1791 - 1830
Dit verhaal begint op 22 april 2015 met een ’s nachts op onze website binnengekomen vraag van Roger Müller uit Brazilië:
LOOKING FOR MORE INFORMATION ON A SHIP OR Gale SANDEEL THAT LEFT OF Rotherham ON +-04/29/1828 WITH DESTINATION TO RIO DE JANEIRO BRAZIL. THE NAME OF THE SHIP IS JOHANNA JACOBUS. MASTER Peter (Peter John Johann Speliar (PS Spelleard).
THANK YOU.
De JOHANNA JACOBA, kapt. Pieter Jan Spilliard, was bij Marhisdata als pink bekend en stond in onze database vermeld, maar zonder nadere gegevens, welke nog moesten worden uitgezocht en ingevoerd. De typeringen fregat en pink worden vaak doorelkaar gebruikt, maar bij dit schip vermelden alle beschikbare Nederlandse notariële stukken pink.
Reeds dezelfde ochtend konden we de heer Müller een aantal gegevens over schip en kapitein geven, beginnend in 1814 met een koopakte. Na enkele dagen reageerde de vragensteller met voor ons interessante informatie over immigranten, waarop werd besloten het onderzoek naar dit schip bij voorrang te behandelen. De resultaten vindt u hieronder.
Het fregat SOL-ROSEN (Zonnebloem) werd in 1784 gebouwd door scheepsbouwer Erik Skutnabb op de Grote Scheepswerf in Västervik, Zweden, sinds 1760 eigendom van de lokale entrepreneur en opdrachtgever Christan Hermansson Dichman († 1787).
Het schip mat bij oplevering 119 Zweedse lest (á 2,60 ton). In 1809 werd de tonnage vergroot tot 134½ lest, mogelijk na een verbouwing. De afmetingen waren lengte tussen de loodlijnen 90¾ Zweedse voet (á 29,69 cm, grootste breedte midscheeps 26-1/6e voet, diepgang bij de achtersteven 8-7/12e voet leeg resp. 14 voet beladen. In 1814 zou het schip een Nederlandse meetbrief krijgen waarin: lang over steven 99 voet, wijd bij eerste balk voor grootluik binnen zijn huid 26 voet 10 duim, hol in het ruim bij eerste balk voor grootluik op uitwatering 11 voet 8 duim, het verdek bij eerste balk voor grootluik hoog aan boord 5 voet 7 duim. In 1826 toonde een koopakte 28,20 m. lang x 7,75 m. breed x 3,70 m. hol.
In 1791 werd het schip verkocht aan een Partnerrederij uit Stockholm en kreeg het de naam SPECULATION. Onder verschillende kapiteins maakte het tot 1810 een aantal reizen naar Portugal en de Middellandse Zee. Op haar laatste reis onder Zweedse vlag was het schip onder kapitein en mede-eigenaar Lars Broberg van Stockholm onderweg naar Plymouth toen het in november 1810 in de Noordzee door de Duinkerker kaper LE POURVOYEUR werd gekaapt. Op 1 december liep de Prijs het Vlie binnen, om naar Amsterdam te worden opgebracht. De meeste bemanningsleden waren begin april 1811 terug in Stockholm.
Volgens onze Zweedse informant, de heer Håkan Nihlman, zou de SPECULATION op 29 april 1811 in Kristiansand, Noorwegen, als prijs zijn verkocht. Dat stemt echter niet overeen met onze gegevens.
De kaping moet in 1811 door de rechtbank in Amsterdam zijn gesanctioneerd waarbij toestemming werd verleend de Prijs te veilen, maar de uitspraak is niet gevonden. Op 4 juni 1811 werd de lading van dit schip – en die van de door dezelfde kaper genomen CHARLOTTE – in een openbare veiling in Den Brakken Grond verkocht. De lading vanuit Zweden bestond uit 6092 zware delen (planken), 4904 staven Zweeds ijzer, plat en vierkant, 15 tonnen teer en 1 ton pek; die van de CHARLOTTE uit 5 á 600 St. Ubes zout (uit Setubal) en 24 kisten citroenen. Hierna werd de SPECULATION geveild.
Eigenaars werden de heren Emmery en Van Hee uit Duinkerken, niet geheel toevallig ook de eigenaars van de POURVOYEUR. Bij akte d.d. Duinkerken 27 maart 1812 werd het schip vervolgens gefranciseerd, d.w.z. officieel onder Franse vlag gebracht, waarbij de firma Emmery & Van Hee verklaarde enig eigenaar te zijn. Vanwege de Engelse blokkade van de kusten welke onder gezag van keizer Napoleon stonden, die zich uitstrekte vanaf de Spaanse grens tot de Eems en later tot Helgoland is het zeer onwaarschijnlijk dat het schip onder Franse vlag daadwerkelijk is uitgezeild. Reeds op 30 maart 1812 werd de Amsterdamse koopman Arnaud Jacob de Bordes door Emmery en Van Hee gemachtigd de Prijs namens hen te verkopen wanneer de mogelijkheid zich zou voordoen.
Na het vertrek der Fransen liet gemachtigde De Bordes er geen gras over groeien en verkocht de SPECULATION op 10 mei 1814 voor 20.000 gulden aan koopman Johannes Lohman te Amsterdam. Het schip – inmiddels niet als fregat maar als een pink aangeduid – lag bij deze transactie aan de werf van de Wed. Jacob van Swieten & Zoon, op Kattenburg te Amsterdam. Op 31 maart 1815 verklaarde Cornelis van Swieten, scheepstimmerman van de werf De Swarte Raaf, het schip SPECULATION op zijn werf ‘voor meer dan 2/3e te hebben vertimmerd’. Omdat het een in het buitenland gebouwd schip betrof was deze verklaring vereist voordat een Nederlandse zeebrief kon worden aangevraagd. Ongetwijfeld zal met de feitelijke reparatiewerkzaamheden de hand zijn gelicht, temeer daar die 2/3e vertimmering de gemaakte kosten betrof op basis van de totale waarde van het schip na restauratie.
Met deze verklaring van Van Swieten in uitzicht bestond er geen risico meer dat het schip geen Nederlandse zeebrief zou krijgen. De Bordes toonde nu zijn ware gezicht door op 17 maart 1815 het schip namens zijn firma De Bordes & Stijger van Lohman te kopen. Lohman verklaarde toen dat hij het schip in 1814 ten behoeve van kopers had gekocht en was dus slechts als stroman opgetreden in een handeltje dat vermoedelijk al in maart 1812 was opgezet.
Een aantal reizen van de SPECULATION onder Zweedse vlag kon worden achterhaald aan de hand van de ‘Algeriska sjöpass’, het Zweedse equivalent van onze Turkse Pas. Een afgegeven pas moest na afloop van de (rond)reis, die langs verscheidene havens kon voeren, weer worden ingeleverd:
Uitgegeven |
Ingeleverd |
Bestemming |
1791.06.27 |
1792.11.17 |
Middellandse Zee |
1793.07.29 |
1794.05.07 |
Middellandse Zee |
1794.07.02 |
1796.06.11 |
Napels |
1796.09.08 |
1797.10.09 |
Algerije |
1797.10.19 |
1798.07.04 |
Tunis |
1800.10.15 |
1802.07.08 |
Lissabon |
1802.08.24 |
1803.07.14 |
via Riga en Golf van Biscaye naar Frankrijk, Portugal of Spanje |
1803.09.26 |
1805.06.14 |
Lissabon |
1805.08.20 |
1806.06.11 |
Lissabon |
1809.07.08 |
1810.05.28 |
Engeland |
1810.09.07 |
|
Engeland; vanwege de kaping in 1810 niet geretourneerd |
1793
AC 261093
Amsterdam, 25 oktober.Te Livorno is gearriveerd J.L. Forsberg (opm: pink SPECULATION), van Stokholom.
1794
OHC 181294
Amsterdam, 15 december. Te Napels is gearriveerd Forsberg, van Stockholm. (opm: pink SPECULATION, kapt. J.L. Forsberg).
1800
OHC 140800
Amsterdam, 15 augustus. Te Lissabon is gearriveerd L. Broberg, van Stockholm. (opm: pink SPECULATION, kapt. Lars Broberg)
1810
HCO 071210
Amsterdam, den 5 van wintermaand (opm: december). Den 1 dezer is in het Vlie binnen gekomen, het door den Franse kaper LE POURVOYEUR, op zee genomen, het schip LA SPECULATION, kapt. L. Broberg, van Stockholm.
CvA 071210
Zeetijding. Het Zweeds schip SPECULATION, door den kaper LE POURVOYEUR genomen (zie den Courier van eergisteren) is, volgens nadere opgave, gevoerd door kapitein Lars Broberg; hetzelve is den eersten dezer in het Vlie opgebracht.
1811
CvA 030611
Advertentie. Verkoping van prijsgoederen te Amsterdam.
Men maakt bekend, dat op dinsdag den 4de juni 1811, des morgens ten 10 uren, ter gewone plaats voor publieke verkopingen, in den Brakke Grond, door den heer commissaris van de marine, belast met uitrustingen, prijzen en maritieme inschrijving, ten overstaan van den heer inspecteur van de marine en van den heer ontvanger-principaal der douane, verkocht zullen worden de navolgende goederen, voortspruitende uit de schepen LA SPECULATION en LA CHARLOTTE, genomen door den kaper LE POURVOYEUR, te Duinkerken uitgerust door den heren Emmery en van Hee.
Gemelde verkoping is bevolen, overeenkomstig de bepalingen der besluiten van den 6de germinal 8ste jaar, 17de floreal 9de jaar en 2de prairial 11de jaar, zijnde de verdere bestiering en afdoening aan de zorg der geconsigneerden van deze prijs overgelaten.
Te Weten: (tol-rechten)
6092 zware dennen delen. – Het recht van de waag met de tiende verhoging.
4904 staven Zweeds ijzer, plat en vierkant. – 4 fr. 4c. de tiende verhoging daaronder begrepen.
15 tonnen teer, 1 dito pek: 75 cent de ton.
5 á 600 St. Ubes zout.
24 kisten citroenen.
Men zal, ten zelfden dage, overgaan tot den verkoop van het schip LA SPECULATION, van omtrent 320 ton, met deszelfs staand en lopend want.
De voorwaarden zullen tijdens de verkoping worden bekendgemaakt.
De kopers zullen aangaande het schip en de goederen onderrichting kunnen bekomen bij de onderstaande makelaars, als:
Voor het schip: Floris der Kinderen
Voor het hout: Roos en Boevink
Voor het ijzer: A. Wessels
Voor de teer: G. Vestenburg
Voor het zout: J. en J. Schaap
(opm: germinal, kiemmaand 21 maart – 19 april; floréal, bloemmaand 20 april – 19 mei; prairial, weidemaand (20 mei – 18 juni)
AMV 1811 pagina 279
Deze onderstaande schepen zijn door den Heer Commissaris der Keizerlijke Marine geveild op dinsdag 4 juni, in de Nes, in de Brakke Grond.
- Pinkschip, (Een extra ordinair welbezeild) genaamd SPECULATION, lang over steven 99 voet, wijd bij de eerste balk voor ’t groot luik binnen zijn huid 26 voet 10 duim, hol in ’t ruim bij de eerste balk voor ’t grootluik op zijn uitwatering 11 voet 8 duim. Francs 6.000, in slag Francs 3.000. De Bordes en Stijger. (opm: Voormalige SOL-ROSEN)
Zijnde allen Amsterdamse voeten.
(opm: bekort)
1814
Op 14 april 1814 werd de eerste zeebrief verstrekt voor de SPECULATION, aangevraagd door Johannes Lohman, Amsterdam, enig eigenaar, voor kapt. Thomas Pietersz; deze – naar bleek West-Indische zeebrief – werd in 1816 vervallen: ‘W. Indische zeebrief vervallen door het niet maken van W.-Indische zeereis’
In plaats hiervan werd op 3 december 1816 een ‘gewone zeebrief’ verstrekt voor de SPECULATION, aangevraagd door De Bordes & Stijger, Amsterdam, voor kapt. Thomas Pietersz. Het schip was gebouwd in Zweden. Op 4 december 1816 werd een Turkse Pas verstrekt voor de bestemming Suriname, dat voor dit schip een aantal jaren de vaste bestemming zou blijken te zijn.
1815
RC 211215
Amsterdam, 19 december. Volgens brief van kaptein T. Pietersz, voerende het schip SPECULATION, van Suriname naar Amsterdam gedestineerd, geschreven 3 en 1 halve mijl benoorden Portland, was hij den 13 december, na veel stormen en zwaar weer doorstaan te hebben, aldaar behouden aangekomen; het schip was dicht, doch hetzelve had, als ook de tuigagie veel geleden.
1816
RC180116
Amsterdam, 16 januari. Te Cuxhaven is, wegens verlies van de groote en bezaanmast, binnen gekomen het schip SPECULATION kapt. Patridge (opm: pink, kapt. Thomas Pietersz), van Suriname na Amsterdam.
RC 200116
Amsterdam, 18 januari. Kaptein Thomas Pietersz, voerende het schip (opm: pink) SPECULATION, van Surinamen naar Amsterdam gedestineerd, meldt van Cuxhaven van den 7 januari, dat hij, den 7 september laatstleden uit de rivier van Surinamen gezeild zijnde met veel orkaan, buijen en veranderlijke wind, zeven weken daarna tot op de hoogte van Hysand (opm: Ouessant) genaderd was, van waar hij door stormen tot op 53 graden gedreven werd; op die hoogte 19 dagen stormen doorgestaan hebbende, waarin het schip veel leedt, kwam hij in het kanaal (opm: Het Kanaal) en den 16 december voor Katwijk, en zeilde met zware storm zo lang het mooglijk was, om boven de Haaks te komen; kwam vervolgens agter de Koog op Texel ten anker, doch gene lootsen uitkomende, moest hij een anker en nieuw touw kappen, en kwam, na drie dagen, op 54 graden 30 min, konde niet langer zee houden, waarom hij besloot ene Noordse haven te zoeken; raakte weder terug en zag den 29 dito Helgoland, waar hij de volgende dag een loods kreeg; bekwam den 31 dito meerder volk tot adsistentie, met wier hulp hij eindelijk te Cuxhaven ten anker kwam. Het schip had veel geleden, doch was van onder digt en had op de gehele reis geen water gemaakt.
RC 250116
Amsterdam, 23 januari. Volgens brief van kapt. T. Pietersz, voerende het schip SPECULATION, van Surinamen naar Amsterdam gedestineerd, geschreven aan boord den 16 januari, was hij, op ingekomen berigt, dat de Elve (opm: Elbe) open was, in den nagt van den 11 dito, met een loods aan boord, van Cuxhaven naar Glückstadt gezeild om te repareren; doch voor die haven komende, was dezelve en het strand vol ijs, hetgeen hem noodzaakte naar Hamburg te zeilen; dan, op een en een halve mijl van daar genaderd zijnde, was het schip door de loods, bij hoog water, op een Plaat gezet, alwaar het, bij laag water, voor geheel droog en zo scheef zat, dat men er naauwlijks op staan kon; hetzelve was echter digt, en, daar het op een kleigrond zat, zoude het, zo hij dagt, bij hoog water en westelijke wind, afgebragt kunnen worden; men was bezig de lading te lossen en naar Hamburg te brengen. En in een brief van Hamburg, van dezelfde datum, meldt men, dat er twee ligters met goederen uit het gezegde schip waren aangekomen, waarvan reeds een gelost en de goederen in een daartoe gehuurd pakhuis waren opgeslagen; de lading werd, tot dus verre, weinig of niets beschadigd bevonden.
RC 030216
Amsterdam, 1 februari. Volgens nadere brief van kaptein Thomas Pietersz (opm: pink SPECULATION, zie RC 200116), van Surinamen naar Amsterdam gedestineerd, in dato 26 januari, was zijn schip in vlot water gekomen en lag op de hoogte van Muhleberg (opm: Mühlenberg), een en een halve mijl van Hamburg, wordende door contrariewind belet die stad te bereiken; hij had een vijfde ligter gelost, en de lading genoegzaam onbeschadigd bevonden. (opm: zie RC 250116)
RC 090316
Amsterdam, 7 maart. Het schip SPECULATION, kapt. T. Pietersz, van Surinamen naar Amsterdam gedestineerd, is te Cuxhaven met averij binnengelopen en vervolgens op de Elve (opm: Elbe) door de loods op een plaat gezet, doch weder vlot geworden, en, na sedert bij Blankenese aan het strand gelegen te hebben, in de haven van Hamburg gekomen.
1817
RC 090917
Amsterdam, 7 september. Kapt. Jacob Vully, den 3 september in Texel binnen van Surinamen, is den 19 juli van daar gezeild; twee of drie dagen later zou volgen de SPECULATION (opm: pink), kaptein Thomas Pietersz naar Amsterdam.
Op 10 december 1817 werd een Turkse Pas verstrekt voor de SPECULATION, met bestemming Suriname, aangevraagd door De Bordes & Stijger, Amsterdam, voor kapt. Thomas Pietersz.
1818
RC 170918
Amsterdam, 15 september. Den 12 september in Texel binnengekomen de SPECULATION, kapt. Thomas Pietersz, en 31 juli van Suriname vertrokken.
Op 2 december 1818 werd een nieuwe zeebrief en een Turkse Pas, met bestemming Suriname, verstrekt voor de SPECULATION, aangevraagd door De Bordes & Stijger, Amsterdam, voor kapt. Thomas Pietersz.
1819
RC 240719
Amsterdam, 22 juli. Kapitein Thomas Pietersz, voerende het schip SPECULATION, den 19 juli van Surinamen binnen gekomen, heeft 43 dagen reis
Op 23 november 1819 werd een Turkse Pas, met bestemming Suriname, verstrekt voor de SPECULATION, aangevraagd door De Bordes & Stijger, Amsterdam, voor kapt. Thomas Pietersz.
1820
RC 150420
Amsterdam 13 april. Volgens brief van kapt. Thomas Pietersz, voerende het schip (opm: pink) SPECULATION, den 3 april uit Texel gezeild naar Surinamen, geschreven den 5 dito, des namidags te half vier uren, had hij toen Zuid-Voorland (opm: South Foreland) W.t.Z. van zich, met flaauwe koelte uit het O.Z.O; het schip was in goede staat en het volk benevens de passagiers gezond.
1821
Op 29 maart 1821 werd een nieuwe zeebrief en een Turkse Pas, met bestemming Suriname, verstrekt voor de SPECULATION, aangevraagd door De Bordes & Stijger, Amsterdam, voor kapt. Thomas Pietersz.
RC 030521
Amsterdam, 1 mei. Kapt. Th. Pietersz, voerende het schip SPECULATION, den 16 april uit Texel gezeild naar Surinamen, meldt, in een brief van den 20 dito, dat hij met zijn schip en equipagie in goede welstand, uit hoofde van stilte, ten anker lag; hebbende Z. Voorland (opm: South Foreland) W.Z.W.
RC 081121
Amsterdam, 6 november. Het schip SPECULATION, kapt. T. Pietersz, van Surinamen in Texel binnen, en op de Zuidwal geraakt, is den 4 november in vlot water gekomen.
RC 101121
Amsterdam, 8 november. Het schip SPECULATION, kapt. Th. Pietersz, van Surinamen naar Amsterdam, volgens de laatstvoorgaande van de Zuidwal van Texel in vlot water gekomen, is den 5 november door geweldige storm andermaal aan de grond geraakt, heeft zwaar gestoten en daardoor het roer verloren, doch is vrij digt gebleven; hetzelve is den 7 dito echter weder in vlot water, en in het Nieuwe Diep gebragt.
1822
Op 10 april 1822 werd een Turkse Pas, met bestemming Suriname, verstrekt voor de SPECULATION, aangevraagd door De Bordes & Stijger, Amsterdam, voor kapt. Thomas Pietersz.
RC 160522
Rotterdam, 13 mei. Uittreksel uit de Lloyd’s List van 7 mei:
Het schip SPECULATION, Pieters (opm: pink, kapt. Thomas Pietersz), is den 1 dezer van Amsterdam te Falmouth gearriveerd, om de lading in te nemen van het Hollands schip de VRIJHEID (opm: driemast hoeker, kapt. Rinse Tjeerds Rinses), naar Surinamen bestemd, hetwelk aldaar, enige tijd geleden, afgekeurd was (opm: zie o.a. RC 090322).
RC 010622
Rotterdam, 31 mei. Uittreksel uit de Lloyd’s Lijst van den 28 mei:
Van Falmouth is den 23 dezer vertrokken het aldaar binnengelopen schip SPECULATION, Pieters (opm: pink, kapt. Thomas Pietersz), van Amsterdam, naar Surinamen.
RC 120922
Amsterdam, 10 september. Te Surinamen is gearriveerd Th. Pietersz (opm: Thomas Pietersz, pink SPECULATION) van Falmouth, met de lading van het aldaar afgekeurde hoekerschip de VRIJHEID (opm: zie RC 230222), kapt. R.T. Rinses.
RC 170922
Amsterdam, 15 september. Volgens brief van Paramaribo, van den 25 juli; vertrekt 15 augustus de SPECULATION, Th. Pietersz, met suiker; naar Amsterdam.
RC 151022
Amsterdam, 13 oktober. Den 15 augustus is van Suriname gezeild, SPECULATION, kapt. T. Pietersz.
RC 311022
Rotterdam, 30 oktober. Uittreksel uit de Lloyd’s Lijst van den 25 oktober:
Den 22 was op de hoogte van Wight het schip (opm: pink) SPECULATION, Pietersz, van Surinamen naar Amsterdam.
1825
RC 150125
Amsterdam, 13 januari. Den 9 dezer lagen in het Nieuwe Diep de volgende schepen, welke gedeeltelijk sedert de maand september op gunstige wind wachtten, om naar zee te zeilen, als (o.m.) SPECULATION, kapt. T. Pietersz, naar Suriname
Op 29 maart 1825 werd een nieuwe zeebrief verstrekt voor de SPECULATION, aangevraagd door Buys, de Bordes & Jordan, Amsterdam, voor kapt. Thomas Pietersz.
Op 31 maart 1825 werd een Turkse Pas verstrekt voor de SPECULATION, aangevraagd door Buys, de Bordes & Jordan, Amsterdam, voor kapt. Thomas Pietersz.
AC 280425
Texel, 26 april. Uitgezeild: SPECULATION, kapt. Th. Pietersz, naar Suriname; de wind ONO.
AC 070525
Texel, 5 mei. Kapitein R.J. Haverbult (opm: schip JUFVROUW ENA), den 3 mei van Liverpool binnengekomen, heeft den 30 april in goede staat zeilende, gepraaid kapt. Th. Pietersz (opm: pink SPECULATION), van Amsterdam naar Suriname.
AC 091125
Texel, 7 november. Binnengekomen: SPECULATION, kapt. Th. Pietersz, van Suriname,
DC 121125
Kapitein Thomas Pietersz, (opm: voerende de pink SPECULATION) van Suriname in Texel binnen, bericht, den 12 oktober, voormiddags ten 10 ure, op 35º19’ noorderbreedte, 38º lengte bewesten Greenwich, te hebben gezien een gekoperd schip, geheel omgekeerd en drijvende de kiel gelijk met de zee.
1826
Op 30 januari 1826 vond een veiling van aandelen plaats, die werden aangekocht door David Bonske voor zijn firma Buys de Bordes & Jordan te Amsterdam, die daarmede waarschijnlijk (weer) volledig eigenaar van het schip was. Zij gaven het schip een nieuwe naam, JOHANNA JACOBA, terwijl kapt. Jan Cornelis Kat de nieuwe kapitein werd.
Op 25 mei 1826 werd een nieuwe zeebrief verstrekt voor de JOHANNA JACOBA, aangevraagd door Buys, de Bordes & Jordan, Amsterdam, voor kapt. J.C. Kat.
RC 140926
Amsterdam, 12 september. Volgens particulier bericht, is den 9 september in het Vlie binnengekomen het schip (opm: pink) JOHANNA JACOBA, kapt. J.C. Kat, van Archangel naar Amsterdam.
1827
Op 9 mei 1827 werd een Turkse Pas verstrekt voor de JOHANNA JACOBA, aangevraagd door Buys, de Bordes & Jordan, Amsterdam, voor kapt. J.C. Kat.
1828
Op 6 februari 1828 werd de zeebrief van de JOHANNA JACOBA door de Ontvanger der Inkomende- en Uitgaande Regten en Accijnzen te Amsterdam naar Den Haag geretourneerd, met vermelding ‘schip verkocht’, waarna op 8 februari royement volgde.
Op 20 februari 1828 werd een nieuwe zeebrief en een Turkse Pas, verstrekt voor de JOHANNA JACOBA, aangevraagd J. Kroon, Amsterdam, voor kapt. P.J. Spilliard.
Monsterrol op scan beschikbaar in Stadsarchief Amsterdam, inventarisnummer 130.
Kapitein P.J. Spilliard
Pink JOHANNA JACOBA
Nederlandse vlag
Naar Rio de Janeiro
Amsterdam, 27 februari 1828
Boekhouder den Heere J. Kroon
Overige opvarenden:
stuurman Christiaan Kröppelin Degenvol (?), 36, Amsterdam, maandgage ƒ 50,00
onderstuurman Frans Hendrik Groot, 45, Amsterdam, maandgage ƒ 32,00
dokter Jan Willem Kroon, 28, Wesel, maandgage ƒ 60,00 / ƒ 120,00 (bonus ??)
bootsman Jung Börd Fröddersen, 36, Föhr (Dk), maandgage ƒ 30,00
timmerman Diederisch Lars Jensen Beriszman, 48, Günder Nerssee (?), ƒ 40,00
kok Harm Henrich Hilgefort, 39, Dinklagen, maandgage ƒ 24,00
matroos Johann Hutfilter, 33, Gruppenburen, maandgage ƒ 20,00
matroos Johann Henrich Hutfilter, 36, Günder Nerssee, maandgage ƒ 20,00
matroos Gerd Harm Hutfilter, 57, Höhenböke, maandgage ƒ 20,00
ondertimmerman Frans Wilhelm Deters, 29, Steinfeld, maandgage ƒ 26,00
matroos Johann Hesten, 37, Weender, maandgage ƒ 20,00
matroos Abraham Vernal, 52, Wolfheze, maandgage ƒ 20,00
lichtmatroos Pieter Barents, 19, Ameland, maandgage ƒ 18,00
lichtmatroos Einne Martens Overwier, 18, Carolinensiel, maandgage ƒ 14,00
lichtmatroos Johan Boyugs Onken, 17, Neuharlingersiel, maandgage ƒ 14,00
jongen Johannes Frederich Raü, 15, Amsterdam, maandgage ƒ 9,00
jongen Pieter Jacobus Spilliard, 12, Amsterdam, maandgage ƒ 6,00
matroos Hinrich Wieselinge, 42, Mhönemoer, ƒ 20,00; ontscheept 9 april 1828
matroos Nahmer Volkerts, 24, Föhr, maandgage ƒ 20,00; ontscheept 12 april 1828
OHC 010528
Amsterdam, 29 april. Den 28 dezer is uitgezeild het schip (opm: pink) JOHANNA JACOBA, kapt. P.J. Spilliard, naar Rio de Janeiro.
OHC 270928
Amsterdam, 25 november. Te Rio de Janeiro is gearriveerd P.J. Spilliard, van Amsterdam. (opm: de pink JOHANNA JACOBA, kapt. P.J. Spilliard arriveerde op 15 juli).
1830
RC 020330
Amsterdam, 28 februari. Volgens brief van Antwerpen, van de 25e dezer, was de Schelde nog geheel met ijs bedekt. Het schip (opm: pink) JOHANNA JACOBA, kapt. P.J. Spilliard, van Alexandria in Egypte, naar Vlaardingen, is volgens brief van Cephalonia van de 1e januari, wegens op zee bekomen schade aldaar willende binnenlopen, in de Noordermond dier haven gestrand, doch zou waarschijnlijk weder afgebracht worden (opm: zie RC 110230).
RC 110230
Amsterdam, 9 februari. Volgens brief van Triëst, van de 28e januari, was aldaar bericht van Corfu van de 7e dito ingekomen, dat een Nederlands schip (opm: pink JOHANNA JACOBA, kapt. P.J. Spilliard, zie RC 020330), met lijnzaad van Alexandria, in Egypte, naar Nederland, tussen de havens Samos en Asso gestrand was. Het schip zou geheel weg zijn, doch men hoopte van de lading een gedeelte te bergen.
RC 030730
Rotterdam, 2 juli. De 30e passato, des namiddags, arriveerden te Helvoetsluis JOHANNA JACOBA (opm: pink), kapt. P.J. Spilliard, van Alexandrië in Egypte, laatst van Cephalonia;
RC 020930
Advertentie. Op woensdag de 8e september 1830, des middags om 3 ure, zal in het logement De Gouden Leeuw, buiten de Vuilpoort, te Dordrecht, in het openbaar worden verkocht een eikenhouten tweedeks pinkschips-hol, genaamd de JOHANNA JACOBA, benevens een aanzienlijke partij scheeps-gereedschappen, waarvan de notitie bij de vendumeesters De Hart en Roest te bekomen zijn. Zijnde een en ander aan boord van gemeld schip liggende, in de Kalkhaven; daags vóór en op de verkoopdag te zien.
(opm: het casco, bouwjaar 1784, werd verkocht voor de sloop, de zeebrief werd op 1 december geroyeerd; zie ook RC 020330)
Op 30 juli 1830 werd zeebrief van de JOHANNA JACOBA door de Ontvanger der Inkomende- en Uitgaande Regten en Accijnzen te Vlaardingen naar Den Haag geretourneerd, omdat men besloten had het schip te slopen. Eerst nadat in Den Haag op ‘nadere renseignementen vragen, in advies’ bevredigende antwoorden waren binnengekomen volgde op 1 december royement. Toen had in Amsterdam op 8 september 1830 de veiling van het casco reeds plaatsgevonden.