Klunder), van Londen, en BUITEN VERWACHTING (opm: smak), C. van der Plas, van Oleron; de wind Z.W. en W.
Familiegegevens en opleiding
Simon Menno Tanger werd geboren te Embden op 20 september 1803.
Hij was getrouwd met Wupke Maria Hinrichs, geboren te Embden op 15 januari 1804.003
NRC 26 februari 1870
S.M.Tanger was op 14 mei 1845 te Rotterdam getuige bij het huwelijk van (de latere) kapitein G.J.Hayen en Wilhelmina Martina Valentien.
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
S.M.Tanger (adres van den Berg & Co te Amsterdam) werd met vlagnummer 647 per 27 december 1842 ingeschreven als effectief lid van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop op voordracht van kapitein W.Zuidhoff. Als zijn schip is genoemd de “Maria”. Toegevoegd is “Honorair lid” 002. Ten tijde van de inschrijving waren Tanger en zijn vrouw beiden 39 jaar002a.
In de Algemene Vergaderingen van 20/27 december 1842 van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop werd als effectief lid voorgedragen/benoemd Simon Menno Tange, oud 39 jaar, voerend de brik “Maria”, wonend te Rotterdam, voor rekening van van den Bey & Co, op voordracht van kapitein W.Zuidhoff.023.
Hij werd deelnemer van het Weldadig ZeemansFinds van Zeemanshoop per 10 januari 1843. “Met 1 Mei 1851 van beroep veranderd Bedankt 1857”003
Opmerkingen in verband met Zeemanscollege(s)
In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 31 juli 1842 gaat het Bestuur accoord met de omzetting van het effectieve in het honoraire lidmaatschap.042.
In de notulen van de Algemene Vergadering dd 05 augustus 1856 wordt melding gemaakt van het verzoek van kapitein S.M.Tanger om zijn effectief lidmaatschap om te zetten in een honorair lidmaatschap, hetgeen werd toegestaan.023
De schepen van de kapitein
lidmaatschap van College Zeemanshoop te Amsterdam001
vlagnummer001 jaren type scheepsnaam naam reder/boekhouder
647 1843-1845 brik Maria van den Bey & Co
1846 sch.kof Triton geen opgave
1848-1853 geen vermelding van schip en boekhouder
291 1854-1855 geen vermelding van schip en boekhouder
Bouma025 vermeldt S.M.Tanger als gezagvoerder gedurende:
* 1834 t/m 1841 van de kof “Maria”, gebouwd in 1826, bouwlocatie niet vermeld, 100 ton o.m., varend voor H.E.Hinrichs te Rotterdam. Het schip is in 1841 gezonken in een storm bij Faro. De bemanning kwam met een boot aan de wal;
* 1842 t/m 1846 van de brik “Jonge Maria”, gebouwd in 1842, bouwlocatie niet vermeld, 112 ton o.m., varend voor A. van Hoboken te Rotterdam;
Deze opgave klopt niet met die uit het inschrijfregister van Zeemanshoop, waar sprake is van de brik “Maria”. en een andere eigenaar.
* 1844 van de brik “Maria”, gebouwd in 1817 te Noorwegen, 141 ton o.m., varend voor v/d Bey & Co te Ansterdam. Het schip werd in 1845 door de reeder herdoopt in “Margaretha Henriëtte Geziena”;
* 1848 van de schbrik “Triton”, gebouwd in 1826 te Dordrecht, 157 ton o.m., varend voor v-d Bey & Co te Amsterdam. Het schip voer in 1848 vervolgens voor de Vlaming, Hofland & Co te Brielle en was herdoopt in “Eersteling”.
Overige bijzonderheden
Geen
Familiegegevens en opleiding
Geen
De schepen van de kapitein
Bouma025 vermeldt H.Willems als gezagvoerder gedurende:
* 1845 t/m 1848 van de brik “Margaretha Henriëtte Geziena” ex Maria, gebouwd in 1817 te Noorwegen, 144 ton o.m., varend voor v/d Bey & Co te Amsterdam. Het schip werd in 1849 door deze reeder herdoopt in “Hoop”.
Overige bijzonderheden
Geen
Familiegegevens en opleiding
Berend Engelsman werd geboren op 14 september 1823 te Veendam als zoon van de zeeman Hindrik Berends Engelsman en Stijntje Abrahams Busch.
Berend Hindriks trouwde op 08 december 1847 te Veendam als zeeman met Hinderkien Wolters de Jonge, geboren te Veendam op 18 augustus 1823 als dochter van de schipper Wolter Alberts de Jonge en Aaltje Lammerts Bossien.
Hinderkien Wolters overleed op 14 april 1911 te Veendam, 87 jaar, weduwe.
Het echtpaar kreeg als kinderen in 1848 dochter Christina en in 1853 zoon Wouter, beiden te Veendam.
Berend overleed op 03 december 1877 te Parahyba in Brazilië. Paraiba is een kuststaat van Braziliè met als havenplaats Joao Pessoa).
Bij zijn overlijden is hij “master of the Netherlands Brig ‘Admiraal Tromp’.
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
B.H.Engelsman was effectief lid van het Veendammer zeemanscollege “Maatschappij tot Nut der Zeevaart” met vlagnummer B9 resp. 195 in de periode 1852 t/m 1877
De schepen van de kapitein
Bouma025 vermeldt kapitein Engelsman als gezagvoerder gedurende:
* 1849 van de brik “Hoop” ex Margaretha Henriëtte Geziena, ex Maria, gebouwd in 1817, gebouwd in Noorwegen, 144 ton o.m., varend voor v/d Bey & Co te Amsterdam;
* 1851 t/m 1853 op de 2/m schoener “Bernardus”, gebouwd in 1850 te Zierikzee, 159 ton o.m., varend voor v/d Bey & Co te Amsterdam;
* 1853 t/m 1857 van de kof “Christina”, gebouwd in 1852 te Pekela, varend als kapitein/eigenaar vanuit Pekela. Het schip is waarschijnlijk vernoemd naar een dochter van de kapitein. Het schip werd vermist op reis van Dundee naar Brake;
* 1854 t/m 1866 van de 2/mschoener “Vlijt”, gebouwd in 1853 te Hoogezand, 135 ton o.m., varend als kapitein/eigenaar vanuit Veendam. Het schip voer in 1867 voor Straver & Zn te Delfshaven en was herdoopt in “Oostzee;
* 1868 t/m 1875 van de 3/mschoener “Vlijt”, gebouwd in 1867 te Hoogezand, 236 ton o.m., varend voor J.A.Hooites te Hoogezand;
* 1877 van de brik “Admiraal Tromp”, gebouwd in 1876 te Hoogezand, 220 ton n.m., varend voor J.A.Hooites te Hoogezand.
De lijst van monsterrollen op het Noordelijkscheepvaart Museum te Groningen vermeldt dd.
* 12 februari 1838, schip “Christina” , schipper Hindrik Berend Engelsman, kajuitwachter Berend Hindriks Engelsman.
* 24 februari 1841, kof “Christina”, schipper Berend Pieters Moesker, stuurman Berend Hindriks Engelsman.
* 12 augustus 1853, schoener “Vlijt”, schipper Berend Hindriks Engelsman, 30 jaar uit Veendam
* 04 maart 1854, schoener “Vegt” (zal wel “VLIJT” geweest zijn) , schipper Berend Hindriks Engelsman, 30 jaar uit Veendam (ook de schippersvrouw Henderkien Wouters Engelsman-de Jonge, schipperszoon Wouter en schippersdochter Christina, 5 jaar, allen uit Veendam
De schoener “BERNARDUS werd op 15 juni 1850 te water gelaten vanaf de werf De Goede Intentie (te Zierikzee). De Bernardus was groot 84 lasten of 125 ton en werd gebouwd voor rekening van de heren Van den Berg en Comp. (moet zijn v/d Bey) in Amsterdam. Kapitein werd Berend Hendrik Engelsman en de schoener was bestemd om te varen op de Middellandse Zee en West-Indië.
De eerste reis was geen succes. Het schip vertrok op 6 augustus 1850 naar het Westindische Nickerie (Suriname). Daar arriveerde het op 10 oktober. De thuisreis verliep minder vlot. Op 21 januari 1851 bereikte Zierikzee het bericht dat de Bernardus zware schade had opgelopen.
De schoener moest noodgedwongen de haven van St.Mary (Scilly eilanden, Engeland) binnenlopen en daar zijn lading, bestaande uit suiker, lossen om het schip te laten repareren. Een deel van de bemanning was ziek na de afmattende reis. …
Kapitein Engelsman werd in 1853 op de “Bernhardus” opgevolgd door J.Venster. “.074
Krantenberichten
NRC 21 juni 1850114
Rotterdam, 20 juni. Zaterdag jl. (opm: 15 juni) is te Zierikzee op de werf De Goede Intentie, toebehorende aan de scheepsbouwmeester J. Strickaert, met het beste gevolg te water gelaten een schoenerschip genaamd BERNARDUS, groot ca. 125 lasten, gebouwd voor rederij-rekening onder het boekhouderschap van de heren Van den Beij & Co te Amsterdam, zullende gevoerd worden door kapt. B.P. Engelsman en bestemd voor de vaart op de West-Indiën en de Middellandse Zee.
Surinaamsche Courant 24 december 1850114
Paramaribo, 23 december. De 21e dezer is alhier uitgeklaard naar Boston het Nederlandse schip TROPICUS, kapt. F. Popken, naar Boston met 157 vaten melasse en 37 dito suiker.
In het Neder-district Nickerie zijn uitgeklaard: de 4e november de Nederlandse sloep JOHANNA, kapt. F.H. Dickman, naar Demerary met 22 balen schone katoen, 10 varkens en 4 vaten koren; de 29e dito het schip KONING WILLEM, kapt. R.A. Lutje, naar Amsterdam met 307 vaten suiker, 19 balen hele en 4 dito gebroken koffie, en de 30e dito het schip BERNARDUS, kapt. B.H. Engelsman, naar Rotterdam met 165 vaten suiker, 55 vaten rum en 2.000 pond kwassiehout.
NRC 15 januari 1851114
Rotterdam, 14 januari. Het schip BERNARDUS, kapt. Engelsman, was 6 december te Nickerie beladen en gereed naar Amsterdam te vertrekken, doch werd door ziekte der equipage daarin verhinderd. De kapitein had pogingen aangewend om te Suriname twee man aan te nemen, zijnde de bootsman overleden.
Algemeen Handelsblad 28 januari 1851114
St. Mary – Scilly, 22 januari. Het schip BERNARDUS, kapt. Engelsman, van Nickerie naar Rotterdam, is gisteren met zware schade alhier binnengelopen. Men heeft suiker gepompt. Een gedeelte der equipage is ziek. Het moet lossen om te repareren.
Provinciale Groninger Courant 31 januari 1851114
Het schip BERNARDUS, kapt. Engelsman, van Nickerie naar Rotterdam, is de 21ste dezer met verlies van steng, zeilen, enz., en wegens ziekte van de equipage, te St. Mary's, Scilly, binnengelopen. De onderste laag suiker grotendeels weggesmolten zijnde, was het schip zeer rank en zou moeten lossen om te verstouwen.
NRC 01 februari 1851114
Scilly, St.Mary’s, 27 januari. De ontloste suiker van het hier in averij liggende Nederlandse brikschip BERNARDUS, kapt. Engelsman, is zeer beschadigd. Het grootste gedeelte ervan stort men in zakken over.
Provinciale Groninger Courant 11 februari 1851114
Het schip BERNARDUS, kapt. Engelsman, van Nickerie naar Rotterdam, te St. Mary's, Scilly, met schade binnengelopen - reeds vroeger gemeld - heeft de helft der lading gelost; een gedeelte der suiker is gesmolten.
NRC 20 februari 1851114
Scilly, St.Mary’s, 14 februari. Men is l.l. dinsdag begonnen met het weder inladen der suiker van het Nederlandse schip BERNARDUS, kapt. Engelsman, hier met averij gearriveerd, en hoopt daarmede morgen klaar te zijn
NRC 01 maart 1851114
Scilly, St. Mary, 24 februari. Het Nederlands brikschip BERNARDUS, kapt. Engelsman, van Nickerie naar Rotterdam, hier in averij binnen, heeft na geëindigde reparatie de geloste lading weder ingenomen en is heden klaar om de reis te vervolgen.
Provinciale Groninger Courant 16 juni 1853 114
Groningen, 15 juni. Gisteren en heden zijn weder in en voor deze haven gearriveerd: het kofschip MINERVA, groot 60 last, kapt. E.A. Oldenburger, van Nieuwe Pekela, gebouwd bij J.J. Pik te Veendam; de schoener VLIJT, groot 90 last, kapt. B.H. Engelsman, van Veendam, en de schoener JACOBA JOHANNA, ruim 90 last, kapt. H. de Groot, van de Pekela; beide laatste bodems zijn gebouwd op de werf van de heer M. Meursing te Hoogezand.
NRC 13 oktober 1853114
Bolderaa, 30 september. Het met een lading lijnzaad van St. Petersburg komende Nederlandse schoenerschip VLIJT, kapt. Engelsman, is alhier voor noodhaven binnengelopen. Hetzelve is in een hevige storm lek geworden en heeft de lading zodanig beschadigd, dat dezelve gelost moet worden.
NRC 29 januari 1855114
Plymouth, 25 januari. Het Nederlandse schip (opm: schoener) VLIJT, kapt. B.H. Engelsman, van Hamburg heden alhier gearriveerd, is op de hoogte van Bevezier (opm: Beachy Head) in aanzeiling geweest met een Belgische kof en heeft tengevolge daarvan schade aan verschansing en tuig bekomen.
NRC 03 februari 1866114
Advertentie. Schepen in lading te Rotterdam:…..
…..Naar Triëst. De Nederlandse schoener VLIJT, kapt. B.H. Engelsman.
Adres: Vlierboom & Suermondt.
Provinciale Groninger Courant 06 juni 1867 114
Groningen, 5 juni. Heden arriveerde hier het nieuwgebouwde driemast schoenerschip VLIJT, kapt. B. Engelsman, van Veendam, groot plm 250 ton, gebouwd bij I.A. Hooites te Hoogezand.
NRC 11 maart 1868114
New York, 26 februari. Het Nederlandse schip (opm: schoener) VLIJT, kapt. B.H. Engelsman, komende van Triëst, is van een gevaarlijke positie van Long Branch af- en alhier binnengesleept.
Kapitein Berend Hendrik Engelsman voer op middelgrote schepen, zoals schoeners en brikken. Zijn bestemming was behalve Suriname ook europesche havens als St. Petersburg, Triëst en Hamburg. Vanuit Suriname vervoerde hij suiker, hout en rum
|