Familiegegevens en opleiding
Michiel van den Berg werd geboren te Augustinusga op 17 december 1780. Hij overleed in 1833. Hij huwde met Cornelia Odelia Maria van Loenen, geboren te Noordwolde op 11 januari 1787. Lid van WZF op 08 november 1827003.
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
M.v.d.Berg werd met nr.224 effectief lid van Zeemanshoop per 14 augustus 1827 op voorspraak van N.Hensken. Naam van het schip niet vermeld002.
Michael van den Berg, oud 45 jaar, voerend de kof De Jonge Petrus, met als adres B.Visser & Zn te Harlingen, werd in de Algemene Vergaderingen van 07/14 augustus 1827 voorgedragen/benoemd als effectief lid van het zeemanscollege Zeemanshoop op voordracht van kapitein N.Hensken. Hij kreeg vlagnummer 224023.
Hij was effectief lid van Zeemanshoop in de periode 1827 t/m 1833 met vlagnummer 224.
Hij werd lid van het Weldadig Zeemans Fonds per 08 november 1827003.
(Ene) M.van den Berg wordt vermeld als lid van het zeemanscollege “De Blauwe Vlag” te Amsterdam in de jaren 1827 t/m 1830 met vlagnummer 132008.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
In de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 28 januari 1830 wordt besloten een aantal leden aan te schrijven met het verzoek de verschuldigde financiën te voldoen, waaronder M. van den Berg.042
In de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 28 maart 1833 wordt vermeld een: “Brief van M.S.Maakal dd Joure 15 Maart, als Voogd over de twee minderjarige kinderen van wijlen kapit. M. van den Berg voor dezelven regt op uitkeering verzoekende.” Het Bestuur vraagt advies aan een Commissie. In de notulen dd 25 april 1833 staat vermeld dat de uitkering is toegestaan.042.
In de Algemene Vergadering van 07 mei 1833 werd een uitkering toegestaan aan de weduwe van kapitein M. van den Berg. In die van 20 september 1836 wordt een gratificatie van f 20,- toegekend aan de dochter van kapitein M.van den Berg023.
In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 28 juli 1836 wordt een brief gemeld van de heer Maaskal te Joure, voogd van de oudste dochter van wijlen kapitein M. van der Berg, thans 16 jaar, maar hulpbehoevend. Hij vraagt om continuering van de uitkering. Het Bestuur antwoordt dat als de hulpbehoevendheid kan worden aangetoond een gratificatie van f 20,- voor een uitzet in het vooruitzicht kan worden gesteld. Op 25 augustus 1836 is deze verklaring kennelijk binnen, want dan wordt de beloofde gratificatie uitgekeerd.042.
In de notulen van de Bestuursvergadering dd 30 juli 1840 staat een brief van de heer M.S.Maaskal uit Joure die verzoekt de uitkering aan Wijnandus , zoon van wijlen kapitein M. van den Berg, te continueren “wegens ligchaamsgebreken”. Het Bestuur gaat accoord voor 1 jaar, maar voegt toe dat er geen sprake meer kan zijn van verlenging. In de notulen van 29 april 1841 wordt door M.S.Maaskal uit Jour een continuering gevraagd “wegens aanhoudende doofheid” en het Bestuur gaat accoord voor een jaar maar voegt de opmerking toe dat het Zeemansfonds “geen voortdurende armenkas is.”042.
De schepen van de kapitein
lidmaatschap van College Zeemanshoop te Amsterdam001
vlagnummer jaren type scheepsnaam naam reder/boekhouder
224 1827-1832 kof De Jonge Petrus B.Visser en Zn te Harlingen
Bouma025 vermeldt M.van der Berg als gezagvoerder gedurende:
* 1818 t/m 1820 van de kof “de Hopende Visser”, gebouwd in 1818, bouwlocatie niet vermeld, 135 ton o.m., varend als kapitein/eigenaar(?) vanuit Harlingen. Het schip werd 3 maal te Harlingen geregistreerd komend van Christiania met potas, van Riga met hennep en van Liverpool met zout;
* 1825 t/m 1833 van de kof “Jonge Petrus”, gebouwd in 1817, bouwlocatie niet vermeld, 90 ton o.m., varend voor Barend Visser te Harlingen.
Het Archief van de Amsterdamse Waterschout11a bevat monsterrollen op naam van kapitein Michiel van den Berg op de:
“Welvaart”, dd 07 juni 1810 (Papenburger vlag)’
“Zwaluw”, dd 13 november 1816;
“Hoopende Visser”, dd 30 juni 1820; 12 juni 1821; 13 juni 1822 en 14 augustus 1823;
“Jonge Petrus”, dd 04 oktober 1824; 23 juni 1825; 14 augustus 1830; 16 juli 1831 en 03 december 1831
Overige bijzonderheden
In het Archief van de Waterschout te Amsterdam uit de periode 1824-1826 bevinden zich monsterrollen van Michiel van der Berg met de koffen “Petrus” uit Joure bestemd voor Cadiz-Gibraltar dd 24 oktober 1824 en Kristiaanstad dd 06 juni 1825.
Rotterdamsche Courant 16 januari 1817114
Amsterdam, 14 januari. Kaptein M. van den Berg, voerende het kofschip de ZWALUW, van Amsterdam naar Lissabon gedestineerd, te Ramsgate binnen gelopen, meldt van daar, in dato 27 december (opm: 1816), dat hij den 23 dito aangezeild was geworden door een groot schip, hetwelk vlak op de stoothouten inliep, zo dat hij meende te zinken; het schip bleef echter digt, en raakte er van ontslagen met het kappen der taai-repen (opm: vermoedelijk deel van het staande want), breken van de bagijne ra, de boegspriet in de warrig, en het hout en ijzerwerk aan stukken, het anker op het dek en de kraanbalk weg; dit naauwlijks gebeurd zijnde, was hij door een zware zuidwesten storm overvallen geworden, die hem tot Vuurley (opm: mogelijk wordt Beachy Head bedoeld) terug dreef, waarop hij onder de Cingels (opm: banken in inham onder Winchelsea) ankerde, doch moest den 25 van daar vlugten, met veel moeite de boegspriet kunnende vasthouden; den 26 hield men af om onder Duins (opm: The Downs) ten anker te kunnen komen, doch troffen aldaar weder zulk een noodweer een vreesselijke zee, dat hij, alzo men het ene anker niet konde gebruiken, raadzaam vond een haven te zoeken, om de geledene schade te herstellen, waarmede hij over vier of vijf dagen gereed dagt te zijn en alsdan de reis te vervolgen.
Rotterdamsche Courant 06 februari 1817114
Amsterdam, 4 februari. Kapt. M. van den Berg, voerende het schip de ZWALUW, van Amsterdam naar Lissabon gedestineerd, den 9 januari van Ramsgate gezeild, en reeds tot Wight gevorderd zijnde, is den 18 dito te Ramsgate terug gekomen, na weder verschriklijke stormen en nood weer te hebben doorgestaan; het schip heeft weinig schade, doch de lading is overgezet en zal, zo de kaptein vreest, enigszins geleden hebben; hij dacht met de eerste gunstige wind weer te zeilen.
Rotterdamsche Courant 22 februari 1817114
Amsterdam, 20 februari. Te Cowes is lek en met verlies van zeilen binnengelopen de ZWALUW, Van den Berg, van Amsterdam naar Lissabon.
Provinciale Groninger Courant 15 juli 1817114
Advertentie. Harmanus Smit, makelaar, presenteert als lasthebbende van zijne principalen, ten overstaan van de daartoe bevoegde beambte, bij openbare opveilinge, aan de meest biedende of hoogstmijnende, te verkopen: een meer dan gewoon extra snelzeilend Kofschip, genaamd de ZWALUW, gevoerd door kapitein Michiel van den Berg, zeer geschikt tot binnen en buitenvaren, bizonder als beurtschip, lang over de stevens 69 voet, wijd bij de eerste balk voor het grote luik, binnen zijn huid 15½ voet, hol in het ruim bij de eerste balk voor het grote luik op zijn uitwatering 6 voet 7 duim, alles Amsterdamse maat, en dat verder met deszelfs rondhouten, opstaand en lopend want, ankers , touwen en zeilen en andere scheepsbehoeften, zoals het thans te Amsterdam, bij de Nieuwebrug-boom, binnen, is liggende. De ankers, touwen, zeilen, het kajuitsgoed, stuurmansgoed, koksgoed en bootsmansgoed is gespecificeerd in de biljetten liggende aan de Noorderhaven, bij het kelderhuis en voor het Klein Poortje, bij Jan Kuiper.
-
Het gehele lastgeld van het jaar 1817 is voor rekening van de koper.
De verkoping zal geschieden ten huize van Willem van der Putten, kastelein in het Nieuwezijds Heerenlogement op de Haarlemmerdijk op maandag 21 juli 1817 des avonds te 6 uren precies.
Leeuwarder Courant 04 augustus 1818114
Harlingen, 3 augustus. Den 30 juli zijn alhier binnen gekomen het kofschip de HOPENDE VISSCHER, kapt. M. van den Berg, met teer, pek en potas van Christiania (opm: Oslo), en het tjalkschip de HOOP, kapt. Doeke J. Huges, met ballast van Londen, en is van hier uitgezeild het tjalkschip ANNA ELISABETH, kapt. H. Lindeman, met pannen, steen, enz. naar Altona. …
Leeuwarder Courant 25 september 1818114
Harlingen, 22 september. …
Den 18 dito is van hier uitgezeild het kofschip de HOPENDE VISSER, kapt. M. van den Berg, met schors naar Liverpool. …
Leeuwarder Courant 19 september 1820114
Harlingen. …….Den 14 dito binnengekomen het motschip de VROUW CATHARINE, kapt. H.H. Kramer, ledig van Amsterdam. Uitgezeild het smakschip AAD WISMUND (opm: naam slecht leesbaar), kapt. Johannes Hook, met pannen naar Memel (opm: Klaipeda), de tjalkschepen GEERTRUIDA, kapt. Jan Jan Juister (opm: 2x Jan), de JONGE JACOB, kapt. J.J. Siedses, beide ledig op avontuur, het kofschip de HOPENDE VISSER, kapt. M. van den Berg, met haver naar Liverpool.
Leeuwarder Courant 31 maart 1829114
Buitenlandsche Scheepvaart te Harlingen
“… Uitgezeild … Den 24 dito de kofschepen Vriendschap, kapt. Jan Klazen; de Vr. Antje, kapt. D.K. de Groot; Alida Classina, kapt. L.E.Tiktak; de Jonge Petrus, kapt. M. van den Berg, alle met ballast op avontuur. …”
Leeuwarder Courant 10 augustus 1819114
Harlingen. Den 5 augustus binnen gekomen….
Den 6 dito binnen gekomen het kofschip HOOPENDE VISSER, kapt. M. van den Berg, met hennep van Riga. Uitgezeild het sloepschip UNION, kapt. A. Gallawaij, de WATERLOO, kapt. Charles Warren, beide met boter naar Londen.
Leeuwarder Courant 17 september 1819114
Harlingen. Den 13 september binnen gekomen
Den 14 dito binnen gekomen het tjalkschip de JONGE JACOB, kapt. L.J. Witkop, met raapzaad van schulpenzijl en Busum, naar Amsterdam gedestineerd; komt alhier binnen door lekkagie en onderscheiden schaden, moet lossen om te repareren. Uitgezeild het kofschip de HOPENDE VISSER, kapt. Michiel van den Berg, met schors naar Leverpool (opm: Liverpool).
Leeuwarder Courant 18 april 1820114
Harlingen. ....…..Den 14 dito binnengekomen het sloepschip SWIFT, kapt. Enos Page, met ballast van Londen, en het kofschip de HOPENDE VISSER, kapt. M. van den Berg, met zout van Liverpool.
Uitgezeild het smakschip de VROUW ANTJE, kapt. IJntje J. Post, met pannen naar de Oostzee…..
Leeuwarder Courant 12 mei 1820114
Harlingen. Den 4 mei ….Uitgezeild het kofschip HARLINGEN, kapt. Thomas Smith, met pannen naar de Oostzee en het kofschip de HOOPENDE VISSER, kapt. M. van den Berg, met ballast op avontuur…..
Rotterdamsche Courant 08 november 1821114
Amsterdam, 6 november. Het Hollands galjas de HOPENDE VISSER, kapt. M. van den Berg, met haver van Groningen naar Napels, was aldaar niet toegelaten, uit hoofd deszelfs gezondheids-papieren niet in orde waren.
Rotterdamsche Courant 27 april 1822114
Rotterdam, 26 april. Den 25 zeilde van Helvoetsluis MARIA, C. Stibolt, naar Frederikshavn, en arriveerden de HOPENDE VISSCHER (opm: kof), M. van den Berg, van Messina; de JONGE CORNELIS, G. de Jong, van Dieppe; ZORG EN VLIJT, J.E. Swart, van Cette (opm: Sète); de laatste is door de harde wind voor zijn anker gaan drijven en tegen het westerse hoofd geraakt, doch daarna door behulp van manschappen in de haven gebragt, en den 26, van daar, naar boven gezeild; de wind Z.Z.W.
Familiegegevens en opleiding
Harm Harms de Weerd werd geboren te Nieuwe Pekela op 07 maart 1780 als zoon van Harm Harms de Weerd en Elizabeth Klaassens Jonker.
Harm Harms de Weert trouwde op 02 januari 1800 te Nieuwe Pekela met Jantje Alberts Hubert, geboren te Nieuwe Pekela op 25 oktober 1780 als dochter van Albert Alberts Huber en Hindrekien Klaassens Boerma. Jantje Alberts Huber overleed op 25 november 1858 te Nieuwe Pekela, 78 jaar.
Harm Harms de Weerd overleed op 06 september 1859 te Nieuwe Pekela, 79 jaar, weduwnaar, zonder beroep.
In Burgerlijke Stand akten in de provincie Groningen wordt Harm Harms de Weerd vermeld als schipper in 1813, 1825, 1832, 1833, 1836.
Lidmaatschap van zeemanscollege(s)
H.H.de Weerd (adres bij P.F.Wegener) werd met vlagnummer 185 per 19 september 1826 ingeschreven als effectief lid van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop op voordracht van kapitein G.Kaleshoek. Als zijn schip is vermeld de “Vrouw Jantina”. Toegevoegd is “overleden” 002.
In de Algemene Ledenvergaderingen van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop van 12/19 september 1826 werd Harm Harms de Weerd voorgedragen/benoemd tot effectief lid op voordracht van kapitein P.F.Wegener. Hij was toen 46 jaar, geboren en wonende te Nieuwe Pekela en voerende de kof “Groot Lankum” Hij kreeg vlagnummer 185 toegewezen023.
De schepen van de kapitein
Bouma025 vermeldt H.H. de Weerd als gezagvoerder gedurende:
* 1803 van de kof “Vrouw Jantina”, gebouwd in 1803, bouwplaats niet vermeld, 57 ton o.m., geen eigenaar vermeld, vermoedelijk varend vanuit Harlingen;
* 1820 t/m 1833 van de kof “Jonge Juffrouw Sara”, gebouwd in 1804, bouwlocatie niet vermeld, 199 ton o.m., geen vermelding van reeder en thuishaven, maar vermoedelijk Barend Visser te Harlingen;
* 1827 t/m 1828 van de kof “Groot Lankum”, gebouwd in 1817, bouwlocatie niet vermeld, 137 ton o.m., varend voor Barend Visser & Zn te Harlingen;
* 1829 t/m 1840 van de kof “Vrouw Jankie”, gebouwd in 1828 te Harlingen, 75 ton o.m., varend voor Barend Visser & Zn te Harlingen;
* 1833 t/m 1838 van de kof “Vrouw Jantina”, gebouwd in 1827, bouwplaats niet vermeld, 180 ton o.m., varend voor Barend Visser & Zn te Harlingen;
Voorgaande opgaven lijken een rommeltje, zeker in vergelijking met de opgaven van “Zeemanshoop” – zie hierboven.
De collectie monsterrollen op het Noordelijk Scheepvaartmuseum te Groningen vermeldt:
07 februari 1826, schip “Groot Lankum”, schipper Harm Harms de Weerd uit Nieuwe Pekela.