1813
Dat de naam van het schip vanaf 1813 WILMOT was lijkt zeer onwaarschijnlijk. Geen enkel bericht is in de Engelse kranten tussen 1813 en 1819 van een schip met de naam WILMOT te vinden.
1819
RC 201119
Rotterdam, 19 november. Den 17, des namiddags, zeilde van Helvoetsluis kapitein Bridge, met de brieven van den 17 dezer, naar Harwich, en de brik WILMOT (opm: Amerikaan, zie RC 270120), kapt. W. Hathaway, is van de rede naar het Hitserschegat gezeild Mees, Boer & Moens, Rotterdam)
1820
RC 270120
Advertentie. Te Rotterdam ligt in lading:
Naar New York, mede passagiers, het Amerikaans brikschip WILMOT, kapitein William Hathaway. Adres te kantore van Hudig en Blokhuyzen.
LL 140420
New York, 14 maart. Aangekomen WILMOT, Hathaway, van Rotterdam.
De brik WILMOT werd na terugkeer uit New York op 7 augustus 1820 aangekocht door Mees, Boer & Moens, Rotterdam, kreeg de naam SARA en kapitein P. Landberg. In de koopakte staat letterlijk afgestaan door Wright (de eigenaar) aan Mees, Boer & Moens voor de som van één dollar.
De kopers waren naast kooplieden ook assuradeuren en financiers. De hier gebruikte uitdrukking afgestaan lijkt er op te duiden dat het schip een flinke zeeschade had opgelopen voor het herstel waarvan de kapitein onder bodemarij geld heeft opgenomen. Vermoedelijk had de reparatie plaatsgevonden vóór vertrek uit Rotterdam (zie RC 270120) naar New York. Die lening diende na behouden aankomst meteen te worden terugbetaald. In veel gevallen waarin een scheepseigenaar hiertoe niet in staat was werd het schip geveild. Bij de WILMOT zal men hebben besloten deze kosten te vermijden omdat de waarde van de brik bij terugkeer in Rotterdam geringer zal zijn geweest dan de lening groot was, zodat Wright het schip eenvoudig afstond.
Bodemarij of bodemerij [van bodem = schip] omschrijft notaris Mr. J.A. Molster als eene overeenkomst tussen een geldschieter en een geldopnemer, waarbij eene som gelds wordt opgeschoten, met beding van premie en onder verband van schip of goed of beide, met dat gevolg, dat indien het verbondene, geheel of gedeeltelijk, door toevallen op zee vergaat of vermindert, de geldschieter zijn recht op de opgeschoten penningen en op de premie verliest, voor zoover dit een en ander niet op hetgeen overblijft kan worden verhaald; maar indien het verbondene schip behouden ter plaatse zijner bestemming aankomt, de hoofdsom, benevens de premie moet betaald worden.
Op 15 november 1820 werd de eerste zeebrief aangevraagd voor de WILMOT, aangevraagd door Mees, Boer & Moens, Rotterdam, voor een niet vermelde kapitein.
1821
Op 4 januari 1821 werd wederom een zeebrief voor de WILMOT, aangevraagd door Mees, Boer & Moens, Rotterdam, voor een niet vermelde kapitein. Deze werd in advies gehouden. Eerst moesten voor deze Amerikaanse brik documenten worden overgelegd.
Op 8 maart 1821 werd weer een zeebrief aangevraagd voor de inmiddels tot SARA verdoopte brik, aangevraagd door Mees, Boer & Moens, Rotterdam, voor Pieter Landberg als kapitein.
Op 28 juni 1821 waren de documenten tot tevredenheid overlegd waarna eindelijk de eerste zeebrief verstrekt werd voor SARA, aangevraagd door Mees, Boer & Moens, Rotterdam, voor Pieter Landberg als kapitein.
Voor deze combinatie werd op 20 juli 1821 ook een Turkse Pas, voor een reis naar Portugal, verstrekt.
RC 070821
Rotterdam, 6 augustus. Den 5 dezer zeilden SARA, P. Landberg, naar Madeira, CONCORDIA, J. Nobel, naar Batavia;
RC 011121
Rotterdam, 1 november. Van Helvoetsluis wordt van den 31 oktober gemeld: de twee schepen die in het gezigt waren, zijn EUNICES, E. Walles, van Alexandria in Virginië; SARA, P. Sandberg (opm: brik, kapt. P. Landberg), van Madeira en Lissabon, en ligt onder quarantaine op de rede.
1822
De SARA vertrok onder kapt. P. Sandberg op 5 januari 1822 van Hellevoetsluis om via Kaap Hoorn voor haar eigenaars, de handelaars Mees, Boer & Moens te Rotterdam, een reis te maken naar Lima in Peru. De brik keerde begin februari 1823 in Antwerpen terug. Het doel was te onderzoeken of op die contreiën met kans op succes handel kon worden gedreven. Getuige een verlies van NLG 9.540,85 bij een inleg van NLG 36.382,20 bleek dit vooralsnog niet mogelijk.
(bron: Reizen rond Kaap Hoorn onder Nederlandse vlag, 2010, H. Hazelhoff Roelfzema, pag. 20-2 Koopwaar naar de Westkust)
RC 080122
Rotterdam, 7 januari. Den 5 zeilden van Helvoetsluis Zr.Ms. corvetschip van oorlog DOLPHIJN, kapt-luitenant Mommendaal, JORINA, T. van Duivenboden, en de JONGE JACOBUS, J.J. Bonn (opm: opvolger van H.J. Bon), naar Batavia; VREDE EN VRIENDSCHAP, K. Nieveen, naar Surinamen; SARA, P. Landberg, naar Rio-Janeiro;
RC 300422
Rotterdam, 29 april. Uittreksel uit de Lloyd’s Lijst van den 26 april:
Den 30 januari bevond zich op 2º N.B. 25º30’ W.L. het schip SARAH, Lansberg (opm: brik SARA, kapt. P. Landberg), van Rotterdam naar Lima.
1823
DC 160123
Vlissingen, 7 januari. Op onze rede is aangekomen: Voor Antwerpen bestemd: SARAH (opm: brik SARA), kapt. P. Landberg, van Rio Janeiro, met koffie en huiden;
DC 180223
Vlissingen, 13 februari. Sedert onze laatste zijn, zo uit onze haven als van de rede, naar Antwerpen de Schelde opgezeild: DE JOSEPH, kapt. J.H. Arends, van Liverpool, met katoen en klipzout; de FANNY, kapt. P. Robin, van Batavia, met koffie en suiker; SARAH (opm: SARA), kapt. P. Landberg, en THE HERO, kapt. G. Romril, beide van Rio Janeiro, met koffie en huiden;
Op 19 maart 1823 werd een nieuwe zeebrief verstrekt werd voor SARA, aangevraagd door Mees, Boer & Moens, Rotterdam, voor Pieter Landberg als kapitein.
DC 170423
Hellevoetsluis, 14 april. Heden zeilden naar zee: P. Landberg, SARAH (opm: brik SARA), naar Batavia, W. Parkin, MALTHA, naar Londen en R. Patterson, UNION, naar Jaco. De wind N.O.
DC 220423
Brielle, 18 april. Heden arriveerde uit zee: A. Schaaf, VERWISSELING, van Lissabon, L.D.A. Stemberg, STEPHANIE, van St. Malo, B. Small, DUNDEE PACKET, van Dundee, W. Angel, ALICE, en J. Rooderkerk, onderneming, beide van Liverpool. Laatstgemelde heeft den 15 dezer bij Wight in goede staat gepraaid het schip met de nommervlag 109, kapt. Landberg (opm: brik SARA, kapt. P. Landberg), aan boord van hetzelve was alles wel. De wind W.
AC 191223
Van den 12 tot den 20 augustus zijn te Batavia gearriveerd de schepen HENRIETTE ELISABETH (opm: fregat), kapt. F.W. Godt, van Joana; PAKET VAN AMSTERDAM (opm: fregat), kapt. J. Precht, en WATERLOO (opm: bark), kapt. N. Hensken, beide van Amsterdam; SARA (opm: brik), kapt. P. Landberg, van Rotterdam, en zijn van daar vertrokken de CANTON PACKET, kapt. D. King, en l’UNION, kapt. C. Schake (opm: kapt. C. Schaeken, thuishaven Antwerpen), beide naar Antwerpen; en ANTOINETTA EN JACOBA, kapt. D. Kraijer, naar Amsterdam.
1824
RC 010124
Rotterdam, 31 december 1823. Het brikschip SARA, kapt. Peter Landberg, welks arrivement van Batavia in ons vorig nummer is gemeld, is den 15 april van Hellevoetsluis en den 22 dito van Cowes gezeild, en den 24 december wederom in laatstgenoemde haven om orders binnengelopen, hebbende dus de reis van daar naar Batavia en terug in acht maanden en twee dagen en van daar tot Hellevoetsluis in acht maanden en 13 dagen volbracht.
DC 030124
Hellevoetsluis, 29 december 1823. Gister namiddag arriveerde uit zee: P. Landberg, SARA, van Batavia.
RC 220424
Advertentie. Te Rotterdam ligt in lading naar:
Batavia: ook voor passagiers, waartoe behoorlijk is ingericht het Nederlands buitengemeen snelzeilend gekoperd Brikschip SARA, kapt. Peter Landberg.
Adres ten kantore van Hudig & Blokhuyzen en Kuyper Van Dam & Smeer
RC 050624
Rotterdam, 4 juni. Den 3 juni zeilde van Helvoetsluis het schip (opm: brik) SARA, kapt. P. Landberg, naar Batavia.
1825
RC 080125
Amsterdam, 6 januari. Met de brik JEANNETTE, kapt. H. Rose, heeft men brieven van den 15 september, wanneer het schip SARA, kapt. P. Landberg, den 3 juni uit Helvoet gezeild, in de Straat Sunda was. Daar men voorts met gemelde brik een triplicaat-brief heeft ontvangen, waarvan de originele met het schip CORNELIA, kapt. S.H. Veen, en de duplicaat met de brik BARONNESSE VAN DER CAPELLEN verzonden is, is het waarschijnlijk, dat deze twee schepen, tussen den 2 en 15 september, van Batavia vertrokken zijn.
DC 220125
Hellevoetsluis, 20 januari. Gisteren namiddag arriveerden uit zee: SARA, kapt. P. Landberg van Batavia; JONGE MARIA, kapt. C. Tevez van Smyrna, en CERES, kapt. J.M. le Birgne van St. Brieux.
PGC 250125
Rotterdam, 21 januari. Het Nederlandse brikschip SARA, kapitein P. Landberg, 19 januari te Hellevoetsluis gearriveerd, was op 3 juni van daar gezeild en heeft dus de reis naar Batavia en terug in juist 7½ maand volbracht, een spoed, waarvan in de geschiedenis der zeevaart geen voorbeeld is.
Op 10 maart 1825 werd de zeebrief van de SARA kapt. P. Landberg, door de Ontvanger der Inkomende- en Uitgaande Regten en Accijnzen te Rotterdam naar de Staatsraad te Den Haag geretourneerd, zonder vermelding van reden maar zal wegen verkoop van het schip zijn geweest, waarna op 14 maart royement volgde.
Op 25 maart 1825 werd de eerste, bedoeld wordt nieuwe, zeebrief verstrekt voor de KONING DER NEDERLANDEN, aangevraagd door de Nederlandsche Handel Maatschappij, s-Gravenhage, voor P. Landberg als kapitein.
Voor deze combinatie werd op 29 maart 1825 een Turkse Pas verstrekt.
DC 070425
Hellevoetsluis, 5 april. Gisteren namiddag arriveerde uit zee: kapt. Lieving met de brieven van den 2 dezer van Harwich; en zeilde in zee: EARL OF CLANCARTY, kapt. J. Heath naar Londen. Heden zeilde in zee: DE KONING DER NEDERLANDEN, kapt. P. Landberg naar New Orleans.
ZZC 160825
Brussel, 8 augustus. Men heeft hier berichten van Alvarado, in Mexico, van den 18 juni, meldende, dat aldaar het Nederlandse schip DE KONING DER NEDERLANDEN, kapt. Sanders (opm: brik, kapt. P. Landberg), was aangekomen, komende van Rotterdam, van waar het door de Nationale Handelmaatschappij was afgezonden.
1826
DC 200426
Hellevoetsluis, 16 april. Gisteren namiddag arriveerden uit zee: HELENA CHRISTINA, kapt. B.J. Martens van Batavia en MAASSTROOM, kapt. P.S. Schuil van Suriname. Heden arriveerden uit zee: VIJF GEZUSTERS, kapt. M. Azon Jacometti van Canton in China; DE KONING DER NEDERLANDEN, kapt. P. Landberg van New Orleans. De wind NW.
Den 18 dito. Uit de quarantaine zijn ontslagen en opgezeild de schepen BARBARA, DE SNELHEID en DE KONING DER NEDERLANDEN, kapiteins Henchman, Van der Linden en Landberg.
De wind NW.
Op 26 mei 1825 werd Turkse Pas verstrekt voor de KONING DER NEDERLANDEN, aangevraagd door aangevraagd door de Nederlandsche Handel Maatschappij, s-Gravenhage, voor P. Landberg als kapitein.
DC 080626
Hellevoetsluis, 6 juni. Gisteren namiddag zeilden in zee: Zr.Ms. brik SIRENE, luitenant Klein, en DE KONING DER NEDERLANDEN, kapt. P. Landberg naar Havanna. Volgens rapport van de zeeloodsen zijn met de loods aan boord voor de wal de schepen AURORA en JONGE HENDRIKA, kapt. Heijnes en M. Schaap. De wind WNW.
RC 240626
Amsterdam, 22 juni. Het Nederlands brikschip DE KONING DER NEDERLANDEN, kapt. Pieter Landberg van Rotterdam naar Havanna, tonende de Rotterdamse vlag met No. 109, is den 8 dezer bij de Singels (opm: Dungeness) gepraaid door kapt. W.D. Kleininga, voerende het schip JOHAN GEORGE, van Marennes te Antwerpen gearriveerd.
Op 30 november 1826 werd nieuwe, zeebrief verstrekt voor de KONING DER NEDERLANDEN, aangevraagd door de Nederlandsche Handel Maatschappij, s-Gravenhage, voor S. van Delden als kapitein.
DC 211226
Brielle, 16 december. Gisteren namiddag zeilde naar zee: DE KONING DER NEDERLANDEN, kapt. S. van Delden, Azn. naar Carthagena; dezelve ligt in de Put ten anker.
Den 17 dito. Kapitein S. van Delden (opm: brik KONING DER NEDERLANDEN) is heden uit de put in zee gezeild.
1827
RC 220527
Rotterdam, 21 mei. De KONING DER NEDERLANDEN, kapt. S. van Delden is van de quarantaine ontslagen en naar boven gezeild.
Op 26 juni 1827 werd een nieuwe zeebrief verstrekt voor de KONING DER NEDERLANDEN, aangevraagd door aangevraagd door de Nederlandsche Handel Maatschappij, s-Gravenhage, voor S. van Delden Azn. als kapitein. Voor deze combinatie werd ook een Turkse Pas verstrekt.
RC 251027
De 23e, des namiddags arriveerden te Helvoetsluis DE AGATHA, kapt. B.J. Potjewijd, JOHANNA EN ANNA ALIDA, kapt. J.J. Kortrijk en DE VREDE, kapt. J.J. Greeven, van Marennes; LOUISA, kapt. D. Guijt, van Jersey; CONCORDIA, kapt. B.J. de Boer, van St. Ubes. Kapt. Kortrijk, bovengemeld, rapporteert, dat hij de 21e dezer, ter hoogte van het eiland Wight, in goede staat gepraaid heeft een brikschip (opm: KONING DER NEDERLANDEN), gevoerd door kapt. S. van Delden, met de Rotterdamse nommervlag 75.
1828
RC 230828
Amsterdam, 21 augustus. Het schip DE KONING DER NEDERLANDEN, kapt. S. van Delden Azn, zou, volgens brief van Smirna van de 18e juli, de volgende dag onder convooi vandaar naar Rotterdam vertrekken.
RC 130928
Rotterdam, 12 september. De 11e dezer, des namiddags, arriveerden te Helvoetsluis KONING DER NEDERLANDEN, kapt. S. van Delden Az., van Konstantinopel en Snyrna; DE VROUW IKINA, kapt. G.J. Postema en DE GOEDE HOOP, kapt. D.H. Puister, van Marennes.
Op 25 november 1828 werd nieuwe zeebrief verstrekt voor de KONING DER NEDERLANDEN, aangevraagd door de Nederlandsche Handel Maatschappij, s-Gravenhage, voor S. van Delden als kapitein. Voor
1829
RC 080129
Rotterdam, 7 januari. Van Hellevoetsluis wordt gemeld: de 5e, des namiddags zeilden DE KONING DER NEDERLANDEN, kapt. S. van Delden Az., naar Batavia, DE JONGE GERRIT, kapt. L. Hus, naar Fécamp; de 6e, des morgens, DE HOOP, kapt. W. van Beelen, naar Dieppe en CHARLOTTE MARGARETHA, kapt. G. Kaleshoek, naar St. Eustatius.
JC 090529
Den 7 mei zijn te Batavia gearriveerd de brik le HÉROS, kapt. J. Sietzes, met een passagier en Zr.Ms. troepen, den 5 januari van Antwerpen vertrokken, en de brik KONING DER NEDERLANDEN, kapt. S. van Delden Azn., den 5 januari van Rotterdam vertrokken.
JC 070729
Te Soerabaija gearriveerde schepen:
28 juni de brik FOENGSIE, kapt. Lim Tiamko, de 15 juni van Timor-Koepang; 29 juni Zr.Ms. roei-kanonneerboot No.9, kapt. A. Beijer, den 22 juni van Banjoewangie; 30 juni het schip GRACE, kapt. D. Alles, met een passagier, den 14 juni van Batavia, en de brik KONING DER NEDERLANDEN, kapt. D. van Delden, met Zr. Ms. troepen, de 14 juni van Batavia vertrokken.
1830
JC 040230
Batavia, 1 februari. Heden arriveerde alhier de brik KONING DER NEDERLANDEN, kapt. S. van Delden Az., met twee passagiers, de 19e januari vertrokken van Canton.
RC 080730
Rotterdam, 7 juli. De 7e dezer, des morgens, arriveerden te Helvoetsluis DE KONING DER NEDERLANDEN, kapt. S. van Delden, van Batavia; DE JONGE ANNA, kapt. J.J. Dik, van Marennes; INDUSTRIE, kapt. P. van Duivenboden, van Liverpool.
Op 18 oktober 1830 werd en Turkse Pas verstrekt voor de KONING DER NEDERLANDEN, aangevraagd door aangevraagd door de Nederlandsche Handel Maatschappij, s-Gravenhage, voor S. van Delden Azn. als kapitein.
RC 271130
Rotterdam, 26 november. De 25e dezer, des morgens, zeilden van Helvoetsluis NEÉRLANDS TROUW, kapt. B.J. de Groot, naar Liverpool; PIET HEIN, kapt. W. Turnbull, naar Suriname; DE JONGE ADRIANA, kapt. H. Bruhn, KONING DER NEDERLANDEN, kapt. S. van Delden, DE KONINGIN DER NEDERLANDEN, kapt. P. Sipkes, DE JONGE JAN, kapt. J.J. Bohn en DE DRIE MARIA’S, kapt. J. Glazener, naar Batavia en arriveerden ELIZABETH, kapt. H.H. Pot en GEZINA, kapt. R. Taay, van Liverpool.
1831
RC 220331
Amsterdam, 20 maart. Kapt. Nichols, van Sumatra te Gibraltar gearriveerd, heeft den 3 januari, op 02 gr. noorderbreedte en 22 gr. lengte, gezien een Hollandse brik, van Rotterdam naar Batavia, tonende Rotterdamse vlag met No. 75, zijnde die van kapt. S. van Delden Az., voerende de brik DE KONING DER NEDERLANDEN; alsmede den 12 dito, op 08 gr. noorderbreedte en 24 gr. lengte, een Hollands schip, van Antwerpen naar Batavia, tonende vlag van het college Zeemans Hoop met No. 280, zijnde die van kapt. J.P. Middel, voerende het schip DE ONDERNEMING.
JC 050431
Te Batavia aangekomen schepen:
Den 3 april: brik KONING DER NEDERLANDEN, kapt. S. van Delden, van Rotterdam den 25 november; brik FLORA, kapt. J. Bukmers (opm: mogelijk J. Rickmers), van Lima den 24 november.
RC 200831
Amsterdam, 18 augustus. DE JONGE JAN, kapt. J.J. Bonn en DE KONING DER NEDERLANDEN, kapt. S. van Delden Az., beide van Rotterdam naar Batavia, zijn 31 maart Anjer in goede staat voorbij gezeild, aan boord was alles wel.
JC 251031
Batavia, 22 oktober. Gisteren arriveerde alhier de brik KONING DER NEDERLANDEN,kapt. S. van Delden, met een passagier, den 3 september vertrokken van de Golf van Perzië.
1832
RC 050532
Advertentie. N. Montauban van Swijndregt, H. Montauban van Swijndregt en F. van Dam, makelaars te Rotterdam, zijn van mening op dinsdag den 22 mei 1832, des namiddags ten 4 ure, in het lokaal, op de hoek van de Scheepmakershaven en Bierstraat, Wijk A, No. 458, publiek te veilen het buitengewoon snelzeilend Nederlands gekoperde brikschip, genaamd KONING DER NEDERLANDEN, laatst gevoerd door kapt. S. van Delden, lang 25,45 el, wijd 4,55 el, hol 3,17 el en alzo groot 163 tonnen of 86 last, met al deszelfs rondhout, staande en lopend want, ankers, touwen, zeilen, chronometer, geschut en verdere zeer complete inventaris, zoals hetzelve is liggende in de Zalmhaven.
Op 2 juni 1832 werd de zeebrief van de KONING DER NEDERLANDEN, kapt. C. van der Hoeven, door de Ontvanger der Inkomende- en Uitgaande Regten en Accijnzen te Rotterdam naar de Staatsraad te Den Haag geretourneerd waarna op 4 juni royement volgde.
Op 4 juni 1832 werd een nieuwe zeebrief voor de KONING DER NEDERLANDEN verstrekt, aangevraagd door C. en A. Vlierboom, Rotterdam, voor C. van der Hoeven als kapitein.
RC 301032
Rotterdam, 29 oktober. Den 28 dezer, des namiddags, arriveerden te Helvoetsluis:
DE KONING DER NEDERLANDEN, kapt. C. van der Hoeven, van Havanna; DAT KARLEN, kapt. J. Murck, van Riga; SEARCH, kapt. J. Wilson, van Londen, en ROBIN HOOD, kapt. J. Robinson, van Hull.
RC 011132
Rotterdam, 31 oktober. Kapitein C. van der Hoeven (opm: brik DE KONING DER NEDERLANDEN) , te Helvoetsluis binnen, rapporteert den 15 dezer, op 48º 45’ NB 10º 41’ WL, gepraaid te hebben de schoenerkof AMSTEL, kapt. J.C. Ludders, komende van Rio de Janeiro, hebbende 65 dagen reis; den 20 dezer, op de hoogte van Berry Thead (opm: waarschijnlijk verminkte naam), het schip HANDEL-MAATSCHAPPIJ, kapt. Willers, komende van Batavia, hebbende 122 dagen reis, en den 22 dezer, op de hoogte van Wight, gepasseerd te zijn het schip DANKBAARHEID AAN DE N.H.M., kapt. Landberg, tonende de Rotterdamse nummervlag 109.
1833
Op 31 mei 1833 werd een nieuwe zeebrief voor de KONING DER NEDERLANDEN verstrekt, aangevraagd door C. en A. Vlierboom, Rotterdam, voor O. Kievijt als kapitein.
RC 040633
Rotterdam, 3 juni. De 1e dezer, des namiddags arriveerden te Helvoetsluis DE VROUW MARIA, kapt. H. Meyer, van Papenburg. De 2e, des morgens, zeilden JOHANNA, kapt. E. Bergman en KONING DER NEDERLANDEN, kapt. O. Kievyt, naar Batavia en Zr.Ms. brik DE VLIEGENDE VISCH, luitenant Tuning.
PGC 070633
Rotterdam, 3 juni. Zodra het bericht van het opheffen van het embargo hier bekend was, zijn dadelijk twee koopvaardijschepen, de JOHANNA, kapt. E. Bergman en de KONING DER NEDERLANDEN, kapt. O. Kievyt, van hier naar Batavia onder zeil gegaan. Het laatstgenoemde schip heeft gisterochtend vroegtijdig de stad verlaten en is te 10 uren te Hellevoetsluis uitgeklaard en volgens rapport der loodsen, des middags te 12 uren in zee gekomen.
1834
DC 090134
’s Gravenhage, 7 januari. Er zijn hier te lande berichten uit Batavia ontvangen tot 5 oktober, welke aangebracht zijn door de brik de JOHANNA, kapt. E. Bergman, toebehorende aan de heren A. van Hoboken en Zonen, welk schip op 2 juni van het vorige jaar, met de tijding van de opheffing van het embargo uit Hellevoetsluis gezeild was, tegelijk met de brik de KONING DER NEDERLANDEN, kapt. Kievit, behorende aan de heer De Cock, doch hetwelk bij het vertrek der JOHANNA nog niet te Batavia was aangekomen. Kapt. Bergman heeft dus de uit- en thuisreis, met de ontlossing der lading en inneming ener andere, in de ongehoorde korte tijd van 7 maanden en 4 dagen volbracht, zijnde de terugreis in juist 3 maanden geschiedt.
RC 310534
Advertentie. Te Rotterdam liggen in lading:
Naar Rio de Janeiro, mede voor passagiers, het Nederlands gekoperd brikschip KONING DER NEDERLANDEN, kapt. O. Kievyt. Adres ten kantore van Kuyper, Van Dam en Smeer.
DC 190834
Hellevoetsluis, 16 augustus. Gisteren namiddag zeilde naar zee: KONING DER NEDERLANDEN, kapt. O. de Kieviet, naar Padang.
1835
AH 060435
Binnengekomen:
Padang, 26 november. DE KONING DER NEDERLANDEN, kapt. O. Kievyt, van Rotterdam in 104 dagen.
RC 140435
Rotterdam, 13 april. De 12e dezer, des namiddags, arriveerde te Helvoetsluis CORNELIUS STAR, kapt. P.T. Kramer, van Oleron. De 13e, des morgens zeilde DE DRIE GEBROEDERS, kapt. G. van der Borden, naar Petersburg en arriveerden KONING DER NEDERLANDEN, kapt. O. Kievyt, van Padang; CLARA MARGARETHA, kapt. E.P. Dik, van Boulogne.
Op 15 juni 1835 werd de zeebrief van de KONING DER NEDERLANDEN, kapt. O. Kievijt, door de Ontvanger der Inkomende- en Uitgaande Regten en Accijnzen te Rotterdam naar de Staatsraad te Den Haag geretourneerd, wegen verkoop schip, waarna op 17 juni royement volgde.
Op 25 augustus 1835 werd een nieuwe zeebrief voor de KONING DER NEDERLANDEN verstrekt, aangevraagd door B.W. van Straten, Amsterdam, voor G.A. Sandman als kapitein.
AH 310735
Advertentie. Schepen in lading.
Naar Nederlandse koloniën:
Batavia. Het gekoperd brikschip DE KONING DER NEDERLANDEN, kapt. G.A. Sandman, van Amsterdam. Adres bij B.D. Bosscher en D’Arnaud.
AH 220635
Binnengekomen:
Texel, 20 juni. KONING DER NEDERLANDEN, kapt. G.A. Sandman, van Helvoetsluis;
RC 230635
Rotterdam, 22 juni. De 20e, des morgens, zeilde KONING DER NEDERLANDEN, kapt. G.A. Sandman, naar Texel en arriveerde KLAZINA EN DIRKJE, kapt. A. Schilperoord, van Lissabon en REGENT, kapt. A. Allen, van Suriname; des namiddags, ZORG EN VLIJT, kapt. J.H. Uil, van Genua.
AH 230635
Binnengekomen:
Texel, 20 juni. KONING DER NEDERLANDEN, kapt. .A. Sandman, van Helvoetsluis; SOPHIA MARIA, kapt. A.P. Havinga, van Suriname; EOLUS, kapt. G. Zwanenburg, van Lissabon; TWEE VRIENDEN, kapt. O.G. Bakker, van Hull; MARIA OLETTA, kapt. A. Bylegaard, van Nerva.
AH 310735
Advertentie. Schepen in lading.
Naar Nederlandse koloniën:
Batavia. Het gekoperd brikschip DE KONING DER NEDERLANDEN, kapt. G.A. Sandman, van Amsterdam. Adres bij B.D. Bosscher en D’Arnaud.
Op 25 augustus 1835 werd een nieuwe zeebrief voor de KONING DER NEDERLANDEN verstrekt, aangevraagd door B.W. van Straten, Amsterdam, voor G.A. Sandman als kapitein.
AH 020935
Uitgezeild:
Texel, 31 augustus. KONING DER NEDERLANDEN, kapt. G.A. Sandman en MARIA, kapt. J.J. Remkes, naar Batavia; ASTREA, kapt. J.A. de Lang, van Suriname.
JC 191235
Batavia, 16 december. De 14e december is alhier aangekomen het Nederlandse schip VASCO DA GAMA, kapt. J.H. Zeeman, de 10e augustus vertrokken van Rotterdam. De 16e december is alhier aangekomen de Nederlandse brik KONING DER NEDERLANDEN, kapt. G.A. Sandman, met twee passagiers, de 1e september vertrokken van Amsterdam.
1836
AH 160536
De 22e maart is op 6º br. 16º L. gepraaid het schip DE KONING DER NEDERLANDEN, kapt. Sandman, van Batavia naar Amsterdam.
AH 170536
De 22e maart is op 6º br. 16º l. gepraaid het schip DE KONING DER NEDERLANDEN, kapt. Sandman, van Batavia naar Amsterdam.
DC 210536
Dordrecht, 20 mei. Volgens de laatste berichten zijn op de terugreis van Batavia naar het vaderland in het Kanaal aangekomen, te weten: de 13e dezer bij Penzance, de KONING DER NEDERLANDEN, kapt. G.A. Sandman, naar Amsterdam; tussen de 13e en de 14e bij Falmouth, de JACOB CATS, kapt. J. Ingerman, naar Dordrecht, de 14e bij Plymouth, de DRIE MARIA’S, kapt. J. Glazener, naar Rotterdam, de 16e bij Weymouth, de NEPTUNUS, kapt. P. Kraay, naar Amsterdam.
AH 310536
Volgens brief van kapt. Sandman, voerende de brik DE KONING DER NEDERLANDEN, in dato 24 mei was hij toen op de hoogte van Douvres, met hard N.O. en N.O. ten N. winden aldaar kruisende en rapporteert op de middag van 23 mei bij de Singels gepraaid te hebben, het Nederlands schip POLLUX, kapt. P. Huidekoper, van Amsterdam naar Batavia.
RC 020636
Rotterdam, 1 juni. Volgens brief van G.A. Sandman, voerende de brik KONING DER NEDERLANDEN, van Batavia naar Amsterdam, in dato 24 mei, was hij toen wegens harde N.O. en N.O. ten N. wind kruisende op de hoogte van Douvres. Kapt. Sandman rapporteert, de vorige middag op de hoogte van de Singels gepraaid te hebben het schip POLLUX, kapt. R. Huidekoper, van Amsterdam naar Batavia.
AH 020636
Scheepstijdingen. Op de hoogte van Egmond was 31 mei, DE KONING DER NEDERLANDEN, kapt. G.A. Sandman, van Batavia naar Amsterdam.
AH 030636
Binnengekomen:
Texel, 1 juni. KONING DER NEDERLANDEN, kapt. G.A. Sandman, van Batavia; JONGE JAN, kapt. J. van der Wal, van Londen; CORNELIA, kapt. A.P. Schoonhoven en TWEE GEBROEDERS, kapt. G.S. de Roos, beide van Londen.
AH 030636
Carga-lijsten Amsterdam: KONING DER NEDERLANDEN, kapt. G.A. Sandman, van Batavia met thee, suiker, rijst, sapanhout, naturaliën, koffie, tin, Japans goed en koopm.; DE ONDERNEMING, kapt. K.P. Haasnoot, van Lissabon met fruit, zout en wijn; VROUW HENDRIKA, kapt. J.T. Drent, van Bremen met tabak, linnen, veren, thee en zwartsel.
AH 250736
Uitgezeild:
Texel, 22 juli. KONING DER NEDERLANDEN, kapt. G.A. Sandman, naar Batavia; VAN SPEYK, kapt. E. Visser, naar Havana; WILLEM, kapt. H. Knudsen, van New-York; EYZO DE WEND (opm: kof EIJZO DE WENDT), kapt. W.G. Hellinga, naar Marseille; MEDEMBLIK, kapt. J. Gray, naar Londen; VREEDE, kapt. R.W. Vos, van Colchester;
AH 031036
Volgens brief van kapt. G.A. Sandman, voerende de Nederlandse brik DE KONING DER NEDERLANDEN, van Amsterdam naar Batavia, in dato 19 augustus was hij toen in goede staat zeilende op 11º30’ NB 25º WL; aan boord was alles wel.
1837
RC 060637
Rotterdam, 5 juni. Volgens een berigt van de Nederlandse Handels-Agent op St. Helena, bij het Departement van Marine ontvangen, gedagtekend 16 april l.l, had de Nederlandse koopvaardij-brik KONING DER NEDERLANDEN, kapitein Sandman (opm: G.A. Landman), die dag aldaar aangekomen, Zr.Ms. fregat BELLONA den 8 februari te voren in Straat Sunda gepraaid, en was alstoen vernomen, dat Z.K.H. Prins Willem Frederik Hendrik der Nederlanden zich aan boord van gemeld fregat in een goede welstand bevond.
Op 22 augustus 1837 werd de zeebrief van de KONING DER NEDERLANDEN, kapt. G.A. Sandman, door de Ontvanger der Inkomende- en Uitgaande Regten en Accijnzen te Amsterdam naar de Staatsraad te Den Haag geretourneerd, waarna op 23 augustus royement volgde.
Op 8 september 1837 werd de eerste, bedoeld wordt nieuwe, zeebrief verstrekt voor de PADANG, aangevraagd door B.W. van Straten, Amsterdam, voor G.A. Sandman als kapitein.
LP 270937
Ramsgate, 24 september. Hedenochtend tegen 8 uur is de Nederlandse brik PADANG (opm: bouwjaar 1813), kapitein G.A. Sandman, van het handelshuis Vanstroot (opm: B.W. van Straten) te Amsterdam, dat gisteren de 23e rond het middaguur met een bemanning van 13 koppen en 4 passagiers van Texel was vertrokken met bestemming Padang en Batavia, op de Goodwin Sands verdaagd, oostzuidoostelijk van Ramsgate. Het schip voer onder vol tuig en liep een vaart van 10 tot 12 knopen. De bemanning zat aan het ontbijt en de bootsman stond aan het roer. Om 8.15 uur waren de masten reeds gebroken; om 9 uur hadden zes boten de haven van Ramsgate verlaten en verscheidene andere hadden vanaf Deal zeil gezet om de brik hulp te bieden. De 2e stuurman, de luitenant en 5 mannen hebben het schip in twee vaartuigen verlaten. Hier is hun lot nog onbekend, maar men vreest dat er in de branding slachtoffers gevallen zijn. (opm: zie RC 300937, PGC 031037 en JC 310138)
RC 300937
Rotterdam, 29 september. Uittreksel uit de Lloydslijst tot den 26 dezer.
Men schrijft van Ramsgate, van den 26 dezer, dat de PADANG (opm: brik, kapt. G.A. Sandman), van Amsterdam naar Batavia gedestineerd, die morgen op de Goodwin Sands was verongelukt, waarbij de opper-stuurman en twee man der equipagie zijn omgekomen, terwijl slechts een klein gedeelte der lading behouden is. (opm: zie ook LP 270937, PGC 031037 en JC 310138)
PGC 031037
Uit Ramsgate d.d 24 september wordt gemeld: Hedenmorgen omstreeks 8 uur is de Hollandse brik PADANG, kapt. G.A. Sandman, varende voor het huis B.W. van Straten, van Amsterdam, gister 23 september de rede van Texel verlaten hebbende, om naar Padang en Batavia te stevenen, met 13 man equipage en 4 passagiers, op de Goodwin Sand, in het Zuidoosten een kwart mijl van Ramsgate gestrand. Deze bodem had alle zeilen bij en legde 10 à 12 knopen af. De equipage was aan het ontbijt en de equipagemeester stond aan het roer. Te kwart over acht waren alle masten gekapt, te 9 uur waren uit Ramsgate 6 sloepen en een menigte anderen uit Deal aangevaren om de brik te hulp te komen.
De eerste en de tweede stuurman met vijf matrozen hebben in twee sloepen het schip verlaten, tot dusverre is men onkundig van hun lot, men geloofde dat zij in de branding waren omgekomen. Te 10 uur bevonden zich verscheidene sloepen bij het gestrande schip, maar de zee was vreselijk onstuimig.
De sloep van Thomas King van Ramsgate heeft de kapitein, 4 matrozen, 2 passagiers (mejuffrouwen Caroline Doulemans en haar zuster uit ‘s-Gravenhage), een klein kind van 4 à 5 jaren en een mulattin dienstbode gered. Te 11 uur lagen reeds 16 sloepen rondom het schip voor anker, het eerst gunstige ogenblik af te wachten om aan boord te klimmen ten einde een gedeelte van de lading te redden.
De sloepschipper Thomas King is te kwart voor twee in het bijzijn van meer dan 3000 mensen in de haven van Ramsgate aangekomen. Een rijtuig bracht de passagiers naar een logement, waar hun alle mogelijke zorg is gegeven. Aangezien het scheepsvolk niets van deszelfs goederen heeft kunnen redden, deed men een collecte die in een uur tijds een belangrijke som opbracht, waaronder zelfs guinjes (opm: guinea, Engels gouden muntstuk ter waarde van 21 shilling) werden opgemerkt. Dit doet onze ingezetenen eer aan.
Morgen zal ik alle verdere bizonderheden meedelen, welke de kapitein of de passagiers mij kunnen geven, uit wier mond ook het bovenstaande is opgeschreven.
P.S. Te 5 uur s' avonds. Zo even verneem ik, dat ten gevolge van de dringende bede van de kapitein, de tweede stuurman P. Halwick in de grote sloep het schip heeft verlaten, om de passagiers te redden, hetwelk hij echter weigerde, uit hoofde van dreigend gevaar. De zorg en de moed van de kapitein verdienen alle lof. De juffrouwen Doulemans die naar hun familie in Oost-Indië onderweg waren, zijn in een hartverscheurende staat aan land gegaan. De Nederlandse Consul, de heer Hodges had reeds aan al de geredden nieuwe kleren gegeven en door zijn toedoen is een inschrijving geopend.
De assuradeurs kunnen het schip als geheel verloren beschouwen.
Verder schrijft men uit Ramsgate d.d. 25 september: van de brik PADANG is geen spoor meer te zien, zij is gedurende de nacht geheel verbrijzeld.
Gisteravond omstreeks licht en donker zijn al de van Ramsgate naar het schip uitgevaren sloepen in de haven teruggekeerd en hebben in de handen der Tol administratie (opm: douane), de volgende goederen ontscheept: 90 à 100 kisten van 12 flessen ieder, No 10 en 13, twee stukken gedestilleerd, 80 kazen en dozen groene kaas. 350 à 400 stukken witte katoenen lijnwaden, ettelijke gerookte hammen, verscheidene voorwerpen der scheepsuitrusting, als chronometer, sextant enz, een zak piasters, een eind kabeltouw van 3 vademen, enige ponden koper, voortkomende van de scheepsbekleding.
De in Deal teruggekeerde schuiten zullen waarschijnlijk mede enige goederen hebben aangebracht.
Van de acht personen, die het schip verlaten hadden is het aan drie gelukt zich naar Deal te redden, Hun namen zijn nog niet bekend. De PADANG had voor NLG 13.000 niet- geassuradeerde goederen aan boord.
Van Douvres (opm: Dover) schrijft men dat aldaar een grote menigte kisten is ontscheept, zo men meent van de PADANG voortkomende. (opm: zie ook LP 270937, RC 300937 en JC 310138)